31999R1570

Verordening (EG) nr. 1570/1999 van de Raad van 12 juli 1999 houdende toewijzing van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 48/1999 inzake de vaststelling van de voor 1999 geldende totaal toegestane vangsten voor bepaalde visbestanden of groepen visbestanden, alsmede bepaalde bij de visserij in acht te nemen voorschriften

Publicatieblad Nr. L 187 van 20/07/1999 blz. 0005 - 0010


VERORDENING (EG) Nr. 1570/1999 VAN DE RAAD

van 12 juli 1999

houdende toewijzing van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 48/1999 inzake de vaststelling van de voor 1999 geldende totaal toegestane vangsten voor bepaalde visbestanden of groepen visbestanden, alsmede bepaalde bij de visserij in acht te nemen voorschriften

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur(1), en met name op artikel 8, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) in Verordening (EG) nr. 48/1999(2) zijn voor bepaalde visbestanden of groepen visbestanden de TAC's voor 1998, alsmede bepaalde bij de visserij in acht te nemen voorschriften vastgesteld;

(2) teneinde overbevissing te voorkomen is het wenselijk voor 1999 nieuwe TAC's vast te stellen en zo de vangst van doornhaai en Noorse garnaal in de Noordzee te beperken; het voor de Gemeenschap beschikbare aandeel in deze TAC's moet over de lidstaten worden verdeeld;

(3) teneinde overbevissing te voorkomen moet het voor de Gemeenschap beschikbare aandeel in de TAC voor blauwe wijting in de gebieden V b (EG-zone), VI, VII en VIII a, b, d over de lidstaten worden verdeeld met het oog op een adequaat toezicht op deze visserij;

(4) bovenbedoelde verdelingen moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 8, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 3760/92;

(5) op het tijdstip waarop deze verordening wordt vastgesteld zullen alle voor 1999 toegestane vangsten van de bovengenoemde soorten of een groot gedeelte daarvan al binnengehaald zijn; daarom is het dienstig te bepalen dat die vangsten niet in aanmerking komen voor toepassing van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC's en quota(3);

(6) in het kader van het bilaterale overleg tussen de Gemeenschap en Polen over de wederzijdse visserijrechten in 1999 is een wijziging vastgesteld in het aandeel voor de Gemeenschap in sprot in de Oostzee;

(7) Verordening (EG) nr. 48/1999 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 48/1999 wordt als volgt gewijzigd:

1. in bijlage I:

a) worden de tabellen "Blauwe wijting in zone V b (wateren van de Gemeenschap), VI en VII", "Blauwe wijting in zone VIII a, b, d" en "Sprot in zone III b, c, d (wateren van de Gemeenschap)" vervangen door de corresponderende tabellen in bijlage I bij deze verordening;

b) wordt de tabel "Blauwe wijting in zone VIII e" geschrapt;

c) worden de tabellen van bijlage II bij deze verordening met betrekking tot Noorse garnaal en doornhaai tussengevoegd;

2. in bijlage III:

a) wordt voor blauwe wijting gebied "VIII a, b, d" vervangen door "VIII a, b, d, e";

b) worden de vermeldingen bij blauwe wijting, gebied VIII e, geschrapt;

c) worden de vermeldingen in bijlagen III bij deze verordening met betrekking tot Noorse garnaal en doornhaai toegevoegd.

Artikel 2

Artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad is niet van toepassing op de aanvoer van:

a) doornhaai in de Noordzee (wateren van de Gemeenschap);

b) Noorse garnaal in de Noordzee (wateren van de Gemeenschap);

c) blauwe wijting in de ICES-gebieden Vb (wateren van de Gemeenschap), VI, VII, XII en XIV;

d) blauwe wijting in ICES-gebied VIII a, b, d, e.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 juli 1999.

Voor de Raad

De voorzitter

S. NIINISTÖ

(1) PB L 389 van 31.12.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1181/98 (PB L 164 van 9.6.1998, blz. 1).

(2) PB L 13 van 18.1.1999, blz. 1.

(3) PB L 115 van 9.5.1996, blz. 3.

BIJLAGE I

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

>RUIMTE VOOR DE TABEL>