32000R2680

Verordening (EG) nr. 2680/2000 van de Commissie van 7 december 2000 inzake de stopzetting van de visserij op haring door vaartuigen die de vlag van Zweden voeren

Publicatieblad Nr. L 308 van 08/12/2000 blz. 0019 - 0019


Verordening (EG) nr. 2680/2000 van de Commissie

van 7 december 2000

inzake de stopzetting van de visserij op haring door vaartuigen die de vlag van Zweden voeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2846/98(2), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 2742/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling, voor het jaar 2000, van de vangstmogelijkheden die gelden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de wateren van de Gemeenschap en, wat vaartuigen van de Gemeenschap betreft, in andere wateren met vangstbeperkingen, tot vaststelling voorts van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 66/98(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2579/2000(4), zijn voor 2000 quota voor haring vastgesteld.

(2) Om te garanderen dat de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten van een bestand waarvoor een quotum geldt, in acht worden genomen, moet de Commissie de datum vaststellen waarop de vangsten van de vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, geacht worden het toegewezen quotum te hebben bereikt.

(3) Volgens de aan de Commissie meegedeelde gegevens, hebben de hoeveelheden haring die in de Noordzee, benoorden 53°30' NB, zijn opgevist door vaartuigen die de vlag van Zweden voeren of die in Zweden zijn geregistreerd, het voor 2000 toegewezen quotum bereikt. Zweden heeft de vangst uit dit bestand verboden met ingang van 23 november 2000. Deze datum moet worden aangehouden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheden haring die in de Noordzee, benoorden 53°30' NB, zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van Zweden voeren of die in Zweden zijn geregistreerd, worden geacht het aan Zweden toegewezen quotum voor 2000 te hebben bereikt.

De visserij op haring in de wateren van de Noordzee, benoorden 53°30' NB, door vaartuigen die de vlag van Zweden voeren of die in Zweden zijn geregistreerd, alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van vis uit dit bestand door deze vaartuigen, is verboden vanaf de datum waarop deze verordening van toepassing wordt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 23 november 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 december 2000.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.

(2) PB L 358 van 31.12.1998, blz. 5.

(3) PB L 341 van 31.12.1999, blz. 1.

(4) PB L 298 van 25.11.2000, blz. 3.