31999R2800

Verordening (EG) nr. 2800/1999 van de Commissie van 17 december 1999 tot vaststelling van een overgangsregeling inzake de betaling van de bij Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ingestelde steun voor op het grondgebied van een andere lidstaat gedenatureerde of tot mengvoeder voor dieren verwerkte mageremelkpoeder en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1624/76

Publicatieblad Nr. L 340 van 31/12/1999 blz. 0028 - 0028


VERORDENING (EG) Nr. 2800/1999 VAN DE COMMISSIE

van 17 december 1999

tot vaststelling van een overgangsregeling inzake de betaling van de bij Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ingestelde steun voor op het grondgebied van een andere lidstaat gedenatureerde of tot mengvoeder voor dieren verwerkte mageremelkpoeder en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1624/76

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten(1), en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 bevat de bepalingen betreffende de toekenning van steun voor mageremelkpoeder dat voor voederdoeleinden wordt gebruikt en vervangt Verordening (EEG) nr. 986/68 van de Raad van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van steun voor ondermelk en mageremelkpoeder bestemd voor voederdoeleinden(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1802/95 van de Commissie(3). In artikel 3, lid 1, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 986/68 is bepaald dat een lidstaat steun kan toekennen voor mageremelkpoeder dat op zijn eigen grondgebied is geproduceerd, als het op het grondgebied van een andere lidstaat wordt gedenatureerd of tot mengvoeder wordt verwerkt.

(2) De ervaring leert dat deze bijzondere betalingsregeling de uitvoering van de betrokken steunmaatregel bemoeilijkt en fraudegevoeliger maakt. Deze regeling, waarvan de toepassingsbepalingen zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1624/76 van de Commissie(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3337/94(5), moet derhalve worden ingetrokken. Het lijkt evenwel noodzakelijk deze regeling gedurende zes maanden te blijven toepassen, opdat de betrokken lidstaten de normale betalingsregeling gemakkelijker kunnen invoeren. Hiertoe moet voor de betrokken periode een op Verordening (EEG) nr. 1624/76 gebaseerde overgangsregeling worden getroffen.

(3) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2000 zijn de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1624/76 van toepassing op de betaling van de bij artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 ingestelde steun voor mageremelkpoeder dat in een lidstaat is geproduceerd en dat bestemd is om naar een andere lidstaat te worden verzonden om daar overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2799/1999(6) te worden gedenatureerd of tot mengvoeder verwerkt.

Artikel 2

Verordening (EEG) nr. 1624/76 wordt per 1 juli 2000 ingetrokken. Deze verordening blijft echter van toepassing voor de hoeveelheden mageremelkpoeder waarvoor de administratieve formaliteiten voor de verzending naar de lidstaat van bestemming vóór die datum zijn vervuld.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 december 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48.

(2) PB L 169 van 18.7.1968, blz. 4.

(3) PB L 174 van 26.7.1995, blz. 27.

(4) PB L 180 van 6.7.1976, blz. 9.

(5) PB L 350 van 31.12.1999, blz. 66.

(6) Zie bladzijde 3 van dit Publicatieblad.