32000R2433

Verordening (EG) nr. 2433/2000 van de Raad van 17 oktober 2000 tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek

Publicatieblad Nr. L 280 van 04/11/2000 blz. 0001 - 0008


Verordening (EG) nr. 2433/2000 van de Raad

van 17 oktober 2000

tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds(1), voorziet in bepaalde concessies voor bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit Tsjechië.

(2) In verbeteringen van de preferentiële regelingen van de Europaovereenkomst met Tsjechië was voorzien bij het Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie, en met de resultaten van de landbouwonderhandelingen van de Uruguayronde, met inbegrip van verbeteringen van de bestaande preferentiële regelingen(2). De Raad heeft voornoemd protocol namens de Gemeenschap goedgekeurd bij Besluit 98/707/EG(3).

(3) In overeenstemming met de op 30 maart 1999 door de Raad aangenomen richtsnoeren hebben de Commissie en de Tsjechische Republiek op 4 mei 2000 de onderhandelingen over een nieuw aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst afgerond.

(4) Het nieuwe aanvullend protocol, dat voorziet in aanvullende landbouwconcessies, wordt gebaseerd op artikel 21, lid 5, van de Europaovereenkomst, waarin is bepaald dat de Gemeenschap en Tsjechië in de Associatieraad per product systematisch en op basis van wederkerigheid de mogelijkheden onderzoeken om elkaar verdere concessies te verlenen.

(5) Een essentieel element van de resultaten van de onderhandelingen voor een nieuw aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst met Tsjechië is dat de aanpassingen vlot hun beslag moeten kunnen krijgen.

(6) Derhalve moeten de bij de Europaovereenkomst met Tsjechië vastgestelde landbouwconcessies worden aangepast via een autonome overgangsmaatregel.

(7) Tevens zal Tsjechië, via een autonome overgangsmaatregel, alle zinvolle wettelijke bepalingen vaststellen met het oog op een snelle en gelijktijdige tenuitvoerlegging van de aanpassing van de landbouwconcessies van Tsjechië als opgenomen in de Europaovereenkomst.

(8) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(4).

(9) Bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(5) zijn de regels gecodificeerd inzake het beheer van de tariefcontingenten die zijn afgestemd op toepassing in chronologische volgorde van de data van de douaneaangiften,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De regelingen voor de invoer in de Gemeenschap van bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit Tsjechië, als aangegeven in de bijlagen A(a) en A(b) bij deze verordening, komen in de plaats voor de in bijlage XI bij de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, vastgestelde invoerregeling.

2. Op de datum van inwerkingtreding van het aanvullend protocol tot aanpassing van de in lid 1 bedoelde Europaovereenkomst komen de in dat protocol vastgestelde concessies in de plaats voor die welke in de bijlagen A(a) en A(b) bij deze verordening zijn vastgesteld.

3. De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 3, lid 2, de uitvoeringsbepalingen voor deze verordening vast.

Artikel 2

1. De tariefcontingenten met een volgnummer hoger dan 09.5100 worden door de Commissie beheerd overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

2. Onder tariefcontingenten vallende hoeveelheden goederen die op of na 1 juli 2000 en voor de inwerkingtreding van deze verordening in het vrije verkeer worden gebracht in het kader van de concessies die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3066/95 van de Raad(6) zijn vastgesteld in bijlage XI bij de Europaovereenkomst, worden volledig afgeboekt op de hoeveelheden die zijn vastgesteld in bijlage A(b) bij deze verordening.

Artikel 3

1. De Commissie wordt bijgestaan door het comité dat is ingesteld bij artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen(7), of in voorkomend geval door het comité dat is ingesteld bij de relevante bepalingen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten (hierna "het comité").

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 17 oktober 2000.

Voor de Raad

De voorzitter

L. Fabius

(1) PB L 360 van 31.12.1994, blz. 2.

(2) PB L 341 van 16.12.1998, blz. 3.

(3) PB L 341 van 16.12.1998, blz. 1.

(4) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(5) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1662/1999 (PB L 197 van 29.7.1999, blz. 25).

(6) PB L 328 van 30.12.1995, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2435/98 (PB L 303 van 13.11.1998, blz. 1).

(7) PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21.

BIJLAGE A(a)

Onderstaande in de Gemeenschap geldende douanerechten op producten van oorsprong uit de Tsjechische Republiek worden afgeschaft

GN-code(1)

0101 20 10

0104 20 10

0106 00 10

0106 00 20

0205 00 11

0205 00 19

0205 00 90

0206 80 91

0206 90 91

0208 10 11

0208 10 19

0208 20 00

0208 90 10

0208 90 50

0208 90 60

0208 90 80

0407 00 11

0407 00 19

0410 00 00

0601 10 10

0601 10 20

0601 10 30

0601 10 40

0601 10 90

0601 20 30

0601 20 90

0602 10 90

0602 20 90

0602 30 00

0602 40 10

0602 40 90

0602 90 10

0602 90 30

0602 90 41

0602 90 45

0602 90 49

0602 90 51

0602 90 59

0602 90 70

0602 90 91

0602 90 99

0603 10 30

0604 10 90

0604 91 21

0604 91 29

0604 91 41

0604 91 49

0604 91 90

0604 99 90

0701 10 00

0703 10 11

0709 51 30

0709 51 50

0709 51 90

0709 52 00

0709 90 40

0709 90 50

0710 80 59

0711 10 00

0711 30 00

0711 90 10

0711 90 70

0713 50 00

0713 90 10

0713 90 90

0802 12 90

0802 21 00

0802 22 00

0802 31 00

0802 32 00

0802 40 00

0802 90 85

0806 20 11

0806 20 12

0806 20 18

0806 20 91

0806 20 92

0806 20 98

0808 20 90

0810 40 30

0810 40 50

0810 40 90

0810 90 85

0811 90 70

0812 10 00

0812 90 40

0812 90 50

0812 90 60

0812 90 95

0813 10 00

0813 20 00

0813 30 00

0813 40 10

0813 40 30

0813 40 95

0813 50 15

0813 50 19

0813 50 31

0813 50 39

0813 50 91

0813 50 99

0814 00 00

0901 12 00

0901 21 00

0901 22 00

0902 10 00

0904 12 00

0905 00 00

0907 00 00

0910 40 13

0910 40 19

0910 40 90

0910 91 90

0910 99 99

1106 10 00

1106 30 90

1208 10 00

1209 11 00

1209 19 00

1209 21 00

1209 23 80

1209 29 50

1209 29 80

1209 30 00

1209 91 10

1209 91 90

1209 99 91

1209 99 99

1211 90 30

1212 10 10

1212 10 99

1214 90 10

1302 19 05

2302 50 00

2306 90 19

2308 90 90

(1) Als omschreven in Verordening (EG) nr. 2204/1999 van de Commissie van 12 oktober 1999 tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 278 van 28.10.1999, blz. 1).

BIJLAGE A(b)

Voor invoer van de volgende producten van oorsprong uit de Tsjechische Republiek in de Gemeenschap gelden onderstaande concessies

(MFN = recht voor meest begunstigde natie)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage bij bijlage A(b)

Minimuminvoerprijsregeling voor bepaalde soorten zacht fruit bestemd voor verwerking

1. Voor de volgende voor verwerking bestemde producten van oorsprong uit de Tsjechische Republiek zijn minimuminvoerprijzen vastgesteld:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. De minimuminvoerprijzen bedoeld in artikel 1 worden per zending toegepast. Wanneer de in de douaneaangifte vermelde waarde lager is dan de minimuminvoerprijs, wordt een compenserend recht geheven dat gelijk is aan het verschil tussen de minimuminvoerprijs en de in de douaneaangifte vermelde waarde.

3. Wanneer de invoerprijzen van een onder deze bijlage vallend product een tendens vertonen die erop wijst dat deze prijzen op korte termijn onder het niveau van de minimuminvoerprijs kunnen dalen, stelt de Europese Commissie de autoriteiten van de Tsjechische Republiek daarvan in kennis teneinde hen in staat te stellen corrigerende maatregelen te nemen.

4. Op verzoek van de Gemeenschap of van de Tsjechische Republiek stelt het Associatiecomité een onderzoek in naar de werking van het systeem of de herziening van de minimuminvoerprijzen. Het Associatiecomité neemt, indien nodig, passende besluiten.

5. Ter bevordering van het handelsverkeer en in het belang van alle betrokken partijen wordt drie maanden voor de aanvang van elk verkoopseizoen in de Europese Gemeenschap een overlegvergadering georganiseerd. Dit overleg vindt plaats tusen de Europese Commissie en de belanghebbende verenigingen van het Europese producenten van de betrokken producten, enerzijds, en de autoriteiten en verenigingen van producenten en exporteurs van al de geassocieerde exportlanden, anderzijds.

Tijdens deze overlegbijeenkomsten wordt van gedachten gewisseld over de marktsituatie voor kleinfruit, met inbegrip van, in het bijzonder, de ramingen van de productie, de voorraadsituatie, de prijsontwikkeling en de marktbeweging, alsmede over de maatregelen die moeten worden getroffen om vraag en aanbod met elkaar in overeenstemming te brengen.