Verordening (EG) nr. 1624/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 10 juli 2000 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen lidstaten, met betrekking tot een vereenvoudigde toepassing van de goederennomenclatuur
Publicatieblad Nr. L 187 van 26/07/2000 blz. 0001 - 0002
Verordening (EG) nr. 1624/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 10 juli 2000 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen lidstaten, met betrekking tot een vereenvoudigde toepassing van de goederennomenclatuur HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 95, Gezien het voorstel van de Commissie(1), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2), Overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3), Overwegende hetgeen volgt: (1) Krachtens Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad(4), stellen de Gemeenschap en haar lidstaten gedurende de overgangsperiode die aanvangt op 1 januari 1993 en eindigt op het moment van de overgang op een eenvormig belastingstelsel in de lidstaat van oorsprong, de statistieken van het goederenverkeer tussen lidstaten (Intrastat) op. (2) De vereenvoudiging van de wetgeving betreffende de interne markt, zoals die tot uiting komt in het SLIM-initiatief (vereenvoudiging van de wetgeving van de interne markt), heeft tot doel verbetering te brengen in de concurrentiepositie van de ondernemingen en hun vermogen om nieuwe arbeidsplaatsen te scheppen. (3) De vereenvoudiging van het Intrastat-stelsel is in het kader van SLIM als proefproject aangewezen en concrete voorstellen die door de werkgroep SLIM-Intrastat zijn opgesteld ter verlichting van de lasten voor de informatieplichtigen voor de statistiek, zijn in een mededeling aan het Europees Parlement en de Raad uiteengezet en hebben bij deze instellingen een gunstig onthaal gevonden. (4) Eén van deze voorstellen bestaat in de vereenvoudigde toepassing van de goederennomenclatuur, daar de indeling van goederen in het algemeen door de informatieplichtigen als lastig wordt ervaren. (5) Het is van belang de gecombineerde nomenclatuur, die in de intracommunautaire en de buitenlandse handel uniform moet worden gebruikt, te vereenvoudigen om de toepassing van het stelsel te vergemakkelijken, met name voor het MKB; in dit verband moeten de resultaten van de lopende besprekingen die de Commissie in het kader van het SLIM-initiatief met de lidstaten en de Europese organisaties voor handel en industrie voert, in aanmerking worden genomen, met behoud van het beginsel van één enkele nomenclatuur. (6) Het gebruik van vereenvoudigingsdrempels is een doeltreffend instrument ter verlichting van de aangifteverplichtingen van bedrijven, met name met MKB, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 In artikel 28, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 3330/91 wordt de eerste alinea als volgt gelezen: "5. Vereenvoudigingsdrempels stellen de informatieplichtigen in staat af te wijken van artikel 23; deze informatieplichtigen behoeven in de in artikel 13, lid 1, bedoelde aangiften ten hoogste tien van de meest relevante onderverdelingen van de gecombineerde nomenclatuur op te geven die het belangrijkst zijn in termen van waarde; zij groeperen de overige goederen in rest-onderverdelingen overeenkomstig de door de Commissie krachtens artikel 30 vast te stellen gedetailleerde voorschriften. Voor elk van de bovengenoemde onderverdelingen moeten, behalve het in artikel 21, tweede streepje, bedoelde codenummer, de lidstaat van verzending of bestemming en de waarde van de goederen worden vermeld.". Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2001. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 10 juli 2000. Voor het Europees Parlement De voorzitster N. Fontaine Voor de Raad De voorzitter H. Védrine (1) PB C 245 van 12.8.1997, blz. 12 en C 164 van 29.5.1998, blz. 14. (2) PB C 19 van 21.1.1998, blz. 52. (3) Advies van het Europees Parlement van 1 april 1998 (PB C 138 van 4 mei 1998, blz. 92), bevestigd op 27 oktober 1999, en gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 28 februari 2000 (PB C 87 van 24.3.2000, blz. 11) en Besluit van het Europees Parlement van 14 juni 2000. (4) PB L 316 van 16.11.1991, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1182/1999 (PB L 144 van 9.6.1999, blz. 1).