32000R1298

Verordening (EG) nr. 1298/2000 van de Raad van 8 juni 2000 houdende vijfde wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen

Publicatieblad Nr. L 148 van 22/06/2000 blz. 0001 - 0002


Verordening (EG) nr. 1298/2000 van de Raad

van 8 juni 2000

houdende vijfde wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Wegens bepaalde geografische en seizoengebonden eigenaardigheden is het dienstig dat de lidstaten voor vissersvaartuigen die hun vlag voeren en in de Gemeenschap zijn geregistreerd, voorschriften vaststellen voor zeeflappen of netten met een sorteerrooster die worden gebruikt bij de garnalenvisserij. Derhalve moet artikel 25 van Verordening (EG) nr. 850/98(4) worden gewijzigd.

(2) In een recent wetenschappelijk advies wordt geconcludeerd dat de hoeveelheden zandspiering binnen een bepaald gebied voor de Noordoostkust van Engeland en de Oostkust van Schotland momenteel ontoereikend zijn om en te dienen voor de visserij en te voorzien in de behoeften van verscheidene soorten waarvoor zandspiering het hoofdvoedselbestanddeel vormt, en dat derhalve de visserij op zandspiering in dit gebied moet worden stopgezet.

(3) Artikel 46 van Verordening (EG) nr. 850/98 moet opnieuw worden geformuleerd om meer duidelijkheid te scheppen met betrekking tot de toepasbaarheid van dit artikel.

(4) Voor een aantal schaaldieren en tweekleppige weekdieren moeten minimummaten worden vastgesteld of moeten de geldende minimummaten worden gewijzigd.

(5) Verordening (EG) nr. 850/98 moet derhalve worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 850/98 wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 25, lid 2, wordt vervangen door:

"2. Uiterlijk op 1 juli 2002 wordt bij de vangst van Noordzeegarnalen en ringsprietgarnalen gebruikgemaakt van een zeeflap of van een net met een sorteerrooster, overeenkomstig de voorschriften die de lidstaten vaststellen volgens de procedure van artikel 46. Deze voorschriften kunnen alleen gelden voor door vissersvaartuigen gesleepte netten.";

2. na artikel 29 wordt het volgende artikel ingevoegd:

"Artikel 29 bis

Beperkingen op de zandspieringvisserij

1. In de visseizoenen 2000, 2001 en 2002 is het verboden zandspiering aan te voeren of aan boord te houden die is gevangen in de geografische zone die wordt begrensd door de Oostkust van Engeland en Schotland en een lijn die de punten met de volgende coördinaten verbindt:

- 55° 30' noorderbreedte op de Oostkust van Engeland,

- 55° 30' noorderbreedte, 1° 00' westerlengte,

- 58° 00' noorderbreedte, 1° 00' westerlengte,

- 58° 00' noorderbreedte, 2° 00' westerlengte,

- 2° 00' westerlengte op de Oostkust van Schotland.

2. Vóór 1 maart 2001 en opnieuw vóór 1 maart 2002 brengt de Commissie aan de Raad verslag uit over het effect van het bepaalde in lid 1. Op basis van deze verslagen kan de Commissie passende wijzigingen in de in lid 1 vermelde voorwaarden voorstellen.";

3. artikel 46, lid 1, wordt vervangen door:

"1. De lidstaten kunnen maatregelen vaststellen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden:

a) wanneer het gaat om strikt lokale visbestanden die slechts voor de betrokken lidstaat van belang zijn; of

b) in de vorm van voorwaarden of voorschriften ter beperking van de vangsten via technische maatregelen:

i) die een aanvulling vormen op de communautaire visserijwetgeving, of

ii) die verder gaan dan de minimumeisen die in de genoemde wetgeving zijn vastgesteld,

een en ander op voorwaarde dat die maatregelen uitsluitend van toepassing zijn op vissersvaartuigen die de vlag van de betrokken lidstaat voeren en in de Gemeenschap zijn geregistreerd, of, voor niet door vissersvaartuigen uitgeoefende visserij, op in de betrokken lidstaat gevestigde personen.";

4. bijlage XII wordt als volgt gewijzigd:

a) "Tapijtschelp (Venerupis pullastra) 40 mm", wordt vervangen door "Tapijtschelp (Venerupis pullastra) 38 mm";

b) "Amerikaanse venusschelp (Callista chione) 5 cm", wordt vervangen door "Amerikaanse venusschelp (Callista chione) 6 cm";

c) "Messchede (Ensis spp., Pharus legumen) 10 cm", wordt vervangen door "Messchede (Ensis spp.) 10 cm";

d) nieuw toegevoegd wordt: "Navallon-schelpen (Pharus legumen) 65 mm";

e) nieuw toegevoegd wordt: "Roze diepzeegarnalen (Parapenaeus longirostris) 22 mm (lengte van de schaal)".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 8 juni 2000.

Voor de Raad

De voorzitter

G. Oliveira Martins

(1) PB C 89 E van 28.3.2000.

(2) Advies uitgebracht op 19 mei 2000 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(3) PB C 75 van 15.3.2000, blz. 34.

(4) PB L 125 van 27.4.1998, blz.1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2723/1999 (PB L 328 van 22.12.1999, blz. 9).