32000R0616

Verordening (EG) nr. 616/2000 van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 737/90 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl

Publicatieblad Nr. L 075 van 24/03/2000 blz. 0001 - 0002


Verordening (EG) nr. 616/2000 van de Raad

van 20 maart 2000

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 737/90 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EEG) nr. 737/90(1) zijn voor de invoer van voor menselijke voeding bestemde landbouwproducten van oorsprong uit derde landen maximaal toelaatbare niveaus van radioactiviteit vastgesteld, waarvan de naleving door de lidstaten gecontroleerd wordt. Die verordening is slechts tot en met 31 maart 2000 van toepassing.

(2) De redenen die ten tijde van de vaststelling en verlenging van bovengenoemde verordening golden, zijn nog steeds van kracht, omdat de radioactieve besmetting van sommige landbouwproducten van oorsprong uit derde landen die het meest door het ongeval zijn getroffen, nog steeds de in die verordening vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus overschrijdt.

(3) Bij Verordening (EG) nr. 1661/1999 van de Commissie(2) ter herziening van Verordening (EEG) nr. 1983/88 van de Commissie(3) zijn onder andere specifieke voorwaarden ingevoerd om de controle op de invoer van wilde paddestoelen uit een aantal derde landen te verscherpen.

(4) Er zijn nu wetenschappelijke aanwijzingen dat de duur van de cesium-137-besmetting als gevolg van het ongeluk bij Tsjernobyl van een aantal producten afkomstig van soorten die in bossen en beboste percelen leven en groeien, in hoofdzaak bepaald wordt door de fysische halveringstijd van die radionuclide, die van de orde van 30 jaar is.

(5) De ervaring met de uitvoering van de in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 737/90 bedoelde controles, met name betreffende de invoer van gedroogde paddestoelen, heeft uitgewezen dat met het oog op de consistentie de in artikel 3 bedoelde maximaal toelaatbare niveaus voor alle geconcentreerde of gedroogde producten berekend moeten worden op basis van het gereconstitueerde gebruiksklare product.

(6) Bij Verordening (Euratom) nr. 3954/87(4) zijn maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar vastgesteld. In dergelijke situaties moet ervoor worden gezorgd dat de getroffen maatregelen consistent zijn.

(7) Het is wenselijk de geldigheidsduur van Verordening (EEG) nr. 737/90 nogmaals te verlengen.

(8) De voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 737/90 vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(5),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 737/90 wordt als volgt gewijzigd:

a) artikel 3 wordt vervangen door:

"Artikel 3

De in artikel 2 bedoelde maximale toleranties zijn de volgende.

De gecumuleerde maximale radioactiviteit van cesium 134 en 137 mag niet meer bedragen dan (7):

- 370 Bq/kg voor in bijlage II opgesomde melk en melkproducten, alsmede voor voedingsmiddelen bestemd voor de bijzondere voeding van zuigelingen gedurende de eerste vier tot zes maanden van hun leven, die op zichzelf voldoen aan de behoeften aan voeding van deze groep personen en die voor de kleinhandel zijn verpakt in duidelijk geïdentificeerde verpakkingen en geëtiketteerd als bereidingen voor zuigelingen,

- 600 Bq/kg voor alle andere betroken producten.";

b) artikel 7 wordt vervangen door:

"Artikel 7

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op een maand.

3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.";

c) in artikel 8 wordt de tweede alinea vervangen door:"Zij verstrijkt:

1. op 31 maart 2010, behalve indien de Raad vóór deze datum een andersluidend besluit neemt, met name indien de lijst van uitgesloten producten, bedoeld in artikel 6, alle voor menselijke consumptie geschikte producten omvat waarop deze verordening van toepassing is;

2. zodra de in artikel 2, lid 1, van Verordening (Euratom) nr. 3954/87 bedoelde verordening van de Commissie in werking is getreden, indien zulks vóór 31 maart 2010 geschiedt.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2000.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. Gama

(1) PB L 82 van 29.3.1990, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 686/95 (PB L 71 van 31.3.1995, blz. 15).

(2) PB L 197 van 29.7.1999, blz. 17.

(3) PB L 174 van 6.7.1988, blz. 32.

(4) PB L 371 van 30.12.1987, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (Euratom) nr. 2218/89 (PB L 211 van 22.7.1989, blz. 1).

(5) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gerectificeerd in JO L 269 van 19.10.1999, blz. 45.