31999R2767

Verordening (EG) nr. 2767/1999 van de Commissie van 23 december 1999 tot instelling van een invoercertificatenregeling voor uit Marokko ingevoerde tomaten

Publicatieblad Nr. L 333 van 24/12/1999 blz. 0003 - 0004


VERORDENING (EG) Nr. 2767/1999 VAN DE COMMISSIE

van 23 december 1999

tot instelling van een invoercertificatenregeling voor uit Marokko ingevoerde tomaten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Besluit 95/35/EG van de Raad van 19 december 1994 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko betreffende de regeling voor de invoer van tomaten en courgettes van oorsprong en van herkomst uit Marokko in de Gemeenschap(1), inzonderheid op artikel 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op grond van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko betreffende de regeling voor de invoer van tomaten en courgettes van oorsprong en van herkomst uit Marokko in de Gemeenschap heeft Marokko zich ertoe verbonden in de betrokken periodes in totaal niet meer tomaten dan de overeengekomen hoeveelheden naar de Gemeenschap uit de voeren. Daartoe meldt Marokko de diensten van de Commissie elke dinsdag hoeveel tomaten in de voorafgaande week zijn uitgevoerd. In de overeenkomst is ook bepaald dat de diensten van de Commissie zich het recht voorbehouden een systeem van invoervergunningen op te leggen om te bereiken dat de overeenkomst correct wordt toegepast.

(2) De overeengekomen hoeveelheden zijn vermeld in bijlage IV van Verordening (EG) nr. 1981/94 van de Raad van 25 juli 1994 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde producten van oorsprong uit Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Malta, Marokko, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, Tunesië en Turkije, alsmede modaliteiten voor de verlenging of aanpassing van die contingenten(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2530/1999(3). De maandelijkse verdeling van deze hoeveelheden is vermeld in de associatieovereenkomst tussen de Gemeenschap en Marokko.

(3) Volgens de door de Marokkaanse autoriteiten te laat verstrekte gegevens is in oktober 1999 14478 ton tomaten uit Marokko naar de Gemeenschap uitgevoerd, zodat de voor die maand overeengekomen hoeveelheid van 5000 ton met 190 % overschreden is. Volgens de inlichtingen waarover de Commissie beschikt, heeft de uitvoer in november 25529 ton bereikt, hetgeen 37 % meer is dan de voor die maand overeengekomen hoeveelheid van 18601 ton. Door deze overschrijding van de overeengekomen hoeveelheden zijn met name de forfaitaire invoerwaarden voor uit Marokko ingevoerde tomaten beneden de voor de periode van 16 tot en met 25 november 1999 overeengekomen invoerprijs komen te liggen.

(4) Om te voorkomen dat deze toestand nog langer aanhoudt en om de volledige toepassing van de overeenkomst met Marokko te garanderen, moet een invoercertificatenregeling voor de betrokken producten worden ingesteld. De voorschriften in het kader van deze regeling moeten hetzij een aanvulling vormen op, hetzij een afwijking inhouden van het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1127/1999(5). Deze voorschriften moeten ook de onverminderde toepassing van de bovengenoemde overeenkomst garanderen.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité van beheer voor groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Verse tomaten van GN-code 0702 00 00, van oorsprong en van herkomst uit Marokko, mogen slechts in het vrije verkeer worden gebracht na overlegging van een overeenkomstig deze verordening afgegeven invoercertificaat.

2. De bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3719/88 zijn van toepassing voor de bij deze verordening ingestelde regeling, tenzij in deze verordening anders bepaald.

Artikel 2

1. De invoercertificaten worden afgegeven op de vijfde werkdag na de dag van indiening van de aanvraag, voorzover de Commissie in die tussentijd geen maatregelen heeft genomen.

2. De in artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 bedoelde zekerheid bedraagt 1,5 EUR per 100 kg nettogewicht.

3. De invoercertificaten zijn te rekenen vanaf de datum van feitelijke afgifte 30 dagen geldig.

Artikel 3

De lidstaten delen de Commissie de volgende gegevens mee:

1. de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn aangevraagd. Deze mededeling vindt plaats:

- elke woensdag, voor de op maandag en dinsdag ingediende aanvragen;

- elke vrijdag, voor de op woensdag en donderdag ingediende aanvragen;

- elke maandag, voor de op vrijdag van de voorgaande week ingediende aanvragen;

2. de hoeveelheden waarvoer invoercertificaten niet of slechts gedeeltelijk zijn gebruikt, overeenkomende met het verschil tussen de op de achterzijde van de certificaten afgeboekte hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor de certificaten zijn afgegeven. Deze mededeling vindt elke woensdag plaats voor de in de voorgaande week ontvangen gegevens.

Wanneer in de in punt 1 genoemde periodes geen invoercertificaten zijn aangevraagd of wanneer er geen in punt 2 bedoelde hoeveelheden zijn waarvoor de certificaten niet zijn gebruikt, deelt de betrokken lidstaat dit op de in de eerste alinea vermelde dagen aan de Commissie mee.

Artikel 4

Wanneer de Commissie aan de hand van de gegevens die de lidstaten haar op grond van artikel 3 verstrekken, constateert dat de tussen de Gemeenschap en Marokko overeengekomen hoeveelheden dreigen te worden overschreden, beslist zij onder welke voorwaarden invoercertificaten voor tomaten uit Marokko afgegeven kunnen worden.

Artikel 5

1. Deze verordening geldt niet voor producten die naar de Gemeenschap onderweg zijn.

2. Producten gelden als onderweg naar de Gemeenschap als deze:

- Marokko verlaten hebben vóór de datum waarop deze verordening in werking treedt,

en

- worden vervoerd met een vervoerdocument dat geldt vanaf de laadplaats in Marokko tot de losplaats in de Gemeenschap en dat is opgesteld vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

3. Lid 1 is slechts van toepassing, voorzover de belanghebbenden de douaneautoriteiten het bewijs leveren dat aan de in lid 2 genoemde voorwaarden is voldaan.

De autoriteiten kunnen er echter van uitgaan dat de producten Marokko verlaten hebben vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening, wanneer de volgende documenten worden overgelegd:

- bij vervoer over zee, het cognossement waaruit blijkt dat de producten vóór die datum geladen zijn;

- bij vervoer over de weg, het CMR-contract of elk ander vervoersdocument dat vóór die datum in Marokko is opgesteld;

- bij vervoer van vliegtuig, de luchtvrachtbrief waaruit blijkt dat de luchtvaartmaatschappij de producten vóór die datum heeft overgenomen.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2000.

Zij is van toepassing tot en met 31 maart 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 december 1999.

Voor de Commissie

Margot WALLSTRÖM

Lid van de Commissie

(1) PB L 48 van 3.3.1995, blz. 21.

(2) PB L 199 van 2.8.1994, blz. 1.

(3) PB L 306 van 1.12.1999, blz. 17.

(4) PB L 331 van 2.12.1988, blz. 1.

(5) PB L 135 van 29.5.1999, blz. 48.