32000D0006

2000/6/EG: Beschikking van de Commissie van 10 december 1999 houdende tweede wijziging van Beschikking 1999/507/EG betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van bepaalde vliegende honden, honden en katten uit Maleisië (schiereiland) en Australië (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 4249) (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 003 van 06/01/2000 blz. 0029 - 0029


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 10 december 1999

houdende tweede wijziging van Beschikking 1999/507/EG betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van bepaalde vliegende honden, honden en katten uit Maleisië (schiereiland) en Australië

(kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 4249)

(Voor de EER relevante tekst)

(2000/6/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/43/EG(2), en met name op artikel 18, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Beschikking 1999/507/EG(3) heeft de Commissie ten aanzien van bepaalde vliegende honden, honden en katten uit Maleisië (schiereiland) en Australië beschermende maatregelen vastgesteld in verband met de Nipahziekte, respectievelijk de Hendraziekte, waarbij met name werd voorzien in laboratoriumtests voor honden en katten bestemd voor invoer in de Gemeenschap.

(2) Bij gebrek aan internationaal erkende genormaliseerde testprocedures voor Nipahziekte zijn voor honden en katten testvoorschriften vastgesteld overeenkomstig de officiële melding door de veterinaire diensten van Maleisië bij het Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten (OIE) van 28 mei 1999.

(3) Bij schrijven van 11 oktober 1999 hebben de veterinaire diensten van Maleisië de Commissie officieel ervan in kennis gesteld dat de vereiste indirecte sandwich-ELISA IgM niet kan worden uitgevoerd en dat de indirecte sandwich-ELISA IgG als een adequate test wordt beschouwd.

(4) Derhalve kunnen de veterinaire diensten van Maleisië overeenkomstig de communautaire wetgeving geen certificaat afgeven voor honden en katten uit Maleisië die bestemd zijn voor invoer in de lidstaten.

(5) De testvoorschriften voor honden en katten die uit Maleisië worden ingevoerd, moeten zo worden gewijzigd dat ruimte wordt gelaten voor een gevalideerde diagnostische test voor de opsporing van antilichamen tegen het virus van de Nipahziekte.

(6) Duidelijkheidshalve moeten regelingen worden getroffen om de doorvoer van honden en katten via internationale luchthavens in Maleisië mogelijk te maken.

(7) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Artikel 2 van Beschikking 1999/507/EG wordt als volgt gewijzigd:

1. In lid 2, derde streepje, worden de woorden "IgM en" geschrapt.

2. Het volgende lid 3 wordt toegevoegd: "3. Het in lid 1 vermelde verbod is niet van toepassing op doorvoer van honden en katten, op voorwaarde dat deze dieren op het terrein van een internationale luchthaven blijven.".

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 10 december 1999.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie

(1) PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56.

(2) PB L 162 van 1.7.1996, blz. 1.

(3) PB L 194 van 27.7.1999, blz. 66.