32001D0865

2001/865/EG: Beschikking van de Raad van 6 november 2001 houdende machtiging van het Koninkrijk Spanje tot het toepassen van een maatregel die afwijkt van artikel 11 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

Publicatieblad Nr. L 323 van 07/12/2001 blz. 0024 - 0025


Beschikking van de Raad

van 6 november 2001

houdende machtiging van het Koninkrijk Spanje tot het toepassen van een maatregel die afwijkt van artikel 11 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

(2001/865/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag(1), hierna "Zesde BTW-Richtlijn" genoemd, en met name op artikel 27,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij door het Secretariaat-generaal van de Commissie op 7 maart 2001 geregistreerd schrijven heeft de Spaanse regering, op grond van artikel 27 van de Zesde BTW-Richtlijn, verzocht om machtiging tot het toepassen van een maatregel die afwijkt van het bepaalde in artikel 11, A, punt 1, onder a), van genoemde richtlijn.

(2) Op grond van artikel 27, lid 1, van de Zesde BTW-Richtlijn kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen, bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen ten einde de belastingheffing te vereenvoudigen dan wel bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

(3) In overeenstemming met voornoemd artikel 27 werden de andere lidstaten bij brief van 15 maart 2001 van het verzoek van het Koninkrijk Spanje in kennis gesteld.

(4) In artikel 11, A, punt 1, onder a), van de Zesde BTW-Richtlijn wordt bepaald dat, in beginsel, de maatstaf van heffing voor goederenleveringen en diensten alles omvat wat de leverancier of dienstverrichter voor deze handelingen als tegenprestatie verkrijgt of moet verkrijgen van de zijde van de koper, van de ontvanger of van een derde.

(5) In afwijking van die bepaling heeft het Koninkrijk Spanje verzocht om machtiging tot het in de maatstaf van heffing voor een dienst die de verwerking van beleggingsgoud omvat, opnemen van de waarde van de grondstof geleverd door de koper van de dienst en gebruikt voor de vervaardiging van het eindproduct.

(6) Deze afwijking heeft tot doel misbruik van de vrijstelling voor beleggingsgoud en dus van bepaalde vormen van belastingfraude en -ontwijking te voorkomen; zij beantwoordt derhalve aan de voorwaarden van artikel 27 van de Zesde BTW-Richtlijn.

(7) Bedoelde vormen van belastingfraude of -ontwijking bestaan in hoofdzaak uit de aankoop van van BTW vrijgesteld beleggingsgoud en het verwerken van dat goud in juwelen of andere goederen, waarbij geen BTW over de waarde van het bij de transactie verwerkte beleggingsgoud wordt aangerekend.

(8) De afwijking wordt toegekend tot en met 31 december 2004, omdat het daardoor mogelijk zal zijn de afwijkende maatregel bij het verstrijken van die termijn opnieuw te bekijken in het licht van de ontwikkelingen betreffende de toepassing van de bij Richtlijn 98/80/EG(2) ingevoerde speciale regeling voor beleggingsgoud.

(9) De afwijkende maatregel zal geen ongunstige gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Europese Gemeenschappen uit de belasting over de toegevoegde waarde,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van het bepaalde in artikel 11, A, punt 1, onder a), van de Zesde BTW-Richtlijn wordt, voor de levering van goederen of diensten die de verwerking van vrijgesteld beleggingsgoud omvatten, het Koninkrijk Spanje gemachtigd tot het in de maatstaf van heffing opnemen van de waarde, overeenkomend met de dagprijs voor beleggingsgoud, van het in het eindproduct verwerkte goud.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde machtiging verstrijkt op 31 december 2004.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Spanje.

Gedaan te Brussel, 6 november 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

D. Reynders

(1) PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/41/EG (PB L 22 van 24.1.2001, blz. 17).

(2) PB L 281 van 17.10.1998, blz. 31.