32001D0160

2001/160/EG: Beschikking van de Commissie van 15 februari 2001 tot toepassing van Richtlijn 72/166/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid met betrekking tot Cyprus (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 371)

Publicatieblad Nr. L 057 van 27/02/2001 blz. 0056 - 0056


Beschikking van de Commissie

van 15 februari 2001

tot toepassing van Richtlijn 72/166/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid met betrekking tot Cyprus

(kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 371)

(Voor de EER relevante tekst)

(2001/160/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 72/166/EEG van de Raad van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/232/EEG(2), inzonderheid op artikel 2, lid 2, en artikel 7, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De huidige betrekkingen tussen de nationale bureaus van verzekeraars van de lidstaten, Noorwegen, Zwitserland, Hongarije, de Tsjechische Republiek, Slowakije, IJsland, Slovenië en Kroatië, zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 72/166/EEG ("Bureaus") die gezamenlijk de concrete middelen verschaffen voor de opheffing van de verzekeringscontrole in het geval van voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van deze landen zijn gestald, worden geregeld door de overeenkomsten tot aanvulling op de internationale overeenkomst inzake het stelsel van de groene kaart tussen nationale bureaus van verzekeraars van 2 september 1951 ("aanvullende overeenkomsten").

(2) De Commissie heeft vervolgens beschikkingen gegeven tot toepassing van Richtlijn 72/166/EEG, volgens welke iedere lidstaat afziet van het verrichten van controle op de verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid ten aanzien van voertuigen die gewoonlijk op het Europese grondgebied van een andere lidstaat of op het grondgebied van de betrokken derde landen zijn gestald en die onder de aanvullende overeenkomsten vallen.

(3) De bureaus hebben de teksten van de aanvullende overeenkomsten herzien en eenvormig gemaakt en hebben deze vervangen door één enkele overeenkomst (de "multilaterale garantieovereenkomst") die op 15 maart 1991 werd gesloten in overeenstemming met de beginselen van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 72/166/EEG.

(4) De Commissie heeft vervolgens Beschikking 91/323/EEG(3) gegeven, strekkende tot vernietiging van de aanvullende overeenkomsten volgens welke de lidstaten afzien van het verrichten van controle op de verzekering tegen wetelijke aansprakelijkheid ten aanzien van voertuigen die gewoonlijk op het Europese grondgebied van een andere lidstaat of op het grondgebied van de betrokken derde landen zijn gestald, en tot de vervanging van deze aanvullende overeenkomsten door de multilaterale garantieovereenkomst per 1 juni 1991.

(5) Cyprus heeft op 9 september 1999 de multilaterale garantieovereenkomst ondertekend,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2001 ziet iedere lidstaat af van het verrichten van controle op de verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid ten aanzien van voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van Cyprus zijn gestald en die onder de multilaterale garantieovereenkomst tussen nationale bureaus van verzekeraars van 15 maart 1991 vallen.

Artikel 2

De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van de ter uitvoering van deze beschikking genomen maatregelen.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 15 februari 2001.

Voor de Commissie

Frederik Bolkestein

Lid van de Commissie

(1) PB L 103 van 2.5.1972, blz. 1.

(2) PB L 129 van 19.5.1990, blz. 35.

(3) PB L 177 van 5.7.1991, blz. 25.