32000D0149

2000/149/EG: Beschikking van de Commissie van 22 februari 2000 houdende vaststelling van beschermende maatregelen in verband met aviaire influenza in Italië (Kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 489) (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 050 van 23/02/2000 blz. 0022 - 0024


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 22 februari 2000

houdende vaststelling van beschermende maatregelen in verband met aviaire influenza in Italië

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 489)

(Voor de EER relevante tekst)

(2000/149/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG(2), en met name op artikel 10, lid 4,

Gelet op Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG, en met name op artikel 9, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Sedert 20 december 1999 hebben zich in diverse regio's van Italië uitbraken van aviaire influenza voorgedaan.

(2) Bij richtlijn 92/40/EEG van de Raad van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza(4) zijn maatregelen vastgesteld voor de bestrijding van aviaire influenza.

(3) Bij Richtlijn 90/539/EEG van de Raad van 15 oktober 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren(5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/90/EG(6), zijn voorschriften vastgesteld voor het intracommunautaire handelsverkeer van levend pluimvee en broedeieren.

(4) Bij Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt(7), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 95/176/EG van de Commissie(8), zijn voorschriften vastgesteld voor het intracommunautaire handelsverkeer van andere vogels dan het in Richtlijn 90/539/EEG bedoelde pluimvee.

(5) Bij Richtlijn 91/494/EEG van de Raad van 26 juni 1991 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van vers vlees van pluimvee(9), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/89/EG(10), zijn voorschriften vastgesteld voor het intracommunautaire handelsverkeer van vers vlees van pluimvee.

(6) De dierziektesituatie kan, in verband met het handelsverkeer van levend pluimvee, levende vogels en broedeieren daarvan, een gevaar betekenen voor beslagen in andere delen van de Gemeenschap.

(7) Italië heeft preventieve maatregelen en bestrijdingsmaatregelen in verband met aviaire influenza vastgesteld in het kader van:

- Richtlijn 92/40/EEG,

- Richtlijn 90/539/EEG,

- Richtlijn 92/65/EEG,

- Richtlijn 91/494/EEG,

- nationaal decreet nr. 600.6/24461/57N/139 van 14 januari 2000 van het Ministerie van Gezondheid van Italië.

(8) De lidstaten erkennen dat de door Italië ten uitvoer gelegde maatregelen adequaat zijn.

(9) Naar gelang van het verdere verloop van de ziekte en aangezien het gaat om een specifieke epizoötiologie, zullen specifieke maatregelen worden vastgesteld om te voorkomen dat het virus zich verder onder het pluimvee verspreidt.

(10) De maatregelen zouden aangepast moeten zijn aan de specifieke structuur van de geïntegreerde industrie in het besmette gebied.

(11) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Italië dient aanvullende maatregelen ten uitvoer te leggen. De maatregelen moeten ten minste de onderstaande bepalingen bevatten:

a) In heel Italië

1. Bij het verzamelen, het opslaan en het vervoeren van consumptie-eieren dient steeds wegwerpverpakking te worden gebruikt. De gebruikte verpakkingen moeten worden vernietigd aan de hand van een door de bevoegde autoriteit erkende methode, teneinde te garanderen dat een eventueel aanwezig virus wordt vernietigd.

2. In pakstations voor consumptie-eieren, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een bedrijf waar vogels van voor aviaire influenza vatbare soorten worden gehouden, mogen geen eieren worden binnengebracht uit bedrijven die gelegen zijn in provincies waar aviaire influenza is bevestigd.

b) In gewesten waar de laatste 30 dagen aviaire influenza is bevestigd

1. Alle voor pluimvee, broedeieren, consumptie-eieren en pluimveevoeder gebruikte transportmiddelen moeten, juist voor aankomst op en onmiddellijk na het verlaten van een bedrijf of een aanverwante installatie, worden gereinigd en ontsmet met gebruikmaking van ontsmettingsmiddelen en methoden die door de bevoegde autoriteit zijn goedgekeurd. Voor transportmiddelen die in het intracommunautaire handelsverkeer worden gebruikt, moet een document worden afgegeven waarin wordt bevestigd dat het voertuig is ontsmet en waarin ten minste de in de bijlage vermelde informatie inzake het reinigen en ontsmetten is opgenomen.

2. Alle machines die bij het laden en lossen van de vrachtwagens worden gebruikt, moeten onmiddellijk vóór en onmiddellijk na gebruik worden gereinigd en ontsmet overeenkomstig het bepaalde in punt 1.

3. Broedeieren, verpakkingen daarvan en transportmiddelen moeten vóór verzending worden ontsmet overeenkomstig het bepaalde in punt 1.

4. De persoon die verantwoordelijk is voor een pluimveehouderijbedrijf, dient erop toe te zien dat al wie het bedrijf binnenkomt en verlaat, stringente veiligheidsmaatregelen in acht neemt, en dient schone beschermende kledij en schoeisel ter beschikking te stellen van bezoekers, kippenvangers en andere personen. De voor het bedrijf verantwoordelijke persoon ziet erop toe dat adequate ontsmettingsmiddelen worden gebruikt bij de in- en uitgangen van alle gebouwen waar pluimvee is gehuisvest.

c) In provincies waar de laatste 30 dagen aviaire influenza is bevestigd

1. Transportmiddelen voor pluimvee, broedeieren, consumptie-eieren en pluimveevoeder mogen slechts één partij tegelijk vervoeren die afkomstig is van of bestemd is voor één enkel bedrijf of één enkele installatie.

2. Alle transportmiddelen voor pluimvee, broedeieren, consumptie-eieren en pluimveevoeder moeten, wanneer zij de provincie verlaten, vergezeld gaan van een officieel document waarin staat dat het transportmiddel vóór de verplaatsing is gereinigd en ontsmet overeenkomstig het bepaalde onder b), punt 1. De vrachtwagens mogen slechts één enkele partij tegelijk vervoeren bestemd voor of komende van één enkel bedrijf of één enkele installatie.

3. Gebruikt strooisel en mest van pluimvee mogen uitsluitend met toestemming van de bevoegde autoriteit van het bedrijf worden verwijderd en verspreid. In die toestemming dient rekening te worden gehouden met het bepaalde in bijlage II, punt II, onder d), van Richtlijn 92/40/EEG.

Artikel 2

De centrale veterinaire autoriteit kan andere dan de bij deze beschikking bedoelde maatregelen vaststellen wanneer dat noodzakelijk wordt geacht om de ziekte uit te roeien. Italië stelt de Commissie en de lidstaten onmiddellijk in kennis van die maatregelen.

Artikel 3

De lidstaten zien erop toe dat het bepaalde in artikel 1, onder a), punt 1, wordt toegepast voor alle zendingen van herkomst of van oorsprong uit Italië.

Artikel 4

De lidstaten brengen de maatregelen die zij met betrekking tot het handelsverkeer toepassen, in overeenstemming met deze beschikking. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 22 februari 2000.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie

(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(2) PB L 62 van 15.3.1993, blz. 49.

(3) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(4) PB L 167 van 22.6.1992, blz. 1.

(5) PB L 303 van 31.10.1990, blz. 6.

(6) PB L 300 van 23.11.1999, blz. 19.

(7) PB L 268 van 13.7.1992, blz. 54.

(8) PB L 117 van 24.5.1995, blz. 23.

(9) PB L 268 van 24.9.1991, blz. 35.

(10) PB L 300 van 23.11.1999, blz. 17.

BIJLAGE

>PIC FILE= "L_2000050NL.002402.EPS">