32000D0240

2000/240/EG: Beschikking van de Commissie van 22 december 1999 betreffende de door Spanje ten uitvoer gelegde steunregeling voor de financiering van bedrijfskapitaal in de landbouwsector van Extremadura (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 5201) (Slechts de tekst in de Spaanse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 076 van 25/03/2000 blz. 0016 - 0021


Beschikking van de Commissie

van 22 december 1999

betreffende de door Spanje ten uitvoer gelegde steunregeling voor de financiering van bedrijfskapitaal in de landbouwsector van Extremadura

(kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 5201)

(Slechts de tekst in de Spaanse taal is authentiek)

(2000/240/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Na de belanghebbenden overeenkomstig artikel 88, lid 2, eerste alinea, van het Verdrag te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken(1),

Overwegende hetgeen volgt:

I. PROCEDURE

(1) Decreet nr. 35/1993 van 13 april van de gewestregering (Junta) van Extremadura betreffende de financiering van bedrijfskapitaal in de landbouwsector van Extremadura is bekendgemaakt in het publicatieblad (Diario Oficial) van Extremadura(2).

(2) Aangezien de Spaanse autoriteiten deze steunmaatregel niet bij de Commissie hebben aangemeld, heeft deze hun overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het Verdrag op 8 februari 1999 schriftelijk verzocht haar mee te delen of deze steunregeling inderdaad van toepassing is en, zo ja, sedert wanneer.

(3) Bij brief van 26 februari 1999 heeft de permanente vertegenwoordiging van Spanje bij de Europese Unie de Commissie de inlichtingen verstrekt waarom zij in haar brief van 8 februari 1999 had verzocht.

(4) Bij brief van 4 juni 1999 heeft de Commissie Spanje in kennis gesteld van haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag ten aanzien van deze steunregeling. In deze brief heeft de Commissie Spanje ook verzocht haar opmerkingen kenbaar te maken.

(5) Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaak(3). De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunregeling kenbaar te maken.

(6) Spanje heeft zijn opmerkingen bij brief van 19 juli 1999 meegedeeld.

(7) De Commissie heeft van de belanghebbenden geen opmerkingen terzake ontvangen.

II. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE STEUN

(8) Bij decreet nr. 35/1993 worden kredietlijnen geopend om telkens voor niet langer dan één verkoopseizoen bedrijfskapitaal te financieren met het oog op de ontwikkeling van de landbouw- en agrovoedingssector van Extremadura.

(9) De begunstigden zijn de landbouwbedrijfshoofden in Extremadura, de landbouwcoöperaties en andere landbouwverenigingen, en de industriële ondernemingen in Extremadura die met de akkerbouw- en veeteeltbedrijven in Extremadura contracten sluiten voor de afname van te verwerken grondstoffen.

(10) De steun wordt verleend in de vorm van een rentesubsidie waarvan de hoogte varieert naar gelang van de begunstigde, voor leningen voor een bepaald verkoopseizoen en met een looptijd van minder dan een jaar.

(11) De rentesubsidie voor landbouwbedrijfshoofden bedraagt maximaal 5 procentpunten als het gaat om landbouwers met landbouw als hoofdactiviteit en maximaal 4 procentpunten voor de overigen; indien sprake is van cofinanciering door de Gemeenschap of de staat, moet de begunstigde ten minste 6 % rente betalen (4 % voor landbouwers met landbouw als hoofdactiviteit).

(12) De rentesubsidie voor landbouwcoöperaties en andere landbouwverenigingen bedraagt maximaal 1 procentpunt voor investeringen in productiemiddelen (met 0,5 procentpunt extra voor de aankoop van gecertificeerde zaden en planten en nog eens 0,5 procentpunt voor de aankoop van enkelvoudige meststoffen) en ten hoogste 5 procentpunten voor leningen ten behoeve van het nodige bedrijfskapitaal voor de betalingen voor het verkoopseizoen aan de aangesloten landbouwers.

(13) De rentesubsidie voor industriële ondernemingen bedraagt maximaal 5 procentpunten voor leningen ten behoeve van de aankoop van grondstoffen in het kader van contracten met landbouwbedrijfshoofden in de ieder jaar bij besluit vastgestelde sectoren, en voor leningen ten behoeve van de financiering van bedrijfskapitaal in het algemeen in de ieder jaar bij besluit vastgestelde sectoren.

(14) In dit verband heeft het departement (Consejería) voor landbouw en handel van de gewestregering van Extremadura bij besluit van 29 september 1998(4) voor het verkoopseizoen 1997/1998 de volgende producten vastgesteld: gedroogde vijgen en vijgenpasta's, paprika's voor de bereiding van poeder, varkens van het Iberische ras, olijven voor de productie van olijfolie, en tomaten, bestemd om gedroogd te worden, behalve voor tomatenpoeder. De rentesubsidie bedraagt 5 procentpunten en de duur ervan ten hoogste een jaar. De rentevoet is gelijkgesteld aan de MIBOR-rente over 365 dagen, vermeerderd met 1 procentpunt.

(15) Als steunplafonds gelden voor de landbouwers een maximumbedrag per hectare, per product en per dier, voor de landbouwcoöperaties de gemiddelde waarde van de investeringen in productiemiddelen over de laatste drie jaar, vermeerderd met 10 %, en voor industriële ondernemingen het bedrag van de lening.

(16) Voor de steunregeling wordt op de begroting jaarlijks 107 miljoen ESP uitgetrokken en de maatregel is van onbepaalde duur.

(17) De Commissie heeft Spanje bij brief van 4 juni 1999 meegedeeld dat deze steunregeling (met uitzondering van de steun aan landbouwbedrijfshoofden en aan landbouwcoöperaties en andere landbouwverenigingen vóór 30 juni 1998) niet aan de voorwaarden voldoet om in aanmerking te komen voor één van de in artikel 87, lid 3, van het Verdrag bedoelde uitzonderingen. In verband met de steun aan landbouwbedrijfshoofden en aan landbouwcoöperaties en andere landbouwverenigingen vóór 30 juni 1998 heeft de Commissie aan Spanje meegedeeld dat deze steun in aanmerking kon komen voor een uitzondering als bedoeld in artikel 87, lid 3, onder c), aangezien het maatregelen voor de ontwikkeling van de sector betrof.

III. OPMERKINGEN VAN SPANJE

(18) Spanje stelt in zijn opmerkingen dat deze steunregeling een algemene kaderregeling is voor steun in de vorm van rentesubsidie ten behoeve van kredieten voor een bepaald verkoopseizoen, die zonder onderscheid van toepassing is op de gehele landbouwsector van Extremadura. De regeling wordt jaarlijks toegepast door middel van een besluit waarbij de achtergestelde sectoren worden gekozen en waarbij de steun afhankelijk wordt gesteld van de sluiting door verkoper en koper van een door het ministerie van Landbouw gehomologeerd contract dat de producenten een hogere minimumprijs dan de marktprijs garandeert, en de verwerkende industrie de levering waarborgt van grondstoffen die aan bepaalde minimale kwaliteitseisen voldoen.

(19) Voorrang wordt verleend aan de sectoren waarvan de productie in plaatselijk of regionaal opzicht kenmerkend is, of specifieke eigenschappen bezit in verband met de productie- of verwerkingsmethoden. Door dit specifieke karakter is het uitgesloten dat de steun een nadelige invloed zou kunnen uitoefenen op de vrije mededinging met andere producten in de communautaire handel, aangezien de maatregel slechts een regionaal bereik heeft.

(20) De toepassing van decreet nr. 35/1993 betreffende de financiering van bedrijfskapitaal in de landbouwsector van Extremadura is geschorst en gepland is het decreet in te trekken en te vervangen door een besluit dat meer in overeenstemming is met de mededeling van de Commissie inzake steunmaatregelen van de staten in de vorm van kortlopend krediet met rentesubsidie in de landbouw ("beheerskredieten")(5)(6).

IV. BEOORDELING VAN DE STEUN

Artikel 87, lid l, van het Verdrag

(21) Volgens artikel 36 van het Verdrag zijn de bepalingen betreffende de mededinging slechts in zoverre van toepassing op de voortbrenging van en de handel in landbouwproducten als door de Raad wordt bepaald.

(22) Ten aanzien van steun voor de landbouwproducten van bijlage I bij het Verdrag die niet onder een gemeenschappelijke marktordening vallen (andere dan voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen, paardenvlees, honing, koffie, alcohol uit landbouwproducten, alcoholazijn en kurk), gelden de bepalingen van Verordening nr. 26 van de Raad van 4 april 1962 inzake de toepassing van bepaalde regels betreffende de mededinging op de voortbrenging van en de handel in landbouwproducten(7), gewijzigd bij Verordening nr. 49(8). Aangezien uitsluitend het bepaalde in artikel 88, lid 1, en lid 3, eerste zin, van toepassing is, kan de Commissie alleen opmerkingen formuleren.

(23) Alle overige landbouwproducten van bijlage I bij het Verdrag vallen onder een gemeenschappelijke marktordening en de verordeningen waarbij deze ordeningen zijn vastgesteld, voorzien uitdrukkelijk in de toepassing van de artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag op de voortbrenging van en de handel in dergelijke producten.

(24) Overeenkomstig artikel 87, lid 1, van het Verdrag zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigde steunmaatregelen, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voorzover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.

(25) Het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Spanje is omvangrijk: Spanje importeert 10290178 ton uit de overige lidstaten en exporteert naar deze landen 12648802 ton. De waarde van deze handel voor Spanje bedraagt 6810477000 EUR wat de invoer betreft en 10308134000 EUR wat de uitvoer betreft(9).

(26) De onderzochte regeling kan de handel in tuinbouwproducten tussen de lidstaten dus wel degelijk beïnvloeden, aangezien dit steeds het geval is wanneer marktdeelnemers in een bepaalde lidstaat, vergeleken met die in de overige lidstaten, door een steunmaatregel bevoordeeld worden. De betrokken steun heeft een rechtstreeks en onmiddellijk effect op de productiekosten van de Spaanse bedrijven die landbouwproducten voortbrengen en verwerken. Het levert hun een financieel voordeel op ten opzichte van de bedrijven in de overige lidstaten die geen dergelijke steun ontvangen. Bijgevolg gaat het om steun die de concurrentie vervalst of dreigt te vervalsen.

(27) Op grond van de bovenstaande overwegingen moet de betrokken regeling als staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag worden aangemerkt.

Mogelijke uitzonderingen op grond van artikel 87 van het Verdrag

(28) Op het in artikel 87, lid 1, van het Verdrag vastgelegde onverenigbaarheidsbeginsel zijn echter uitzonderingen mogelijk.

(29) De in artikel 87, lid 2, van het Verdrag bedoelde uitzonderingen zijn in dit geval duidelijk niet van toepassing. Overigens hebben de Spaanse autoriteiten zich hierop ook niet beroepen.

(30) De uitzonderingen van artikel 87, lid 3, van het Verdrag moeten bij het onderzoek van een steunprogramma ten behoeve van een specifieke regio of sector of van een specifieke toepassing van een algemene steunregeling restrictief worden geïnterpreteerd. Zij kunnen met name slechts worden toegestaan wanneer de Commissie tot de slotsom komt dat de steun noodzakelijk is om één van de met uitzonderingen nagestreefde doelstellingen te bereiken. Door steunmaatregelen te aanvaarden die niet aan deze voorwaarden voldoen, zou worden toegestaan dat het handelsverkeer tussen de lidstaten verstoord wordt en de concurrentie vervalst wordt zonder dat dit door het gemeenschappelijk belang kan worden gerechtvaardigd, alsmede dat de marktdeelnemers van bepaalde lidstaten onrechtmatig bevoordeeld worden.

(31) Volgens de Commissie is de aangemelde steun niet bedoeld als regionale steun voor het totstandbrengen van nieuwe investeringen of voor het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen, noch als steun ter compensatie van nadelen op infrastructuurgebied voor alle bedrijven van de regio, maar als steun voor de bedrijfsvoering in de landbouwsector. Het gaat derhalve om steun voor een bepaalde sector, die aan het bepaalde in artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag moet worden getoetst.

(32) Op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag kan de Commissie steunmaatregelen die de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën vergemakkelijken, als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt beschouwen, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

(33) De steunregeling moet meer in het bijzonder aan dit voorschrift worden getoetst.

(34) De steun wordt verleend in de vorm van een rentesubsidie voor leningen voor een bepaald verkoopseizoen en met een looptijd van minder dan een jaar. De Commissie keurt deze vorm van steun goed als maatregelen voor de ontwikkeling van de sector overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder c), mits deze in overeenstemming wordt gebracht met de mededeling van de Commissie inzake steunmaatregelen van de staten in de vorm van kortlopend krediet met rentesubsidie in de landbouw ("beheerskredieten").

(35) Alle ondernemingen in de landbouw moeten zonder onderscheid, ongeacht de aard van de activiteit waarvoor zij kortlopend krediet nodig hebben, voor de steun in aanmerking komen. Bepaalde activiteiten of bedrijven mogen echter worden uitgesloten voorzover de lidstaat voor elk afzonderlijk geval kan aantonen dat de uitsluiting verantwoord is op grond van het feit dat de problemen om kortlopend krediet te krijgen in het betrokken geval duidelijk geringer zijn dan in de rest van de landbouwsector.

(36) De steun moet beperkt blijven tot het bedrag dat strikt noodzakelijk is voor het compenseren van het nadeel voor de landbouw. De lidstaat die rentesubsidie wil verstrekken, moet het nadeel kwantificeren door middel van een methode die hij daarvoor geschikt acht, maar de subsidie mag in geen geval meer bedragen dan het verschil tussen de rente die aan een typische ondernemer in de landbouwsector wordt aangerekend, en de rente die in andere bedrijfstakken in de betrokken lidstaat wordt betaald voor niet voor investeringen bestemd kortlopend krediet voor een vergelijkbaar bedrag. Bij brief van 19 december 1997 heeft de Commissie de lidstaten erop gewezen dat de enig mogelijke interpretatie die is dat de uit overheidsmiddelen betaalde rentesubsidie voor kortlopend krediet in de landbouw bijgevolg niet groter mag zijn dan het bovengenoemde renteverschil.

(37) Het gesubsidieerde krediet mag voor een begunstigde nooit meer bedragen dan het bedrag aan kasmiddelen dat nodig is om de productiekosten te dekken die ontstaan voordat hij inkomsten uit de verkoop van de betrokken producten ontvangt.

(38) Voordat bovengenoemde mededeling van de Commissie(10) op 30 juni 1998 weer van toepassing werd, behoorde het tot het vaste beleid van de Commissie om toestemming te verlenen voor steun in de vorm van een vermindering van de rentevoet voor kortlopende beheerskredieten voorzover deze een looptijd van minder dan een jaar hadden en niet uitsluitend voor een bepaald product of een bepaalde activiteit werden verleend(11).

(39) Bij de beoordeling van het betrokken decreet moet dus onderscheid worden gemaakt tussen de perioden vóór en na 30 juni 1998.

(40) Bij de periode vóór 30 juni 1998 moet ook onderscheid worden gemaakt tussen de begunstigden.

(41) De steun aan landbouwbedrijfshoofden en aan landbouwcoöperaties en andere landbouwverenigingen voldoet aan de criteria die de Commissie voor dergelijke steun hanteert. Het gaat namelijk om steun in de vorm van een vermindering van de rente voor beheerskrediet met een looptijd van maximaal een jaar die bovendien niet uitsluitend voor een bepaald product of een bepaalde activiteit wordt toegekend. Bijgevolg heeft de Commissie Spanje bij de brief van 4 juni 1999 medegedeeld dat deze steun in aanmerking komt voor de in artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag bedoelde uitzondering, aangezien deze wordt beschouwd als maatregel voor de ontwikkeling van de sector.

(42) De aan industriële ondernemingen toegekende steun bestond in een vermindering van de rente voor beheerskrediet met een looptijd van maximaal een jaar die niet uitsluitend voor een bepaald product of een bepaalde activiteit werd toegekend, waardoor deze wel voldeed aan de criteria die de Commissie vóór 30 juni 1998 voor dergelijke steun hanteerde; de steun bleef echter beperkt tot ondernemingen die met de akkerbouw- en veeteeltbedrijven in Extremadura contracten afsloten voor de afname van te verwerken grondstoffen. Deze vereiste vormt een beperking van het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten en een schending van artikel 28 van het Verdrag, aangezien industriële ondernemingen die uit andere lidstaten, afkomstige grondstoffen verwerken, niet voor de steun in aanmerking komen. De vereiste vormt een belemmering voor de invoer van producten uit andere lidstaten, aangezien deze niet zullen worden aangekocht door de ondernemingen uit Extremadura die steun ontvangen. Bijgevolg kan deze steun de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, zodanig veranderen dat het gemeenschappelijk belang erdoor wordt geschaad. De steun komt dan niet in aanmerking voor een van de in artikel 87, lid 3, van Verdrag bedoelde uitzonderingen.

(43) Sinds 30 juni 1998 is de mededeling van de Commissie inzake steunmaatregelen van de staten in de vorm van kortlopend krediet met rentesubsidie in de landbouw van toepassing op dergelijke steun.

(44) De toegekende steun voldoet niet aan de in deze mededeling vastgelegde criteria, namelijk dat alle ondernemingen in de landbouw zonder onderscheid voor de steun in aanmerking moeten komen, dat de steun moet beperkt blijven tot het bedrag dat strikt noodzakelijk is voor het compenseren van het nadeel voor de landbouw en dat het gesubsidieerde krediet voor een begunstigde nooit meer mag bedragen dan het bedrag aan kasmiddelen dat nodig is om de productiekosten te dekken die ontstaan voordat hij inkomsten uit de verkoop van de betrokken producten ontvangt.

(45) Niet alle ondernemingen in de landbouw komen zonder onderscheid voor de steun in aanmerking. De Spaanse autoriteiten hebben in hun opmerkingen bevestigd dat de steunregeling jaarlijks ten uitvoer wordt gelegd door middel van een besluit waarbij wordt vastgelegd welke landbouwondernemingen ten opzichte van de overige benadeeld zijn en om die reden voor steun in aanmerking komen.

(46) De steun blijft niet beperkt tot het bedrag dat strikt noodzakelijk is voor het compenseren van het nadeel voor de landbouw. Integendeel, de hoogte van de rentesubsidie voor leningen voor een bepaald verkoopseizoen, die varieert van 0,5 tot 5 %, wordt bij decreet voor iedere begunstigde afzonderlijk vastgesteld.

(47) De steunregeling voorziet niet in enig middel om na te gaan of het gesubsidieerde krediet voor een begunstigde niet meer bedraagt dan het bedrag aan kasmiddelen dat nodig is om de productiekosten te dekken die ontstaan voordat hij inkomsten uit de verkoop van de betrokken producten ontvangt.

(48) Bovendien geldt ten aanzien van de aan industriële ondernemingen in Extremadura toegekende steun het in overweging 42 gestelde betreffende de vereiste om met bedrijven uit de regio contracten af te sluiten voor de afname van te verwerken grondstoffen.

(49) Bijgevolg moet de betrokken steunmaatregel worden aangemerkt als steun voor de bedrijfsvoering, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Een dergelijke steun heeft geen duurzaam effect op de ontwikkeling van de betrokken sector, aangezien het effect ervan met de maatregel zelf verdwijnt (zie het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 8 juni 1995 in zaak T-459/93, Siemens SA tegen Commissie(12)). Voorts heeft de steun als rechtstreeks gevolg dat de productie- en de afzetmogelijkheden waarover de marktdeelnemers voor deze producten beschikken, gunstiger zijn dan die voor marktdeelnemers (zowel in eigen land als in de andere lidstaten) die geen vergelijkbare steun krijgen.

(50) Bijgevolg komt deze steunmaatregel, met uitzondering van de vóór 30 juni 1998 aan landbouwbedrijfshoofden en aan landbouwcoöperaties en andere landbouwverenigingen verleende steun, niet in aanmerking voor een van de in artikel 87, lid 3, van het Verdrag bedoelde uitzonderingen.

(51) Ook moet rekening worden gehouden met het feit dat de landbouwproducten van bijlage I bij het Verdrag (met uitzondering van de steun voor andere dan voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen, paardenvlees, honing, koffie, alcohol uit landbouwproducten, alcoholazijn en kurk) waarvoor steun wordt verleend, producten zijn waarvoor een gemeenschappelijke marktordening geldt, en dat de bevoegdheid van de lidstaten terzake uiterst gelimiteerd is, omdat deze marktordening onder de bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie (zie onder andere het arrest van 26 juni 1979 in zaak 177/78, Pigs and Bacon tegen Mc Carren(13)) moet een marktordening worden beschouwd als een volledig en afgerond geheel dat de lidstaten geen ruimte laat om maatregelen te nemen die daarvan afwijken of daarmee in strijd zijn. Daarom moet de steun worden beschouwd als strijdig met de gemeenschappelijke marktordeningen en dus met Gemeenschapsvoorschriften.

Conclusie

(52) Op grond van de bovenstaande overwegingen en de toepasselijke Gemeenschapswetgeving is de Commissie van mening, wat de in artikel 87, lid 3, onder a) en c), van het Verdrag bedoelde uitzonderingen betreft voor steunmaatregelen ter vergemakkelijking van de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën, dat de steun die vóór 30 juni 1998 aan industriële ondernemingen en na deze datum aan landbouwbedrijfshoofden, aan landbouwcoöperaties en andere landbouwverenigingen en aan industriële ondernemingen is verleend, de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt zodanig kan veranderen dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. Met name de na 30 juni 1998 verleende steun is niet in overeenstemming met de mededeling van de Commissie inzake steunmaatregelen van de staten in de vorm van kortlopend krediet met rentesubsidie in de landbouw ("beheerskredieten").

(53) Daarom moet deze steun (met uitzondering van de steun voor andere dan voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen, paardenvlees, honing, koffie, alcohol uit landbouwproducten, alcoholazijn en kurk) worden beschouwd als strijdig met de gemeenschappelijke marktordeningen. Bovendien vormt de steun aan industriële ondernemingen een inbreuk op het bepaalde in artikel 28 van het Verdrag.

(54) De betrokken steun, die moet worden beschouwd als steun voor de bedrijfsvoering en derhalve onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt en strijdig is met de Gemeenschapswetgeving, komt niet in aanmerking voor een uitzondering als bedoeld in artikel 87, lid 3, van het Verdrag.

V. CONCLUSIE

(55) Aangezien de Spaanse autoriteiten de betrokken steunmaatregel niet overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het Verdrag bij de Commissie hebben aangemeld, moet de toepassing ervan als onwettig worden beschouwd, aangezien de Commissie zich niet van tevoren over de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt heeft kunnen uitspreken.

(56) De steun (met uitzondering van de steun voor andere dan voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen, paardenvlees, honing, koffie, alcohol uit landbouwproducten, alcoholazijn en kurk) die vóór 30 juni 1998 aan industriële ondernemingen en na 30 juni 1998 aan landbouwbedrijfshoofden, aan landbouwcoöperaties en andere landbouwverenigingen en aan industriële ondernemingen is verleend, is om de hierboven toegelichte redenen onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, aangezien deze onder de werkingssfeer van artikel 87, lid 1, van het Verdrag valt en niet in aanmerking komt voor een van de uitzonderingen als bedoeld in de leden 2 en 3 van genoemd artikel.

(57) Wanneer steun onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is, kan de Commissie gebruikmaken van de mogelijkheid die haar geboden wordt door het arrest van het Hof van Justitie van 12 juli 1973 in zaak 70/72 (Commissie tegen Duitsland)(14), dat bevestigd is door het arrest van 24 februari 1987 in zaak 310/85 (Deufil tegen Commissie)(15) en het arrest van 20 september 1990 in zaak C 5-/89 (Commissie tegen Duitsland)(16), en de lidstaat verplichten alle onwettig toegekende steun van de begunstigden terug te vorderen. Deze terugvordering is ook verplicht op grond van artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad(17) tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 (nu artikel 88) van het EG-Verdrag. Deze terugvordering is noodzakelijk om de vroegere situatie te herstellen door alle financiële voordelen die de begunstigden van de steun ten onrechte ontvangen hebben, sedert de datum van de toekenning van de steun teniet te doen.

(58) Wat de steun voor andere dan voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen, paardenvlees, honing, koffie, alcohol uit landbouwproducten, alcoholazijn en kurk betreft, geeft de Commissie de Spaanse regering de raad deze te schrappen.

(59) De overige steun die vóór 30 juni 1998 aan industriële ondernemingen en na deze datum aan landbouwbedrijfshoofden, aan landbouwcoöperaties en andere landbouwverenigingen en aan industriële ondernemingen is verleend, moet volledig worden teruggevorderd.

(60) De steun moet teruggevorderd worden overeenkomstig de Spaanse rechtsvoorschriften. De terug te vorderen bedragen worden vermeerderd met moratoire interesten die berekend worden vanaf de datum waarop de betrokken onwettige steun is verleend, tot de datum waarop zij daadwerkelijk worden terugbetaald. De rente wordt berekend op basis van de referentierente die wordt toegepast voor de berekening van het subsidie-equivalent in het kader van de regionale steun(18).

(61) Deze beschikking loopt niet vooruit op de consequenties die de Commissie in voorkomend geval aan deze zaak zal verbinden ten aanzien van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL),

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De steun die vóór 30 juni 1998 aan industriële ondernemingen en na 30 juni 1998 aan landbouwbedrijfshoofden, aan landbouwcoöperaties en andere landbouwverenigingen en aan industriële ondernemingen is verleend in het kader van de door Spanje bij algemeen decreet nr. 35/1993 van 13 april van de gewestregering van Extremadura ten uitvoer gelegde steunregeling voor de financiering van bedrijfskapitaal in de landbouwsector van Extremadura, is met uitzondering van de steun voor andere dan voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen, paardenvlees, honing, koffie, alcohol uit landbouwproducten, alcoholazijn en kurk, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

Artikel 2

Spanje moet de in artikel 1 bedoelde regeling intrekken.

Artikel 3

1. Spanje neemt alle nodige maatregelen om de in artikel 1 bedoelde en reeds onwettig ter beschikking gestelde steun van de begunstigden terug te vorderen.

2. De terugvordering dient onverwijld en in overeenstemming met de nationale rechterlijke procedures te geschieden, voorzover die procedures een onmiddellijke en daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de beschikking toelaten. De terug te vorderen steun omvat rente vanaf de datum waarop de onrechtmatige steun voor de begunstigde beschikbaar was tot de datum van daadwerkelijke terugbetaling van de steun. De rente wordt berekend op grond van de referentievoet welke wordt gehanteerd voor de berekening van het subsidie-equivalent in het kader van regionale steunregelingen.

Artikel 4

Spanje deelt de Commissie binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking mee welke maatregelen het heeft genomen om hieraan te voldoen.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Spanje.

Gedaan te Brussel, 22 december 1999.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB C 225 van 7.8.1999, blz. 6.

(2) Diario Oficial de Extremadura nr. 45 van 15 april 1993, blz. 1027.

(3) Zie voetnoot 1.

(4) Diario Oficial de Extremadura nr. 114 van 6 oktober 1998, blz. 7412.

(5) PB C 44 van 16.2.1996, blz. 2.

(6) Bij brief van 4 juli 1997 heeft de Commissie de lidstaten in kennis gesteld van haar besluit om de toepassing van deze mededeling te schorsen, en de lidstaten bij brief van 19 december 1997 meegedeeld dat de mededeling opnieuw zou worden toegepast met ingang van 30 juni 1998.

(7) PB 30 van 20.4.1962, blz. 993/62.

(8) PB 53 van 1.7.1962, blz. 1571/62.

(9) Bron:

Eurostat 1998.

(10) Zie voetnoot 5.

(11) Precedenten: steunmaatregelen N603/93, N377/91, N29/91, N394/92, NN90/93, N109/94, N768/93, N423/93, N218/93, N108/92, N598/93 en N644/92.

(12) Jurisprudentie 1995, blz. II-1675.

(13) Jurisprudentie 1979, blz. 2161.

(14) Jurisprudentie 1973, blz. 813.

(15) Jurisprudentie 1987, blz. 901.

(16) Jurisprudentie 1990, blz. I-3437.

(17) PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.

(18) PB C 74 van 10.3.1998, blz. 9.