Verordening (EG) nr. 2235/2000 van de Commissie van 9 oktober 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1839/95 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de tariefcontingenten voor de invoer van maïs en sorgho in Spanje enerzijds en maïs in Portugal anderzijds en van Verordening (EG) nr. 1249/96 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen
Publicatieblad Nr. L 256 van 10/10/2000 blz. 0013 - 0015
Verordening (EG) nr. 2235/2000 van de Commissie van 9 oktober 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1839/95 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de tariefcontingenten voor de invoer van maïs en sorgho in Spanje enerzijds en maïs in Portugal anderzijds en van Verordening (EG) nr. 1249/96 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1666/2000(2), en met name op artikel 10, lid 4, en artikel 12, lid 1, Overwegende hetgeen volgt: (1) Verordening (EG) nr. 1839/95 van de Commissie van 26 juli 1995 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de tariefcontingenten voor de invoer van maïs en sorgho in Spanje enerzijds en maïs in Portugal anderzijds(3), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1963/95(4), omvat de bepalingen voor het beheer van deze invoer. (2) Bij het contingent voor de invoer van maïs en sorgho in Spanje geldt het verkoopseizoen als invoerperiode, maar de ervaring heeft geleerd dat een andere periode, namelijk het kalenderjaar, beter geschikt is om rekening te kunnen houden met de invoer van substituten. Wat de invoersituatie voor maïs in Portugal betreft, is de invoer van substituten niet van belang voor het beheer van het contingent. Daarom hoeft de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1839/95 vastgestelde periode voor deze invoer niet te worden gewijzigd. (3) Aangezien de voor een bepaald jaar in Spanje in te voeren hoeveelheden maïs en sorgho worden verlaagd met de voor hetzelfde jaar in Spanje ingevoerde hoeveelheid van bepaalde graansubstituten, is het onmogelijk om reeds aan het einde van elk jaar te bepalen hoeveel maïs of sorgho nog voor dat jaar moet worden ingevoerd. Daarom dient de periode waarvoor de invoer van maïs en sorgho in Spanje voor een bepaald jaar kan worden geboekt, te worden verlengd. (4) Artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2519/98(6), voorziet in een verlaging op het invoerrecht voor glazige maïs. In dit verband moet, om de eigenaardigheden te corrigeren die voor dit soort maïs in de communautaire handel zijn ontstaan als gevolg van de huidige regeling en ook om het mogelijk te maken dat de internationale verbintenissen worden nagekomen, worden bepaald dat in het kader van de contingenten de ingevoerde maïs niet wordt gebruikt voor de productie van maïsgriesmeel voor de productie van ontbijtgranen. Aangezien de eigenschappen van maïs met een gehalte aan glazige korrels van meer dan 60 % dit product geschikt maken voor de vervaardiging van ontbijtgranen, moeten maatregelen worden vastgesteld om de betrokken invoer en het gebruik van de betrokken producten te controleren. Analyse van de ingevoerde producten en controle tot het uiteindelijke gebruik van ingevoerde maïs met een gehalte aan glazige korrels van meer dan 55 %, zijn daartoe de meest geschikte instrumenten. Om rekening te houden met eventuele verschillen in de uitslag van analyses bij de verzending van maïs en de aankomst daarvan op de plaats van bestemming, wordt voor het gehalte aan glazige korrels in maïs een tolerantie naar boven van 5 % toegestaan. (5) Op grond van artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 mag het invoerrecht voor glazige maïs onder bepaalde voorwaarden met 14 EUR per ton worden verlaagd. Gezien de ontwikkeling van de wereldmarktprijzen voor glazige maïs is het dienstig een hogere verlaging op het in Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde invoerrecht toe te staan. De in Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde zekerheid wordt dienovereenkomstig aangepast. (6) Aangezien in het raam van de contingenten reeds een specifieke korting op het invoerrecht geldt en het bedrag van deze korting toereikend is voor naleving van de verbintenissen die de Gemeenschap ten opzichte van de WTO is aangegaan, moet de bij artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde verlaging van het invoerrecht voor glazige maïs achterwege blijven bij invoer daarvan in het kader van die contingenten. (7) De in deze verordening vastgestelde maatregelen zijn een proef om de huidige problemen bij het beheer van de in Verordening (EG) nr. 1839/95 bedoelde contingenten op te lossen. Zonder dat daarmee vooruitgelopen wordt op latere wijzigingen en op een grondiger hervorming van de regeling voor deze contingenten, dienen de in de drie voorgaande overwegingen bedoelde maatregelen te worden ingevoerd voor een proefperiode van één jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. (8) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EG) nr. 1839/95 wordt als volgt gewijzigd: 1. In artikel 1 wordt lid 1 vervangen door: "1. Elk jaar worden op 1 januari jaarlijkse invoercontingenten voor 2 miljoen t maïs en 0,3 miljoen t sorgho uit derde landen geopend die bestemd zijn om in Spanje in het vrije verkeer te worden gebracht. Voor de invoer in het kader van deze contingenten gelden de in de volgende artikelen vastgestelde voorwaarden.". 2. Aan artikel 1 wordt het volgende lid 4 toegevoegd: "4. De bij artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie(7) vastgestelde verlaging van het invoerrecht voor glazige maïs geldt niet in het kader van deze contingenten.". 3. Artikel 2 wordt vervangen door: "Artikel 2 1. De in artikel 1, lid 1, genoemde hoeveelheden voor invoer in Spanje worden voor elk jaar proportioneel verlaagd met de hoeveelheden afvallen van de maïszetmeelbereiding van GN-codes 23031019 en 2309 90 20, bostel van GN-code 23033000 en residuen van citrusvruchtenpulp van GN-code 23089030 die in dat jaar uit derde landen in Spanje worden ingevoerd. 2. De Commissie berekent: - de hoeveelheden maïs en sorgho die uit derde landen in Spanje zijn ingevoerd in de loop van het betrokken jaar en, zo nodig, in de maanden januari en februari van het volgende jaar; - de in Spanje ingevoerde hoeveelheden afvallen van de maïszetmeelbereiding, bostel, en residuen van citrusvruchtenpulp. Hiertoe verstrekken de Spaanse autoriteiten de Commissie regelmatig alle nodige gegevens.". 4. In artikel 6 wordt lid 1 vervangen door: "1. Voor de korting op het invoerrecht kan een inschrijving worden gehouden. In dat geval nemen gegadigden aan de inschrijving deel hetzij door bij de in het bericht van inschrijving vermelde bevoegde instantie een schriftelijke offerte tegen ontvangstbewijs af te geven, hetzij door aan die instantie een offerte per aangetekende brief, door middel van een schriftelijk telecommunicatiebericht of per telegram toe te zenden.". 5. Aan artikel 9 wordt het volgende lid 6 toegevoegd: "6. Bij elke invoer worden door de douaneautoriteiten van de lidstaat van invoer representatieve monsters genomen op grond van de bepalingen als bedoeld in de bijlage bij Richtlijn 76/371/EEG van de Commissie(8) om het gehalte aan glazige korrels te bepalen volgens de methode en de criteria die zijn beschreven in artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96.". 6. In artikel 12, lid 3, wordt de eerste alinea vervangen door: "3. Onverminderd de controlemaatregelen op grond van artikel 13, wordt de in artikel 9, lid 1, bedoelde zekerheid vrijgegeven wanneer de inschrijver aan wie toegewezen is, het bewijs levert - dat voor maïs die is geanalyseerd op grond van artikel 9, lid 6, en waarvan het gehalte aan glazige korrels groter is dan 60 %, het ingevoerde product in de lidstaat van invoer is verwerkt in een ander product dan producten van de GN-codes 19041010, 1103 13 of 1104 23; dit bewijs kan worden geleverd door overlegging van een controle-exemplaar T5 dat, voor het vertrek van de goederen voor de verwerking ervan, door het douanekantoor van inklaring is opgesteld volgens de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie(9), - dat voor maïs die is geanalyseerd op grond van de bepalingen in artikel 9, lid 6, en waarvan het gehalte aan glazige korrels kleiner is dan of gelijk aan 60 % en voor sorgho, het ingevoerde product in de lidstaat van invoer is verwerkt of gebruikt; dit bewijs kan worden geleverd door overlegging van een factuur over de verkoop aan een in de lidstaat van invoer gevestigde verwerker of verbruiker, of - dat het product wegens overmacht niet ingevoerd, verwerkt of gebruikt kon worden, of - dat het ingevoerde product ongeschikt is geworden voor gebruik.". Artikel 2 Verordening (EG) nr. 1249/96 wordt als volgt gewijzigd: 1. In artikel 2, lid 5, eerste alinea, wordt het derde streepje vervangen door: "- van 24 EUR per ton voor de invoer van glazige maïs waarvan de kwaliteit beantwoordt aan de in bijlage I vastgestelde eisen.". 2. In artikel 2, lid 5, tweede alinea, wordt punt c) vervangen door: "c) de importeur stelt bij de bevoegde instantie een zekerheid van - 14 EUR per ton voor zachte tarwe, - 24 EUR per ton voor glazige maïs, en - 8 EUR per ton voor gerst. De zekerheid is echter gelijk aan het bertrokken recht, wanneer dit op de dag waarop de douaneformaliteiten bij invoer worden vervuld lager is dan 14 EUR per ton voor zachte tarwe, 24 EUR per ton voor glazige maïs of 8 EUR per ton voor gerst. Deze zekerheid wordt vrijgegeven op voorwaarde dat de betrokkene het bewijs levert van het specifieke eindgebruik dat de betaling van een kwaliteitstoeslag op de prijs van het onder a) bedoelde basisproduct rechtvaardigt. Daarmee moet, eventueel met behulp van het controle-exemplaar T5, ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van invoer worden aangetoond dat de totale ingevoerde hoeveelheid is verwerkt tot het onder a) bedoelde product. De verwerking wordt geacht te hebben plaatsgevonden, indien binnen de onder b) genoemde termijn: - wat zachte tarwe betreft, het onder a) bedoelde product is vervaardigd, - in een of meer van de fabrieken die toebehoren aan het onder b) bedoelde bedrijf en die in de onder b) bedoelde lidstaat liggen, of - in een van de verwerkingsfabrieken, als bedoeld onder b), - wat brouwersgerst betreft, de gerst is geweekt, en - wat glazige maïs betreft, de maïs een bewerking voor de vervaardiging van een product van de GN-code 19041010, 1103 13 of 1104 23 heeft ondergaan.". Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. De in artikel 1, leden 2, 5 en 6, en in artikel 2 genoemde maatregelen zijn van toepassing gedurende een jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 9 oktober 2000. Voor de Commissie Franz Fischler Lid van de Commissie (1) PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21. (2) PB L 193 van 29.7.2000, blz. 1. (3) PB L 177 van 28.7.1995, blz. 4. (4) PB L 189 van 10.8.1995, blz. 22. (5) PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. (6) PB L 315 van 25.11.1998, blz. 7. (7) PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. (8) PB L 102 van 15.4.1976, blz. 1. (9) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.