32001D0708

2001/708/EG: Beschikking van de Commissie van 28 september 2001 houdende zevende wijziging van Beschikking 2001/356/EG tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2922)

Publicatieblad Nr. L 261 van 29/09/2001 blz. 0067 - 0068


Beschikking van de Commissie

van 28 september 2001

houdende zevende wijziging van Beschikking 2001/356/EG tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk

(kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2922)

(Voor de EER relevante tekst)

(2001/708/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG(2), en met name op artikel 10,

Gelet op Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG, en met name op artikel 9,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op grond van de melding van uitbraken van mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk heeft de Commissie Beschikking 2001/356/EG(4), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/547/EG(5), tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk vastgesteld.

(2) De verzending van diepgevroren sperma van runderen kan worden toegestaan op voorwaarde dat aanvullende garanties worden geboden. Andere aanpassingen zijn nodig om rekening te houden met de diergezondheidssituatie in Noord-Ierland.

(3) Gezien de ontwikkeling van de ziekte, dient de geldigheidsduur van de maatregelen te worden verlengd.

(4) In de voor 9 en 10 oktober 2001 geplande vergadering van het Permanent Veterinair Comité zal de situatie opnieuw worden bezien en zullen de maatregelen zo nodig worden aangepast.

(5) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking 2001/356/EG wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 6 wordt vervangen door: "Artikel 6

1. Het Verenigd Koninkrijk verzendt geen sperma, eicellen en embryo's van runderen, schapen, geiten, varkens of andere evenhoevige dieren uit het in bijlage I omschreven gebied naar andere delen van zijn grondgebied.

2. Het Verenigd Koninkrijk verzendt geen sperma, eicellen en embryo's van runderen, schapen, geiten, varkens of andere evenhoevige dieren uit de in bijlage I en bijlage II omschreven gebieden.

3. De verbodsbepalingen in de leden 1 en 2 gelden niet voor:

a) diepgevroren sperma en embryo's van runderen die zijn verkregen vóór 1 februari 2001;

b) diepgevroren sperma en embryo's van runderen die met inachtneming van het bepaalde in Richtlijn 88/407/EEG, respectievelijk Richtlijn 89/556/EEG van de Raad in het Verenigd Koninkrijk zijn ingevoerd en die sedertdien tijdens de opslag en het transport gescheiden zijn gehouden van sperma en embryo's die op grond van de leden 1 en 2 niet mogen worden verzonden;

c) diepgevroren sperma van runderen dat na 30 september 2001 overeenkomstig Richtlijn 88/407/EEG is verkregen en voldoet aan de volgende aanvullende voorwaarden:

- de donorstier vertoonde geen klinische symptomen van mond- en klauwzeer op de dag waarop het sperma werd verkregen;

- de donorstier is gedurende ten minste drie maanden vóór de verkrijging van het sperma in het erkende spermacentrum gehouden, waarbij deze verblijfsduur mede de afzonderingsperiode van ten minste 30 dagen in een bij het centrum horende afzonderingsruimte mag omvatten;

- tijdens de 30 dagen vóór de verkrijging van het sperma is geen enkel dier binnengebracht;

- het spermacentrum was sinds ten minste drie maanden vrij van mond- en klauwzeer en tijdens de 30 dagen vóór en de 30 dagen na de verkrijging van het sperma heeft zich binnen een straal van 10 km rond het spermacentrum geen enkel geval van mond- en klauwzeer voorgedaan;

- geen enkel dier in het spermacentrum is tegen mond- en klauwzeer gevaccineerd;

- de donorstier heeft negatief gereageerd op een test op antilichamen tegen het mond- en klauwzeervirus die ten minste 21 dagen na de verkrijging van het laatste sperma van de partij is verricht, en de negatieve testresultaten moeten vóór de verzending van het sperma beschikbaar zijn;

- het diepgevroren sperma is gedurende ten minste 30 dagen tussen de verkrijging en de verzending ervan opgeslagen gebleven en in die periode heeft geen enkel dier in het spermacentrum waar de donorstier werd gehouden, welk symptoom dan ook van mond- en klauwzeer vertoond;

- het sperma is bij de verkrijging, de behandeling en de opslag ervan gescheiden gehouden van sperma dat op grond van de leden 1 en 2 niet mag worden verzonden;

- alle in het spermacentrum verkregen, behandelde en diepgevroren sperma wordt uit het spermacentrum verzonden op zodanige wijze dat welk gevaar voor insleep van mond- en klauwzeer in het centrum dan ook wordt voorkomen.

Vóór de verzending van het sperma deelt het Verenigd Koninkrijk de lijst van de tot toepassing van dit lid gemachtigde centra mee aan de Commissie en aan de andere lidstaten.

4. Op het bij Richtlijn 88/407/EEG vastgestelde gezondheidscertificaat waarvan uit het Verenigd Koninkrijk naar andere lidstaten verzonden diepgevroren sperma van runderen vergezeld gaat, wordt de volgende vermelding aangebracht: 'Dit diepgevroren sperma van runderen voldoet aan Beschikking 2001/172/EG van de Commissie van 1 maart 2001 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk'.

5. Op het bij Richtlijn 89/556/EEG vastgestelde gezondheidscertificaat waarvan uit het Verenigd Koninkrijk naar andere lidstaten verzonden embryo's van runderen vergezeld gaan, wordt de volgende vermelding aangebracht: 'Deze embryo's van runderen voldoen aan Beschikking 2001/172/EG van de Commissie van 1 maart 2001 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk'.

".

2. Artikel 10, lid 1, wordt vervangen door: "1. Het Verenigd Koninkrijk ziet erop toe dat voertuigen die in de in bijlage I en bijlage II omschreven gebieden zijn gebruikt voor het vervoer van levende dieren, na elk transport worden gereinigd en ontsmet, en levert het bewijs dat deze ontsmetting is uitgevoerd.".

3. In artikel 11 wordt het aan de streepjes voorafgaande deel van de zin vervangen door: "De in de artikelen 3, 4, 5 en 8 vastgestelde beperkingen gelden niet voor de verzending van de in de artikelen 3, 4, 5 en 8 bedoelde producten uit het Verenigd Koninkrijk, als die producten:".

4. Artikel 12, lid 3, wordt vervangen door: "3. De lidstaten werken samen om de persoonlijke bagage van reizigers uit het in bijlage I omschreven gebied van het Verenigd Koninkrijk te controleren en om voorlichtingscampagnes op te zetten die moeten voorkomen dat producten van dierlijke oorsprong op het grondgebied van andere lidstaten dan het Verenigd Koninkrijk worden binnengebracht.".

5. In artikel 12, lid 4, eerste alinea, wordt de eerste zin vervangen door: "Het Verenigd Koninkrijk ziet erop toe dat paardachtigen die uit de in bijlage I en bijlage II omschreven gebieden naar andere delen van zijn grondgebied of naar een andere lidstaat worden verzonden, vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat volgens het model in bijlage C bij Richtlijn 90/426/EEG.".

6. De datum in artikel 15 wordt vervangen door "30 november 2001".

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 28 september 2001.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(2) PB L 62 van 15.3.1993, blz. 49.

(3) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(4) PB L 125 van 5.5.2001, blz. 46.

(5) PB L 195 van 19.7.2001, blz. 61.