Verordening (EG) nr. 1498/2001 van de Commissie van 20 juli 2001 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de in juli 2001 ingediende aanvragen om invoercertificaten voor de tariefcontingenten voor rundvlees, die bij Verordening (EG) nr. 1279/98 zijn vastgesteld voor de Republiek Polen, de Republiek Hongarije, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Bulgarije en Roemenië
Publicatieblad Nr. L 197 van 21/07/2001 blz. 0028 - 0029
Verordening (EG) nr. 1498/2001 van de Commissie van 20 juli 2001 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de in juli 2001 ingediende aanvragen om invoercertificaten voor de tariefcontingenten voor rundvlees, die bij Verordening (EG) nr. 1279/98 zijn vastgesteld voor de Republiek Polen, de Republiek Hongarije, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Bulgarije en Roemenië DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 1279/98 van de Commissie van 19 juni 1998 tot vaststelling van de bepalingen voor de toepassing van de tariefcontingenten voor rundvlees die bij Verordening (EG) nr. 3066/95 van de Raad zijn vastgesteld voor de Republiek Polen, de Republiek Hongarije, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Bulgarije en Roemenië(1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2857/2000(2), en met name op artikel 4, lid 4, Overwegende hetgeen volgt: (1) In de artikelen 1 en 2 van Verordening (EG) nr. 1279/98 is bepaald welke hoeveelheden producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Polen, Hongarije, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Bulgarije en Roemenië in de periode van 1 juli tot en met 30 september 2001 onder speciale voorwaarden mogen worden ingevoerd. Invoercertificaten zijn aangevraagd voor zodanige hoeveelheden producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Hongarije, de Tsjechische Republiek en Roemenië, dat de aanvragen volledig kunnen worden ingewilligd. De aanvragen voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Polen echter moeten proportioneel verlaagd worden overeenkomstig artikel 4, lid 4, van genoemde verordening. (2) In artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1279/98 is bepaald dat, indien in de loop van de contingentperiode voor de in de vorige overweging aangegeven eerste, tweede of derde periode certificaten worden aangevraagd voor hoeveelheden die kleiner zijn dan de beschikbare hoeveelheden, de resterende hoeveelheden worden opgeteld bij de voor de volgende periode beschikbare hoeveelheden. Rekening houdende met de hoeveelheden die resteren uit de eerste periode, moeten de hoeveelheden die voor de tweede periode, gaande van 1 oktober tot en met 31 december 2001, voor de betrokken zes landen beschikbaar zijn, worden vastgesteld, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. De certificaataanvragen voor invoer in de periode van 1 juli tot en met 30 september 2001 in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1279/98 bedoelde contingenten worden ingewilligd voor: a) 100 % van de aangevraagde hoeveelheden voor producten van de GN-codes 0201 en 0202, van oorsprong uit Hongarije en de Tsjechische Republiek; b) 100 % van de aangevraagde hoeveelheden voor producten van de GN-codes 0201, 0202, 1602 50 31, 1602 50 39 en 1602 50 80, van oorsprong uit Roemenië; c) 95,133 % van de aangevraagde hoeveelheden voor producten van de GN-codes 0201, 0202 en 1602 50, van oorsprong uit Polen. 2. Voor de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1279/98 bedoelde periode van 1 oktober tot en met 31 december 2001 zijn de volgende hoeveelheden beschikbaar: a) rundvlees van de GN-codes 0201 en 0202: - 5432,5 t vlees van oorsprong uit Hongarije, - 1630 t vlees van oorsprong uit de Tsjechische Republiek, - 1750 t vlees van oorsprong uit Slowakije, - 125 t vlees van oorsprong uit Bulgarije; b) 4400 t vlees van de GN-codes 0201 en 0202, van oorsprong uit Polen, of 2056,074 t verwerkte producten van GN-code 1602 50, van oorsprong uit Polen; c) 1333 t producten van de rundvleessector van de GN-codes 0201, 0202, 1602 50 31, 1602 50 39 en 1602 50 80, van oorsprong uit Roemenië. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op 21 juli 2001. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 20 juli 2001. Voor de Commissie Franz Fischler Lid van de Commissie (1) PB L 176 van 20.6.1998, blz. 12. (2) PB L 332 van 28.12.2000, blz. 55.