2001/273/EG, EGKS, Euratom: Definitieve vaststelling van de gewijzigde en aanvullende begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2000
Publicatieblad Nr. L 105 van 17/04/2001 blz. 0001 - 0067
Definitieve vaststelling van de gewijzigde en aanvullende begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2000 (2001/273/EG, EGKS, Euratom) DE VOORZITSTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 272, lid 5, voorlaatste alinea, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid op artikel 234, Gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2673/1999(1), inzonderheid op artikel 15, Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure(2), Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2000(3), Gezien het door de Commissie ingediende voorontwerp van gewijzigde en aanvullende begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2000, Gezien het door de Raad op 16 juni 2000 opgestelde ontwerp van gewijzigde en aanvullende begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2000, Gelet op de debatten en beraadslagingen van het Europees Parlement van 4 en 6 juli 2000, Gezien de op 6 juli 2000 door het Europees Parlement aangenomen resolutie, Gelet op de beraadslagingen van de Raad van 20 juli 2000, die de amendementen van het Parlement niet heeft gewijzigd, Overwegende dat de procedure zoals bedoeld in artikel 272 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en in artikel 234 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie daarmee afgerond is, CONSTATEERT: Enig artikel De gewijzigde en aanvullende begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2000 is definitief vastgesteld. Gedaan te Straatsburg, 2 augustus 2000. De Voorzitster Nicole Fontaine (1) PB L 326 van 18.12.1999, blz. 1. (2) PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. (3) PB L 40 van 14.2.2000, blz. 1. GEWIJZIGDE EN AANVULLENDE BEGROTING Nr. 1 VAN DE EUROPESE UNIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2000 INHOUD >RUIMTE VOOR DE TABEL> Deze algemene staat van ontvangsten houdt rekening met de gewijzigde en aanvullende begroting nr. 1, vastgesteld op 2 augustus 2000, en met de gewijzigde en aanvullende begroting nr. 2, vastgesteld op 6 juli 2000. Hij vervangst en annuleert dus de algemene staat van ontvangsten die werd gepubliceerd in de gewijzigde en aanvullende begroting nr. 2 (PB L 247 van 2.10.2000, blz. 5). A. ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN >RUIMTE VOOR DE TABEL> TITEL 1 EIGEN MIDDELEN HOOFDSTUK 1 2 - DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 94/728/EG, EURATOM 1 2 0 Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 94/728/EG, Euratom >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder b). De aanwending van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Gemeenschap vrij verkeer van goederen bestaat. >RUIMTE VOOR DE TABEL> HOOFDSTUK 1 3 - EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 94/728/EG, EURATOM 1 3 0 Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 94/728/EG, Euratom >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder c). Gezien de aftopping van de BTW-grondslagen en de compensatie ten gunste van het Verenigd Koninkrijk, zijn de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde als volgt. Het uniforme BTW-percentage bedraagt 0,87662 %: >RUIMTE VOOR DE TABEL> HOOFDSTUK 1 4 - EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL PRODUCT OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER D), EN ARTIKEL 6, EERSTE ALINEA, VAN BESLUIT 94/728/EG, EURATOM 1 4 0 Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6, eerste alinea, van Besluit 94/728/EG, Euratom 1 4 0 0 Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 94/728/EG, Euratom, met uitzondering van de middelen die overeenkomen met de financiering van de monetaire reserve van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, de reserve voor de garantie van verstrekte leningen en de reserve voor noodhulp >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder d). Het op het bruto nationaal product van iedere lidstaat toe te passen percentage voor het lopende begrotingsjaar, de monetaire reserve van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, de reserve voor de garantie van verstrekte leningen en de reserve voor noodhulp niet inbegrepen, bedraagt 0,4454 %. >RUIMTE VOOR DE TABEL> 1 4 0 1 Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6, eerste alinea, van Besluit 94/728/EG, Euratom, die overeenkomen met de financiering van de monetaire reserve van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6, eerste alinea. Het voorlopige bedrag komt overeen met een percentage van 0,006 %, toe te passen op het bruto nationaal product van iedere lidstaat. De verdeling van de overmakingen is als volgt: >RUIMTE VOOR DE TABEL> Het werkelijk over te maken bedrag wordt echter beperkt tot dat van de overschrijving uit hoofdstuk B1-6 0 van de staat van uitgaven van afdeling III "Commissie" uit hoofde van de monetaire reserve. 1 4 0 2 Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 94/728/EG, Euratom, die overeenkomen met de reserve voor verstrekte leningen en de garantie voor verstrekte leningen >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder d). Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1149/1999 (PB L 139 van 2.6.1999, blz. 1). Verordening (EG, Euratom) nr. 2729/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 houdende toepassing van Besluit 88/376/EEG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 5). Verordening (EGKS, EG, Euratom) nr. 2730/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot wijziging van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 7). Beschikking 94/729/EG van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende de begrotingsdiscipline (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 14). >RUIMTE VOOR DE TABEL> 1 4 0 3 Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 94/728/EG, Euratom, die overeenkomen met de reserve voor noodhulp >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Conclusies van de Europese Raad van Edinburgh van 11 en 12 december 1992 tot instelling van een reserve voor spoedhulp. Verordening (EG, Euratom) nr. 2729/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 houdende toepassing van Besluit 88/376/EEG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 5). Verordening (EGKS, EG, Euratom) nr. 2730/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot wijziging van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 7). Beschikking 94/729/EG van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende de begrotingsdiscipline (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 14). Wanneer de Commissie van oordeel is dat een beroep op deze reserve dient te worden gedaan, roept zij ten spoedigste een tripartiete vergadering bijeen teneinde de instemming van de twee takken van de Begrotingsautoriteit te verkrijgen betreffende de noodzaak van het beroep op de reserve en het vereiste bedrag. De reserve wordt beschikbaar gesteld door middel van overschrijvingen naar de betrokken begrotingsonderdelen. >RUIMTE VOOR DE TABEL> HOOFDSTUK 1 5 - CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN 1 5 0 Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 4 en 5 van Besluit 94/728/EG, Euratom >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name de artikelen 4 en 5. De verdeling van de correctie is als volgt. Verdeling van de correctie over de BTW-middelen >RUIMTE VOOR DE TABEL> Verdeling van de correctie over de BNP-middelen >RUIMTE VOOR DE TABEL> Totaal van de verdeling van de correctie >RUIMTE VOOR DE TABEL> HOOFDSTUK 1 9 - KOSTEN VOOR DE LIDSTATEN IN VERBAND MET DE INNING VAN DE EIGEN MIDDELEN 1 9 0 Kosten voor de lidstaten in verband met de inning van de eigen middelen >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 3. >RUIMTE VOOR DE TABEL> TITEL 3 OVERSCHOTTEN HOOFDSTUK 3 0 - OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR 3 0 0 Overschot van het vorige begrotingsjaar >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2673/1999 (PB L 326 van 18.12.1999, blz. 1). Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 van de Raad van 29 mei 1989 houdende toepassing van Besluit 88/376/EEG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (Euratom, EG) nr. 1355/96 (PB L 175 van 13.7.1996, blz. 3). Overeenkomstig het bepaalde in artikel 32 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar als overschot of als tekort bij de ontvangsten of bij de uitgaven opgenomen in de begroting van het volgende begrotingsjaar. De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (Euratom, EG) nr. 1355/96 (PB L 175 van 13.7.1996, p. 3). Na de sluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar wordt het verschil ten opzichte van de ramingen in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen door middel van een gewijzigde en/of aanvullende begroting. Een tekort wordt in hoofdstuk B0-3 0 van de staat van uitgaven van afdeling III "Commissie" opgenomen. HOOFDSTUK 3 4 - OVERSCHOT AAN EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL PRODUCT IN VERBAND MET DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN HET COMMUNAUTAIRE BELEID INZAKE JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN 3 4 0 Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan het communautaire beleid inzake justitie en binnenlandse zaken 3 4 0 0 Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan het communautaire beleid inzake justitie en binnenlandse zaken uit hoofde van het begrotingsjaar 2000 >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Protocollen gehecht aan het Verdrag van Amsterdam voor Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland betreffende het beleid inzake justitie en binnenlandse zaken, en met name de respectieve artikelen 3 en 5. HOOFDSTUK 3 5 - OVERSCHOT AAN EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL PRODUCT BETREFFENDE DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK 3 5 9 Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van de begrotingsjaren vanaf 1991 3 5 9 6 Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van het begrotingsjaar 1996 >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van het begrotingsjaar 1996. >RUIMTE VOOR DE TABEL> B. FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2000 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen, en in artikel 10 van het Verdrag van 22 april 1970 houdende wijziging van een aantal budgettaire bepalingen van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en van het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> TABEL 1 Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (BTW) overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 94/728/EG, Euratom >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> Blijft te financieren uit de aanvullende eigen middelen: 71853700687 euro - 34048587740 euro=37805112947 euro. TABEL 2 Vaststelling van de te storten eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en van de door de andere lidstaten te financieren bedragen voor de financiering van de correctie voor het Verenigd Koninkrijk welke worden toegevoegd aan de aanvullende middelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, lid 2, van Besluit 94/728/EG, Euratom >RUIMTE VOOR DE TABEL> TABEL 3 Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 94/728/EG, Euratom >RUIMTE VOOR DE TABEL> Limiet van de eigen middelen in procent van het bruto nationaal product: 1,27 %. TABEL 4 Vaststelling van de aanvullende middelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 5, lid 2, van Besluit 94/728/EG, Euratom >RUIMTE VOOR DE TABEL> Aanvullende middelen - Financiering van de reserves >RUIMTE VOOR DE TABEL> TABEL 5 - BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK Berekening van de financiering van de correctie voor het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op: - 3635982606 euro >RUIMTE VOOR DE TABEL> TABEL 6 - BEREKENING VAN HET BRUTO BEDRAG VAN DE CORRECTIE VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK (volgens artikel 2, lid 4, van het besluit betreffende het stelsel van de eigen middelen) >RUIMTE VOOR DE TABEL> Verdeling van de aandelen der lidstaten Duitsland: (9809216000)/(38840786500 - 7529532000) × 3353279436 × (2)/(3 )=700345458 Overige landen (bijvoorbeeld België): (1017440000)/(38840786500 - 7529532000 - 9809216000) × (3353279436 - 700345458)/1=125532337 Door de correctie voor het Verenigd Koninkrijk bevroren BTW-percentage (bijvoorbeeld België): (125532337)/(1017440000)=0,123380579859770 Brutobedrag: 0,123380580 × 38840786500=4792198761 TABEL 7 Overzicht van de financiering der uitgaven >RUIMTE VOOR DE TABEL> AFDELING III COMMISSION Overzichtstabel >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> DEEL B BELEIDSKREDIETEN ONDERAFDELING B1 EUROPEES ORIËNTATIE-EN GARANTIEFONDS VOOR DE LANDBOUW, AFDELING GARANTIE TITEL B1-1 PLANTAARDIGE PRODUCTEN Toelichting De uitgaven in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw omvatten, enerzijds, restituties die worden gefinancierd overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103) en, anderzijds, interventie-uitgaven die worden gefinancierd overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 2, van dezelfde verordening, overeenkomstig de financieringsvoorwaarden vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1883/78 van de Raad van 2 augustus 1978 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (PB L 216 van 5.8.1978, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1259/96 (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 10). De kredieten voor het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, zijn berekend: - enerzijds, op grond van de geldende regelingen voor de landbouwmarkten, - anderzijds, op basis van ramingen ten aanzien van de ontwikkeling van die markten. HOOFDSTUK B1-1 5 - GROENTEN EN FRUIT B1-1 5 0 Verse groenten en fruit Toelichting Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2520/97 (PB L 346 van 17.12.1997, blz. 41). B1-1 5 0 9 Overige interventies >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Verordening (EEG) nr. 3816/92 van de Raad van 28 december 1992 houdende afschaffing in de sector groenten en fruit van het mechanisme van compensatiebedragen en daarmee samenhangende maatregelen in het handelsverkeer tussen Spanje en de andere lidstaten (PB L 387 van 31.12.1992, blz. 10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1363/95 (PB L 132 van 16.6.1995, blz. 8). Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1257/99 (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80), met name het artikel 52, leden 1 en 2. Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven, met name die voor de financiële bijdragen voor de herstructurering van de groente-en fruitsectoren die het meest zijn getroffen door het wegvallen van de in de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal vastgestelde overgangsmaatregelen, toegekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3816/92. TITEL B1-3 BIJKOMENDE UITGAVEN HOOFDSTUK B1-3 3 - VETERINAIRE EN FYTOSANITAIRE MAATREGELEN Toelichting B1-3 3 3 Fytosanitaire maatregelen >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Teeltmateriaal voor de plantaardige productie Richtlijn 66/400/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2289/66), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/654/EEG (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 48). Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/18/EG van de Commissie (PB L 76 van 26.3.1996, blz. 21). Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/654/EEG (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 48). Richtlijn 66/403/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2320/66), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 93/108/EG van de Commissie (PB L 319 van 21.12.1993, blz. 39). Richtlijn 66/404/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2326/66), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/654/EEG (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 48). Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/654/EEG (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 48). Richtlijn 69/208/EEG van de Raad van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 169 van 10.7.1969, blz. 3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/18/EG van de Commissie (PB L 76 van 26.3.1996, blz. 21). Richtlijn 70/457/EEG van de Raad van 29 september 1970 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen (PB L 225 van 12.10.1970, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/654/EEG (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 48). Richtlijn 70/458/EEG van de Raad van 29 september 1970 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 225 van 12.10.1970, blz. 7), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/18/EG van de Commissie (PB L 76 van 26.3.1996, blz. 21). Richtlijn 71/161/EEG van de Raad van 30 maart 1971 betreffende de normen voor de uitwendige kwaliteit van bosbouwkundig teeltmateriaal dat binnen de Gemeenschap in de handel wordt gebracht (PB L 87 van 17.4.1971, blz. 14), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/654/EEG (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 48). Richtlijn 91/682/EEG van de Raad van 19 december 1991 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen, alsmede van siergewassen (PB L 376 van 31.12.1991, blz. 21). Richtlijn 92/33/EEG van de Raad van 28 april 1992 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PB L 157 van 10.6.1992, blz. 1). Richtlijn 92/34/EEG van de Raad van 28 april 1992 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PB L 157 van 10.6.1992, blz. 10). Fytosanitaire aangelegenheden Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 26 van 31.1.1977, blz. 20), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/14/EG van de Commissie (PB L 68 van 19.3.1996, blz. 24). Richtlijn 80/665/EEG van de Raad van 24 juni 1980 betreffende de bestrijding van ringrot bij aardappelen (PB L 180 van 14.7.1980, blz. 30). Richtlijn 91/683/EEG van de Raad van 19 december 1991 tot wijziging van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de lidstaten van voor planten of voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 376 van 31.12.1991, blz. 29). Richtlijn 93/85/EEG van de Raad van 4 oktober 1993 betreffende de bestrijding van aardappelringrot (PB L 259 van 18.10.1993, blz. 1). Gewasbeschermingsmiddelen en residuen van bestrijdingsmiddelen Richtlijn 76/895/EEG van de Raad van 23 november 1976 betreffende de vaststelling van de maximale hoeveelheden residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk groenten en fruit (PB L 340 van 9.12.1976, blz. 26), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/32/EG (PB L 144 van 18.6.1996, blz. 12). Richtlijn 79/117/EEG van de Raad van 21 december 1978 houdende verbod van het op de markt brengen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen bevattende bepaalde actieve stoffen (PB L 33 van 8.2.1979, blz. 36), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 91/188/EEG (PB L 92 van 13.4.1991, blz. 42). Richtlijn 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen (PB L 221 van 7.8.1986, blz. 37), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/33/EG (PB L 144 van 18.6.1996, blz. 35). Richtlijn 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 221 van 7.8.1986, blz. 43), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/33/EG (PB L 144 van 18.6.1996, blz. 35). Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/32/EG (PB L 144 van 18.6.1996, blz. 12). Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/36/EG van de Commissie (PB L 172 van 22.7.1995, blz. 8). Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10). Richtlijn 94/43/EG van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van bijlage VI bij Richtlijn 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 227 van 1.9.1994, blz. 31). Diervoeding Richtlijn 70/373/EEG van de Raad van 20 juli 1970 betreffende de invoering van gemeenschappelijke bemonsterings- en analysemethoden voor de officiële controle van veevoeders (PB L 170 van 3.8.1970, blz. 2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3768/85 (PB L 362 van 31.12.1985, blz. 8). Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/25/EG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 35). Richtlijn 74/63/EEG van de Raad van 17 december 1973 tot vaststelling van maximumgehalten aan ongewenste stoffen en producten in diervoeders (PB L 38 van 11.2.1974, blz. 31), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/25/EG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 35). Richtlijn 77/101/EEG van de Raad van 23 november 1976 betreffende de handel in enkelvoudige diervoeders (PB L 32 van 3.2.1977, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/654/EEG (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 48). Richtlijn 79/373/EEG van de Raad van 2 april 1979 betreffende de handel in mengvoeders (PB L 86 van 6.4.1979, blz. 30), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/24/EG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 33). Richtlijn 82/471/EEG van de Raad van 30 juni 1982 betreffende bepaalde in diervoeding gebruikte producten (PB L 213 van 21.7.1982, blz. 8), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/25/EG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 35). Richtlijn 93/74/EEG van de Raad van 13 september 1993 betreffende diervoeders met bijzonder voedingsdoel (PB L 237 van 22.9.1993, blz. 23), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/25/EG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 35). Richtlijn 93/113/EG van de Raad van 14 december 1993 betreffende het gebruik en het in de handel brengen van voor de diervoeding bestemde enzymen, micro-organismen en hun preparaten (PB L 334 van 31.12.1993, blz. 17). Richtlijn 95/53/EG van de Raad van 25 oktober 1995 tot vaststelling van de beginselen inzake de organisatie van de officiële controles op het gebied van diervoeding (PB L 265 van 8.11.1995, blz. 17). Biologische productiemethode Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 198 van 22.7.1991, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1935/95 (PB L 186 van 5.8.1995, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 3763/91 van de Raad van 16 december 1991 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen (PB L 356 van 24.12.1991, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2598/95 (PB L 267 van 9.11.1995, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 1600/92 van de Raad van 15 juni 1992 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira (PB L 173 van 27.6.1992, blz. 1). Beschikking 93/522/EEG van de Commissie van 30 september 1993 tot vaststelling van de maatregelen die in aanmerking komen voor financiering door de Gemeenschap in het kader van de programma's ter bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen, op de Azoren en op Madeira (PB L 251 van 8.10.1993, blz. 35), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 96/633/EG (PB L 283 van 5.11.1996, blz. 58.). Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Gemeenschap in maatregelen voor de uitvoering van de door de Commissie en/of de lidstaten in het kader van de in bovengenoemde voorschriften vastgestelde maatregelen en met name van die welke op de opheffing van de belemmeringen voor het vrije verkeer van de betrokken goederen zijn gericht. Onder dit artikel worden ook de uitgaven geboekt voor zowel aan de Commissie als aan de begunstigden van de maatregelen verleende technische en administratieve bijstand die niet tot de permanente taken van de overheidsdiensten behoort en verband houdt met de identificatie, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van fytosanitaire maatregelen. De duur van de technische en administratieve bijstand mag de duur van deze programma's niet overschrijden. Voor dit soort uitgaven mag ten hoogste 1100000 euro worden aangewend. De kredieten waarin dit artikel voorziet, omvatten ook een bedrag van ten hoogste 200000 euro voor de financiering van uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicatie in het kader van fytosanitaire maatregelen. TITEL B1-4 PLATTELANDSONTWIKKELING Toelichting De in deze titel opgenomen kredieten dienen ter dekking van de uitgaven voor twee categorieën maatregelen ten behoeve van de plattelandsontwikkeling, namelijk: - de begeleidende maatregelen van 1992, aangevuld door de regeling inzake probleemgebieden, - moderniserings-en diversifiëringsmaatregelen. HOOFDSTUK B1-4 0 - PLATTELANDSONTWIKKELING Toelichting Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80). B1-4 0 7 Bosbouw Toelichting B1-4 0 7 0 Bosbouw (nieuwe regeling, artikel 29) >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80), met name het artikel 31. B1-4 0 7 1 Bosbouw (nieuwe regeling, andere) >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80), met name de artikelen 30 en 32. B1-4 0 8 Bevordering van de aanpassing en de ontwikkeling van plattelandsgebieden Toelichting B1-4 0 8 0 Belangrijkste maatregelen in verband met de landbouwsector >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80), met name het artikel 33, punten 1 tot 4, 7 tot 9 en 13. B1-4 0 8 1 Overige maatregelen >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80), met name de niet door post B1-4080 bestreken punten van het artikel 33. B1-4 0 9 Andere Toelichting B1-4 0 9 2 Overgangsmaatregelen >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Verordening (EG) nr. 2603/1999 van de Commissie van 9 december1999 tot vaststelling van overgangsbepalingen inzake de in Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad voorziene steun voor plattelandsontwikkeling, met name het artikel 4, lid 2. HOOFDSTUK B1-4 1 - GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN OVER DE VOORGAANDE BEGROTINGSJAREN EN VERLAGINGEN/OPSCHORTINGEN VAN VOORSCHOTTEN UIT HOOFDE VAN DE PLATTELANDSONTWIKKELING Toelichting B1-4 1 0 Goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren en verlagingen/opschortingen van voorschotten uit hoofde van de plattelandsontwikkeling Toelichting B1-4 1 0 0 Goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren uit hoofde van de plattelandsontwikkeling >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2673/1999 (PB L 326 van 18.12.1999, blz. 1). Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 16.6.1999, blz. 103). Deze post is ingesteld overeenkomstig artikel 102 van het Financieel Reglement, waarin is bepaald dat de gevolgen van de in artikel 7, leden 3 en 4, en artikel 8, lid 2, van verordening (EG) nr. 1258/1999 bedoelde besluiten worden verantwoord op de rekening van het begrotingsjaar waarin de rekeningen worden goedgekeurd. B1-4 1 0 1 Verlagingen/opschortingen van voorschotten uit hoofde van de plattelandsontwikkeling >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Beschikking 94/729/EG van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende de begrotingsdiscipline (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 14), meer in het bijzonder artikel 13, waarin is bepaald dat de Commissie bij duidelijke niet-naleving van de voorschriften de maandelijkse voorschotten aan de lidstaten tijdelijk kan verlagen of opschorten, onverminderd de besluiten die in het kader van de goedkeuring van de rekeningen zullen worden genomen. ONDERAFDELING B2 STRUCTURELE ACTIES, STRUCTURELE EN COHESIE-UITGAVEN, FINANCIEEL MECHANISME, OVERIGE LANDBOUWACTIES, OVERIGE REGIONALE ACTIES, VERVOER EN VISSERIJ TITEL B2-1 STRUCTUURFONDSEN HOOFDSTUK B2-1 6 - INNOVERENDE ACTIES EN TECHNISCHE BIJSTAND Toelichting Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161. Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1). B2-1 6 4 Voltooiing van de vroegere programma's >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 94 van 28.4.1970, blz. 13), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1287/95 (PB L 125 van 8.6.1995, blz. 1). Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38), laatstelijk gewijzigd bij Besluit 85/568/EEG (PB L 370 van 31.12.1985, blz. 40). Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1), gewijzigd bij de Verordeningen (EEG) nr. 3823/85 (PB L 370 van 31.12.1985, blz. 23) en (EEG) nr. 3824/85 (PB L 370 van 31.12.1985, blz. 25). Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma's (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de Fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (PB L 337 van 24.12.1994, blz. 11). Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (PB L 337 van 24.12.1994, blz. 11). Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2083/93 (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 34). Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2084/93 (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 39). Verordening (EEG) nr. 4256/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 25), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2085/93 (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 44). Verordening (EEG) nr. 3571/90 van de Raad van 4 december 1990 tot vaststelling van bepaalde maatregelen inzake de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid in de voormalige Duitse Democratische Republiek (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 10). Verordening (EEG) nr. 3575/90 van de Raad van 4 december 1990 inzake bijstandsverlening van de Structuurfondsen op het grondgebied van de voormalige Duitse Democratische Republiek (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 19). Verordening (EEG) nr. 2080/93 van de Raad van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 1). Verordening (EG) nr. 3699/93 van de Raad van 21 december 1993 tot vaststelling van de criteria en voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij/aquacultuur en verwerking/afzet van de producten daarvan (PB L 346 van 31.12.1993, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 25/97 (PB L 6 van 10.1.1997, blz. 1). Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80). Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103). Verordening (EG) nr. 1261/999 van het Europees Parlement en de Raad van 21 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 43). Verordening (EG) nr. 1262/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 48). Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54). Verordening (EG) nr. .../1999 van de Raad van ... 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties in de visserijsector (PB L ... van ... 1999, blz. ...). Meer specifiek voor het FIOV Verordening (EEG) nr. 3759/92 van de Raad van 17 december 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten (PB L 388 van 31.12.1992, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3318/94 (PB L 350 van 31.12.1994, blz. 15). Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (PB L 389 van 31.12.1992, blz. 1). Volgens het bepaalde in deze verordening ("basisverordening gemeenschappelijk visserijbeleid") moet het gemeenschappelijk visserijbeleid, rekening houdend met het mariene ecosysteem, zorgen voor een rationele en verantwoorde exploitatie van de bestanden in de wateren van de Gemeenschap op duurzame basis. Daartoe moet de Commissie maatregelen vaststellen inzake de toegang tot de wateren en de visbestanden en de uitoefening van de visserijactiviteiten; deze maatregelen moeten worden vastgesteld op grond van de meest relevante analyses en de meest recente wetenschappelijke gegevens (artikel 4). Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 686/97 (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 1). Verordening (EG) nr. 1626/94 van de Raad van 27 juni 1994 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden in de Middellandse Zee (PB L 171 van 6.7.1994, blz. 1). Verordening (EG) nr. 685/95 van de Raad van 27 maart 1995 betreffende het beheer van de visserij-inspanningen voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (PB L 71 van 31.3.1995, blz. 5). Verordening (EG) nr. 2027/95 van de Raad van 15 juni 1995 tot invoering van een regeling voor het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden in de Gemeenschap (PB L 199 van 24.8.1995, blz. 1). Meer specifiek voor het EOGFL, afdeling Oriëntatie Verordening (EEG) nr. 270/79 van de Raad van 6 februari 1979 inzake de ontwikkeling van de landbouwvoorlichting in Italië (PB L 38 van 14.2.1979, blz. 6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1760/87 (PB L 167 van 26.6.1987, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 458/80 van de Raad van 18 februari 1980 betreffende de herstructurering van wijngaarden in het kader van collectieve maatregelen (PB L 57 van 29.2.1980, blz. 27), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 596/91 (PB L 67 van 14.3.1991, blz. 16). Verordening (EEG) nr. 797/85 van de Raad van 12 maart 1985 betreffende de verbetering van de doeltreffendheid van de landbouwstructuur (PB L 93 van 30.3.1985, blz. 1), ingetrokken bij Verordening (EEG) nr. 2328/91 (PB L 218 van 6.8.1991, blz. 1), met name artikel 22. Verordening (EEG) nr. 1654/86 van de Raad van 26 mei 1986 tot instelling van een gemeenschappelijke actie voor het herstel en de omschakeling van in bepaalde gebieden van de Gemeenschap in 1985 door de vorst aangetaste olijfgaarden (PB L 145 van 30.5.1986, blz. 13). Dit krediet dient voor de afwikkeling van betalingsverplichtingen die de drie Structuurfondsen en het FIOV in vorige programmeringsperioden hebben aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, follow-up of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van bijstandsverlening waarin de verordeningen voorzien. Het dient ook voor de financiering van de oude meerjarenacties, met name voor die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de Fondsen vallen. Wat met name het FIOV betreft, ging het om uitgaven voor de ondersteuning en de financiering van studies en projecten in verband met de instandhouding en het beheer van de visbestanden en de bescherming van bepaalde diersoorten in zee, en om uitgaven voor het verzamelen van informatie over de relatie visserij/milieu, het gebruik van nieuwe technieken om de verhouding tussen de kosten en de doeltreffendheid van de controles te verbeteren, de oprichting van producentenorganisaties, het opstellen van plannen ter verbetering van de kwaliteit van hun producten en de oprichting van een netwerk, waarbij gebruik wordt gemaakt van innoverende technieken op het gebied van communicatie en gegevensuitwisseling, waaraan de verschillende beleidsbepalers van het gemeenschappelijk visserijbeleid deelnemen. Dit krediet diende eveneens ter dekking van de kosten voor proefprojecten, de evaluatie van projecten, het verzamelen van basisgegevens, de vergaderingen van deskundigen en werkgroepen en de evaluatie, publicatie en verspreiding van de resultaten. Vanaf 2000 zullen de nieuwe maatregelen voor de ondersteuning van het beheer van de visbestanden worden gefinancierd met middelen uit artikel B2-9 0 3. >RUIMTE VOOR DE TABEL> ONDERAFDELING B5 BESCHERMING VAN DE CONSUMENT, INTERNE MARKT, INDUSTRIE EN TRANS-EUROPESE NETWERKEN, RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID TITEL B5-3 INTERNE MARKT HOOFDSTUK B5-3 1 - NORMALISATIE EN EVALUATIEMAATREGELEN B5-3 1 2 Subsidie aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad van 22 juli 1993 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling (PB L 214 van 24.8.1993, blz. 1). Verordening (EG) nr. 2743/98 van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 297/95 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 345 van 19.12.1998, blz. 3). Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 21.01.2000, blz. 1). Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werking van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling door middel van een subsidie ter verzekering van het begrotingsevenwicht. Dit krediet dekt tevens de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 141/2000 bedoelde speciale bijdrage, die verschilt van de in artikel 57 van Verordening (EEG) nr. 2309/93 bedoelde bijdrage en door het Bureau uitsluitend wordt gebruikt ter compensatie van de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van betaling van alle vergoedingen die verschuldigd zijn voor een weesgeneesmiddel. Deze speciale bijdrage wordt beperkt tot 1 miljoen euro. Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, alsook bij indiening van een nota van wijzigingen, stelt de Commissie de Begrotingsautoriteit in kennis van de wijzigingen die in de begroting van de agentschappen worden verwacht of zijn aangebracht, overeenkomstig de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk zullen worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode. De geraamde ontvangsten en uitgaven zien er als volgt uit voor het begrotingsjaar: >RUIMTE VOOR DE TABEL> Lijst van het toegestane aantal ambten >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en protocol nr. 32 daarvan, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie: - 241560 euro aan vastleggingen, - 241560 euro aan betalingen. Deze bedragen, ter informatie, die voortvloeien uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie - welke overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 2, derde streepje, van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2673/1999 (PB L 326 van 18.12.1999, blz. 1), "ontvangsten met een bepaalde bestemming" vormen - geven aanleiding tot het openen van de overeenkomstige kredieten en tot uitvoering in het kader van bijlage III van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend bestanddeel van de algemene begroting uitmaakt. ONDERAFDELING B7 EXTERNE MAATREGELEN Alle contracten voor extern personeel dat ten laste komt van de beleidskredieten, moeten worden gecentraliseerd en geharmoniseerd door een onder verantwoordelijkheid van het terzake van de begroting bevoegde lid van de Commissie staande eenheid voor het beheer en het toezicht op de externe contracten. TITEL B7-5 SAMENWERKING MET DE LANDEN VAN MIDDEN-EN OOST-EUROPA EN MET DE NIEUWE ONAFHANKELIJKE STATEN VAN DE VOORMALIGE SOVJETUNIE EN MONGOLIË HOOFDSTUK B7-5 3 - ANDERE MAATREGELEN VAN DE GEMEENSCHAP TEN GUNSTE VAN DE LANDEN VAN MIDDEN-EN OOST-EUROPA, DE NIEUWE ONAFHANKELIJKE STATEN EN DE LANDEN VAN DE WESTELIJKE BALKAN B7-5 3 2 Macro-economische bijstand aan landen van de Westelijke Balkan >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 60). Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31). Besluit 2000/355/EG van de Raad van 22 mei 2000 tot toekenning van uitzonderlijke financiëlle bijstand aan Montenegro (PB L 127 van 27.5.2000, blz. 56). Deze uitzonderlijke bijstand is gericht op verlichting van de externe financiële problemen van bepaalde derde landen die te kampen hebben met macro-economische problemen die worden gekenmerkt door onevenwichtigheden in de begroting of de betalingsbalans. Dit krediet is tevens bestemd voor de financiering van uitzonderlijke financiëlle bijstand aan Montenegro om het lopende democratiseringsproces te consolideren en een nieuwe ernstige crisis in de regio te voorkomen. Voordat de tweede trance wordt uitbetaald, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit in kennis van de bijdragen die andere donoren hebben verleend. De hulp houdt direct verband met de uitvoering door de begunstigde landen van maatregelen voor macro-economische stabilisering en structurele aanpassing. De maatregelen van de Gemeenschap vormen in het algemeen een aanvulling op die van het Internationaal Monetair Fonds, waarbij coördinatie met andere bilaterale donoren plaatsvindt. De onder dit artikel opgenomen bedragen houden verband met maatregelen waartoe reeds is besloten. De reservebedragen houden verband met andere voorgestelde maatregelen of maatregelen in voorbereiding. >RUIMTE VOOR DE TABEL> HOOFDSTUK B7-5 4 - SAMENWERKING MET DE LANDEN VAN DE BALKAN B7-5 4 7 Tijdelijk burgerlijk bestuur >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Verordening (EG) nr. 1080/2000 van de Raad van 22 mei 2000 betreffende de ondersteuning van de Tijdelijke Missie van de Verenigde Naties voor Kosovo (MINUK) en het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië-Herzegovina (OHR) (PB L 122 van 24.5.2000, blz. 27). In Kosovo en Bosnië-Herzegovina heeft de internationale gemenschap entiteiten tot stand gebracht om het tijdelijk burgerlijk bestuur en de tenuitvoerlegging van de vredesakkoorden te verzekeren, met name de Tijdelijke Missie van de VN voor Kosovo (MINUK) en het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië-Herzegovina (OHR).De tijdige vestiging en de normale werking van deze entiteiten zijn beslissende factoren bij het zo efficiënt mogelijke gebruik van de communautaire steun uit hoofde van dit beleid. Derhalve moet een juridisch kader worden geschapen voor de financiële ondersteuning van deze beide entiteiten door de Gemeenschap. De financiering zal bestaan uit een subsidie voor de begroting van het OHR. Het feit dat er een rechtsgrondslag is vastgesteld billijkt de toewijzing van passende en aanvullende begrotingskredieten: - een bedrag van 5000000 euro is bestemd voor het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië-Herzegovina (OHR), - een bedrag van 6000000 euro is bestemd voor de Tijdelijke Missie van de Verenigde Naties voor Kosovo (MINUK). >RUIMTE VOOR DE TABEL> TITEL B7-6 ANDERE SAMENWERKINGSMAATREGELEN HOOFDSTUK B7-6 7 - MAATREGELEN VOOR SNELLE ACTIE Toelichting B7-6 7 1 Snellereactiefaciliteit >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Voorstel voor een Verordening van de Raad tot instelling van een Snellereactiefaciliteit (COM(2000) 119, goedgekeurd door de Commissie op 11 april 2000. Met deze Verordening wordt beoogd het juridisch kader te creëren waarbinnen kan worden opgetreden om te voorkomen dat crisissituaties zich verbreiden of tot gewapende conflicten escaleren, teneinde duurzame economische en sociale ontwikkeling te bevorderen. De kredieten zijn met name bestemd ter dekking van: - alle niet-militaire activiteiten ter bestrijding of oplossing van opkomende crisissituaties en van ernstige conflictrisico's of het uitbreken van conflicten; - alle organisatorische maatregelen voor de planning, tenuitvoerlegging en controle en het financiële onderzoek van dergelijke steunmaatregelen, waaronder informatie-en communicatiebeheer, technische bijstand en opleiding, de aankoop en/of levering van essentiële producten en outillage, veilig vervoer en alle huishoudelijke uitgaven i.v.m. dergelijke maatregelen; - maatregelen die nodig zijn om de coördinatie van de Gemeenschap met de lidstaten en andere donorlanden, internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties en hun vertegenwoordigers te verbeteren. Indien de bovengenoemde maatregelen daarvoor in aanmerking komen, worden zij gefinancierd krachtens Verordening nr. 1257/96 van de Raad betreffende humanitaire hulp. In specifieke veiligheids-of crisisbeheersituaties kan de Commissie besluiten dat een interventie in het kader van de Snellereactiefaciliteit doeltreffender is wanneer deze gecombineerd wordt met een maatregel krachtens de verordening van de Raad betreffende humanitaire hulp. TITEL B7-8 EXTERNE ASPECTEN VAN BEPAALDE COMMUNAUTAIRE BELEIDSSECTOREN HOOFDSTUK B7-8 7 - BEVORDERING VAN DE HANDELSBETREKKINGEN B7-8 7 2 Bevordering van communautaire investeringen in de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika, Azië, het Middellandse-Zeegebied en Zuid-Afrika, in het kader van de overeenkomsten voor economische en commerciële samenwerking >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Verordening (EG) nr. 213/96 van de Raad van 29 januari 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van het financieel instrument "EC Investment Partners" ten behoeve van de landen van Latijns-Amerika, Azië en het Middellandse-Zeegebied en Zuid-Afrika (PB L 28 van 6.2.1996, blz. 2). Dit krediet dient ter dekking van de financiering van diverse maatregelen om communautaire investeringen te stimuleren in de ontwikkelingslanden van Latijns-Amerika, Azië en het Middellandse-Zeegebied die met de Europese Unie overeenkomsten voor economische en commerciële samenwerking hebben gesloten. Tevens dient het ter dekking van gelijksoortige maatregelen in Zuid-Afrika, overeenkomstig het bepaalde in de interim-overeenkomst tussen de Europese Unie en Zuid-Afrika. Een deel van het krediet moet bij voorrang worden gebruikt voor joint ventures op het gebied van aangepaste milieutechnologie alsmede voor maatregelen op het gebied van "capacity building" voor de opleiding van plaatselijke deskundigen op gebied van milieutechnologie. Kredieten uit hoofde van dit artikel zijn vooral beschikbaar voor acties waarvan de bevordering van de vrouw een integraal bestanddeel is. Op dit artikel mag, ongeacht de begunstigde van de actie, geen enkele administratieve uitgave worden afgeboekt. >RUIMTE VOOR DE TABEL> ONDERAFDELING B0 GARANTIES, RESERVES TITEL B0-4 RESERVES EN VOORZIENINGEN HOOFDSTUK B0-4 0 - VOORZIENINGEN B0-4 0 1 Gesplitste kredieten >RUIMTE VOOR DE TABEL> Toelichting Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2673/1999 (PB L 326 van 18.12.1999, blz. 1). In dit hoofdstuk zijn uitsluitend voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement (de vastleggingskredieten staan tussen haakjes). Het gaat om de volgende kredieten: >RUIMTE VOOR DE TABEL> (1) (2) (3) (4)