Verordening (EG) nr. 1722/1999 van de Raad van 29 juli 1999 betreffende de invoer van zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van bepaalde granen, van oorsprong uit Algerije, Marokko en Egypte, alsmede betreffende de invoer van durumtarwe, van oorsprong uit Marokko
Publicatieblad Nr. L 203 van 03/08/1999 blz. 0016 - 0017
VERORDENING (EG) Nr. 1722/1999 VAN DE RAAD van 29 juli 1999 betreffende de invoer van zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van bepaalde granen, van oorsprong uit Algerije, Marokko en Egypte, alsmede betreffende de invoer van durumtarwe, van oorsprong uit Marokko DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133, Gezien het voorstel van de Commissie, (1) Overwegende dat de in 1976 en 1977 gesloten samenwerkingsovereenkomsten en interimovereenkomsten tussen enerzijds de Europese Economische Gemeenschap en anderzijds de Democratische Volksrepubliek Algerije, de Arabische Republiek Egypte en het Koninkrijk Marokko over de invoer, in de Gemeenschap, van zemelen, slijpselen en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van bepaalde granen, voorzien in preferentiƫle invoerregelingen die gebaseerd zijn op verlaging of vrijstelling van de variabele heffingen; (2) Overwegende dat de samenwerkingsovereenkomst en de interim-overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko betreffende een bijzondere invoerregeling voor durumtarwe voorziet in een verlaging van de variabele heffing; (3) Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1519/76 van de Raad van 24 juni 1976 betreffende de invoer van zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van bepaalde granen, van oorsprong uit Algerije(1), Verordening (EEG) nr. 1526/76 van de Raad van 24 juni 1976 betreffende de invoer van zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van bepaalde granen, van oorsprong uit Marokko(2), Verordening (EEG) nr. 1251/77 van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de invoer van zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van bepaalde granen, van oorsprong uit de Arabische Republiek Egypte(3), en Verordening (EEG) nr. 1520/76 van de Raad van 24 juni 1976 betreffende de invoer van harde tarwe (durum) van oorsprong uit Marokko(4), de uitvoeringsbepalingen van deze regelingen zijn vastgesteld; (4) Overwegende dat momenteel met de Democratische Volksrepubliek Algerije, het Koninkrijk Marokko en de Arabische Republiek Egypte onderhandeld wordt over Euro-mediterrane associatieovereenkomsten of dergelijke overeenkomsten worden gesloten; dat de in de Verordeningen (EEG) nr. 1519/76, (EEG) nr. 1520/76, (EEG) nr. 1526/76 en (EEG) nr. 1251/77 bedoelde samenwerkingsovereenkomsten intussen van kracht blijven; (5) Overwegende dat de Gemeenschap zich krachtens de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw ertoe verbonden heeft de variabele heffingen per 1 juli 1995 te vervangen door douanerechten; dat de op variabele heffingen gebaseerde bijzondere regelingen daardoor uitgehold dreigen te worden en derhalve, in afwachting van een nieuwe regeling met Algerije, Marokko en Egypte, voorlopig moet worden afgeweken van de Verordeningen (EEG) nr. 1519/76, (EEG) nr. 1520/76, (EEG) nr. 1526/76 en (EEG) nr. 1251/77, zonder dat aan de essentie van de regelingen wordt geraakt; dat op grond van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3290/94(5) de bepalingen voor de voorlopige aanpassing van die verordeningen zijn vastgesteld bij de Verordeningen (EG) nr. 1710/95(6) en (EG) nr. 1711/95(7) en tot en met 30 juni 1999 gelden; (6) Overwegende dat zo de voordelen die zijn toegekend in de overeenkomsten betreffende de invoer van zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van bepaalde granen in een verlaging van de douanerechten zijn omgezet, namelijk door voor Algerije en Marokko de vaste rechten van het gemeenschappelijk douanetarief met 7,25 EUR per ton te verminderen bij wijze van concessie voor het vaste element van de heffing en op het aldus verlaagde douanerecht een korting van 60 % toe te passen bij wijze van concessie voor het variabele element van de heffing, en door voor Egypte een korting van 60 % op het douanerecht toe te passen; (7) Overwegende dat, zolang de lopende onderhandelingen niet zijn afgerond en de overeenkomsten nog niet zijn gesloten, een verlenging van de overgangsregeling noodzakelijk is om de voortzetting van de handel met de Gemeenschap te garanderen; (8) Overwegende dat deze verordening moet worden aangepast wanneer nieuwe overeenkomsten met de betrokken derde landen worden gesloten; dat moet worden bepaald dat de Commissie de betrokken voorschriften kan aanpassen volgens de procedure van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen(8), HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 In deze verordening worden de bepalingen vastgesteld voor de bijzondere invoerregelingen voor zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van bepaalde granen van oorsprong uit Algerije, Marokko en Egypte, alsmede de bepalingen voor de bijzondere invoerregeling voor harde tarwe (durum) van oorsprong uit Marokko. Artikel 2 De douanerechten bij invoer, in de Gemeenschap, van zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van bepaalde granen van de GN-codes 2302 30 10 tot en met 2302 40 90 van oorsprong uit Algerije en Marokko zijn gelijk aan 40 % van de in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde bedragen en worden daarna verminderd met 7,25 EUR per ton. Artikel 3 De douanerechten bij invoer in de Gemeenschap van zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van bepaalde granen van de GN-codes 2302 10 10, 2302 10 90, 2302 20 10, 2302 20 90 en 2302 30 10 tot en met 2302 40 90 van oorsprong uit Egypte zijn gelijk aan 40 % van de in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde bedragen. Artikel 4 De artikelen 2 en 3 gelden voor alle invoer waarvoor de importeur het bewijs kan leveren dat Algerije, Marokko of Egypte de uitvoerheffing heeft toegepast overeenkomstig respectievelijk artikel 21 van de samenwerkingsovereenkomst met Algerije, artikel 23 van de samenwerkingsovereenkomst met Marokko en artikel 20 van de samenwerkingsovereenkomst met Egypte. Artikel 5 Bij invoer, in de Gemeenschap, van harde tarwe (durum) van GN-code 1001 10 00 van oorsprong uit Marokko die rechtstreeks uit dat land naar de Gemeenschap wordt vervoerd, geldt het op grond van artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 vastgestelde recht, verminderd met 0,73 EUR per ton. Artikel 6 Wanneer met de in deze verordening bedoelde derde landen nieuwe overeenkomsten gesloten worden, stelt de Commissie volgens de procedure van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 de daaruit voortvloeiende aanpassingen voor deze verordening vast. Artikel 7 Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1999. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 29 juli 1999. Voor de Raad De voorzitter S. HASSI (1) PB L 169 van 28.6.1976, blz. 40. (2) PB L 169 van 28.6.1976, blz. 56. (3) PB L 146 van 14.6.1977, blz. 11. (4) PB L 169 van 28.6.1976, blz. 42. (5) PB L 349 van 31.12.1994, blz. 105. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. L 1340/98 (PB L 184 van 27.6.1998, blz. 1). (6) PB L 163 van 14.7.1995, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2622/98 (PB L 329 van 5.12.1998, blz. 16). (7) PB L 163 van 14.7.1995, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1616/98 (PB L 209 van 25.7.1998, blz. 31). (8) PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2547/98 (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 41).