32001R1794

Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 1794/2001 van de Raad van 10 september 2001 houdende vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten die met ingang van 1 januari 2001 van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die zijn tewerkgesteld in derde landen

Publicatieblad Nr. L 244 van 14/09/2001 blz. 0001 - 0004


Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 1794/2001 van de Raad

van 10 september 2001

houdende vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten die met ingang van 1 januari 2001 van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die zijn tewerkgesteld in derde landen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2804/2000(2), inzonderheid op artikel 13, eerste alinea, van bijlage X,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Er moet rekening worden gehouden met de stijging van de kosten van levensonderhoud in de landen buiten de Gemeenschap en dat bijgevolg met ingang van 1 januari 2001 de aanpassingscoëfficiënten moeten worden vastgesteld die van toepassing zijn op de bezoldigingen die in de valuta van het land van tewerkstelling worden uitbetaald aan de ambtenaren die in derde landen zijn tewerkgesteld.

(2) De Raad stelt overeenkomstig Bijlage X van het Statuut de aanpassingscoëfficiënten om de zes maanden vast en moet derhalve nieuwe aanpassingscoëfficiënten vaststellen voor de komende semesters.

(3) De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zullen zijn over de periode vanaf 1 januari 2001 en die aanleiding geven tot betalingen berekend op grond van een voorgaande verordening, kunnen een aanpassing met terugwerkende kracht (in positieve of in negatieve zin) van de bezoldiging met zich brengen.

(4) Er moet worden voorzien in een nabetaling in geval van een stijging van de bezoldigingen ingevolge deze aanpassingscoëfficiënten.

(5) In geval van een daling van de bezoldiging ingevolge deze aanpassingscoëfficiënten moet worden voorzien in de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen over de periode tussen 1 januari 2001 en de datum waarop de Raad het besluit neemt tot vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten van toepassing met ingang van 1 januari 2001.

(6) Er moet evenwel parallellisme worden nagestreefd met de aanpassingscoëfficiënten welke binnen de Gemeenschap van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, en een eventuele terugvordering mag derhalve slechts betrekking hebben op een periode van ten hoogste zes maanden vóór de datum van het besluit tot vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten en moet kunnen worden gespreid over een periode van ten hoogste twaalf maanden na deze datum,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2001 worden de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen die in de valuta van het land van tewerkstelling worden uitbetaald, vastgesteld overeenkomstig de bijlage.

De voor de berekening van deze bezoldigingen toegepaste wisselkoersen zijn die welke worden gebruikt voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor de maand die voorafgaat aan de in de eerste alinea bedoelde datum.

Artikel 2

Overeenkomstig artikel 13, eerste alinea, van bijlage X van het Statuut stelt de Raad om de zes maanden de aanpassingscoëfficiënten vast; derhalve stelt hij nieuwe aanpassingscoëfficiënten vast die van toepassing zijn vanaf 1 juli 2001.

De instellingen zullen tot nabetalingen overgaan ingeval de bezoldigingen ingevolge deze aanpassingscoëfficiënten worden verhoogd.

Ingeval de bezoldigingen ingevolge deze aanpassingscoëfficiënten worden verlaagd, zullen de instellingen overgaan tot een negatieve aanpassing van de bezoldigingen, met terugwerkende kracht over de periode van 1 januari 2001 tot de datum van het besluit van de Raad tot vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2001.

De terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen die uit deze aanpassing voortvloeit, mag evenwel slechts betrekking hebben op een periode van ten hoogste zes maanden vóór de datum van het besluit tot vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten; deze terugvordering kan worden gespreid over een periode van ten hoogste twaalf maanden na deze datum.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 september 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

L. Michel

(1) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

(2) PB L 326 van 22.12.2000, blz. 7.

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>