32000D0440

2000/440/EG: Beschikking van de Commissie van 30 juni 2000 inzake een ontwerp-besluit van het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de benaming en etikettering van limonades en frisdranken (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 1700) (Voor de EER relevante tekst) (Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 176 van 15/07/2000 blz. 0048 - 0049


Beschikking van de Commissie

van 30 juni 2000

inzake een ontwerp-besluit van het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de benaming en etikettering van limonades en frisdranken

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 1700)

(Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2000/440/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 79/112/EEG van de Raad van 18 december 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/4/EG van het Europees Parlement en de Raad(2), en met name op artikel 16, lid 2, en artikel 17,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Nederlandse installaties hebben de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 16, lid 2, van Richtlijn 79/112/EEG in kennis gesteld van een ontwerp-besluit waarin met name specifieke bepalingen voor de etikettering van frisdranken zijn opgenomen.

(2) Krachtens artikel II, onder B, van voornoemd ontwerp-besluit moet in de etikettering van frisdranken die minimaal 150 mg cafeïne/l en maximaal 350 mg cafëine/l bevatten, de volgende vermelding worden opgenomen: "bevat 150-350 mg/l cafeïne; komt overeen met 2-4 koppen koffie".

(3) De Commissie heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 79/112/EEG in het kader van het Permanent Comité voor levensmiddelen de overige lidstaten geraadpleegd.

(4) De lidstaten en de Commissie hebben erkend dat het voor de consument van belang is dat deze door middel van een specifieke waarschuwing in de etikettering wordt voorgelicht over de aanwezigheid van bepaalde stoffen in levensmiddelen zodra algemeen bekend is dat het overmatig gebruik van deze stoffen tot ongewenste effecten op de gezondheid van bepaalde personen kan leiden. Cafeïne behoort tot deze stoffen.

(5) Het zou in die omstandigheden nuttig zijn de verplichting in te voeren om in de etikettering van deze producten een vermelding op te nemen waarin de aanwezigheid van bepaalde stoffen wordt benadrukt door een expliciete waarschuwing die door de consument niet kan worden genegeerd.

(6) Een dergelijke eenzijdig door Nederland toegepaste maatregel ten aanzien van cafeïne zou de intracommunautaire handel echter ongetwijfeld ernstig belemmeren. Overigens de verwijzing naar een overeenkomstig aantal koppen koffie lijkt vaag en dubbelzinnig en zou zelfs tot een verkeerde interpretatie door de consument kunnen leiden.

(7) Deze conclusies hebben de Commissie ertoe gebracht overeenkomstig artikel 16, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 79/112/EEG een andersluidend advies uit te brengen.

(8) Het probleem dat door het Nederlandse ontwerp-besluit is ontstaan, kan op de meest bevredigende wijze worden opgelost door een voor de gehele Gemeenschap geldende etiketteringsvoorschrift op te stellen. De Commissie zal al het mogelijke doen om binnen de in artikel 1 genoemde termijn een dergelijke bevredigende oplossing tot stand te brengen.

(9) Elk nationaal initiatief dient op dit gebied derhalve gedurende een passende termijn te worden opgeschort.

(10) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor levensmiddelen,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het Koninkrijk der Nederlanden dient gedurende een periode van twaalf maanden, gerekend vanaf de kennisgeving van deze beschikking, de aanneming op te schorten van het gedeelte van zijn ontwerp-besluit betreffende etiketteringsvoorschriften dat bedoeld is om voor frisdranken die cafeïne bevatten, de vermelding "bevat 150-350 mg/l cafeïne; komt overeen met 2-4 koppen koffie" verplicht te stellen.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk der Nederlanden.

Gedaan te Brussel, 30 juni 2000.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 33 van 8.2.1979, blz. 1.

(2) PB L 43 van 14.2.1997, blz. 21.