Verordening (EG) nr. 2298/2001 van de Commissie

van 26 november 2001

houdende nadere voorschriften voor de uitvoer van producten voor levering als voedselhulp

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1666/2000(2), en met name op artikel 9, lid 2, en artikel 13, lid 11, en op de overeenkomstige bepalingen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor landbouwproducten,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad van 27 juni 1996 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp en van de specifieke acties ter ondersteuning van de voedselzekerheid(3), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1726/2001 van het Europees Parlement en de Raad(4), zijn bij Verordening (EG) nr. 2519/97 van de Commissie(5) algemene voorschriften vastgesteld voor de beschikbaarstelling van producten voor levering als communautaire voedselhulp.

(2) Overeenkomstig bovengenoemde voorschriften voor de beschikbaarstelling worden voor producten die in de Gemeenschap beschikbaar worden gesteld, uitvoerrestituties toegepast. In afwijking van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie van 15 april 1999 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten(6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 90/2001(7), moeten echter ten aanzien van bepaalde aspecten bijzondere voorschriften worden vastgesteld. Met name om te voorkomen dat de concurrentievoorwaarden die ten aanzien van de leveringen golden op het moment van de indiening van de offertes, na de gunning van de contracten worden gewijzigd door toepassing van bepaalde technieken om de uitvoerrestituties aan te passen volgens de datum van uitvoer, moeten sommige ten aanzien van het handelsverkeer in landbouwproducten geldende bepalingen worden opgeheven en moet een uitvoerrestitutie worden toegekend die voor alle deelnemers aan de aanbesteding dezelfde is en die onveranderd blijft, ongeacht de werkelijke datum van uitvoer.

(3) Om te garanderen dat de bovengenoemde bepalingen correct worden toegepast, moeten administratieve bepalingen betreffende de uitvoercertificaten worden vastgesteld waarmee wordt afgeweken van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1095/2001(9). In dit verband moet de leveringszekerheid die de contractant stelt om te garanderen dat hij zijn leveringsverplichtingen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 2519/97 zal nakomen, geacht worden eveneens te volstaan om te garanderen dat de uit de certificaten voortvloeiende verplichtingen in acht zullen worden genomen.

(4) De leveringen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2519/97 worden beschouwd als voedselhulp in de zin van artikel 10, lid 4, van de Landbouwovereenkomst in het kader van de Uruguayronde.

(5) Wat de nationale voedselhulp betreft, is deze verordening alleen van toepassing voor hulp die aan de voorwaarden van artikel 10, lid 4, van de Landbouwovereenkomst in het kader van de Uruguayronde voldoet. Voor deze acties moeten dezelfde afwijkingen van Verordening (EG) nr. 800/1999 en Verordening (EG) nr. 1291/2000 worden toegepast als voor communautaire voedselhulp.

(6) De uitvoerrestituties voor communautaire voedselhulpacties mogen alleen worden betaald voor hoeveelheden die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 800/1999 worden uitgevoerd en die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2519/97 worden overgenomen.

(7) Wat het eenheidsbedrag van de restitutie voor nationale voedselhulp betreft is het dienstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten(10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1923/2001(11), en artikel 11 bis van Verordening (EG) nr. 1162/95 van de Commissie van 23 mei 1995 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst(12), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 409/2001(13), van toepassing te verklaren, namelijk de regel volgens welke de restitutie die is welke vóór de indiening van de offertes is vastgesteld en bekendgemaakt.

(8) Omdat voor alle voedselhulpacties dezelfde bepalingen betreffende het eenheidsbedrag van de restitutie worden vastgesteld, moeten de bestaande sectorale bepalingen worden ingetrokken.

(9) Om de nodige wijzigingen in de regeling te kunnen aanbrengen en met het oog op duidelijkheid en administratieve doelmatigheid moet Verordening (EG) nr. 259/98 van de Commissie van 30 januari 1998 houdende bijzondere voorschriften voor de uitvoer van producten voor levering als communautaire voedselhulp(14), worden vervangen.

(10) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van alle betrokken comités van beheer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onverminderd buitengewone bepalingen die door de Commissie voor specifieke acties worden vastgesteld, is deze verordening van toepassing op de uitvoer van producten die vallen onder de verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der markten die in artikel 1 van Verordening (EG) 1291/2000 worden opgesomd, ingeval deze producten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1292/96 als communautaire voedselhulp worden geleverd en overeenkomstig de algemene voorschriften van Verordening (EG) nr. 2519/97 in de Gemeenschap beschikbaar worden gesteld.

Deze verordening is in voorkomend geval ook van toepassing wanneer de in de eerste alinea bedoelde producten worden geleverd in het kader van nationale voedselhulp die ten uitvoer wordt gelegd door de lidstaten, onverminderd specifieke nationale maatregelen voor het organiseren en het toewijzen van deze acties.

Artikel 2

1. In afwijking van artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 800/1999, is de te betalen restitutie bij uitvoer die welke van toepassing is op de datum die wordt aangegeven in het besluit waarin de bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de communautaire voedselhulpactie worden vastgesteld, hierna "aanbestedingsbericht" genoemd.

Wat de in lid 1 bedoelde nationale voedselhulpacties betreft is de restitutie die welke geldt op de dag waarop de lidstaat de aanbesteding voor de betrokken levering opent.

2. Wanneer de goederen af fabriek of franco vervoerder en franco laadhaven worden geleverd, is de in artikel 7, lid 1, eerste alinea, en artikel 34, lid 1, van Verordening (EG) nr. 800/1999 vastgestelde termijn waarbinnen de goederen het douanegebied van de Gemeenschap moeten verlaten, niet van toepassing.

3. In afwijking van de bepalingen die voorzien in een aanpassing van de vooraf vastgestelde bedragen, kan de in lid 1 bedoelde restitutie niet worden aangepast of gecorrigeerd.

Artikel 3

1. Het recht op restitutie ontstaat pas als een uitvoercertificaat met vaststelling vooraf van de in artikel 2, lid 1, bedoelde restitutie wordt overgelegd dat is aangevraagd om de betrokken voedselhulpactie te kunnen uitvoeren. Het certificaat is uitsluitend geldig voor de in dit verband uit te voeren goederen.

In afwijking van artikel 40 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 kan de geldigheidsduur van het certificaat door de bevoegde autoriteit worden verlengd op een met redenen omkleed schriftelijk verzoek van degene aan wie de levering is toegewezen (hierna "de leverancier" genoemd).

Het uitvoercertificaat is slechts geldig voor de in vak 17 van het certificaat aangegeven hoeveelheid waarvoor de aanvrager als leverancier is aangewezen. In vak 19 van het certificaat wordt het cijfer "0" aangebracht.

2. De certificaataanvraag moet vergezeld gaan van het bewijs dat de aanvrager de leverancier van de communautaire voedselhulp is. Als bewijs geldt een kopie van de mededeling waarin de Commissie de betrokkene ervan in kennis stelt dat hij als leverancier van de betrokken voedselhulp is aangewezen en, indien de bevoegde autoriteit daarom verzoekt, een kopie van het aanbestedingsbericht.

Het certificaat wordt alleen afgegeven indien het bewijs wordt geleverd dat de in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 2519/97 bedoelde leveringszekerheid is gesteld. Deze zekerheid wordt eveneens aangemerkt als zekerheid voor het certificaat. Hiertoe moet in vak 11 van het certificaat "vrijgesteld" worden vermeld.

3. In het in artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 800/1999 bedoelde document dat wordt gebruikt om restitutie aan te vragen en, onverminderd het bepaalde in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1291/2000, in vak 20 van de certificaataanvraag en van het uitvoercertificaat zelf, moet één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

- Ayuda alimentaria comunitaria - Acción n° .../.. o Ayuda alimentaria nacional

- Fællesskabets fødevarehjælp - Aktion nr. .../.. eller National fødevarehjælp

- Gemeinschaftliche Nahrungsmittelhilfe - Maßnahme Nr. .../.. oder Nationale Nahrungsmittelhilfe

- Κοινοτική επισιτιστική βοήθεια - Δράση αριθ. .../.. ή Εθνική επισιτιστική βοήθεια

- Community food aid - Action No .../.. or National food aid

- Aide alimentaire communautaire - Action n° .../.. ou Aide alimentaire nationale

- Aiuto alimentare comunitario - Azione n. .../.. o Aiuto alimentare nazionale

- Communautaire voedselhulp - Actie nr. .../.. of Nationale voedselhulp

- Ajuda alimentar comunitária - Acção n.o .../.. ou Ajuda alimentar nacional

- Yhteisön elintarvikeapu - Toimi nro .../.. tai Kansallinen elintarvikeapu

- Livsmedelsbistånd från gemenskapen - Aktion nr .../.. eller Nationellt livsmedelsbistånd.

Het in te vullen nummer van de actie is dat van het aanbestedingsbericht. Bovendien moet in vak 7 van de certificaataanvraag en van het certificaat het land van bestemming worden vermeld.

Artikel 4

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, wordt de uitvoerrestitutie in het kader van communautaire voedselhulp betaald overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 800/1999 en, in afwijking van artikel 16 van die verordening, na overlegging van een kopie van het in artikel 17, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 2519/97 bedoelde overnamecertificaat of leveringscertificaat, die als eensluidend is gewaarmerkt door de dienst van de Commissie waarbij de offertes overeenkomstig het aanbestedingsbericht worden ingediend.

De in artikel 2, lid 1, bedoelde restitutie wordt betaald voor de in het overnamecertificaat of in het leveringscertificaat aangegeven aanvaarde nettohoeveelheid.

2. Het bepaalde in artikel 51, lid 1, van Verordening (EG) nr. 800/1999, is niet van toepassing wanneer de gevraagde restitutie hoger is dan de voor de betrokken uitvoer verschuldigde restitutie, als gevolg van omstandigheden of gebeurtenissen die niet aan de leverancier te wijten zijn en die zich voordoen na de beëindiging van de levering overeenkomstig artikel 12, lid 5, artikel 13, lid 7, artikel 14, lid 11, of artikel 15, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2519/97.

Wanneer het land van bestemming op initiatief van de begunstigde van de voedselhulp wordt gewijzigd, wordt de in artikel 18, lid 3, onder b), tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 800/1999 bedoelde korting niet toegepast.

Artikel 5

Artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 174/1999 en artikel 11 bis van Verordening (EG) nr. 1162/95 worden geschrapt.

Artikel 6

Verordening (EG) nr. 259/98 wordt ingetrokken. Zij blijft echter van toepassing voor voedselhulpleveranties waarvoor het aanbestedingsbericht is bekendgemaakt vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing voor voedselhulpleveranties waarvoor het aanbestedingsbericht op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening is bekendgemaakt.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 november 2001.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21.

(2) PB L 193 van 29.7.2000, blz. 1.

(3) PB L 166 van 5.7.1996, blz. 1.

(4) PB L 234 van 1.9.2001, blz. 10.

(5) PB L 346 van 17.12.1997, blz. 23.

(6) PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.

(7) PB L 14 van 18.1.2001, blz. 22.

(8) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(9) PB L 150 van 6.6.2001, blz. 25.

(10) PB L 20 van 27.1.1999, blz. 8.

(11) PB L 261 van 29.9.2001, blz. 53.

(12) PB L 117 van 24.5.1995, blz. 2.

(13) PB L 60 van 1.3.2001, blz. 27.

(14) PB L 25 van 31.1.1998, blz. 39.