31999R2606

Verordening (EG) nr. 2606/1999 van de Commissie van 9 december 1999 tot vaststelling, voor niet-geëgreneerde katoen, van de nadere raming van de productie voor het verkoopseizoen 1999/2000, alsmede van het bijbehorende verhogingspercentage

Publicatieblad Nr. L 316 van 10/12/1999 blz. 0036 - 0036


VERORDENING (EG) Nr. 2606/1999 VAN DE COMMISSIE

van 9 december 1999

tot vaststelling, voor niet-geëgreneerde katoen, van de nadere raming van de productie voor het verkoopseizoen 1999/2000, alsmede van het bijbehorende verhogingspercentage

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Akte van Toetreding van Griekenland, en met name op Protocol nr. 4 betreffende katoen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1553/95 van de Raad(1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1554/95 van de Raad van 29 juni 1995 tot vaststelling van de algemene voorschriften van de steunregeling voor katoen en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2169/81(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1419/98(3), en met name op artikel 8, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1554/95 is bij Verordening (EG) nr. 1844/98 van de Commissie(4) de geraamde productie van niet-geëgreneerde katoen voor het verkoopseizoen 1998/1999 vastgesteld.

(2) In artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1554/95 is bepaald dat de nadere raming van de productie van niet-geëgreneerde katoen en het verhogingspercentage voor de berekening van het vanaf 16 december van het lopende verkoopseizoen toe te passen voorschotbedrag vóór 1 december van elk verkoopseizoen moeten worden vastgesteld met inachtneming van de mate waarin de oogst is gevorderd. Op grond van de beschikbare gegevens, moeten die elementen voor het verkoopseizoen 1999/2000 worden vastgesteld zoals hierna is aangegeven. Om ervoor te zorgen dat het nieuwe voorschotbedrag binnen de gestelde termijn kan worden toegepast, dient deze verordening in werkign te treden op de dag volgende op die van haar bekendmaking.

(3) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor vlas en hennep,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor het verkoopseizoen 1999/2000 wordt de nadere raming van de productie van niet-geëgreneerde katoen vastgesteld op:

- 1280000 ton voor Griekenland,

- 390472 ton voor Spanje,

- 67 ton voor de overige lidstaten.

2. Voor het verkoopseizoen 1999/2000 wordt het in artikel 5, lid 3 bis, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1554/95 bedoelde verhogingspercentage vastgesteld op 7,5 %.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 december 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 148 van 30.6.1995, blz. 45.

(2) PB L 148 van 30.6.1995, blz. 48.

(3) PB L 190 van 4.7.1998, blz. 4.

(4) PB L 240 van 28.8.1998, blz. 3.