31999Y1009(01)

Mededeling van de Commissie - Mededeling van de Commissie - Communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (Mededeling aan de lidstaten en voorstel voor dienstige maatregelen)(Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. C 288 van 09/10/1999 blz. 0002 - 0018


COMMUNAUTAIRE RICHTSNOEREN VOOR REDDINGS- EN HERSTRUCTURERINGSSTEUN AAN ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN

(Mededeling aan de lidstaten en voorstel voor dienstige maatregelen)

(1999/C 288/02)

(Voor de EER relevante tekst)

1. INLEIDING

1. De Commissie heeft in 1994 de eerste richtsnoeren ("kaderregeling") voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden(1) vastgesteld. Deze richtsnoeren zijn tot en met 31 december 1999 verlengd(2). In 1997 voegde zij hier bijzondere bepalingen aan toe voor de landbouwsector(3).

2. De Commissie wil met de onderhavige richtsnoeren, waarvan de tekst aan de vroegere kaderregeling is ontleend, bepaalde wijzigingen en verduidelijkingen aanbrengen die om verschillende redenen noodzakelijk zijn geworden. Allereerst noopt de voltooiing van de interne markt tot een grotere waakzaamheid bij het toezicht op staatssteun. Het Zesde en Zevende overzicht inzake de steunmaatregelen van de lidstaten voor de nijverheid en bepaalde andere sectoren in de Europese Unie(4) brengen een toename van ad-hocsteun, en vooral van reddings- en herstructureringssteun aan het licht, de in de nieuwe Duitse deelstaten door de Treuhandanstalt of de Bundesanstalt für vereinigungsbedingte Sonderaufgaben verleende steun buiten beschouwing gelaten. Bovendien zal de invoering van de gemeenschapelijke munt tot een snellere uitbreiding van het intracommunautaire handelsverkeer leiden. De gevolgen van reddings- en herstructureringssteun voor de mededingingsverhoudingen in de Gemeenschap zullen dan nog sterker worden gevoeld. Voorts heeft de Commissie zich er in haar actieprogramma voor de interne markt(5) toe verbonden de regels inzake reddings- en herstructureringssteun te verscherpen, zonder hierbij evenwel uit het oog te verliezen welke rol toereikende steunbedragen kunnen spelen bij de sociale begeleiding van herstructureringen. De Commissie wil dan ook de regels die van toepassing zijn op reddings- en herstructureringssteun verduidelijken en tegelijkertijd strengere richtsnoeren voor de beoordeling van deze steun vaststellen.

3. Staatssteun om ondernemingen in moeilijkheden voor een faillissement te behoeden en om de herstructurering ervan aan te moedigen, kan slechts onder bepaalde omstandigheden als gerechtvaardigd worden beschouwd. Dit kunnen bijvoorbeeld redenen van sociaal of regionaal beleid zijn, of de noodzaak rekening te houden met de positieve rol van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) in de economie, of in uitzonderlijke gevallen wanneer het wenselijk is een concurrerende marktstructuur te behouden wanneer het verdwijnen van bedrijven tot een monopolie of een sterk oligopolistische situatie zou kunnen leiden.

2. DEFINITIES EN TOEPASSINGSGEBIED VAN DE RICHTSNOEREN, AANSLUITING BIJ ANDERE TEKSTEN INZAKE STAATSSTEUN

2.1. HET BEGRIP ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN

4. Er is geen communautaire definitie van een onderneming in moeilijkheden. De Commissie gaat er evenwel van uit, dat een onderneming in moeilijkheden verkeert in de zin van de onderhavige richtsnoeren, wanneer zij niet in staat is, noch met haar eigen middelen, noch met middelen die haar eigenaren/aandeelhouders en haar schuldeisers bereid zijn in te brengen, haar verliezen, welke zonder steun van buitenaf op korte of middellange termijn vrijwel zeker tot haar faillissement zullen leiden, tot stilstand te brengen.

5. Met name wordt een onderneming, ongeacht haar omvang, voor de toepassing van deze richtsnoeren als een onderneming in moeilijkheden beschouwd:

a) in het geval van een vennootschap waarvan de vennoten een beperkte aansprakelijkheid hebben(6), wanneer meer dan de helft van het maatschappelijk kapitaal verdwenen is(7) en meer dan een kwart van dit kapitaal verloren is gegaan gedurende de afgelopen twaalf maanden, of

b) in het geval van een vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid(8), wanneer meer dan de helft van het eigen vermogen, zoals in de boekhouding van de vennootschap wordt vermeld, verdwenen is en meer dan een kwart van dit vermogen verloren is gegaan gedurende de afgelopen twaalf maanden, of

c) voor alle ondernemingsvormen, wanneer de onderneming ingevolge het nationale recht aan de voorwaarden voldoet om aan een collectieve procedure wegens insolventie te worden onderworpen.

6. De moeilijkheden van een onderneming blijken gewoonlijk uit toenemende verliezen, een dalende omzet, groeiende voorraden, overcapaciteit, een geringere kasstroom, een toenemende schuldenlast, toenemende rentelasten en een vermindering of een verdwijning van de waarde van de nettoactiva. In acute gevallen kan de onderneming reeds insolvent zijn geworden of op grond van het nationale recht aan een collectieve procedure wegens insolventie zijn onderworpen. In dit laatste geval zijn de onderhavige richtsnoeren van toepassing op de steun die eventueel wordt verleend wanneer een dergelijke procedure een voortzetting van de onderneming tot gevolg heeft. Hoe dan ook komt de onderneming slechts voor steun in aanmerking wanneer is vastgesteld dat zij niet in staat is met haar eigen middelen of met van haar eigenaren/aandeelhouders of door leningen verkregen kapitaal haar herstel te verwezenlijken.

7. Voor de toepassing van deze richtsnoeren komt een pas opgerichte onderneming(9) niet voor reddings- of herstructureringssteun in aanmerking, zelfs niet wanneer haar aanvankelijke financiële positie onzeker is. Dit geldt vooral voor ondernemingen die na de liquidatie van bestaande ondernemingen worden opgericht of die de activa van deze ondernemingen overnemen(10).

8. Een onderneming die deel uitmaakt van een concern komt in beginsel niet voor reddings- en herstructureringssteun in aanmerking, behalve wanneer kan worden aangetoond dat de moeilijkheden van de onderneming een specifiek karakter hebben en niet eenvoudig een gevolg zijn van de kostenallocatie binnen het concern, en dat deze moeilijkheden van de onderneming te groot zijn om door het concern zelf te kunnen worden opgelost.

2.2. OMSCHRIJVING VAN REDDINGS- EN HERSTRUCTURERINGSSTEUN

9. Reddingssteun en herstructureringssteun worden in dezelfde richtsnoeren behandeld, daar de overheid in beide gevallen wordt geconfronteerd met een onderneming in moeilijkheden en omdat redding en herstructurering dikwijls twee aspecten van één ingreep vormen, ook al functioneren zij verschillend.

10. Reddingssteun is per definitie van voorlopige aard. Hij moet een onderneming in moeilijkheden in staat stellen zich te handhaven gedurende de periode waarin een herstructurerings- of liquidatieplan wordt uitgewerkt en/of totdat de Commissie een beslissing over dit plan neemt.

11. Een herstructurering daarentegen berust op een haalbaar, samenhangend en ingrijpend plan om de levensvatbaarheid van een onderneming op langere termijn te herstellen. Een dergelijk plan behelst doorgaans een of meer van de volgende elementen: reorganisatie en rationalisatie van de activiteiten van de onderneming op efficiëntere basis, waarbij verliesgevende activiteiten gewoonlijk worden afgestoten; de herstructurering van bestaande activiteiten welke mogelijkheden tot herstel van de concurrentiepositie bieden; en mogelijkerwijze de ontwikkeling van of de overschakeling op nieuwe, levensvatbare activiteiten. Naast materiële herstructurering is financiële herstructurering (kapitaalinbreng, schuldvermindering) meestal noodzakelijk. Daarentegen kan een herstructurering in de zin van deze richtsnoeren niet beperkt blijven tot een financiële bijdrage om eerder geleden verliezen ongedaan te maken zonder in te gaan op de oorzaak van deze verliezen.

2.3. TOEPASSINGSGEBIED

12. Deze richtsnoeren zijn van toepassing op alle sectoren behalve die welke onder het EGKS-Verdrag vallen, zonder afbreuk te doen aan de regio's inzake sectoren waarvoor communautaire regels inzake staatssteun gelden die bijzondere bepalingen voor ondernemingen in moeilijkheden bevatten(11). De bijzondere regels voor de landbouwsector, die in 1997 zijn vastgesteld, zijn in hoofdstuk 5 opgenomen.

2.4. TOEPASSELIJKHEID VAN ARTIKEL 87, LID 1, VAN HET EG-VERDRAG

13. Reddings- en herstructureringssteun voor ondernemingen in moeilijkheden leidt per definitie tot een vervalsing van de mededinging. Voorzover hij het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt, valt deze steun onder artikel 87, lid 1, van het Verdrag.

14. Herstructureringssteun kan in verschillende vormen worden verleend, waaronder kapitaalinbreng, schuldkwijtschelding, leningen, belastingfaciliteiten of vermindering van sociale premies en leninggaranties. Ingeval van redding moet steun evenwel, tenzij in een andere communautaire regeling op het gebied van staatssteun anders wordt bepaald, tot leningen of leninggaranties worden beperkt (zie punt 3.1 hieronder).

15. De steun kan afkomstig zijn van zowel centrale, gewestelijke als plaatselijke overheidsinstellingen(12), alsmede van "openbare bedrijven" zoals gedefinieerd in artikel 2 van Richtlijn 80/723/EEG van de Commissie van 25 juni 1980 betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven(13). Zo kan reddings- of herstructureringssteun bijvoorbeeld worden verleend door staatsholdings of openbare anticipatiemaatschappijen(14).

16. De beoordeling of nieuwe inbreng van overheidskapitaal in ondernemingen die staatseigendom zijn een vorm van steun is, is gebaseerd op het beginsel van de "particuliere investeerder in een markteconomie"(15). Dit houdt in dat middelen of garanties niet als staatssteun worden beschouwd wanneer onder dezelfde omstandigheden een rationele particuliere investeerder in een markteconomie deze middelen ook ter beschikking zou hebben gesteld.

17. Indien evenwel middelen of garanties door de staat worden toegekend aan een onderneming in financiële moeilijkheden, moet het waarschijnlijk worden geacht dat deze financiële overdrachten staatssteunelementen bevatten. Dergelijke financiële transacties moeten derhalve van tevoren overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag aan de Commissie worden meegedeeld(16). Er is te meer aanleiding aan te nemen dat er staatssteun is, wanneer de markt waarop de begunstigde van de steun actief is op het niveau van de Gemeenschap of van de Europese Economische Ruimte met structurele overcapaciteit kampt of indien de bedrijfstak als geheel in moeilijkheden verkeert.

18. Wijzigingen in de eigendomssituatie van de steunontvangende onderneming mogen de beoordeling van de reddings- en herstructureringssteun niet beïnvloeden.

2.5. VERENIGBAARHEID MET DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT

19. Artikel 87, leden 2 en 3, van het EG-Verdrag noemt de mogelijkheden waarin steun die onder artikel 87, lid 1, valt, met de gemeenschappelijke markt verenigbaar is. Afgezien van steun ingeval van schade door natuurrampen en andere buitengewone gebeurtenissen (artikel 87, lid 2, onder b)) die niet onder deze richtsnoeren valt, vormt artikel 87, lid 3, onder c), de enige grondslag voor verenigbaarheid van reddings- of herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden. Volgens deze bepaling mag de Commissie haar goedkeuring hechten aan "steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid te [...] vergemakkelijken, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad."

20. De Commissie is van mening dat reddings- en herstructureringssteun kan bijdragen tot de ontwikkeling van de economische bedrijvigheid zonder het handelsverkeer ongustig te beïnvloeden en daardoor het gemeenschappelijke belang te schaden, indien wordt voldaan aan de in deze richtsnoeren uiteengezette voorwaarden. Indien de betrokken ondernemingen gevestigd zijn in gebieden waaraan steun wordt verleend, zal de Commissie rekening houden met de in artikel 87, lid 3, onder a) en c), vermelde overwegingen van regionale aard, volgens de in de punten 53 en 54 uiteengezette voorwaarden.

2.6. ANDERE BEPALINGEN VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT

21. Tenslotte moet eraan worden herinnerd dat de Commissie reddings- of herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden niet kan goedkeuren wanneer de steunvoorwaarden ten opzichte van het voorwerp van de steun, in strijd zijn met andere bepalingen van het Verdrag (en van het afgeleide recht) dan de artikelen 87 en 88.

3. ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE GOEDKEURING VAN AFZONDERLIJK BIJ DE COMMISSIE AANGEMELDE REDDINGS- EN HERSTRUCTURERINGSSTEUN

22. Dit hoofdstuk heeft uitsluitend betrekking op steunmaatregelen die afzonderlijk bij de Commissie zijn aangemeld. Onder bepaalde voorwaarden kan de Commissie reddings- en herstructureringsteunregelingen goedkeuren. De voorwaarden voor de goedkeuring van dergelijke regelingen worden in hoofdstuk 4 uiteengezet.

3.1. REDDINGSSTEUN

23. Om door de Commissie te worden goedgekeurd moet reddingssteun, zoals in punt 12 omschreven:

a) bestaan in kassteun in de vorm van leninggaranties of leningen(17). In beide gevallen moet de rente op zijn minst vergelijkbaar zijn met de rentepercentages die gelden voor leningen aan gezonde ondernemingen en met name aan de referentiepercentages die door de Commissie zijn vastgesteld;

b) gekoppeld zijn aan leningen die over een periode van ten hoogste twaalf maanden na de laatste storting aan de onderneming moeten worden terugbetaald(18),

c) worden gerechtvaardigd door dringende sociale omstandigheden en geen ernstig "spill-over"-effect naar andere lidstaten hebben;

d) bij de aanmelding ervan gepaard gaan met een toezegging van de lidstaat, de Commissie binnen zes maanden na de goedkeuring van de reddingssteun, ofwel een herstructureringsplan, ofwel een liquidatieplan voor te leggen, dan wel aan te tonen dat de lening volledig is afgelost en/of dat de garantie is ingetrokken;

e) zich wat het bedrag betreft beperken tot hetgeen noodzakelijk is voor de exploitatie van de onderneming gedurende de periode waarvoor de steun is goedgekeurd (bijvoorbeeld dekking van de loonkosten, lopende leveringen).

24. De aanvankelijke goedkeuring van de reddingssteun bestrijkt een periode van maximaal zes maanden of, wanneer de lidstaat binnen deze termijn een herstructureringsplan voorlegt, totdat de Commissie over dit plan een beslissing neemt. Na deze aanvankelijke goedkeuring kan de Commissie, in uitzonderlijke, behoorlijk gemotiveerde gevallen op verzoek van de lidstaat een verlenging van deze termijn toestaan.

25. Reddingssteun dient een eenmalige ingreep te zijn met het doel de activiteiten gedurende een korte periode voort te zetten, waarin de toekomst van de onderneming kan worden geëvalueerd. Een reeks reddingsoperaties die zich ertoe beperken de bestaande situatie te bestendigen, waarbij het onvermijdelijke wordt uitgesteld en de industriële en sociale problemen op andere, meer efficiënte producenten of andere lidstaten worden afgewenteld, kunnen daarentegen niet worden toegestaan.

26. Wanneer de lidstaat niet binnen een termijn van zes maanden de in punt 23, onder d), genoemde toezegging nakomt, en geen naar behoren met redenen omkleed verzoek om verlenging van deze termijn heeft ingediend, leidt de Commissie de procedure van artikel 88, lid 2, in.

27. De goedkeuring van reddingssteun laat de latere beslissing over de goedkeuring van steun in het kader van een herstructureringsplan onverlet. Een dergelijke plan moet op zijn eigen waarde worden beoordeeld.

3.2. HERSTRUCTURERINGSSTEUN

3.2.1. Grondbeginsel

28. Herstructureringssteun werpt specifieke problemen op in verband met de mededinging, omdat deze ertoe kan leiden dat een onredelijk deel van de last van structurele aanpassing en de daarmee gepaard gaande sociale en economische problemen op andere producenten die geen steun ontvangen en op andere lidstaten worden afgewenteld. Het algemene beginsel dient derhalve te zijn dat herstructureringssteun alleen wordt toegestaan indien kan worden aangetoond dat de goedkeuring van deze steun niet in strijd met het belang van de Gemeenschap is. Dit is slechts mogelijk indien de steun aan strenge criteria voldoet en indien wordt verzekerd dat eventuele mededingingsvervalsingen voldoende worden gecompenseerd door de voordelen die de voortzetting van de exploitatie van de onderneming meebrengt (vooral wanneer vaststaat dat het netto-effect van de ontslagen als gevolg van het faillissement van de onderneming alsmede de gevolgen voor de leveranciers, de plaatselijke, regionale of nationale problemen op het gebied van de werkgelegenheid zouden verergeren, of, in uitzonderlijke gevallen, wanneer de sluiting van de onderneming tot een monopolie of een sterk oligopolistische situatie zou leiden) en, in voorkomend geval, door voldoende compenserende maatregelen ten gunste van de concurrenten.

3.2.2. Voorwaarden voor de goedkeuring van steun

29. Behoudens de bijzondere bepalingen voor steungebieden, voor KMO's en voor de landbouwsector (zie punten 53, 54 en 55 en hoofdstuk 5) moet herstructureringssteun, om door de Commissie te worden goedgekeurd, aan de volgende voorwaarden voldoen:

a) De onderneming moet voor steun in aanmerking komen

30. De onderneming moet als een onderneming in moeilijkheden in de zin van deze richtsnoeren (zie de punten 4 tot en met 8) kunnen worden beschouwd.

b) Herstel van de levensvatbaarheid

31. Voorwaarde voor de toekenning van steun is de tenuitvoerlegging van een herstructureringsplan dat, voor alle individuele gevallen van steun, door de Commissie moet zijn goedgekeurd.

32. Het herstructureringsplan, waarvan de looptijd zo kort mogelijk moet zijn, dient binnen een redelijk tijdsbestek, de levensvatbaarheid op lange termijn van de onderneming te herstellen op grond van realistische veronderstellingen betreffende de toekomstige bedrijfsomstandigheden. Herstructureringssteun moet derhalve gekoppeld zijn aan een uitvoerbaar herstructureringsplan waartoe de betrokken lidstaat zich verbindt. Dit plan moet met alle noodzakelijke gegevens, waaronder met name een marktstudie, aan de Commissie worden voorgelegd(19). De verbetering van de levensvatbaarheid dient voornamelijk tot stand te komen door middel van interne maatregelen waarin het herstructureringsplan voorziet, en mag alleen op externe factoren berusten waarop de onderneming slechts weinig invloed kan uitoefenen, zoals hogere prijzen en een stijging van de vraag, indien de veronderstellingen inzake de marktontwikkeling in ruime kring worden onderschreven. Een herstructurering dient de afstoting van de activiteiten te omvatten die zelfs na de herstructurering structureel verliesgevend zouden blijven.

33. Het herstructureringsplan dient de omstandigheden te beschrijven die tot de moeilijkheden van de onderneming hebben geleid, zodat kan worden beoordeeld of de voorgestelde maatregelen passend zijn. Het moet met name de situatie en de verwachte ontwikkeling van vraag en aanbod op de markt van de betrokken producten in aanmerking nemen, aan de hand van optimistische, pessimistische en neutrale scenario's, alsook de specifieke sterke en zwakke punten van de onderneming. Het maakt de onderneming de overgang naar een nieuwe structuur mogelijk die haar uitzicht biedt op levensvatbaarheid op lange termijn alsmede de mogelijkheid geeft tot exploitatie met eigen middelen.

34. Het herstructureringsplan moet een omschakeling van de onderneming beogen zodat deze, wanneer de herstructurering voltooid is, in staat is alle kosten, met inbegrip van aflossingen en financiële lasten, te dekken. De verwachte kapitaalopbrengst van de onderneming na de herstructurering moet voldoende zijn zodat zij geen staatssteun meer nodig heeft en op eigen kracht op de markt kan concurreren.

c) Voorkoming van ongerechtvaardigde vervalsing van de mededinging

35. Een voorwaarde voor herstructureringssteun is voorts dat er maatregelen worden genomen om de nadelige gevolgen van de steun voor concurrenten zoveel mogelijk te beperken. Anders zou moeten worden aangenomen dat door de steun "het gemeenschappelijke belang wordt geschaad" en zou deze derhalve als met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar moeten worden beschouwd.

36. Dit houdt meestal in, dat de onderneming na de herstructurering geen even belangrijke positie op haar markt(en) meer mag innemen als voordien. Wanneer de betrokken markt(en)(20) vanuit communautair oogpunt met inbegrip van de EER, te verwaarlozen is/zijn, of wanneer het aandeel van de onderneming van deze markt(en) verwaarloosbaar is, moet worden aangenomen dat zich geen ongerechtvaardigde mededingingvervalsing voordoet. Deze voorwaarde geldt derhalve in beginsel niet voor kleine en middelgrote ondernemingen, behalve wanneer de sectorale regels op het gebied van staatssteun anders bepalen.

37. De gedwongen beperking of vermindering van de aanwezigheid op de markt of markten waarop de onderneming actief is, vormt een compenserende maatregel voor de concurrenten. Deze compenserende maatregel moet verband houden met de door de steun veroorzaakte mededingingvervalsing en met name met de relatieve positie van de onderneming op de markt of markten. De Commissie stelt de omvang van deze beperking vast op grond van de marktstudie die deel uitmaakt van het herstructureringsplan en, wanneer de procedure is ingeleid, op grond van door de belanghebbenden verstrekte inlichtingen. De vermindering van de aanwezigheid van de onderneming op de markt wordt aan de hand van het herstructureringsplan en de voorwaarden die daarin zijn opgenomen, bereikt.

38. Een versoepeling van de noodzaak compenserende maatregelen te nemen kan worden overwogen wanneer deze vermindering of beperking tot een duidelijke verslechtering van de marktstructuur zou kunnen leiden, bijvoorbeeld doordat zij indirect het ontstaan van een monopolie of een sterk oligopolistische situatie in de hand werkt.

39) De compenserende maatregelen kunnen verschillende vormen aannemen, naargelang op de markt waar de onderneming werkzaam is, al dan niet overcapaciteit heerst. Om te beoordelen of er overcapaciteit heerst, kan de Commissie rekening houden met alle nuttige gegevens waarover zij beschikt:

i) wanneer in de Gemeenschap of in de EER een structurele overcapaciteit bestaat op een markt waarop de begunstigde actief is, dient het herstructureringsplan, evenredig met de hoogte van het ontvangen steunbedrag en de invloed van de steun op de relevante markt, bij te dragen tot de verbetering van de marktvoorwaarden door een onomkeerbare vermindering van de productiecapaciteit. Een capaciteitsvermindering is onomkeerbaar wanneer de betrokken activa zodanig worden veranderd dat zij nooit meer de vroegere capaciteit kunnen behalen, of definitief worden omgebouwd met het oog op een ander gebruik. De verkoop van capaciteit aan concurrenten is in dit geval niet voldoende, tenzij de installaties worden verkocht voor gebruik in een geografische markt waar de permanente exploitatie ervan geen belangrijke gevolgen voor de mededinging in de Gemeenschap heeft. De voorwaarden inzake capaciteitsvermindering moeten ertoe bijdragen de aanwezigheid van de gesteunde onderneming op de communautaire markt te beperken;

ii) wanneer er daarentegen in de Gemeenschap of de EEG geen structurele overcapaciteit bestaat op de markt waarop de begunstigde actief is, zal de Commissie niettemin onderzoeken of een compenserende maatregel moet worden geëist. Ingeval deze compenserende maatregel een capaciteitsinkrimping omvat, kan deze tot stand worden gebracht door de afstoting van activa of van dochterondernemingen. De Commissie zal de door de lidstaat voorgestelde compenserende maatregelen, in welke vorm dan ook, onderzoeken en vaststellen of deze toereikend zijn om de eventuele mededingingvervalsende gevolgen van de steun te beperken. Bij haar overweging van de noodzakelijke compenserende maatregelen zal de Commissie rekening houden met de marktsituatie en met name met de groei op de markt en de mate waarin in de vraag wordt voorzien.

d) Beperking van de steun tot het minimum

40. Het bedrag en de intensiteit van de steun moeten tot het voor de uitvoering van de herstructurering strikt noodzakelijke minimum worden beperkt, in samenhang met de financiële mogelijkheden van de onderneming, van haar aandeelhouders of van de groep ondernemingen waarvan zij deel uitmaakt. De begunstigden van de steun dienen met eigen middelen, zo nodig door de verkoop van activa wanneer deze niet onontbeerlijk zijn voor het voortbestaan van de onderneming of door externe financiering tegen marktvoorwaarden, een belangrijke bijdrage te leveren aan het herstructureringsplan. Om mededingingvervalsingen te beperken moet de steun in zodanige vorm worden verleend dat de onderneming niet de beschikking krijgt over extra middelen die zouden kunnen worden gebruikt voor agressieve, marktverstorende activiteiten die geen verband met het herstructureringsproces houden. Hiertoe onderzoekt de Commissie het niveau van de passiva van de onderneming na de herstructurering evenals na de overdracht of vermindering van vorderingen, met name in het kader van de voortzetting van haar activiteiten na een procedure wegens insolventie ingevolge het nationale recht(21). Evenmin mag de steun worden gebruikt voor de financiering van nieuwe investeringen die niet noodzakelijk zijn om de levensvatbaarheid te herstellen.

41. In ieder geval moet worden aangetoond dat de steun slechts dient om de levensvatbaarheid van de onderneming te herstellen en niet om de begunstigde in staat te stellen de productiecapaciteit tijdens de uitvoering van het herstructureringsplan uit te breiden, behalve indien dit voor het herstel van de levensvatbaarheid van de onderneming noodzakelijk is, zonder dat de mededinging evenwel wordt vervalst.

e) Bijzondere voorwaarden voor de goedkeuring van steun

42. Naast de in de punten 35 tot en met 39 beschreven compenserende maatregelen en indien de lidstaat dergelijke bepalingen niet heeft vastgesteld, kan de Commissie de voorwaarden en verplichtingen opleggen die zij nodig acht om te voorkomen dat de mededinging zodanig wordt vervalst dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. De betrokken lidstaat kan er met name toe worden verplicht:

i) zelf maatregelen te nemen (bijvoorbeeld de openstelling van bepaalde markten voor andere communautaire marktdeelnemers);

ii) van de steunontvangende onderneming bepaalde maatregelen te eisen (bijvoorbeeld om op bepaalde markten niet als prijsleider op te treden);

iii) de begunstigde gedurende de herstructureringsperiode geen steun met andere doeleinden te verlenen.

f) Volledige uitvoering van het herstructureringsplan en nakoming van de opgelegde voorwaarden

43. De onderneming dient het aan de Commissie voorgelegde en door haar goedgekeurde herstructureringsplan volledig uit te voeren en alle andere in de beschikking van de Commissie opgelegde verplichtingen na te komen. De Commisie beschouwt het niet uitvoeren van het plan en het niet nakomen van de verplichtingen als misbruik van steun.

44. Ingeval van herstructureringen die zich over een aantal jaren uitstrekken en waarmee aanzienlijke steunbedragen gemoeid zijn, kan de Commissie eisen dat de herstructureringssteun in verschillende tranches wordt betaald. Zij kan de betaling van elke steuntranche aan de volgende voorwaarden onderwerpen:

i) de aan elke betaling voorafgaande vaststelling dat alle fasen van het herstructureringsplan binnen het vastgestelde tijdschema naar behoren ten uitvoer zijn gelegd,

of

ii) haar aan elke betaling voorafgaande goedkeuring, na vaststelling van de behoorlijke uitvoering van het plan.

g) Controle en jaarlijks verslag

45. De commissie moet in staat worden gesteld zich, op grond van regelmatige en gedetailleerde verslagen die de betrokken lidstaten bij haar indienen, van een behoorlijke uitvoering van het herstructureringsplan te vergewissen.

46. Wat de steun aan grote ondernemingen betreft, moet het eerste van deze verslagen gewoonlijk binnen zes maanden na de datum van goedkeuring van de steun bij de Commissie worden ingediend. Vervolgens moeten de verslagen tenminste eenmaal per jaar, op een vaste datum, aan de Commissie worden toegezonden zolang de doelstellingen van de herstructureringssteun niet zijn bereikt. Zij moeten alle relevante gegevens bevatten aan de hand waarvan de Commissie de uitvoering van het goedgekeurde herstructureringsplan, het tijdschema van de uitkeringen van steun aan de onderneming en haar financiële positie kan controleren en zich ervan kan vergewissen of de voorwaarden of verplichtingen, gesteld in de beschikking van de Commissie waarbij de steun is goedgekeurd, in acht zijn genomen. Zij moeten met name alle nuttige inlichtingen bevatten met betrekking tot de steun, ongeacht voor welke doeleinden en ongeacht of deze ad hoc of in het kader van steunregelingen is verleend, die de onderneming gedurende de herstructurering heeft ontvangen (zie punten 90 tot en met 93 "Dienstige maatregelen"). Is tijdige bevestiging van bepaalde essentiële informatie nodig, bijvoorbeeld in verband met sluitingen of capaciteitsverminderingen, dan kan de Commissie verlangen dat vaker verslagen worden ingediend.

47. Wat de steun voor kleine en middelgrote ondernemingen betreft, is de indiening van de resultatenrekening en de balans van de gesteunde onderneming in de regel voldoende, behalve ingeval de goedkeuringsbeschikking strengere eisen bevat.

3.2.3. Beginsel van de eenmalige steun

48. Om eventueel misbruik van steun te voorkomen, mag herstructureringssteun slechts eenmaal worden verleend. Wanneer de Commissie in kennis wordt gesteld van een voornemen tot het verlenen van herstructureringssteun, moet de lidstaat aangeven of de onderneming in het verleden reeds staatssteun voor herstructurering heeft ontvangen, met inbegrip van steun die vóór de inwerkingtreding van deze richtsnoeren is verleend en van niet-aangemelde steun(22). Zo dit het geval is en wanneer de herstructurering is beëindigd of sinds de uitvoering van het plan is gestaakt, minder dan tien jaar is verstreken(23), zal de Commissie de toekenning van nieuwe herstructureringssteun gewoonlijk niet goedkeuren(24), behalve onder uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden die de onderneming niet zijn toe te rekenen(25). Onder onvoorziene omstandigheden worden gebeurtenissen verstaan die ten tijde van de opstelling van het herstructureringsplan volstrekt niet konden worden voorzien.

49. Wijzigingen van de eigendomssituatie van de begunstigde onderneming na de toekenning van steun, evenals eventuele gerechtelijke of administratieve procedures die tot gevolg hebben dat de vermogenspositie van de onderneming wordt gesaneerd, de vorderingen worden verminderd of vroegere schulden worden vereffend, hebben geen enkele invloed op de toepassing van deze regel, indien de exploitatie van een en dezelfde onderneming wordt voortgezet.

50. In geval van een onderneming die de activa van een andere onderneming overneemt, met name wanneer deze aan een van de in punt 49 genoemde procedures of aan een collectieve procedure wegens insolventie ingevolge het nationale recht is onderworpen en zelf reeds reddings- of herstructureringssteun heeft ontvangen, is de voorwaarde van eenmalige steun niet op de overnemende onderneming van toepassing, indien aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:

a) de overnemende onderneming onderscheidt zich duidelijk van de oude onderneming;

b) zij heeft activa van de oude onderneming tegen de marktprijs verworven (zodat het "lekken" van aan de oude onderneming uitgekeerde steun naar de nieuwe onderneming is uitgesloten);

c) de liquidatie of de sanering van de oude onderneming en de overname vormen geen formaliteiten om de toepassing van het beginsel van de eenmalige steun te omzeilen (wat door de Commissie zou kunnen worden vastgesteld wanneer, bijvoorbeeld, de moeilijkheden waarmee de overnemende onderneming kampt bij de aankoop van de activa van de oude onderneming duidelijk konden worden voorzien).

51. Er zij evenwel aan herinnerd dat steun voor de aankoop van activa, omdat deze steun voor een initiële investering is, uit hoofde van de onderhavige richtsnoeren niet kan worden goedgekeurd (zie ook punt 7).

3.2.4. Wijziging van het herstructureringsplan

52. Is herstructureringssteun goedgekeurd, dan kan de betrokken lidstaat, zolang de herstructureringsperiode niet is afgelopen, de Commissie verzoeken wijzigingen van het herstructureringsplan en van het steunbedrag te aanvaarden. De Commissie kan dergelijke wijzigingen goedkeuren zolang de volgende voorwaarden in acht worden genomen:

a) het gewijzigde plan moet, steeds binnen een redelijk tijdsbestek, een herstel van de levensvatbaarheid inhouden;

b) wanneer het steunbedrag wordt verhoogd, moeten de tegenprestaties omvangrijker zijn dan oorspronkelijk was vastgesteld;

c) wanneer de voorgestelde tegenprestaties geringer zijn dan die welke oorspronkelijk werden verlangd, moet het steunbedrag dienovereenkomstig worden verlaagd;

d) de tenuitvoerlegging van de compenserende maatregelen mag slechts worden uitgesteld ten opzichte van het oorspronkelijke tijdschema om redenen die niet aan de onderneming of de lidstaat kunnen worden geweten. In het andere geval moet het steunbedrag dienovereenkomstig worden verlaagd.

3.2.5. Herstructureringssteun in steungebieden

53. De economische en sociale samenhang is overeenkomstig artikel 158 van het EG-Verdrag een primaire doelstelling van de Gemeenschap. Artikel 159(26) preciseert dat het andere beleid tot de verwezenlijking van deze doelstelling moet bijdragen. De Commissie moet bij de beoordeling van herstructureringssteun in steungebieden dus rekening houden met de behoeften van de regionale ontwikkeling. Dat een noodlijdende onderneming gevestigd is in een steungebied betekent evenwel niet dat herstructureringssteun zonder meer wordt toegestaan; een regio is er op middellange tot lange termijn niet bij gebaat dat ondernemingen op kunstmatige wijze in stand worden gehouden. Voorts is het, aangezien slechts beperkte communautaire en nationale middelen voor steun ter bevordering van de regionale ontwikkeling beschikbaar zijn, in het belang van de regio's zelf dat zij deze beperkte middelen gebruiken om zo snel mogelijk alternatieve activiteiten te ontwikkelen die op lange termijn levensvatbaar zijn. Ten slotte dient de mededinging zo min mogelijk te worden vervalst, ook in geval van steun aan ondernemingen in steungebieden.

54. De in de punten 29 tot en met 52 opgesomde criteria zijn dus eveneens van toepassing op steungebieden, zelfs indien rekening wordt gehouden met de behoeften van de regionale ontwikkeling. Het stellen van minder strenge voorwaarden voor goedkeuring is in deze steungebieden evenwel mogelijk, tenzij in sectorale regels ten aanzien van de compenserende maatregelen anders wordt bepaald. Indien de ontwikkeling van een gebied hierbij gebaat is, zal de capaciteitsvermindering in steungebieden geringer zijn dan in gebieden die niet voor regionale steun in aanmerking komen, en zal worden onderscheiden tussen gebieden die op grond van artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag voor regionale steun in aanmerking komen, en gebieden die op grond van artikel 87, lid 3, onder c), voor steun in aanmerking komen om rekening te houden met het feit dat de problemen van de eerste categorie gebieden ernstiger zijn.

3.2.6. Herstructureringssteun aan KMO's

55. Steun aan ondernemingen die tot de categorie van de KMO's behoren(27), heeft doorgaans minder nadelige gevolgen voor het handelsverkeer dan steun aan grote ondernemingen. Dit geldt ook voor herstructureringssteun, zodat een minder restrictieve houding kan worden aangenomen met betrekking tot de voorwaarden van de punten 29 tot en met 47: de steun zal niet algemeen aan compenserende maatregelen worden gebonden (zie de punten 35 tot en met 39), behalve indien de sectorale regels inzake staatssteun anders bepalen, en de verplichtingen inzake verslaggeving zijn minder streng (zie de punten 45, 46 en 47). Het beginsel van eenmalige steun (punten 48 tot en met 51) is daarentegen volledig van toepassing op KMO's.

3.2.7. Steun ter dekking van de sociale kosten van herstructurering

56. Herstructureringsplannen brengen gewoonlijk een vermindering of afstoting van de betrokken activiteiten mee. Een dergelijke vermindering is vaak noodzakelijk om de onderneming te rationaliseren en efficiënt te maken en staat los van de capaciteitsverminderingen die als voorwaarde voor de goedkeuring van steun kunnen worden verlangd (met name indien de bedrijfstak te kampen heeft met structurele overcapaciteit op het niveau van de Gemeenschap of van de EER - zie de punten 35 tot en met 39). Welke reden ook aan deze maatregelen ten grondslag ligt, zij zullen in het algemeen tot inkrimping van de werkgelegenheid binnen de ondernemingen leiden.

57. Het arbeidsrecht van de lidstaten bevat soms algemene regelingen op het gebied van de sociale zekerheid die voorzien in rechtstreekse uitkeringen aan de betrokken werknemers bij ontslag of vervroegde uittreding. Dergelijke regelingen worden niet als steun in de zin van artikel 87, lid 1, beschouwd, voor zover de staat deze rechtsstreeks ten behoeve van de werknemers treft zonder tussenkomst van de onderneming.

58. Naast rechtstreekse voorzieningen voor werknemers bij ontslag en vervroegde uittreding bestaan dikwijls algemene sociale regelingen, waarmee de overheid de kosten van de uitkeringen dekt die de onderneming aan ontslagen werknemers verstrekt en die verder gaan dan haar wettelijke of contractuele verplichtingen. Indien dergelijke regelingen voor alle sectoren gelden en algemeen en automatisch voor elke werknemer beschikbaar zijn die aan vooraf vastgestelde voorwaarden voldoet, worden zij voor de ondernemingen die een herstructurering uitvoeren niet als steun in de zin van artikel 87, lid 1, aangemerkt. Worden zij daarentegen gebruikt om de herstructurering in specifieke bedrijfstakken te ondersteunen, dan kunnen zij wegens de selectieve wijze waarop zij worden toegepast, wel als steun worden aangemerkt(28).

59. De verplichtingen die een onderneming zelf heeft ten aanzien van het verstrekken van uitkeringen bij ontslag en/of vervroegde uittreding ingevolge het arbeidsrecht of collectieve overeenkomsten met vakbonden, maken deel uit van de gewone bedrijfskosten die de onderneming met eigen middelen dient te bekostigen. Derhalve wordt elke bijdrage van de staat aan deze kosten als steun beschouwd, ongeacht of de bedragen rechtsstreeks aan de onderneming worden uitbetaald of door middel van een overheidsinstelling aan de werknemers ten goede komen.

60. De Commissie staat positief tegenover dergelijke steun, daar deze economische voordelen meebrengt, die verder gaan dan de belangen van de betrokken onderneming, structurele veranderingen vergemakkelijkt en ongewenste sociale gevolgen verlicht, terwijl hij vaak slechts de verschillen opheft tussen de verplichtingen die de nationale wetgevingen de bedrijven hebben opgelegd.

61. Steun wordt niet alleen toegekend om tegemoet te komen aan de kosten van ontslag- of vervroegde-uittredingsregelingen, maar vaak ook in verband met opleiding, advisering, praktische hulp bij het vinden van ander werk, financiële tegemoetkoming bij overplaatsing en beroepsopleiding, en bijstand ten behoeve van werknemers die een nieuw bedrijf willen beginnen. De Commissie neemt dan ook een positief standpunt ten aanzien van dergelijke steun in.

62. Het is van belang dat de in de punten 56 tot en met 61 besproken steun duidelijk in het herstructureringsplan wordt aangegeven. Immers, steun voor sociale maatregelen die uitsluitend aan de ontslagen werknemers ten goede komen, wordt bij de vaststelling van de omvang van de in de punten 35 tot en met 39 bedoelde compenserende maatregelen niet in aanmerking genomen.

63. De Commissie zal in het algemeen belang trachten de sociale gevolgen van herstructureringen in andere lidstaten dan die welke de steun toekent, in het kader van het herstructureringsplan zoveel mogelijk te beperken.

4. STEUNREGELINGEN VOOR KMO'S

4.1. ALGEMENE BEGINSELEN

64. De Commissie keurt slechts regelingen op het gebied van reddings- en/of herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden goed, indien zij bedoeld zijn voor kleine en middelgrote ondernemingen die aan de communautaire definitie voldoen. Onder voorbehoud van de onderstaande bijzondere bepalingen zijn de hoofdstukken 2 en 3 van toepassing voor de beoordeling van de verenigbaarheid van dergelijke regelingen. Alle steun die uit hoofde van een regeling wordt verleend en die niet aan een van deze voorwaarden voldoet, moet afzonderlijk worden aangemeld en vooraf door de Commissie worden goedgekeurd.

4.2. IN AANMERKING KOMENDE ONDERNEMINGEN

65. Steun voor kleine en middelgrote ondernemingen die op grond van van nu af aan goedgekeurde regelingen wordt verleend kan, tenzij in sectorale regelingen anders wordt bepaald, uitsluitend van afzonderlijke aanmelding worden vrijgesteld indien deze ondernemingen ten minste aan een van de in punt 5 genoemde criteria voldoen. Steun voor ondernemingen die aan geen van deze drie criteria voldoen, moet afzonderlijk bij de Commissie worden aangemeld, opdat zij kan beoordelen of de kwalificatie van onderneming in moeilijkheden al dan niet van toepassing is.

4.3. VOORWAARDEN VOOR DE GOEDKEURING VAN REGELINGEN OP HET GEBIED VAN REDDINGSSTEUN

66. Om door de Commissie te kunnen worden goedgekeurd, moeten regelingen inzake het verlenen van reddingssteun aan de voorwaarden a), b), c) en e) van punt 23 voldoen. De in punt 23, onder (d), genoemde voorwaarde wordt voor de in dit hoofdstuk behandelde regeling vervangen door de volgende voorwaarde:

d) reddingssteun mag slechts voor maximaal zes maanden worden toegekend, gedurende welke periode de situatie van de onderneming moet worden onderzocht. Voor het verstrijken van deze periode keurt de lidstaat ofwel een herstructureringsplan of een liquidatieplan goed, ofwel verzoekt hij om terugbetaling van de lening en van de steun voor een bedrag dat overeenkomt met de risicopremie.

Reddingssteun die deze periode van zes maanden overschrijdt, moet afzonderlijk bij de Commissie worden aangemeld.

4.4. VOORWAARDEN VOOR DE GOEDKEURING VAN REGELINGEN INZAKE HERSTRUCTURERINGSSTEUN

67. Regelingen inzake herstructureringssteun kunnen door de Commissie slechts worden goedgekeurd, indien aan de toekenning van deze steun de voorwaarde is verbonden dat een door de lidstaat vooraf goedgekeurd herstructureringsplan dat aan de volgende criteria voldoet, volledig ten uitvoer wordt gelegd:

a) Herstel van de levensvatbaarheid: de criteria van de punten 31 tot en met 34 zijn van toepassing.

b) Voorkoming van ongerechtvaardigde vervalsingen van de mededinging: gezien de minder grote mededingingvervalsingen die steun aan KMO's meebrengt is het in de punten 32 tot en met 39 beschreven beginsel inzake de beperking van de aanwezigheid van de begunstigde onderneming op de betrokken markt of markten, niet van toepassing, tenzij in sectorale regels inzake staatssteun anders wordt bepaald. De regelingen moeten daarentegen de bepaling bevatten dat de begunstigde ondernemingen gedurende de looptijd van het herstructureringsplan niet tot capaciteitsuitbreiding mogen overgaan.

c) Beperking van de steun tot het noodzakelijke minimum: de in de punten 40 en 41 beschreven beginselen zijn van toepassing.

d) Beginsel van de eenmalige steun: het in de punten 48 tot en met 51 beschreven beginsel van de eenmalige steun is van toepassing. De lidstaten dienen de steun evenwel afzonderlijk bij de Commissie aan te melden wanneer van dit beginsel wordt afgeweken:

i) wegens uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden die de onderneming niet zijn toe te rekenen;

ii) in het geval van overname van de activa van een onderneming die zelf reeds reddings- of herstructureringssteun heeft ontvangen.

e) Wijziging van het herstructureringsplan: bij elke wijziging van het plan moeten de voorwaarden van punt 52 in acht worden genomen.

4.5. GEMEENSCHAPPELIJKE VOORWAARDEN VOOR GOEDKEURING VAN REGELINGEN INZAKE REDDINGS- EN/OF HERSTRUCTURERINGSSTEUN

68. De regelingen moeten het maximale steunbedrag vermelden dat aan een onderneming kan worden toegekend met het oog op redding of herstructurering, ook ingeval het plan wordt gewijzigd. Gevallen van steun waarbij dit bedrag wordt overschreden moeten afzonderlijk bij de Commissie worden aangemeld. Het maximale steunbedrag mag niet hoger zijn dan 10 miljoen EUR, inclusief eventuele cumulatie met steun uit andere bronnen of op grond van andere regelingen.

4.6. CONTROLE EN JAARLIJKS VERSLAG

69. De punten 45, 46 en 47 gelden niet voor de onderhavige regelingen. Een voorwaarde voor goedkeuring van de regeling is echter dat, gewoonlijk jaarlijks, een verslag wordt ingediend over de uitvoering van de desbetreffende regeling, waarbij de gegevens worden verstrekt die in de instructies van de Commissie inzake gestandaardiseerde verslagen worden vermeld(29). De verslagen moeten eveneens een lijst van alle begunstigde ondernemingen bevatten en voor elk ervan vermelden:

a) de naam van de onderneming;

b) de code van de bedrijfstak waartoe zij behoort - overeenkomstig de uit twee cijfers bestaande NACE-code(30);

c) het aantal werknemers;

d) de jaaromzet en de balanswaarde;

e) het bedrag van de toegekende steun;

f) in voorkomend geval, gegevens over in het verleden verleende herstructureringssteun of daarmee vergelijkbare steun;

g) de vermelding of de begunstigde onderneming al of niet is vereffend of aan een collectieve procedure wegens insolvabiliteit is onderworpen zolang de herstructureringsperiode nog niet is verstreken.

5. BEPALINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP HERSTRUCTURERINGSSTEUN IN DE LANDBOUWSECTOR(31)

5.1. CAPACITEITSVERMINDERING

70. De punten 35 tot en met 39, 55 en 67, onder b), stellen dat van kleine en middelgrote ondernemingen in beginsel geen compenserende maatregelen worden verlangd, behalve indien in sectorale regels anders is bepaald. In de landbouwsector zal de Commissie in de regel, overeenkomstig de in de punten 35 tot en met 39 genoemde beginselen, compenserende maatregelen eisen van alle begunstigden van herstructureringssteun, ongeacht de omvang van het bedrijf. De lidstaten kunnen evenwel, als alternatieve mogelijkheid, de bijzondere bepalingen voor de landbouw toepassen die in de punten 73 tot en met 82 worden uiteengezet.

5.2. OMSCHRIJVING VAN OVERCAPACITEIT

71. Voor de landbouwsector, en voor de toepassing van deze richtsnoeren, wordt structurele overcapaciteit van geval tot geval door de Commissie omschreven, waarbij zij met name rekening houdt met:

a) de omvang en de strekking, voor de onderzochte productcategorie, van de marktstabiliserende maatregelen die in de loop van de afgelopen drie jaren zijn genomen, zoals met name uitvoerrestituties en het uit de markt nemen van producten, de ontwikkeling van de prijzen op de wereldmarkt en de bij de communautaire wetgeving vastgestelde sectorale beperkingen. Voor basisproducten die aan productiequota zijn onderworpen geldt geen overcapaciteit;

b) wat de sector visserij en aquacultuur betreft, de bijzondere kenmerken van deze sector evenals de hiervoor geldende regels, met name de richtsnoeren voor het onderzoek van staatssteun in de sector visserij/aquacultuur(32) en Verordening (EG) nr. 2468/98 van de Raad(33).

5.3. ONDERNEMINGEN DIE VOOR REDDINGS- EN HERSTRUCTURERINGSSTEUN IN AANMERKING KOMEN

72. Punt 65 inzake de ondernemingen die in aanmerking komen voor reddings- en herstructureringssteun voor KMO's, en met name voor de vrijstelling van afzonderlijke aanmelding van dergelijke steun, is niet van toepassing op de landbouwsector (productie, verwerking en afzet). In deze sector kan op grond van van nu af aan goedgekeurde regelingen steun voor KMO's die niet aan de in genoemd punt omschreven voorwaarden voldoen toch van afzonderlijke aanmelding worden vrijgesteld.

5.4. CAPACITEITSVERMINDERING

73. Ten aanzien van de bedrijven in de landbouwsector past de Commissie op verzoek van de betrokken lidstaat, in plaats van de algemene regels inzake capaciteitsvermindering in deze richtsnoeren de onderstaande regels toe:

a) Algemene regel

74. Bij een structureel overschot aan productiecapaciteit geldt de in de punten 35 tot en met 39 vermelde eis inzake onomkeerbare vermindering of sluiting van productiecapaciteit. Voor primaire productie in de landbouwsector wordt deze eis echter vervangen door een verplichte capaciteitsvermindering of sluiting gedurende ten miste vijf jaar:

i) bij op bepaalde producten of ondernemers gerichte maatregelen moet de vermindering van de productiecapaciteit normaal 16 %(34) van de productiecapaciteit bedragen waarvoor de herstructureringssteun daadwerkelijk wordt toegekend;

ii) voor niet-gerichte maatregelen moet bovenbedoelde capaciteitsvermindering normaal 8 %(35) bedragen van de productiewaarde van de producten met een structureel overschot waarvoor de herstructureringssteun daadwerkelijk wordt toegekend.

75. Bij de bepaling van het recht op en het bedrag van de herstructureringssteun wordt geen rekening gehouden met de lasten voor individuele ondernemers als gevolg van het voldoen aan communautaire quota en daarmee samenhangende bepalingen.

b) Speciale regels voor kleine ondernemingen in de landbouwsector (KOLS)

76. In deze richtsnoeren wordt onder KOLS verstaan ondernemingen in de landbouwsector met niet meer dan tien arbeidsjaareenheden.

77. Voor KOLS wordt aan de eis inzake onomkeerbare vermindering of sluiting van capaciteit geacht te zijn voldaan op het betrokken marktniveau (dat dus niet noodzakelijkerwijs uitsluitend of zelfs alle begunstigden van herstructureringssteun betreft). Op voorwaarde dat de bepalingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid worden nageleefd, mogen de lidstaten kiezen welk capaciteitsverminderingssysteem zij voor de KOLS willen toepassen. Als algemene regel moeten de lidstaten aantonen dat:

i) bij op bepaalde producten of ondernemers gerichte maatregelen de regeling in de betrokken lidstaat de productiecapaciteit met een structureel overschot verlaagt met 10 %(36) van de productiecapaciteit waarvoor de herstructureringssteun daadwerkelijk wordt toegekend;

ii) bij niet-gerichte maatregelen de bovenbedoelde productiecapaciteitsvermindering 5 %(37) bedraagt van de productiewaarde van de producten met een structureel overschot waarvoor de herstructureringssteun daadwerkelijk wordt toegekend. Deze vermindering mag worden bereikt voor producten waarvoor daadwerkelijk herstructureringssteun is toegekend of voor andere producten van bijlage I waarvoor een structureel overschot bestaat.

De lidstaat moet ook aantonen, dat de betrokken capaciteitsvermindering een aanvulling vormt op de capaciteitsvermindering die zonder de betrokken herstructureringssteun zou zijn bereikt.

78. Wanneer niet naar capaciteitsvermindering per begunstigde van de steun wordt gestreefd, moeten de maatregelen voor de capaciteitsvermindering uiterlijk binnen twee jaren na het bereiken van de in punt 79 bedoelde drempel worden uitgevoerd.

c) Bijzondere voorwaarden voor alle ondernemers in de landbouwsector

79. In deze sector kunnen zelfs zeer kleine steunbedragen aan de voorwaarden van artikel 87, lid 1, van het Verdrag voldoen. Echter zal de Commissie, die de praktische problemen erkent die voortvloeien uit een capaciteitsvermindering van de primaire productie in de landbouw (en indirect de verwerking en afzet van de producten van bijlage I bij het Verdrag), maar anderzijds erkent dat het gemeenschappelijke belang moet worden nageleefd om voor de uitzondering van artikel 87, lid 3, onder c), in aanmerking te komen, mits aan alle andere voorwaarden wordt voldaan, in de onderstaande situaties van de eisen inzake capaciteitsvermindering afzien:

i) voor op een bepaalde categorie producten of ondernemers gerichte maatregelen, indien met alle besluiten die in een periode van twaalf opeenvolgende maanden ten behoeve van de begunstigden zijn genomen, in totaal niet een hoeveelheid product is gemoeid die groter is dan 3 % van de totale jaarlijkse productie van dat product in het betrokken land;

ii) voor andere, niet-gerichte maatregelen, indien met alle besluiten die in een periode van twaalf opeenvolgende maanden ten behoeve van de begunstigden zijn genomen, in totaal niet een productiewaarde is gemoeid die groter is dan 1,5 % van de totale waarde van de jaarlijkse landbouwproductie in het betrokken land.

80. Op verzoek van de betrokken lidstaat kunnen voor alle maatregelen de in punt 79, onder i) en ii), bedoelde grootheden per geografisch gebied regionaal worden bepaald. In alle gevallen moet de productie van een land (of een gebied) worden gemeten op basis van normale productieniveaus (gewoonlijk het gemiddelde van de voorgaande drie jaren), waarbij voor de omvang of de waarde van de productie van de begunstigden geldt, dat deze representatief moet zijn voor die van hun ondernemingen vóór de vaststelling van het besluit tot toekenning van steun.

81. Vrijstelling van de verplichting tot capaciteitsvermindering betekent in geen geval dat investeringssteun mag worden toegestaan zonder met eventueel voor de betrokken sector geldende beperkingen rekening te houden.

82. Ingeval de in de punten 79, 80 en 81 bepaalde grenzen voor vrijstelling van de verplichting tot capaciteitsvermindering worden overschreden

i) wordt de te bereiken capaciteitsvermindering bepaald op basis van de totale gesteunde capaciteit, en niet slechts op basis van het gedeelte dat de drempelwaarde overschrijdt;

ii) mag de capaciteitsvermindering voor andere begunstigden dan KOLS die voordat de drempelwaarde werd bereikt reeds voor steunverlening in aanmerking zijn gekomen, door middel van gelijke maatregelen worden verwezenlijkt als die welke in de punten 76, 77 en 78 voor KOLS zijn vastgesteld.

5.5. BEGINSEL VAN DE EENMALIGE STEUN

83. Het beginsel dat herstructureringssteun slechts eenmaal mag worden toegekend, is eveneens van toepassing op de landbouwsector. In afwijking van de punten 48 tot en met 51, en 67, wordt de periode waarin, behalve in uitzonderlijke, onvoorziene en niet aan de onderneming toe te rekenen omstandigheden, geen bijkomende steun mag worden toegekend, voor individuele steun en steunregelingen inzake redding en herstructurering in de sector van de primaire landbouwproductie, teruggebracht tot vijf jaar. De uitzonderingen op dit beginsel behoeven niet afzonderlijk bij de Commissie te worden aangemeld, mits de desbetreffende steun overeenkomstig de door de Commissie goedgekeurde voorwaarden van de regeling wordt toegekend. De in regelingen inzake reddings- en herstructureringssteun aangebrachte wijzigingen teneinde marktontwikkelingen in aanmerking te nemen die de Commissie ten tijde van de goedkeuring van deze regelingen nog niet kon voorzien, zullen van geval tot geval worden onderzocht.

5.6. CONTROLE EN JAARLIJKS VERSLAG

84. Met betrekking tot de controle en het jaarlijks verslag in de landbouwsector gelden de bepalingen van de hoofdstukken 3 en 4, met uitzondering van de verplichting een lijst van alle begunstigde ondernemingen alsmede bepaalde inlichtingen (punt 69, onder a) tot en met g)) over elk dezer ondernemingen in te dienen. Deze verplichting is niet van toepassing op regelingen voor KOLS.

85. Wanneer de regels van de punten 73 tot en met 84 zijn toegepast, moet het verslag:

a) ofwel gegevens bevatten over de hoeveelheid (of waarde) van de productie die daadwerkelijk van de herstructureringssteun heeft geprofiteerd en over de capaciteitsvermindering op grond van voorgenoemde bepalingen,

b) ofwel vermelden dat aan de in de punten 79, 80 en 81 gestelde voorwaarden voor vrijstelling van capaciteitsvermindering is voldaan.

5.7. OMSCHRIJVING VAN STEUNGEBIEDEN

86. Met het oog op de toepassing van deze richtsnoeren omvatten de steungebieden (zie de punten 53 en 54) met betrekking tot de ondernemers in de landbouwsector ook de probleemgebieden in de zin van Verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal bepaalde verordeningen(38).

6. DIENSTIGE MAATREGELEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 88, LID 1

87. De Commissie stelt de lidstaten op basis van artikel 88, lid 1, van het Verdrag de volgende dienstige maatregelen voor met betrekking tot hun bestaande steunregelingen. Om door de Commissie te worden goedgekeurd moeten alle toekomstige regelingen de onderstaande regels in acht nemen.

6.1. AFZONDERLIJKE AANMELDING VAN STEUN VOOR MATERIËLE INVESTERINGEN GEDURENDE DE HERSTRUCTURERINGSPERIODE

88. Wanneer een grote onderneming herstructureringssteun ontvangt die op grond van de onderhavige richtsnoeren is onderzocht, kan de toekenning van andere investeringssteun gedurende de herstructureringsperiode, ook al is deze met een reeds goedgekeurde regeling in overeenstemming, gevolgen voor het niveau van de compenserende maatregelen hebben die door de Commissie moeten worden vastgesteld.

89. Tijdens de periode van herstructurering van een dergelijke onderneming moet alle steun ten behoeve van materiële investeringen (ongeacht het doel van deze investeringen, zoals regionale ontwikkeling, milieubescherming of anderszins) die na 30 juni 2000 wordt verleend, afzonderlijk worden aangemeld, tenzij deze onder de geldende de-minimis-regel(39) valt.

6.2. OPGAVE AAN DE COMMISSIE VAN ALLE AAN DE BEGUNSTIGDE ONDERNEMING TOEGEKENDE STEUN

90. Wanneer een grote onderneming herstructureringssteun ontvangt die op grond van de onderhavige richtsnoeren wordt onderzocht, vereist de controle op een goede toepassing van de besluiten van de Commissie inzake dergelijke steun een grote mate van doorzichtigheid ten aanzien van latere steun die de onderneming, zelfs op grond van een reeds goedgekeurde regeling, zou kunnen ontvangen, ook indien deze overeenkomstig de punten 88 en 89 niet afzonderlijk behoeft te worden aangemeld.

91. Vanaf 30 juni 2000 moet in de aanmelding van herstructureringssteun van een dergelijke onderneming bij wijze van kennisgeving worden vermeld welke andere steun gedurende de betrokken periode ten behoeve van de onderneming wordt voorgenomen, ongeacht het soort steun, tenzij deze steun onder de geldende de-minimis-regel valt.

92. Evenzo moet in de overeenkomstig de punten 46, 47 en 48 van de onderhavige richtsnoeren ingediende verslagen worden vermeld welke andere steun gedurende de betrokken periode aan de begunstigde onderneming is toegekend, evenals de steun die gedurende de herstructureringsperiode wordt voorgenomen, tenzij deze steun onder de geldende de-minimis-regel valt.

93. De Commissie behoudt zich het recht voor, de procedure van artikel 88, lid 2, ten aanzien van alle steun in te leiden, indien de toekenning van steun op grond van de goedgekeurde regelingen niet aan de voorwaarden van deze richtsnoeren voldoet.

6.3. AANPASSING VAN DE BESTAANDE REGELINGEN INZAKE REDDINGS- EN HERSTRUCTURERINGSSTEUN AAN DEZE RICHTSNOEREN

94. De lidstaten moeten hun bestaande regelingen inzake reddings- en herstructureringssteun die na 30 juni 2000 van kracht zullen zijn, aanpassen om deze na die datum met de onderhavige richtsnoeren en met name met de regels van hoofdstuk 4 in overeenstemming te brengen.

95. Om de Commissie in staat te stellen deze aanpassing te controleren doen de lidstaten haar vóór 31 december 1999 een lijst met al deze regelingen toekomen. Vervolgens moeten zij haar, in ieder geval vóór 30 juni 2000 voldoende inlichtingen verstrekken om haar in staat te stellen na te gaan of de regelingen overeenkomstig deze richtsnoeren zijn gewijzigd.

7. SLOTBEPALINGEN, INWERKINGTREDING, GELDIGHEIDSDUUR EN HERZIENING VAN DE RICHTSNOEREN

7.1. WIJZIGING VAN DE RICHTSNOEREN INZAKE REGIONALE STEUNMAATREGELEN

96. Punt 4.4 van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen(40) wordt aldus gewijzigd, dat hierin de passage beginnend met "behalve wanneer ..." tot en met het eind van punt 4.4 wordt geschrapt. Volgens deze passage viel de overname van een vestiging van een onderneming in moeilijkheden niet onder de definitie van initiële investering. Een dergelijke overname valt nu wel onder de definitie. Vermeld zij evenwel, dat in geval van een overname van een vestiging van een onderneming in moeilijkheden, dient te worden aangetoond dat aan de voorwaarde van punt 4.5 volgens welke de transactie tegen marktvoorwaarden moet geschieden, is voldaan.

7.2. INWERKINGTREDING EN GELDIGHEIDSDUUR

97. Behoudens het hierna bepaalde treden de onderhavige richtsnoeren in werking zodra zij in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen zijn bekendgemaakt. Zij blijven, tenzij een nieuw besluit wordt genomen, vijf jaar gelden.

7.3. STEUN VOOR KMO's

98. Reddings- en herstructureringssteun voor KMO's die vóór 30 april 2000 afzonderlijk wordt aangemeld, wordt beoordeeld in het licht van de kaderregeling die vóór de vaststelling van de onderhavige richtsnoeren van kracht was. De verlenging van deze kaderregeling, die aan de lidstaten is meegedeeld en op 10 maart 1999 in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen is bekendgemaakt (zie voetnoot 2), wordt derhalve voor deze steun vernieuwd.

99. Opgemerkt zij dat alle regelingen onderworpen blijven aan de dienstige maatregelen van de punten 94 en 95, voorzover bepaald is dat die regelingen na 30 juni 2000 nog van kracht blijven.

7.4. STEUN VOOR GROTE ONDERNEMINGEN

100. Behoudens het hierna bepaalde zal de Commisie de verenigbaarheid van eventuele steun voor de redding en herstructurering van grote ondernemingen, evenals van alle regelingen inzake dergelijke steun aan KMO's, in het licht van de onderhavige richtsnoeren beoordelen zodra zij in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen zijn bekendgemaakt.

Vóór deze datum bij de Commissie ingeschreven aanmeldingen zullen evenwel worden onderzocht in het licht van de criteria die op het moment van de aanmelding van kracht waren.

7.5. NIET-AANGEMELDE STEUN

101. De Commissie zal de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt van alle reddings- en herstructureringssteun die zonder toestemming van de Commissie en derhalve in strijd met artikel 88, lid 3, van het Verdrag, wordt toegekend, onderzoeken

a) op de grondslag van deze richtsnoeren indien de steun, of een gedeelte daarvan, na de bekendmaking van de richtsnoeren in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen is toegekend;

b) op de grondslag van de ten tijde van de toekenning van de steun geldende richtsnoeren in alle andere gevallen.

(1) PB C 368 van 23.12.1994, blz. 12.

(2) PB C 67 van 10.3.1999, blz. 11.

(3) PB C 283 van 19.9.1997, blz. 2. Zie ook de voetnoot bij het opschrift van hoofdstuk 5.

(4) COM(1998) 417 def. en COM(1999) 148 def.

(5) SEC(97) 1 def.

(6) Het betreft hier met name vennootschapsvormen die worden vermeld in artikel 1, lid 1, eerste alinea, van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad (PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11), zoals gewijzigd bij met name Richtlijn 90/605/EEG (PB L 317 van 16.11.1990, blz. 60).

(7) Naar analogie met de bepalingen van Richtlijn 77/91/EEG van de Raad (PB L 26 van 30.1.1977, blz. 1).

(8) Het betreft hier met name vennootschapsvormen die worden vermeld in artikel 1, lid 1, eerste alinea, van Richtlijn 90/605/EEG.

(9) De oprichting, door een onderneming, van een dochteronderneming uitsluitend met het doel daarin haar activa en eventueel haar passiva onder te brengen, wordt niet als de oprichting van een nieuwe onderneming beschouwd.

(10) De enige uitzondering op deze regel vormen de eventuele gevallen die door de Bundesanstalt für vereinigungsbedingte Sonderaufgaben worden behandeld in het kader van zijn privatiseringsopdracht en andere soortgelijke gevallen in de nieuwe deelstaten, en wel met betrekking tot ondernemingen die na een liquidatie of een overname van activa die vóór 31 december 1999 zijn geschied, zijn opgericht.

(11) Dergelijke bijzondere bepalingen bestaan in de scheepsbouwsector (Verordening (EG) nr. 1540/98 van de Raad van 29 juni 1998, PB L 202 van 18.7.1998, blz. 1), de automobielsector (Kaderregeling inzake staatssteun aan de automobielindustrie, PB C 279 van 15.9.1997, blz. 1 en in de luchtvaart (Richtsnoeren inzake staatssteun in de luchtvaartsector, PB C 350 van 10.12.1994, blz. 5).

(12) Met inbegrip van cofinancieringen door communautaire fondsen.

(13) PB L 195 van 29.7.1980, blz. 35 zoals gewijzigd bij Richtlijn 93/84/EG, PB L 254 van 12.10.1993, blz. 16.

(14) Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 22 maart 1977, zaak 78/76, Steinike en Weinlig, Duitsland, Jurisprudentie 1977, blz. 595; Crédit Lyonnais/Usinor-Sacilor, persmededeling van de Commissie IP(91)1045.

(15) Mededeling betreffende openbare bedrijven in de industriesector, PB C 307 van 13.11.1993, blz. 3.

(16) Zie met name punt 27 van de Mededeling betreffende openbare bedrijven in de industriesector.

(17) Een uitzondering kan worden gemaakt in het geval van reddingssteun in de banksector, om de desbetreffende kredietinstelling in staat te stellen tijdelijk haar bankactiviteiten voort te zetten overeenkomstig de geldende prudentiële wetgeving (Richtlijn 89/647/EEG van de Raad van 18 december 1989 betreffende een solvabiliteitsratio voor kreditinstellingen, PB L 386 van 30.12.1989, blz. 14). In voorkomend geval zal alle steun in een andere vorm dan die welke onder b) wordt bedoeld, met name in de vorm van een kapitaalinbreng of een achtergestelde lening, bij het eventuele onderzoek van compenserende maatregelen in het kader van een herstructureringsplan overeenkomstig de punten 35 tot 39 in aanmerking worden genomen.

(18) Eventueel kan de terugbetaling van de lening die in het kader van de reddingssteun is verstrekt, worden gedekt door herstructureringssteun die in een later stadium door de Commissie is goedgekeurd.

(19) De inlichtingen waarover de Commissie moet beschikken om de steun naar behoren te kunnen onderzoeken, zijn in bijlage I vermeld.

(20) Overeenkosmtig de definitie van de Multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten (PB C 107 van 7.4.1998, blz. 7, punt 7.6): "De relevante productmarkt(en) voor de vaststelling van het marktaandeel, omvat(ten) de producten en/of diensten waarop het investeringsproject betrekking heeft, alsmede waar passend die welke als substituten daarvoor worden beschouwd, hetzij door de consument (wegens de kenmerken van de producten, hun prijs en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd), hetzij door de producent (ten gevolge van de flexibiliteit van de productie-installaties). De relevante geografische markt omvat in beginsel de EER of, indien dit niet het geval is, een wezenlijk deel van de EER, voorzover de concurrentievoorwaarden in dat gebied in voldoende mate van die in andere gebieden in de EER kunnen worden onderscheiden. Waar passend kan de relevante markt als een wereldmarkt worden beschouwd". In een voetnoot wordt verduidelijkt dat in geval van de productie van intermediaire producten, de relevante markt de markt kan zijn voor het afgewerkte product indien niet het grootste deel van de productie op de open markt wordt verkocht.

(21) Zie punt 6.

(22) Wat niet-aangemelde steun betreft, houdt de Commissie bij haar onderzoek rekening met de mogelijkheid dat de steun als andere dan als herstructureringssteun verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kan zijn verklaard.

(23) Tenzij anders is bepaald, is de datum van voltooiing van de herstructurering gewoonlijk de uiterste datum voor de tenuitvoerlegging van de verschillende in het herstructureringsplan vastgestelde maatregelen (zie bijlage I, punt IV, zesde streepje).

(24) Naar gelang van de mate van liberalisering en de bijzondere kenmerken van elke sector moeten twee situaties worden vermeld:

- in de sector van het luchtvervoer, die sinds 1997 volledig is vrijgemaakt, zal de Commissie het principe van de eenmalige steun toepassen in overeenstemming met de beperkingen en voorwaarden van de Richtsnoeren inzake staatssteun in de luchtvaartsector;

- in andere sectoren kunnen afwijkingen worden vastgesteld indien de liberalisering van communautaire markten die voordien niet aan vrije mededinging blootstonden, een nieuwe economische situatie meebrengt.

(25) Dit geldt niet voor steun die vóór 1 januari 1996 aan ondernemingen in de voormalige Duitse Democratische Republiek werd toegekend en die door de Commissie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar werd geacht. Dit punt is evenmin van toepassing op steun aan dergelijke ondernemingen die vóór 31 december 2000 wordt aangemeld. Niettemin is de Commissie van mening dat herstructureringssteun gewoonlijk slechts eenmaal nodig is, en zij zal dergelijke gevallen in het licht van dit beginsel beoordelen.

(26) Artikel 159 van het EG-Verdrag bepaalt: "De vaststelling en de tenuitvoerlegging van het beleid en van de maatregelen van de Gemeenschap en de totstandbrenging van de interne markt houden rekening met de doelstellingen van artikel 158 en dragen bij tot de verwezenlijking daarvan."

(27) De toepasselijke definitie is die van de Aanbeveling van de Commissie betreffende de definitie van de kleine en middelgrote ondernemingen, PB L 107 van 30.4.1996, blz. 4.

(28) In zijn arrest van 26 september 1996 in zaak C-241/94, Frankrijk/Commissie (Kimberly Clark Sopalin), Jurisprudentie 1996, blz. I-4551, bevestigde het Hof van Justitie het standpunt van de Commissie dat de financiering op discretionaire grondslag door de Franse autoriteiten, via het "Fonds national de l'emploi", van bepaalde sociale verplichtingen bepaalde ondernemingen in een gunstiger positie bracht dan andere, en derhalve voldeed aan de voorwaarden die gelden voor steun in de zin van artikel 87, lid 1. (Het arrest heeft de conclusie van de Commissie dat deze steun als met de gemeenschappelijke markt verenigbaar kan worden beschouwd, echter niet ter discussie gesteld.)

(29) Zie de brief van de Commissie aan de lidstaten van 22 februari 1994 inzake aanmeldingen en jaarlijkse verslagen.

(30) Algemene systematische bedrijfsindeling in de Europese Gemeenschappen, gepubliceerd door het Bureau voor Officiële Publicaties der Europese Gemeenschappen.

(31) Waartoe uit hoofde van deze richtsnoeren alle bedrijven worden gerekend die zich bezighouden met de productie van en/of de handel in de producten die worden genoemd in bijlage I bij het Verdrag, met inbegrip van de visserij en de aquacultuur, evenwel rekening houdende met de bijzondere kenmerken van deze sector en de communautaire regels die hiervoor gelden.

(32) PB C 100 van 27.3.1997, blz. 12.

(33) PB L 312 van 20.11.1998, blz. 19.

(34) Voor herstructureringssteun in steungebieden, met inbegrip van probleemgebieden, wordt de voorgeschreven capaciteitsvermindering met 2 % verlaagd.

(35) Voor herstructureringssteun in steungebieden, met inbegrip van probleemgebieden, wordt de voorgeschreven capaciteitsvermindering met 2 % verlaagd.

(36) Voor herstructureringssteun in steungebieden, met inbegrip van probleemgebieden, wordt de voorgeschreven capaciteitsvermindering met 2 % verlaagd.

(37) Voor herstructureringssteun in steungebieden, met inbegrip van probleemgebieden, wordt de voorgeschreven capaciteitsvermindering met 2 % verlaagd.

(38) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.

(39) PB C 68 van 6.3.1996, blz. 9.

(40) PB C 74 van 10.3.1998, blz. 9.

BIJLAGE I

AANMELDINGSFORMULIER VOOR AD-HOCHERSTRUCTURERINGSSTEUN

I. Gegevens betreffende de onderneming

- Naam van de onderneming.

- Rechtsvorm van de onderneming.

- Bedrijfstak waartoe de onderneming behoort overeenkomstig de NACE-code.

- Namen van de voornaamste aandeelhouders en hun respectieve participaties.

- Vermelding van alle aandeelhoudersovereenkomsten (vorming van vaste kern, recht van voorkoop enz.).

- Indien de onderneming tot een concern behoort, afschrift van het volledige en bijgewerkte organigram van het gehelde concern met de onderlinge banden, uitgedrukt in kapitaal en stemrecht.

- Indien de onderneming is ontstaan uit een aankoop van activa na een liquidatieprocedure of een gerechtelijke saneringsprocedure, de bovenvermelde gegevens voor de betrokken onderneming of ondernemingen.

- Vestigingsplaats van alle voornaamste productie-eenheden in de gehele wereld, met aantallen werknemers.

- Indien de onderneming als een kleine of middelgrote onderneming wordt beschouwd, moet de lidstaat aantonen dat de onderneming aan alle criteria van de communautaire definitie van een dergelijke onderneming voldoet. Indien zulks het geval is, moet de lidstaat uiteenzetten waarom de onderneming niet in aanmerking komt voor een regeling inzake herstructureringssteun voor KMO's (er bestaan geen regelingen of er is niet aan de voorwaarden om voor dergelijke steun in aanmerking te komen, voldaan).

- Afschrift van, zo mogelijk, de laatste drie resultatenrekeningen en in ieder geval van de laatste resultatenrekening.

- In voorkomend geval, afschrift van en eventuele gerechtelijke beslissing inzake de benoeming van een tijdelijke bewindvoerder of de inleiding van een onderzoekprocedure.

II. Marktstudies

De lidstaat moet een afschrift voorleggen van de marktstudie, voor de markt of markten waarop de in moeilijkheden verkerende onderneming werkzaam is, met de naam van de instelling die de studie heeft uitgevoerd. Deze marktstudie moet met name bevatten:

- een nauwkeurige bepaling van de markt waarop de studie betrekking heeft;

- de naam van de voornaamste concurrenten met hun respectieve marktaandelen, op mondiaal, communautair of nationaal vlak naargelang van het geval;

- de ontwikkeling van de marktaandelen van de onderneming gedurende de afgelopen jaren;

- een beoordeling van de totale productiecapaciteit op communautair vlak gelet op de vraag en de conclusie ten aanzien van het al dan niet bestaan van overcapaciteit;

- vooruitzichten op communautair vlak met betrekking tot de ontwikkeling van de vraag, de ontwikkeling van de cumulatieve productiecapaciteit van de markt en het prijsverloop op deze markt voor de eerstkomende vijf jaar.

III. Omschrijving van de steun

- Toon aan dat de moeilijkheden van de onderneming een specifiek karakter hebben en niet het gevolg zijn van een willekeurige kostenallocatie binnen een concern.

- Geef aan of de onderneming reeds reddingssteun heeft ontvangen en zo ja, vermeld de datum van goedkeuring en voeg de toezegging van de lidstaat toe om een herstructurerings- of liquidatieplan in te dienen.

- Geef aan of de onderneming of een van haar dochterondernemingen, waarvan zij ten minste 25 % van het kapitaal of van de stemrechten bezit, reeds herstructureringssteun hebben ontvangen of steun die in het verleden als zodanig werd beschouwd. Zo ja, wordt u verzocht de eerdere beschikkingen van de Commissie te vermelden.

- Geef de steunvorm aan en het bedrag van het totale met de steun verbonden financiële voordeel.

- Geef aan welke compenserende maatregelen de lidstaat voorstelt om de mededingverstorende effecten op communautair vlak tegen te gaan.

- Noem alle soorten steun die de onderneming vóór het einde van haar herstructureringsperiode zou kunnen ontvangen, tenzij deze steunmaatregelen onder de de-minimis-regel vallen.

IV. Herstructureringsplan

De lidstaat moet een herstructureringsplan indienen overeenkomstig de bepalingen van de punten 29 tot en met 47, dat tenminste de volgende gegevens bevat:

- presentatie van de verschillende hypothesen inzake de marktontwikkeling die uit de marktstudie naar voren komen;

- analyse van de verschillende factoren die de onderneming in een moeilijke situatie hebben gebracht;

- uitenzetting van de voor de onderneming in de eerstkomende jaren voorgenomen strategie;

- omschrijving van de verschillende voorgenomen herstructureringsmaatregelen met de daaraan verbonden kosten;

- vergelijkende beoordeling van de economische en sociale gevolgen op regionaal en/of nationaal vlak, van de sluiting van de steunontvangende onderneming en van de uitvoering van het herstructureringsplan;

- een tijdschema inzake de tenuitvoerlegging van de verschillende maatregelen en de termijn voor de volledige tenuitvoerlegging van het herstructureringsplan;

- een zeer nauwkeurige omschrijving van de financiële planning van de herstructurering:

- gebruik van nog beschikbare eigen middelen;

- verkoop van activa of dochterondernemingen om bij te dragen aan de financiering van de herstructurering;

- financiële toezeggingen van de verschillende particuliere aandeelhouders en de voornaamste kredietinstellingen die leningen verstrekken;

- bedrag van de overheidssteun en motivering van de noodzaak ervan;

- eventueel gebruik van terugbetaalbare voorschotten of van een clausule inzake herstel van winstgevendheid met het oog op de terugbetaling van de steun;

- verwachte resultatenrekeningen voor de eerstkomende vijf jaar met een raming van de rentabiliteit van het eigen vermogen en een gevoeligheidsanalyse op basis van verschillende scenario's;

- verslag van het overleg met de werknemersorganisaties van de onderneming over de voorgenomen herstructurering;

- naam van de opsteller(s) van het herstructureringsplan en datum van voltooiing ervan.

V. Toezegging van de lidstaat

De lidstaat moet een toezegging overleggen waarin hij verklaart dat hij, in de verslagen betreffende goedgekeurde herstructureringssteun, alle nuttige inlichtingen zal verstrekken over de steun, ongeacht de aard ervan, die al dan niet in het kader van een regeling aan de begunstigde onderneming is verleend, tot de herstructureringsperiode verstreken is.

BIJLAGE II

AANMELDINGSFORMULIER VOOR REDDINGSSTEUN

Noodzakelijke gegevens betreffende de onderneming

Naam van de onderneming:

Rechtsvorm van de onderneming;

Bedrijfstak waartoe de onderneming behoort:

Aantal werknemers (eventueel geconsolideerd):

Bedrag van de exploitatiekosten en financiële lasten in de afgelopen twaalf maanden:

Maximumbedrag van de voorgenomen lening:

Naam van de instelling die de lening verstrekt:

Verplicht over te leggen stukken

- Laatste resultatenrekening met balans, of gerechtelijke beslissing om met betrekking tot de onderneming overeenkomstig het nationale vennootschapsrecht een onderzoekperiode te openen.

- Toezegging van de lidstaat om de Commissie binnen een termijn van ten hoogste zes maanden vanaf de datum van goedkeuring van de reddingssteun hetzij een herstructureringsplan, hetzij een liquidatieplan voor te leggen, hetzij aan te tonen dat de lening en de steun volledig zijn uitgekeerd.

- Liquiditeitsplan voor de eerste zes maanden waarin de op korte termijn te lenen bedragen worden aangegeven.

- Afschrift van de aan de in moeilijkheden verkerende onderneming aangeboden leningovereenkomst (gekoppeld aan reddingssteun), waarin de voorwaarden inzake de uitkering van de geleende bedragen en de bepalingen inzake de terugbetaling ervan zijn opgenomen.

- Afschrift van de ontwerpgarantie ter dekking van de betrokken lening indien een dergelijke garantie is voorzien.