Verordening (EG) nr. 1828/2001 van de Commissie

van 17 september 2001

betreffende de afgifte van uitvoercertificaten van het A2-stelsel in de sector groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2190/96 van de Commissie van 14 november 1996 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad wat de toekenning van uitvoerrestituties in de sector groenten en fruit betreft(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 298/2000(2), en met name op artikel 3, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In Verordening (EG) nr. 1705/2001 van de Commissie(3) zijn indicatieve restitutievoeten vastgesteld, alsmede indicatieve hoeveelheden voor andere dan in het kader van de voedselhulp aangevraagde uitvoercertificaten van het A2-stelsel.

(2) Voor tomaten, sinaasappelen, citroenen, druiven voor tafelgebruik en appelen moeten, gezien de economische situatie, op basis van de door de marktdeelnemers in hun aanvragen voor certificaten van het A2-stelsel verstrekte aanwijzingen, definitieve restitutievoeten worden vastgesteld die verschillen van de indicatieve restitutievoeten, alsmede afgiftepercentages die op de gevraagde hoeveelheden moeten worden toegepast. De definitieve restitutievoeten mogen maximaal zo hoog zijn als de indicatieve restitutievoeten vermeerderd met 50 %.

(3) Op grond van artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2190/96 moeten de aanvragen voor hogere restitutievoeten dan de overeenkomstige definitieve restitutievoeten als nietig worden beschouwd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor uitvoercertificaten van het A2-stelsel die zijn aangevraagd op grond van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1705/2001, is de daadwerkelijke aanvraagdatum, zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2190/96, 18 september 2001.

2. Voor de in lid 1 bedoelde certificaten geldt de definitieve restitutievoet die in de bijlage bij deze verordening is aangegeven en worden op de aangevraagde hoeveelheden de daar vermelde afgiftepercentages toegepast.

3. Op grond van artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2190/96 worden de in lid 1 bedoelde aanvragen voor hogere restitutievoeten dan de in de bijlage vermelde overeenkomstige definitieve restitutievoeten als nietig beschouwd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 18 september 2001.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 september 2001.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 292 van 15.11.1996, blz. 12.

(2) PB L 34 van 9.2.2000, blz. 16.

(3) PB L 232 van 30.8.2001, blz. 10.

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>