32000D0407

2000/407/EG: Besluit van de Commissie van 19 juni 2000 betreffende een evenwichtige deelneming van mannen en vrouwen in haar Comités en groepen deskundigen (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 1600)

Publicatieblad Nr. L 154 van 27/06/2000 blz. 0034 - 0035


Besluit van de Commissie

van 19 juni 2000

betreffende een evenwichtige deelneming van mannen en vrouwen in haar Comités en groepen deskundigen

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 1600)

(2000/407/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig artikel 2 van het Verdrag moet de Gemeenschap onder meer gelijke behandeling van mannen en vrouwen bevorderen.

(2) Overeenkomstig artikel 3 van het Verdrag moet de Gemeenschap bij al haar activiteiten naar opheffing van ongelijke behandeling streven en gelijke kansen voor mannen en vrouwen bevorderen.

(3) Ondanks Aanbeveling 96/694/EG van de Raad van 2 december 1996 betreffende de evenwichtige deelneming van vrouwen en mannen aan het besluitvormingsproces(1) zijn vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd in beleidmakende organen, waaronder de Commissie(2).

(4) De resolutie van het Europees Parlement van 11 februari 1994 over vrouwen in besluitvormende organen heeft de lidstaten van de Europese Unie opgeroepen om specifieke maatregelen op dit gebied te nemen en werd gevolgd door een resolutie van de Raad van 27 maart 1995 over evenwichtige deelname van vrouwen en mannen aan de besluitvorming.

(5) Gelijke behandeling van mannen en vrouwen is van essentieel belang voor de menselijke waardigheid en democratie en is bovendien een grondbeginsel van het communautair recht, de grondwet en de wetgeving van de lidstaten en internationale en Europese verdragen.

(6) De Commissie heeft gekozen voor een beleid van gendermainstreaming en integratie van gelijke kansen voor mannen en vrouwen in alle activiteiten en beleidsvormen van de Europese Commissie.

(7) De Europese Commissie heeft zich tijdens de vierde wereldvrouwenconferentie van de Verenigde Naties (Peking 1995) verbonden om de deelname van vrouwen aan de besluitvorming te bevorderen.

(8) De Raad van Europa adviseert in Aanbeveling nr. 1413 van 1999 zijn lidstaten om zowel in de politiek als in het openbare leven naar een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen te streven.

(9) De op 17 april 1999 in Parijs gehouden EU-conferentie over mannen en vrouwen aan de macht heeft de lidstaten opgeroepen om bij benoemingen in besluitvormingsorganen naar evenveel mannen als vrouwen te streven.

(10) Specifieke maatregelen moeten worden genomen om een evenwichtige deelneming van mannen en vrouwen aan het besluitvormingsproces te stimuleren teneinde gelijke kansen voor mannen en vrouwen te creëren.

(11) De Commissie heeft zich al verbonden om naar 40 % vrouwen in alle comités en panels op researchgebied te streven(3). Dit streven moet tot haar comités en groepen deskundigen op andere gebieden worden uitgebreid.

(12) Dit besluit is niet van toepassing op comités vallend onder de werkingssfeer van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(4),

BESLUIT:

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op de comités en groepen deskundigen van de Commissie. Het heeft zowel betrekking op de nieuwe als op de bestaande comités en groepen deskundigen.

Artikel 2

De Commissie verbindt zich om een evenwichtige deelname van mannen en vrouwen in haar comités en groepen deskundigen tot stand te brengen. Op de middellange termijn wordt naar minstens 40 % leden van een van beide geslachten in alle comités en groepen deskundigen gestreefd.

In de bestaande comités en groepen deskundigen zal de Commissie bij vervanging of afloop van de ambtstermijn van leden van een comité of een groep deskundigen naar herstel van het evenwicht tussen mannelijke en vrouwelijke leden streven.

Artikel 3

Drie jaar na de goedkeuring van dit besluit moet de Commissie de uitvoering hiervan bestuderen en verslag uitbrengen met een statistische analyse van de verhouding mannen en vrouwen in comités en groepen deskundigen. Afhankelijk van de resultaten van deze studie dient de Commissie dan de vereiste stappen te nemen.

Gedaan te Brussel, 19 juni 2000.

Voor de Commissie

Anna Diamantopoulou

Lid van de Commissie

(1) PB L 319 van 10.12.1996, blz. 11.

(2) COM(2000) 120 def.

(3) COM(1999) 76 def.

(4) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.