32001R1439

Verordening (EG) nr. 1439/2001 van de Raad van 10 juli 2001 betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 28 februari 2001 tot en met 27 februari 2004, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren

Publicatieblad Nr. L 193 van 17/07/2001 blz. 0001 - 0002


Verordening (EG) nr. 1439/2001 van de Raad

van 10 juli 2001

betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 28 februari 2001 tot en met 27 februari 2004, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37, juncto artikel 300, leden 2 en 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Krachtens de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren(2), hebben de twee partijen onderhandelingen gevoerd over de vaststelling van de wijzigingen of aanvullingen die aan het einde van de geldigheidsduur van het protocol in de overeenkomst moeten worden aangebracht.

(2) Ter afronding van deze onderhandelingen is op 13 december 2000 een nieuw protocol geparafeerd tot vaststelling van de in de genoemde overeenkomst bedoelde vangstmogelijkheden en financiële tegenprestatie voor de periode van 28 februari 2001 tot en met 27 februari 2004.

(3) Het is in het belang van de Gemeenschap dit protocol goed te keuren.

(4) De vangstmogelijkheden moeten over de lidstaten worden verdeeld uitgaande van de traditionele verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de overeenkomst,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het protocol tot vaststelling, voor de periode van 28 februari 2001 tot en met 27 februari 2004, van de vangstmogelijkheden en de financiële bijdrage, hierna "protocol" genoemd, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het protocol is aan deze verordening gehecht(3).

Artikel 2

De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

a) vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Als met de vergunningaanvragen van deze lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie aanvragen van andere lidstaten in aanmerking nemen.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om het protocol te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

D. Reynders

(1) Advies uitgebracht op 14 juni 2001 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2) PB L 137 van 2.6.1988, blz. 19.

(3) Zie bladzijde 19 van dit Publicatieblad.