32000D0242

2000/242/EG: Besluit van de Commissie van 24 maart 2000 tot beëindiging van de antidumpingprocedure met betrekking tot de invoer van ferrochroom met een koolstofgehalte van ten hoogste 0,5 gewichtspercent (ferrochroom met een laag koolstofgehalte) uit Rusland en Kazachstan (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 798)

Publicatieblad Nr. L 076 van 25/03/2000 blz. 0023 - 0026


Besluit van de Commissie

van 24 maart 2000

tot beëindiging van de antidumpingprocedure met betrekking tot de invoer van ferrochroom met een koolstofgehalte van ten hoogste 0,5 gewichtspercent (ferrochroom met een laag koolstofgehalte) uit Rusland en Kazachstan

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 798)

(2000/242/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 905/98(2), inzonderheid op artikel 9 en artikel 11, lid 2,

Na overleg met het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. PROCEDURE

1. Geldende maatregelen

(1) Bij Verordening (EEG) nr. 2717/93(3) stelde de Raad een definitief antidumpingrecht in ten belope van 0,31 ECU per netto kilogram op de invoer van ferrochroom met een koolstofgehalte van ten hoogste 0,5 gewichtspercent uit Kazachstan, Rusland en Oekraïne.

2. Verzoek om een nieuw onderzoek

(2) Na de publicatie in april 1998 van een bericht waarin werd aangekondigd dat de geldende maatregelen op het punt stonden te vervallen(4), ontving de Commissie een verzoek om een nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van ferrochroom met een laag koolstofgehalte (hierna "FCLK" genoemd) uit Kazachstan en Rusland; het verzoek was ingediend door het Comité de Liaison des Industries de Ferro-Alliages (CLIFA of Euroalliages) namens de enige producent van de Gemeenschap van het betrokken product (hierna genoemd "de producent van de Gemeenschap die het verzoek indiende").

(3) Bij het verzoek werd ervan uitgegaan dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou resulteren in het aanhouden of het opnieuw optreden van de dumping en schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap. De bewijzen die met het verzoek werden geleverd, werden toereikend geacht om de inleiding van een nieuw onderzoek te rechtvaardigen. Op 2 oktober 1998 kondigde de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité de inleiding aan van een onderzoek(5) ingevolge artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 (hiena "de basisverordening" genoemd).

3. Onderzoek

(4) De Commissie bracht de producent van de Gemeenschap die het verzoek indiende, de exporteurs/producenten en de importeurs waarvan de betrokkenheid bekend was alsmede hun verenigingen, de vertegenwoordigers van de exporterende landen, de betrokken verwerkende bedrijven en hun verenigingen op de hoogte van de inleiding van het nieuwe onderzoek.

Belanghebbende partijen werden in de gelegenheid gesteld om, binnen de termijn die is vastgesteld in het bericht van inleiding van de procedure, hun standpunten schriftelijk bekend te maken en verzoeken om te worden gehoord, in te dienen.

(5) De Commissie stuurde alle partijen waarvan de betrokkenheid bekend was, vragenlijsten. Bovendien werd ook een producent in Zimbabwe, dat als analoog land werd gekozen, van de inleiding van de procedure op de hoogte gebracht en ook deze onderneming werd een vragenlijst gestuurd. De Commissie ontving antwoorden op die vragenlijsten van de producent van de Gemeenschap die het verzoek indiende, de drie Russische exporteurs/producenten, de producent van Zimbabwe, één verbonden importeur, twee niet-verbonden importeurs en drie bedrijven die het betrokken product verwerken. Eén vereniging van verwerkende bedrijven maakte haar standpunten schriftelijk bekend en twee andere verwerkende bedrijven stelden bepaalde gegevens ter beschikking, hoewel zij de vragenlijst niet beantwoordden. Van de producenten in Kazachstan werden geen antwoorden ontvangen. Alle partijen die erom verzochten, werden gehoord.

(6) De Commissie verzamelde en verifieerde alle gegevens die zij noodzakelijk achtte in verband met het mogelijke aanhouden of de mogelijke herhaling van de schadelijke dumping en in verband met het belang van de Gemeenschap. Verificatiebezoeken vonden plaats ten kantore van de volgende ondernemingen:

Producent van de Gemeenschap

- Elektrowerk Weisweiler GmbH, Eschweiler-Weisweiler, Duitsland;

Producent in het analoge land

- Zimbabwe Alloys Limited, Harare, Zimbabwe;

Niet-verbonden importeurs

- Nococarbon, Rotterdam, Nederland,

- Syncret BV, Rotterdam, Nederland;

Verwerkende bedrijven

- AB Sandvik Steel, Sandviken, Zweden,

- Acciaierie Venete SpA, Padova, Italië,

- ALZ NV, Genk, België.

(7) Het onderzoek naar het mogelijke aanhouden of de mogelijke herhaling van de dumping was gebaseerd op gegevens die betrekking hebben op de periode van 1 januari 1998 tot 30 september 1998 (hierna het onderzoektijdvak, "OT", genoemd).

B. PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

1. Product

(8) Het onderzochte product is ferrochroom met een koolstofgehalte van ten hoogste 0,5 gewichtspercent (hierna "FCLK" genoemd). Ferrochroom is een legering van ijzer en chroom die wordt verkregen door het reduceren van chroomerts met silicium en/of koolstof in een elektrische oven. Het proces verloopt in twee (soms zelfs drie) fasen en het chroomgehalte van de legering verschilt naar gelang van het soort gebruikte erts. De materialen die in de tweede fase van het productieproces worden toegevoegd, zijn bepalend voor het koolstofgehalte en dat percentage kan sterk verschillen. Er zijn twee soorten FCLK: de normale soort met een koolstofgehalte van meer dan 0,05 % maar ten hoogste 0,5 % en een speciale soort met een koolstofgehalte van minder dan of ten hoogste 0,05 %.

(9) De prijzen voor FCLK worden gewoonlijk uitgedrukt per kilo chroom dat de legering bevat en verschillen naar gelang van het koolstofgehalte: hoe lager het koolstofgehalte, des te hoger de prijs.

(10) Het onderzochte product wordt hoofdzakelijk gebruikt bij de productie van hoogwaardig bouwstaal en van hitte- en zuurvast staal met een hoog chroomgehalte. Het wordt eveneens aangewend voor de regeling van het chroomgehalte in roestvrij staal en om de koolstof gedurende de staalproductie te verwijderen wanneer de installatie dit niet toelaat. Bij iedere aanwending van ferrochroom met laag koolstofgehalte is niet telkens een exact koolstofgehalte vereist; producten met uiteenlopende koolstofgehaltes zijn in ruimte mate onderling verwisselbaar.

2. Soortgelijk product

(11) Het onderzoek heeft bevestigd dat het product dat wordt vervaardigd door de producent van de Gemeenschap die het verzoek indiende en dat op de markt van de Gemeenschap wordt verkocht, in alle opzichten vergelijkbaar is met het FCLK dat uit de betrokken landen wordt ingevoerd. Derhalve moet het beschouwd worden als een soortgelijk product in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.

(12) Bovendien is uit het onderzoek gebleken dat het FCLK dat in Zimbabwe wordt geproduceerd en op de markt van Zimbabwe wordt verkocht, in alle opzichten vergelijkbaar is met het FCLK dat uit de betrokken landen naar de Gemeenschap wordt uitgevoerd en het FCLK dat door de bedrijfstak van de Gemeenschap wordt vervaardigd. Derhalve dient dit product beschouwd te worden als een soortgelijk product in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.

C. HET AANHOUDEN VAN DE DUMPING

1. Voorafgaande opmerkingen

(13) Om vast te stellen of er redenen waren om aan te nemen dat de dumping zou aanhouden of zich zou herhalen, ging de Commissie eerst na of de dumping tijdens het OT aanhield.

2. Rusland

2.1. Analoog land

(14) Bij de vaststelling van de normale waarde werd rekening gehouden met het feit dat Zimbabwe in het bericht van inleiding van het nieuwe onderzoek beschouwd werd als een geschikt derde land met markteconomie. Een importeur stelde voor om Turkije als alternatief derde land met markteconomie te gebruiken. De Commissie wenst dat in Turkije medewerking werd verleend en stuurde de enige bekende producent een vragenlijst. De enige Turkse producent van FCLK was weliswaar bereid mede te werken maar legde uiteindelijk niet voldoende gegevens over voor de vaststelling van de normale waarde.

(15) Derhalve werd besloten Zimbabwe aan te houden als geschikt derde land met markteconomie omdat de productie in dit land vrij groot was, het productieproces vergeleken kon worden met het productieproces dat in Rusland werd toegepast, het bedrijf de twee soorten ferrochroom produceerde waarop het onderzoek betrekking had, de binnenlandse verkoop representatief was, vergeleken met de naar de Europese Gemeenschap uitgevoerde hoeveelheden, en Zimbabwe als analoge markt gebruikt werd in het oorspronkelijke onderzoek.

2.2. Normale waarde

(16) Om de normale waarde te berekenen, werd in een eerste fase vastgesteld dat de totale, op de binnenlandse markt verkochte hoeveelheden van het onderzochte product representatief waren overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de basisverordening, d.w.z. dat de op de binnenlandse markt verkochte hoeveelheden meer dan 5 % vertegenwoordigden van de uit Rusland naar de Gemeenschap uitgevoerde hoeveelheden.

(17) In een tweede fase werd vervolgens voor alle soorten producten vastgesteld dat de binnenlandse verkoop (in Zimbabwe) van de hierna overeenstemmende soorten representatief was, aangezien de verkochte hoeveelheden 5 % of meer vertegenwoordigden van de uit Rusland uitgevoerde hoeveelheden.

(18) Bovendien werd vastgesteld dat alle verkopen hadden plaatsgevonden in het kader van normale transacties overeenkomstig artikel 2, lid 4, van de basisverordening.

2.3. Uitvoerprijs

(19) De uitvoer van FCLK vanuit Rusland naar de Gemeenschap daalde scherp tot een bijna verwaarloosbaar niveau na de instelling van de antidumpingmaatregelen.

(20) In de antwoorden op de vragenlijst deelde slechts één Russische exporteur mede enig FCLK van de speciale soort naar de Gemeenschap uit te voeren. Bovendien werd vastgesteld dat de Russische exporteurs/producenten verkochten aan niet-verbonden, niet-Russische handelaren en bijgevolg de uiteindelijke bestemming van de door hen uitgevoerde goederen niet kenden. Omdat de gegevens van Eurostat vollediger bleken te zijn, aangezien zij betrekking hadden op de invoer van de beide soorten FCLK, werd het passend geacht gebruik te maken van deze gegevens voor de vaststelling van de uitvoerprijs. Er zij op gewezen dat de gegevens die verzameld werden bij de enige Russische exporteur/producent die had aangegeven naar de Gemeenschap uit te voeren, het prijsniveau van Eurostat bevestigden.

2.4. Vergelijking

(21) De gewogen gemiddelde normale waarde voor iedere soort FCLK werd vergeleken met de gewogen gemiddelde uitvoerprijs, fob haven uitvoerend land, van de hiermee overeenstemmende soort overeenkomstig artikel 2, lid 11, van de basisverordening.

(22) Voor een billijke vergelijking van de normale waarde en de uitvoerprijs werd rekening gehouden met bepaalde verschillen waarvan werd beweerd en aangetoond dat zij de vergelijkbaarheid van de prijs beïnvloedden, overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening. In dit verband werden correcties toegepast voor verschillen in het koolstof- en chroomgehalte. Er werden ook correcties aangebracht voor verschillen in de kosten voor het vervoer over land en over zee, verzekeringskosten, kosten voor het laden en lossen, nevenkosten en andere kosten.

2.5. Dumpingmarge

(23) De vergelijking van de normale waarde en de uitvoerprijs voor beide soorten FCLK bracht geen dumping aan het licht.

3. Kazachstan

(24) Uit de gegevens waarover de Commissie beschikte, bleek niet dat Kazachstan naar de Gemeenschap had uitgevoerd tijdens het OT. Derhalve werd niet tot de vaststelling van dumping overgegaan.

D. MOGELIJKE HERHALING VAN DE DUMPING

(25) In aansluiting op het vorige onderzoek waarbij werd vastgesteld dat er tijdens het OT geen dumping was, onderzocht de Commissie of het waarschijnlijk was dat er opnieuw dumping zou optreden bij opheffing van de maatregelen die op de invoer in kwestie van toepassing waren.

1. Rusland

(26) De uitvoer naar derde landen, vooral naar de Verenigde Staten, waarheen de Russische exporteurs/producenten grote hoeveelheden FCLK uitvoerden, werd geëvalueerd. Op basis van de gegevens die de Russische exporteurs/producenten verstrekten en de gegevens die de officiële statistieken van de Verenigde Staten opleverden, werd vastgesteld dat de Russische prijzen bij uitvoer naar de Verenigde Staten die gecorrigeerd werden zodat een billijke prijsvergelijking mogelijk was (waarbij ook correcties plaatsvonden voor verschillen in koolstof- en chroomgehalte), bij vergelijking fob haven exporterend land voor beide soorten hoger lagen dan de normale waarden die voor Zimbabwe werden vastgesteld.

(27) Bovendien ging de Commissie na welke prijsstrategie de Russische exporteurs/producenten waarschijnlijk zouden toepassen indien de maatregelen werden opgeheven en zij opnieuw naar de Gemeenschap zouden uitvoeren. Hierbij bleek dat de Russische exporteurs/producenten een zeer groot capaciteitsoverschot hebben, dat deze capaciteit eventueel bezet kon worden en de productie die daarvan het gevolg was naar de Gemeenschap uitgevoerd kon worden, één en ander ten gevolge van de geografische nabijheid van deze markt en de behoefte om vreemde valuta te verwerven. Zoals hierboven evenwel werd aangetoond, bleken de kleine hoeveelheden Russisch FCLK die tijdens het OT werden geëxporteerd, niet met dumping te zijn uitgevoerd. Onder deze omstandigheden, en gezien vooral het hoge antidumpingrecht dat momenteel van toepassing is, lijkt het weinig waarschijnlijk dat de Russische exporteurs/producenten bij opheffing van het antidumpingrecht hun prijzen zouden verlagen tot dumpingprijzen. Integendeel, de opheffing zou de Russische exporteurs/producenten ruimte opleveren om hun uitvoerprijzen te verhogen.

(28) Immers indien de uitvoer uit Rusland zou worden hervat, is het, gezien de kwaliteit van de Russische producten waarschijnlijker dat deze zouden concurreren met de uit Turkije, Zimbabwe, Zuid-Afrika en de Volksrepubliek China ingevoerde producten, die in het middelste marktsegment thuishoren en niet in het bovenste marktsegment, waar de bedrijfstak van de Gemeenschap goed vertegenwoordigd is. De prijzen die in dit segment gelden, liggen gemiddeld hoger dan de normale waarde en het is weinig waarschijnlijk dat dit segment met dumping zou worden verkocht.

2. Kazachstan

(29) De gegevens voor Kazachstan wijzen op massale chroomertsreserves en een grote productiecapaciteit voor FCLK.

(30) De productiemogelijkheden voor FCLK zijn niettemin sterk beperkt ten gevolge van de verourderde installaties en het achterwege blijven van privatiseringen, herstructureringen en moderniseringen in de bedrijfstak. Bovendien is het gros van de nog resterende productie toegespitst op ferrochroom met een gemiddelde of een hoog koolstofgehalte en op deze producten is onderhavige procedure niet van toepassing. Wat de verkoop van het betrokken product betreft, blijkt uit de statistieken van de Verenigde Staten met betrekking tot de uitvoer uit Kazachstan naar de Verenigde Staten dat het weinig waarschijnlijk is dat de dumping op de markt van de Gemeenschap zich zou herhalen.

Derhalve lijkt het onwaarschijnlijk dat de bedrijfstak van Kazachstan opnieuw grote hoeveelheden naar de Europese Gemeenschap zou uitvoeren en de schadelijke dumping zich zou herhalen indien de maatregelen zouden komen te vervallen.

3. Conclusie

(31) Op basis van bovenstaande gegevens en overwegingen wordt geconcludeerd dat het weinig waarschijnlijk is dat de producten uit Rusland en Kazachstan opnieuw met dumping zouden worden ingevoerd indien de maatregelen zouden vervallen.

E. HET AANHOUDEN OF HET ZICH HERHALEN VAN DE SCHADE EN HET BELANG VAN DE GEMEENSCHAP

(32) Gezien de conclusie in verband met dumping, werd het niet nodig geacht verder onderzoek te verrichten naar het mogelijk aanhouden of het mogelijk zich herhalen van de schade en naar het belang van de Gemeenschap.

F. CONCLUSIE

(33) Gezien bovenstaande bevindingen, werd geconcludeerd dat de procedure met betrekking tot de invoer van FCLK uit Rusland en Kazachstan moet worden beëindigd en dat de geldende antidumpingmaatregelen kunnen vervallen.

(34) Alle betrokken partijen werden op de hoogte gebracht van de essentiële gegevens en overwegingen op basis waarvan de Commissie voornemens was de geldende maatregelen te beëindigen. Deze partijen werd een termijn toegestaan binnen welke zij hun standpunten konden indienen.

(35) De standpunten die ten gevolge hiervan werden ontvangen, bevatten evenwel geen elementen die bovenstaande analyse zouden kunnen wijzigen.

(36) Gezien bovenstaande bevindingen, oordeelt de Commissie derhalve dat de antidumpingmaatregelen die werden ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 2717/93 en momenteel nog gelden in verband met Kazachstan en Rusland, dienen te worden ingetrokken,

BESLUIT:

Enig artikel

Het nieuwe onderzoek met betrekking tot de invoer in de Gemeenschap van ferrochroom met een koolstofgehalte van ten hoogste 0,5 gewichtspercent dat is ingedeeld onder de GN-codes 7202 49 10 en 7202 49 50, van oorsprong uit Kazachstan en Rusland, wordt hierbij beëindigd.

Gedaan te Brussel, 24 maart 2000.

Voor de Commissie

Pascal Lamy

Lid van de Commissie

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(2) PB L 128 van 30.4.1998, blz. 18.

(3) PB L 246 van 2.10.1993, blz. 1.

(4) PB C 100 van 2.4.1998, blz. 6.

(5) PB C 303 van 2.10.1998, blz. 4.