32000D0356

2000/356/EG: Besluit van de Commissie van 26 mei 2000 tot beëindiging van het nieuwe onderzoek naar de antidumpingmaatregelen met betrekking tot de invoer van bepaalde magneetschijven (3,5" microschijven) van oorsprong uit Taiwan (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 1393)

Publicatieblad Nr. L 127 van 27/05/2000 blz. 0058 - 0059


Besluit van de Commissie

van 26 mei 2000

tot beëindiging van het nieuwe onderzoek naar de antidumpingmaatregelen met betrekking tot de invoer van bepaalde magneetschijven (3,5" microschijven) van oorsprong uit Taiwan

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 1393)

(2000/356/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 905/98(2), inzonderheid op de artikelen 9 en 11,

Na overleg met het raadgevend comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. PROCEDURE

(1) De Raad stelde bij Verordening (EEG) nr. 2861/93(3), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2537/1999(4), een definitief antidumpingrecht in op de invoer van magneetschijven (3,5" microschijven) voor het vastleggen en opslaan van gecodeerde digitale computerinformatie, die ingedeeld worden onder GN-code ex 8523 20 90 van oorsprong uit onder meer Taiwan.

(2) Naar aanleiding van een verzoek van het Committee of European Diskette Manufacturers (Diskma) werd, overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 (hierna de "basisverordening" genoemd), in oktober 1998(5) een nieuw onderzoek geopend in verband met het naderend vervallen van bovengenoemde antidumpingmaatregelen. Dit onderzoek is op het ogenblik aan de gang.

(3) Op 26 juni 1999 maakte de Commissie na overleg, overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening, een bericht bekend in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen(6) tot inleiding van een tussentijds nieuw onderzoek naar bovengenomende maatregelen.

(4) Dit tussentijdse nieuwe onderzoek werd ingeleid naar aanleiding van een verzoek dat was ingediend door CIS Technology Inc. (hierna "de verzoeker" genoemd), een Taiwanese exporterende producent die verklaarde het betrokken product te hebben vervaardigd en voor uitvoer te hebben verkocht naar de Gemeenschap. Het verzoek bevatte prima facie bewijsmateriaal waaruit bleek dat zich een belangrijke verandering in de omstandigheden had voorgedaan hetgeen tot gevolg zou hebben gehad dat de uitvoer van de verzoeker naar de Gemeenschap niet langer met dumping plaatsvond.

(5) Omdat de verzoeker geen verzoek indiende met betrekking tot de gewijzigde omstandigheden ten aanzien van schade werd het tussentijdse nieuwe onderzoek beperkt tot dumping.

(6) De Commissie bracht de autoriteiten van het betrokken exporterende land officieel op de hoogte van de inleiding van het nieuwe onderzoek. De belanghebbende partijen werden in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk bekend te maken en te verzoeken om te worden gehoord binnen de in het bericht tot inleiding vermelde termijn. De verzoeker werd een vragenlijst gestuurd die volledig werd beantwoord.

B. INTREKKING VAN HET VERZOEK EN BEËINDIGING VAN HET ONDERZOEK

(7) De verzoeker deelde de Commissie bij schrijven van 11 januari 2000 zijn besluit mede om het verzoek tot een nieuw onderzoek in te trekken.

(8) De belanghebbende partijen werden op de hoogte gesteld van het besluit en werden in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken. Zij maakten geen gebruik van deze gelegenheid.

(9) Overeenkomstig de artikelen 11, lid 5, en 9, lid 1, van de basisverordening kan de procedure worden beëindigd wanneer de klacht wordt ingetrokken, mits dit niet strijdig is met het belang van de Gemeenschap. Onderzoek bracht geen overwegingen aan het licht die erop duiden dat een dergelijke beëindiging niet in het belang zou zijn van de Gemeenschap,

BESLUIT:

Enig artikel

Het tussentijdse nieuwe onderzoek naar de antidumpingmaatregelen met betrekking tot de invoer van bepaalde magneetschijven (3,5" microschijven) die momenteel worden ingedeeld onder GN-code ex 8523 20 90 van oorsprong uit Taiwan, beperkt tot microschijven die worden vervaardigd en voor uitvoer naar de Gemeenschap worden verkocht door CIS Technology Inc., wordt hierbij beëindigd.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2000.

Voor de Commissie

Pascal Lamy

Lid van de Commissie

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(2) PB L 128 van 30.4.1998, blz. 18.

(3) PB L 262 van 21.10.1993, blz. 4.

(4) PB L 307 van 2.12.1999, blz. 1.

(5) PB C 322 van 21.10.1998, blz. 4.

(6) PB C 181 van 26.6.1999, blz. 21.