31999D0420

1999/420/EG: Beschikking van de Commissie van 18 juni 1999 houdende wijziging van Beschikking 91/516/EEG tot vaststelling van een lijst van voor gebruik in mengvoeders verboden ingrediënten (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 1601) (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 162 van 26/06/1999 blz. 0069 - 0070


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 18 juni 1999

houdende wijziging van Beschikking 91/516/EEG tot vaststelling van een lijst van voor gebruik in mengvoeders verboden ingrediënten

(kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 1601)

(Voor de EER relevante tekst)

(1999/420/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 79/373/EEG van de Raad van 2 april 1979 betreffende de handel in mengvoeders(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/87/EG(2), en met name op artikel 10, onder e),

(1) Overwegende dat bij Beschikking 94/381/EG van de Commissie van 27 juni 1994 betreffende bepaalde beschermende maatregelen ten aanzien van boviene spongiforme encefalopathie en het vervoederen van van zoogdieren afkomstig eiwit(3), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 99/129/EG(4), het gebruik van van weefsel van zoogdieren afkomstig eiwit voor vervoedering aan herkauwers is verboden, tenzij het gaat om bepaalde producten die geen gezondheidsrisico inhouden;

(2) Overwegende dat bij Beschikking 99/129/EG tot wijziging van Beschikking 94/381/EG de lijst van producten waarvoor een uitzondering geldt, is aangevuld met "gehydrolyseerd eiwit met een molecuulgewicht van minder dan 10000 dalton, dat is verkregen uit huiden van dieren", waarbij aan bepaalde productievoorschriften wordt voldaan;

(3) Overwegende dat, om praktische redenen en ter wille van de juridische coherentie met de veterinaire wetgeving, bij Beschikking 91/516/EEG van de Commissie van 9 september 1991 tot vaststelling van een lijst van voor gebruik in mengvoeders verboden ingrediënten(5), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 97/582/EG(6), het gebruik van bepaalde van weefsel van zoogdieren afkomstige eiwitten voor vervoedering aan herkauwers is verboden, en dat die beschikking bijgevolg dienovereenkomstig moet worden aangepast;

(4) Overwegende dat het bepaalde in deze beschikking niets afdoet aan de stringentere voorschriften die door bepaalde lidstaten zijn vastgesteld met name op grond van artikel 1, lid 2, van Richtlijn 90/667/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de verwijdering en verwerking van dierlijke afvallen, voor het in de handel brengen van dierlijke afvallen en ter voorkoming van de aanwezigheid van ziekteverwekkers in diervoeders van dierlijke oorsprong (vissen daaronder begrepen), en tot wijziging van Richtlijn 90/425/EEG(7);

(5) Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor veevoeders,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlage bij Beschikking 91/516/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Het bepaalde in de bijlage geldt onverminderd Beschikking 94/381/EG en de door de lidstaten op grond van artikel 1, lid 2, van Richtlijn 90/667/EEG vastgestelde voorschriften.

Artikel 3

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 november 1999.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 juni 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 86 van 6.4.1979, blz. 30.

(2) PB L 318 van 27.11.1998, blz. 43.

(3) PB L 172 van 7.7.1994, blz. 23.

(4) PB L 41 van 16.2.1999, blz. 14.

(5) PB L 281 van 9.10.1991, blz. 23.

(6) PB L 237 van 28.8.1997, blz. 39.

(7) PB L 363 van 27.12.1990, blz. 51.

BIJLAGE

Punt 9, derde streepje, wordt vervangen door: "- gehydrolyseerd eiwit met een molecuulgewicht van minder dan 10000 dalton, dat:

i) is verkregen uit huiden, afkomstig van dieren die in een slachthuis zijn geslacht, waarbij door een officiële dierenarts een antemortemkeuring is verricht overeenkomstig hoofdstuk VI van bijlage I bij Richtlijn 64/433/EEG, en die op grond van die keuring geschikt zijn bevonden om overeenkomstig die richtlijn te worden geslacht,

en

ii) is vervaardigd met gebruikmaking van een productieprocédé waarbij de nodige maatregelen worden getroffen om verontreiniging van de huiden zoveel mogelijk te voorkomen, de huiden worden gepekeld, gekalkt en intensief gewassen en het materiaal vervolgens wordt blootgesteld aan een pH van meer dan 11 gedurende meer dan drie uur bij een temperatuur van meer dan 80 °C, en de huiden vervolgens een hittebehandeling ondergaan bij meer dan 140 °C gedurende 30 minuten bij een druk van meer dan 3,6 bar, of met gebruikmaking van een gelijkwaardig, door de Commissie, na raadpleging van het terzake bevoegde wetenschappelijk comité, goedgekeurd procédé,

en

iii) komt uit inrichtingen die een programma inzake interne controles (HACCP) uitvoeren;".