1999/858/EG: Besluit van de Raad van 6 december 1999 inzake de principes, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met de Republiek Tsjechië
Publicatieblad Nr. L 335 van 28/12/1999 blz. 0055 - 0060
BESLUIT VAN DE RAAD van 6 december 1999 inzake de principes, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met de Republiek Tsjechië (1999/858/EG) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 622/98 van de Raad van 16 maart 1998 betreffende de hulp aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie, en inzonderheid de invoering van partnerschappen voor de toetreding(1), inzonderheid op artikel 2, Gelet op het voorstel van de Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Europese Raad van Luxemburg heeft verklaard dat het partnerschap voor de toetreding een nieuw instrument is, dat de spil vormt van de versterkte pretoetredingsstrategie. (2) Verordening (EG) nr. 622/98 bepaalt dat de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt over de beginselen, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van de onderscheiden partnerschappen voor de toetreding, zoals deze aan elke kandidaat-lidstaat worden voorgelegd, alsook over belangrijke wijzigingen die daarin naderhand worden aangebracht. (3) Voor de hulpverlening van de Gemeenschap moet worden voldaan aan een aantal essentiële voorwaarden, inzonderheid het nakomen van de in de Europaovereenkomsten vervatte verbintenissen en het maken van vorderingen bij het voldoen aan de criteria van Kopenhagen; de Raad kan, wanneer een essentieel element ontbreekt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, passende maatregelen nemen met betrekking tot de pretoetredingshulp. (4) De Europese Raad van Luxemburg heeft besloten dat de uitvoering van het partnerschap voor de toetreding en de vorderingen bij het overnemen van het "acquis" zullen worden onderzocht in de instanties van de Europaovereenkomst. (5) De Commissie heeft in haar periodiek verslag voor 1999 een objectieve analyse gegeven van de voorbereidingen van de Republiek Tsjechië op het lidmaatschap en heeft een aantal prioritaire gebieden voor verdere werkzaamheden aangegeven. (6) De Republiek Tsjechië dient met het oog op de voorbereiding van het lidmaatschap zijn nationaal programma voor de overname van het "acquis" bij te werken; in dit programma moet een tijdschema zijn opgenomen voor de verwezenlijking van de prioriteiten en tussentijdse doelstellingen van het partnerschap voor de toetreding, BESLUIT: Artikel 1 Overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 622/98 zijn de beginselen, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met De Republiek Tsjechië opgenomen in de bijlage bij dit besluit, die een integrerend deel van dit besluit vormt. Artikel 2 De uitvoering van het partnerschap voor de toetreding wordt onderzocht in de instanties van de Europaovereenkomst en door de passende instanties van de Raad waaraan de Commissie regelmatig verslag uitbrengt. Artikel 3 Dit besluit wordt van kracht op de derde dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Gedaan te Brussel, 6 december 1999. Voor de Raad De voorzitter T. HALONEN (1) PB L 85 van 20.3.1998, blz. 1. BIJLAGE TSJECHIË: PARTNERSCHAP VOOR DE TOETREDING 1999 1. DOELSTELLINGEN Het partnerschap voor de toetreding heeft ten doel in een alomvattend kader de prioritaire gebieden te omschrijven voor verdere werkzaamheden zoals die zijn vastgelegd in het periodiek verslag van 1999 van de Commissie over de vorderingen van Tsjechië op de weg naar toetreding, de beschikbare financiële middelen om Tsjechië te helpen bij de tenuitvoerlegging van die prioriteiten en de voorwaarden voor de toekenning van die steun. Dit partnerschap voor de toetreding vormt de basis voor een aantal beleidsinstrumenten die zullen worden gebruikt om de kandidaat-lidstaten te helpen bij de voorbereiding op het lidmaatschap. Tot die instrumenten behoren het herziene nationale programma voor de overname van het acquis, de gezamenlijke evaluatie van de prioriteiten voor de middellange termijn van het economisch beleid, het pact inzake georganiseerde criminaliteit alsook de nationale ontwikkelingsplannen en andere sectorale plannen die nodig zijn voor de deelname aan de structuurfondsen na de toetreding en voor de tenuitvoerlegging van Ispa en Sapard vóór de toetreding. Elk van die instrumenten is verschillend van aard en wordt overeenkomstig specifieke procedures uitgewerkt en ten uitvoer gelegd. Zij vormen geen integrerend deel van dit partnerschap doch de prioriteiten die zij bevatten, zullen daarmee verenigbaar zijn. 2. BEGINSELEN De belangrijkste prioritaire gebieden die voor elke kandidaat-lidstaat zijn vastgesteld hebben betrekking op hun vermogen om de verplichtingen na te komen die voortvloeien uit de criteria van Kopenhagen volgens welke het lidmaatschap vereist: - dat de kandidaat-lidstaat stabiele instellingen heeft die de democratie, de rechtsorde, de mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden garanderen; - dat er een functionerende markteconomie bestaat en het land in staat is om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Europese Unie het hoofd te bieden; - dat de kandidaat-lidstaat in staat is om de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen, wat mede inhoudt dat hij de doelstellingen van een politieke, economische en monetaire unie onderschrijft. De Europese Raad van Madrid heeft erop gewezen dat de kandidaat-lidstaten hun administratieve structuren moeten aanpassen om het harmonisch functioneren van het Gemeenschapsbeleid na de toetreding te waarborgen en in Luxemburg heeft de Europese Raad beklemtoond dat omzetting van het acquis in wetgeving noodzakelijk is, maar niet voldoende; het acquis moet ook daadwerkelijk worden toegepast. 3. PRIORITEITEN EN TUSSENTIJDSE DOELSTELLINGEN Uit de periodieke verslagen van de Commissie is duidelijk de omvang gebleken van de inspanningen die de kandidaat-lidstaten op bepaalde gebieden nog moeten leveren om zich op de toetreding voor te bereiden. Daarom moeten tussenstadia worden vastgesteld in de vorm van prioriteiten die elk vergezeld moeten gaan van precieze doelstellingen die in samenwerking met de betrokken landen worden vastgesteld en waarvan de verwezenlijking bepalend zal zijn voor de te verlenen bijstand en de vooruitgang van de onderhandelingen die met sommige landen worden gevoerd en het aanknopen van nieuwe onderhandelingen met andere landen. De prioriteiten en tussentijdse doelstellingen van de herziene partnerschappen voor toetreding worden in twee groepen opgesplitst, namelijk die voor de korte en die voor de middellange termijn. Die voor de korte termijn zijn geselecteerd op grond van het feit dat redelijkerwijs mag worden aangenomen dat Tsjechië ze tegen eind 2000 volledig dan wel voor een groot deel kan verwezenlijken. Verwacht wordt dat de verwezenlijking van de prioriteiten voor de middellange termijn meer dan één jaar in beslag zal nemen, hoewel - voorzover mogelijk - ook in de loop van het jaar 2000 met de uitvoering daarvan zou moeten worden begonnen. De met de uitvoering van de prioriteiten van het partnerschap voor toetreding 1998 gemaakte vorderingen worden in het periodiek verslag voor 1999 geëvalueerd. Deze evaluatie is gebruikt bij de vaststelling van de prioriteiten voor het huidige partnerschap. Tsjechië heeft op 31 mei 1999 een herziene versie van zijn nationaal programma voor de overname van het acquis (NPOA) ingediend. Het bevat een tijdschema voor de verwezenlijking van de prioriteiten en tussentijdse doelstellingen, gebaseerd op het eerste partnerschap voor toetreding alsook de nodige administratieve structuren en financiële middelen. Het partnerschap voor de toetreding vermeldt de prioritaire gebieden voor de voorbereiding van Tsjechië op de toetreding. Tsjechië zal nochtans alle in het periodiek verslag vermelde problemen moeten oplossen. Het is tevens van belang dat Tsjechië de verplichtingen nakomt op het gebied van de aanpassing van de wetgeving en tenuitvoerlegging van het acquis in overeenstemming met de verbintenissen die het in het kader van de Europaovereenkomst, de screening en het onderhandelingsproces heeft aangegaan. Er zij op gewezen dat de omzetting van het acquis in wetgeving op zichzelf niet volstaat; het moet ook daadwerkelijk worden toegepast volgens dezelfde normen als die welke binnen de Europese Unie gelden. In alle hieronder genoemde gebieden is er behoefte aan een geloofwaardige en daadwerkelijke tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis. Steunend op de analyse van het periodiek verslag van de Commissie zijn voor Tsjechië de volgende prioriteiten voor de korte en middellange termijn en tussentijdse doelstellingen vastgesteld. 3.1. Korte termijn (2000) Politieke criteria - Uitvoering van werkzaamheden die zijn opgenomen in de regeringsresolutie van 7 oktober inzake de zigeuners (Roma), met inbegrip van de nodige financiële steun op nationaal en lokaal niveau; uitvoering van maatregelen ter bestrijding van discriminatie (ook binnen het overheidsapparaat); bevordering van werkgelegenheid en betere toegang tot onderwijs. Economische criteria - Voltooiing van de herstructurering van de banksector (privatisering van de twee grote nog niet geprivatiseerde banken; oplossing voor het probleem van de slechte leningen); bevordering van bedrijfsherstructurering, met name van grote conglomeraten, en snellere privatisering in de bedrijfssector. - Uitvoering van een plan voor de herstructurering van de staalsector in overeenstemming met de eisen van de Europese Unie. - Verbetering van de faillissementswetgeving en de uitvoering ervan. Interne markt - Industriële- en intellectuele-eigendomsrechten: aanpassing van wetgeving (verlenging van bescherming auteursrecht tot 70 jaar; retroactieve bescherming geluidsopnamen; namaakartikelen en door piraterij verkregen goederen); strikte toepassing van administratieve en juridische sancties, ook aan de grenzen. - Vennootschapsrecht: vaststelling wetgeving ter bescherming van aandeelhouders met een minderheidsbelang. - Gegevensbescherming: voltooiing van de aanpassing en oprichting van een onafhankelijk toezichthoudend orgaan. - Vrij verkeer van goederen: aanpassing horizontale wetgeving inzake technische voorwaarden voor producten, conformiteitsbeoordeling en bescherming volksgezondheid; verdere aanpassing sectoriële wetgeving; verbetering van de structuren voor martkttoezicht en conformiteitsbeoordeling wat betreft uitrusting en opleiding van personeel; versterking uitvoeringsstructuren in sectoren die onder productspecifieke wetgeving vallen. - Vrij verkeer van kapitaal: aanpassing van de wetgeving op het gebied van telecommunicatie, verzekeringen, en obligaties, met het oog op de afschaffing van de resterende beperkingen op deze terreinen; afschaffing van anonieme rekeningen. - Vrij verkeer van diensten: versterking van de commissie van toezicht op het effectenwezen en verbreding van haar werkterrein. - Mededinging: aanpassing van de antikartelwetgeving en de wetgeving inzake staatssteun; versterking van de autoriteit die toezicht houdt op de staatssteun met voldoende gekwalificeerd personeel; voltooiing van de inventarisatie van de staatssteun. - Telecommunicatie: aanpassing van de wetgeving, met inbegrip van versterking van de onafhankelijk regelgevende autoriteit voor juni 2000. - Audiovisuele sector: voltooiing van de aanpassing van de wetgeving. - Belastingen: aanpassing van de wetgeving inzake accijnzen en BTW, vooral met betrekking tot het verlaagde BTW-tarief; sluiting van belastingvrije winkels aan de landsgrenzen; bevestiging dat de principes van de gedragscode voor belastingen op ondernemingen aanvaard worden en zorgen dat nieuwe belastingmaatregelen stroken met die beginselen. Landbouw - Voorbereiding van maatregelen voor de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het beleid inzake plattelandsontwikkeling (ministerie en instellingen zoals het staatsfonds voor marktregulering). - Veterinaire en fytosanitaire sector: verdere aanpassing en modernisering van de inspectieregelingen. - Goedkeuring van een plan voor modernisering van de vlees- en zuivelindustrie zodat voldaan wordt aan de normen van de Europese Unie op het gebied van hygiëne en volksgezondheid. - Voltooiing van de aanpassing van de identificatieregeling voor vee en uitbreiding ervan tot andere diersoorten. Werkgelegenheid en sociale zaken - Verdere ontwikkeling van een nationale strategie met het oog op latere deelname aan de Europese werkgelegenheidsstrategie, voortbouwend op de gezamenlijke evaluatie van het werkgelegenheidsbeleid. - Steun voor de inspanningen van de sociale partners voor capaciteitsversterking in verband met de ontwikkeling en uitvoering van het acquis, vooral via bipartiete sociale dialoog. Milieu - Versnelling van de omzetting van de kaderwetgeving op het gebied van waterkwaliteit, afvalbeheer, geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging, natuurbescherming en luchtkwaliteit. - Ontwikkeling van een milieu-investeringsstrategie op basis van realistische jaarlijkse ramingen van de kosten van de aanpassing en van de openbare en particuliere financieringsbronnen, met nadruk op de wetgeving in de sectoren water, lucht, afvalbeheer en de industriële vervuiling waar aanzienlijke investeringen zijn vereist. - Volledige omzetting en handhaving van de richtlijn betreffende milieueffectbeoordeling. Justitie en binnenlandse zaken - Versterking van de grenscontrole en zorgen voor coordinatie tussen de relevante diensten met het oog op volledige deelname aan het Schengen-informatiesysteem. - Vaststelling van de wetgeving inzake asiel en vreemdelingen; versterking van het beleid inzake illegale immigratie. - Uitvoering van het beleid inzake georganiseerde misdaad, corruptie (wetgeving, uitvoeringsstructuren, voldoende gekwalificeerd personeel, betere samenwerking tussen instellingen) en economische misdaad; ratificatie van het OESO-verdrag inzake omkoping en ondertekening van het Europees strafrechtelijk verdrag inzake corruptie. - Versterking van de capaciteit om het witwassen aan te pakken. Versterking van de administratieve en gerechtelijke capaciteit, met inbegrip van het beheer van en de controle op EU-fondsen - Vaststelling en uitvoering van een programma voor hervorming van het overheidsapparaat (invoering ambtenarenwet). - Voltooiing van het wetgevend kader voor interne en externe financiële controle; oprichting van een centrale organisatie binnen de regering voor harmonisatie interne audit/controlefuncties; oprichting van eenheden voor interne audit/controle in de centta waar uitgaven worden gedaan; invoering van een "functionele onafhankelijkheid" voor uitvoerders van interne financiële controle/audits op centraal en gedecentraliseerd niveau en financiële controle ex ante. - Phare(1), Ispa(2) en Sapard(3): verdere ontwikkeling van het Nationaal ontwikkelingsplan en het Plan voor plattelandsontwikkeling; vaststelling van een wettelijk, bestuurlijk en budgettair kader (audit-handleiding en audit-traject) voor programmering en beheer van Ispa en Sapard, en invoering van milieueffectbeoordelingen en regels voor overheidsopdrachten die verenigbaar zijn met de EU-regelgeving voor projecten die door communautaire fondsen worden medegefinancierd; oprichting van een functionerend bureau uitbetalingen voor Sapard. - Beginnen met de uitvoering van een programma voor de hervorming van het gerechtelijk apparaat (rechters, openbare aanklagers) door het opvullen van vacatures, het vereenvoudigen van procedures, en het verbeteren van de opleiding van rechters in het Gemeenschapsrecht. 3.2. Middellange termijn Politieke criteria - Versterking van het beleid en de budgettaire middelen, op nationaal en lokaal niveau, voor een verdere verbetering van de situatie van de Roma. Economische criteria - Bevordering van het concurrentievermogen van de particuliere sector, met inbegrip van het midden- en kleinbedrijf. - Voltooiing van de privatisering van de industrie en uitvoering van het programma voor de liberalisering van nutsbedrijven. - Organisatie van fiscaal toezicht voorafgaand aan de toetreding, waarin onder andere zijn opgenomen jaarlijkse kennisgeving van de cijfers voor tekorten en schulden (procedure van de kennisgeving van buitensporig tekort), opstelling van fiscale strategieën voor de middellange termijn (volgens eisen van het stabiliteits- en groeipact) en verbetering van de fiscale transparantie. - Voortzetting van de hervorming van de financiering van de gezondheidszorg en het pensioenstelsel. Interne markt - Overheidsopdrachten: voltooiing van de aanpassing van de wetgeving, o.a. afschaffing eind 2002 van de nationale-preferentieclausule voor overheidsopdrachten door de invoering van toegang tot aanbestedingsprocedures in Tsjechië voor alle bedrijven uit de Gemeenschap in bepaalde sectoren. - Intellectuele- en industriële-eigendomsrechten: voltooiing van de aanpassing. - Gegevensbescherming: voltooiing van de aanpassing en oprichting van een onafhankelijk toezichthoudend orgaan. - Vrij verkeer van goederen: voltooiing van de aanpassing van de sectoriële wetgeving, ook wat betreft afzetvergunningen voor farmaceutische producten; zorgen voor uitvoeringsstructuren voor alle sectoren. - Vrij verkeer van personen: voltooiing van de aanpassing in verband met wederzijdse erkenning van diploma's. - Vrij verkeer van diensten: voltooiing van de aanpassing van de verzekeringswetgeving en oprichting van een onafhankelijk toezichthoudend orgaan. - Mededinging: zorgen voor volledige handhaving van de regelgeving inzake mededinging en staatssteun; zorgen voor verenigbaarheid van steunprogramma's en wetgeving betreffende staatssteun met het acquis; verbetering van de opleiding op alle niveaus. - Telecommunicatie: vaststelling van een toezichtregeling voor het spectrum. - Belastingen: voltooiing van de aanpassing van de belastingwetgeving, met inbegrip van de overgangsregeling voor de BTW; voltooiing van de hervorming van de administratieve structuren en controleprocedures, waaronder administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand. - Consumentenbescherming: voltooiing van de aanpassing van de wetgeving en versterking van de administratieve structuren, vooral markttoezicht. - Douane: voltooiing van de aanpassing; versterking van de grenscontrole; voortzetting van de versterking van de operationele capaciteit van de douane; voortzetting van de fraude- en corruptiebestrijding. Economische en monetaire unie - Versterking van de onafhankelijkheid van de nationale bank, met name bij staatsleningen. Landbouw - Versterking beheersmechanismen Gemeenschappelijk landbouwbeleid en administratieve structuren (toezicht landbouwmarkten en uitvoering structurele en ontwikkelingsmaatregelen, oprichting organen en controlemechanismen). - Veterinaire en fytosanitaire sector: voltooiing systeem voor identificatieregeling voor dieren; uitvoering systeem voor kwaliteitscontrole (Hazard Analysis Critical Control Panel), behandeling dierlijk afval, modernisering vlees- en zuivelindustrie, controleprogramma's en zoönose en controle van residu's. - Uitvoering van een plan voor de modernisering van de vlees- en zuivelindustrie. Energie - Het blijven garanderen van hoge nucleaire veiligheidsniveaus bij de kerncentrales Dukovany en Temelin (bij voltooiing). - Voorbereiding op de interne energiemarkt, met name de elektriciteits- en gasrichtlijnen (o.a. aanpassing van de energieprijzen aan de kosten en de oprichting van een regelgevende autoriteit). - Aanpassing van de eisen op het gebied van de olievoorraden en verbetering van de energie-efficiëntie. - Versterking van de regelgevende structuren voor nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Vervoer - Aanpassing van de wetgeving betreffende het wegvervoer (markttoegang, veiligheid, belastingen, regels voor gevaarlijke goederen), vervoer per spoor en door de lucht (vooral luchtveiligheid en beheer van het luchtverkeer). Werkgelegenheid en sociale zaken - Omzetting en toepassing van de EU-wetgeving op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk (met inbegrip van de kaderrichtlijn), arbeidsrecht, gelijke behandeling vrouwen en mannen, volksgezondheid; versterking van de relevante administratieve structuren en de structuren voor de coördinatie van de sociale zekerheid. - De instelling van een onafhankelijk garantiefonds voor werknemers bij faillissement van de werkgever. Economische en sociale cohesie - Ontwikkeling van een nationaal beleid voor economische en sociale cohesie; verbetering van de administratieve structuren; organisatie van begrotingsstelsel en -procedures volgens de normen van de structuurfondsen, o.a. beoordeling en evaluatie. Milieu - Voltooiing van de omzetting en uitvoering van de sectoriële en kaderwetgeving; verdere versterking van de administratieve capaciteit en de capaciteit op het gebied van toezicht en handhaving. - Integratie van het principe van duurzame ontwikkeling in de definitie en de implementatie van alle andere vormen van sectorieel beleid. Justitie en binnenlandse zaken - Verdere versterking van de organen voor rechtshandhaving en de gerechtelijke instanties (personeelssterkte, opleiding, uitrusting), voortzetting van de bestrijding van de georganiseerde misdaad, handel in vrouwen en kinderen, drugshandel en corruptie; zorgen voor betere coördinatie van de organen voor rechtshandhaving. - Voortzetting geleidelijke aanpassing visumwetgeving en -praktiik aan de EU. Versterking van de administratieve en justitiële capaciteit, met inbegrip van het beheer van en de controle op EU-fondsen - Versterking van de financiële controlefuncties van de overheid door te zorgen voor adequaat personeel, opleiding en uitrusting. - Voltooiing van de hervorming van het gerechtelijk apparaat (rechters en bureau openbare aanklager). - Versterking statistische capaciteiten. 4. PROGRAMMERING De Phare-toewijzing voor de periode 1995-1999 bedroeg in totaal 358 miljoen EUR. In aansluiting op de overeenkomst van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999, zal de financiële steun aan de kandidaat-lidstaten voor de periode 2000-2006 ook steun omvatten voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling via het pretoetredingsinstrument Sapard (Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad; PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87) en een structureel instrument Ispa (Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad; PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73) die in de periode voor de toetreding prioriteit zullen geven aan soortgelijke maatregelen als die welke in het kader van het Cohesiefonds worden gefinancierd. Tsjechië kan uit deze nationale toewijzingen ook een deel van zijn deelname aan communautaire programma's, waaronder het vijfde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1), financieren. Daarnaast zal Tsjechië ook toegang krijgen tot financiële middelen uit de meerlandenprogramma's die verband houden met het acquis. Medefinanciering door de kandidaat-lidstaten is voor alle investeringsprojecten vereist. De Commissie heeft sedert 1998 samengewerkt met de Europese Investeringsbank (EIB) en internationale financiële instellingen, met name de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) en de Wereldbank om de medefinanciering van projecten die betrekking hebben op de pretoetredingsprioriteiten te vergemakkelijken. 5. CONDITIONALITEIT De steun van de Gemeenschap voor de financiering van projecten via de drie pretoetredingsinstrumenten, namelijk Phare, Ispa en Sapard, is afhankelijk van het feit of Tsjechië de uit de Europaovereenkomst voortvloeiende verplichtingen nakomt en maatregelen neemt om te voldoen aan de criteria van Kopenhagen en met name in het jaar 2000 vorderingen maakt met de tenuitvoerlegging van de specifieke prioriteiten van dit partnerschap voor de toetreding. Bij niet-naleving van deze algemene voorwaarden kan de Raad op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 622/98 besluiten de financiële bijstand op te schorten. 6. TOEZICHT Op de tenuitvoerlegging van het partnerschap voor toetreding wordt toezicht gehouden in het kader van de Europaovereenkomst. Zoals de Europese Raad van Luxemburg heeft beklemtoond is het van belang dat de instellingen van de Europaovereenkomst het kader blijven vormen waarin de overname van het acquis volgens dezelfde modaliteiten kan worden onderzocht, ongeacht het feit of al dan niet onderhandelingen zijn geopend. De relevante delen van het partnerschap voor de toetreding worden in het bevoegde subcomité besproken. Het Associatiecomité bespreekt de algemene ontwikkelingen, de vorderingen en problemen bij het voldoen aan de prioriteiten en tussentijdse doelstellingen en meer specifieke onderwerpen die het door de subcomités voorgelegd krijgt. Het comité van beheer van Phare ziet erop toe dat de financieringsbesluiten uit hoofde van de drie pretoetredingsinstrumenten, namelijk Phare, Ispa en Sapard, met elkaar verenigbaar zijn alsook met de partnerschappen voor de toetreding, als vastgelegd in de verordening betreffende de coördinatie (Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad; PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68). Het partnerschap voor toetreding zal ook in de toekomst indien nodig worden gewijzigd, in overeenstemming met artikel 2 van Verordening (EG) nr. 622/98. (1) Phare: Actieprogramma voor gecoördineerde hulp aan Polen en Hongarije. (2) Ispa: "Instrument for Structural Policies for Pre-Accession" - pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid. (3) Sapard: "Special Accession Programme for Agriculture en Rural Development" - speciaal toetredingsprogramma voor landbouw en plattelandsontwikkeling.