31999D0283

Besluit nr. 283/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 januari 1999 tot vaststelling van een algemeen kader voor communautaire activiteiten ten behoeve van de consumenten

Publicatieblad Nr. L 034 van 09/02/1999 blz. 0001 - 0007


BESLUIT Nr. 283/1999/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 januari 1999 tot vaststelling van een algemeen kader voor communautaire activiteiten ten behoeve van de consumenten

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129 A,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Overeenkomstig de procedure van artikel 189 B van het Verdrag (3),

(1) Overwegende dat de actie van de Gemeenschap een bijdrage levert aan de verwezenlijking van een hoog niveau van bescherming van de consumenten en aldus bijdraagt tot de bevordering van de economische en sociale cohesie in de Gemeenschap en tot versterking van het vertrouwen van de consument in producten en diensten, hetgeen essentieel is voor een soepele werking van de interne markt;

(2) Overwegende dat deze doelstellingen alleen doeltreffend kunnen worden verwezenlijkt door samenwerking van alle betrokken instellingen en partijen;

(3) Overwegende dat de Gemeenschap zich er met name toe heeft verbonden een nieuwe impuls te geven aan haar actie ten behoeve van de consumenten en hun gezondheid, om consumenten in staat te stellen een stimulerende en innoverende rol te vervullen;

(4) Overwegende dat de verklaring van de Raad van Luxemburg van 12 en 13 december 1997 over de veiligheid van voedsel erkent dat alles moet worden gedaan om het vertrouwen van het publiek, dat ernstig was geschokt door de BSE-crisis, te herstellen; dat activiteiten die in een algemeen kader worden ondernomen, essentieel zijn voor het bereiken van dit doel;

(5) Overwegende dat de Gemeenschap de nodige acties moet voorzien door deze bijeen te brengen in een algemeen kader dat aangeeft welke activiteiten en werkterreinen bij voorrang moeten worden aangepakt, om aldus gedurende de gehele voorziene periode een maximaal niveau van doeltreffendheid te verwezenlijken;

(6) Overwegende dat dit algemene kader met name dient om de initiatieven ten behoeve van de consumenten te bundelen teneinde maximale effecten voor de consumenten te bereiken;

(7) Overwegende dat dit algemene kader zowel de initiatieven die de Gemeenschap zelf - met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel - onderneemt, als de acties ter ondersteuning van organisaties en organen die op communautair of nationaal niveau werkzaam zijn ter behartiging van de belangen van de consumenten, dient te omvatten;

(8) Overwegende dat de door de Gemeenschap ondernomen initiatieven en de acties ter ondersteuning van andere particuliere of overheidsinitiatieven elkaar aanvullen en onderdeel moeten uitmaken van een geïntegreerde aanpak; overwegende dat het nodig is organen en organisaties die actief zijn op het gebied van de bescherming van de consumenten te versterken, zodat zij een meer stimulerende effectieve rol kunnen spelen bij de bewustmaking van de consumenten van de door de Gemeenschap vastgestelde prioriteiten;

(9) Overwegende dat ook de andere beleidsterreinen verantwoordelijk zijn en rekenschap verschuldigd zijn voor de integratie van de belangen van consumenten en eveneens een financiële bijdrage dienen te leveren aan de tenuitvoerlegging van het beleid inzake consumentenbescherming;

(10) Overwegende dat de tenuitvoerlegging van dit algemene kader het mogelijk zou moeten maken dat op andere relevante beleidsterreinen van de Gemeenschap beter rekening wordt gehouden met de belangen van de consumenten, en dat de consumenten in toenemende mate betrokken worden bij het standaardisatieproces;

(11) Overwegende dat een geharmoniseerde benadering van de aangelegenheden in verband met de bescherming van de consumenten en hun gezondheid onmisbaar is, en dat dit algemene kader de noodzakelijke financiële steun zal verlenen om te voorzien in onafhankelijk wetenschappelijk advies van hoge kwaliteit, in algemeen erkende methodes voor risico-evaluatie en in effectieve controle- en inspectiemethodes; dat de Gemeenschap ook beschikt over de deskundigheid van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek;

(12) Overwegende dat dit algemene kader openstaat voor deelname door de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig de voorwaarden aangegeven in de betreffende Europaovereenkomsten of de aanvullende protocollen, en ook van Cyprus volgens nog overeen te komen procedures, en ook van de EVA/EER-landen, op basis van aanvullende middelen in overeenstemming met de in de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte vastgelegde regels;

(13) Overwegende dat activiteiten binnen dit algemene kader ook moeten bijdragen tot bevordering van de consumentenbelangen op internationaal niveau;

(14) Overwegende dat een evaluatie moet worden gemaakt van de resultaten die in het verleden zijn behaald en dat een programma van prioriteiten moet worden opgesteld voor de tenuitvoerlegging van dit algemene kader, teneinde een maximaal effect te bereiken over de voorziene periode; dat daarbij een actieplan behoort;

(15) Overwegende dat ervoor gezorgd dient te worden dat de belangen van de consumenten adequaat vertegenwoordigd worden op communautair niveau, en dat daarom belangrijke steun dient te worden verleend aan Europese organisaties en organen die de belangen van de consumenten daadwerkelijk en actief behartigen;

(16) Overwegende dat er eveneens steun dient te worden verleend aan organisaties en organen die op nationaal of regionaal niveau actief zijn om deze organisaties ertoe te brengen om in onderlinge samenwerking actie te ondernemen op de als prioritair erkende terreinen;

(17) Overwegende dat voorzieningen inzake de wijze van financiële ondersteuning door de Gemeenschap van de representatieve organisaties en organen die de belangen van de consumenten behartigen, dienen te worden bepaald op grond van een permanente zorg voor maximale transparantie en een doeltreffend gebruik van de door de Gemeenschap toegekende fondsen;

(18) Overwegende dat op 20 december 1994 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een "modus vivendi" is overeengekomen betreffende de maatregelen ter uitvoering van besluiten die volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag zijn vastgesteld (4);

(19) Overwegende dat het noodzakelijk is selectiecriteria vast te leggen voor het geven van financiële ondersteuning;

(20) Overwegende dat het noodzakelijk is doeltreffende methoden voor evaluatie en controle vast te stellen, en er voor te zorgen dat de betrokken doelgroepen op passende wijze geïnformeerd worden;

(21) Overwegende dat de tenuitvoerlegging van de in dit algemeen kader voorziene activiteiten geëvalueerd moet worden in het licht van de ervaring die in de eerste drie jaar wordt opgedaan;

(22) Overwegende dat dit besluit een financieel kader geeft voor de gehele voorziene duur, dat in de zin van punt 1 van de verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 6 maart 1995 (5) de voornaamste referentie voor de begrotingsautoriteit vormt in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure,

BESLUITEN:

HOOFDSTUK I

Algemene doelstellingen en richtsnoeren

Artikel 1

1. Dit besluit stelt op Gemeenschapsniveau een algemeen kader vast voor activiteiten om de belangen van de consumenten te bevorderen en hen te voorzien van een hoog beschermingsniveau.

2. Dit algemeen kader omvat activiteiten die moeten bijdragen tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consumenten, alsmede tot de bevordering van hun recht op voorlichting en vorming, en hun recht van vereniging om hun belangen te behartigen.

3. Dit algemeen kader geldt van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2003.

4. Het financiële kader voor de uitvoering van dit algemene kader wordt vastgesteld op 112,5 miljoen EUR (6) voor de periode 1999-2003.

5. De jaarlijkse middelen worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

Artikel 2

De activiteiten om het beleid van de lidstaten te ondersteunen en aan te vullen, bestaan uit:

a) acties uitgevoerd door de Commissie;

b) acties om de activiteiten van Europese consumentenorganisaties financieel te ondersteunen, onder de in artikel 5 aangegeven voorwaarden;

c) acties ter financiële ondersteuning van specifieke projecten ter bevordering van de belangen van de consumenten in de lidstaten, die onder de in artikel 6 gestelde voorwaarden worden ingediend, met name door consumentenorganisaties en de daarvoor in aanmerking komende onafhankelijke overheidslichamen.

Artikel 3

De Commissie zorgt voor samenhang en complementariteit tussen de activiteiten en projecten van de Gemeenschap in dit algemeen kader en de andere programma's en initiatieven van de Gemeenschap, zoals de driejarige actieprogramma's, en bepaalt overeenkomstig haar actieplan 1999-2001 de prioriteiten die van toepassing zijn op de in de bijlage genoemde activiteiten.

Artikel 4

De in artikel 2 genoemde acties zijn met name gericht op de volgende specifieke terreinen:

a) gezondheid en veiligheid van de consumenten wat producten en diensten betreft;

b) bescherming van de economische en juridische belangen van de consumenten, met inbegrip van toegang tot geschillenbeslechting, wat goederen en diensten betreft, rekening houdend met horizontale aspecten;

c) vorming en voorlichting van de consumenten wat betreft hun bescherming en rechten;

d) bevordering en vertegenwoordiging van de belangen van de consumenten.

De bijlage bevat een lijst van de activiteiten per terrein.

HOOFDSTUK II

Uitvoering

Artikel 5

1. De in artikel 2, onder b), bedoelde financiële steun kan worden toegekend aan Europese consumentenorganisaties die:

- niet-gouvernementele organisaties zonder winstoogmerk zijn, met als voornaamste doelstellingen het bevorderen en beschermen van de belangen en de gezondheid van de consumenten,

- van nationale organisaties uit ten minste de helft van de lidstaten, die overeenkomstig de nationale regels of praktijk representatief zijn voor de consumenten en op nationaal of regionaal niveau actief zijn, een mandaat hebben ontvangen om de belangen van de consumenten op Europees niveau te vertegenwoordigen.

2. De in artikel 2, onder b), bedoelde financiële steun kan worden toegekend ter ondersteuning van de activiteiten van Europese consumentenorganisaties, zoals aangegeven in hun jaarlijkse activiteitenprogramma's, voor zover deze betrekking hebben op een of meer van de in artikel 4 genoemde terreinen.

3. De financiële steun wordt toegekend onder de in de artikelen 7, 8 en 10 vermelde voorwaarden.

Bovendien mag de financiële steun in principe niet meer bedragen dan 50 % van het bedrag van de uitgaven voor de uitvoering van de in aanmerking komende activiteiten. Met administratieve kosten die verband houden met de in aanmerking komende activiteiten wordt rekening gehouden voor zover zij in overeenstemming zijn met het bepaalde in artikel 6, lid 3.

Artikel 6

1. De in artikel 2, onder c), bedoelde financiële steun mag worden toegekend aan alle natuurlijke of rechtspersonen en verenigingen van natuurlijke personen die onafhankelijk handelen van industrie en handel en die daadwerkelijk verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de projecten wanneer de voornaamste doelstellingen van die projecten de bevordering en de bescherming van de belangen en de gezondheid van de consumenten zijn.

2. De financiële steun als bedoeld in artikel 2, onder c), wordt toegekend op basis van de beschrijving van het project, waar dat betrekking heeft op één of meer van de in artikel 4 genoemde terreinen.

Met onbezoldigde werkzaamheden of giften in natura kan, mits naar behoren schriftelijk aangetoond, tot 20 % van de totale in aanmerking komende kosten rekening worden gehouden bij de beoordeling van de opbrengsten en kosten van de organisaties.

3. De financiële steun wordt toegekend onder de in de artikelen 7, 8 en 10 vermelde voorwaarden.

Bovendien kan de financiële steun in principe niet meer bedragen dan 50 % van het bedrag van de uitgaven voor de uitvoering van het project of de projecten, met uitsluiting van de beheers- en bedrijfskosten, behalve die welke rechtstreeks betrekking hebben op het voorgestelde project.

Artikel 7

De in artikel 2, onder b) en c), bedoelde financiële steun wordt toegekend aan acties die geselecteerd zijn op basis van met name de volgende criteria waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met de verscheidenheid aan consumentenorganisaties in de lidstaten teneinde een adequaat evenwicht van de consumentenbelangen in de Gemeenschap te waarborgen:

- een bevredigend niveau van kosteneffectiviteit;

- een toegevoegde waarde die instaat voor een hoog en uniform niveau van vertegenwoordiging van consumentenbelangen;

- een duurzaam multiplicatoreffect op nationaal of Europees niveau;

- een doelmatige en evenwichtige samenwerking tussen de verschillende partijen in de planning, de uitvoering en de financiële deelname in de activiteiten;

- de ontwikkeling van een duurzame transnationale samenwerking, met name door uitwisseling van ervaring om de bewustmaking van de consumenten en het bedrijfsleven te verhogen en door gezamenlijk gebruik van hun resultaten;

- een zo ruim mogelijke verspreiding van de resultaten van de ondersteunde activiteiten en projecten;

- het vermogen om te analyseren welke situaties moeten worden bestreken, de voor de evaluatie van de activiteiten en de projecten bestemde middelen en de geschiktheid van de activiteiten en projecten als "beste praktijk".

HOOFDSTUK III

Procedures, evaluatie en controle

Artikel 8

1. Jaarlijks publiceert de Commissie voor de in artikel 2, onder b) en c), bedoelde acties op een datum zo mogelijk vóór 30 september waarvan zij alle betrokken partijen en lidstaten op een passende wijze in kennis stelt, in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen een kennisgeving met een beschrijving van de te financieren gebieden en de selectie- en toewijzingscriteria, alsmede de indienings- en goedkeuringsprocedures.

2. Na een beoordeling van de voorstellen selecteert de Commissie binnen vijf maanden na de in lid 1 bedoelde publicatie, de activiteiten en projecten als bedoeld in hoofdstuk II die financiële steun zullen ontvangen. Op grond van het besluit van de Commissie wordt er met de begunstigden die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering een overeenkomst gesloten inzake de rechten en verplichtingen van de partijen.

3. De communautaire steun betreft acties die uitgevoerd dienen te worden in de loop van het jaar waarin de financiële bijdrage wordt toegekend, of in het daaropvolgende jaar.

4. Jaarlijks wordt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen een lijst bekendgemaakt van de begunstigden en van de in dit kader gefinancierde acties, met vermelding van de bedragen van de steun.

Artikel 9

1. Bij de vaststelling van de criteria voor de selectie van de in artikel 2, onder b) en c), bedoelde activiteiten en projecten en bij de selectie van die activiteiten en projecten, wordt de Commissie bijgestaan door een comité van raadgevende aard, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie zijn mening uit over het ontwerp, zo nodig door middel van een stemming.

Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere lidstaat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

De Commissie houdt zo veel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij brengt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met zijn advies.

3. Daarenboven verstrekt de Commissie aan het begin van elk jaar informatie aan het Comité over de krachtens artikel 2, onder a), gefinancierde activiteiten.

Artikel 10

1. De Commissie draagt zorg voor de controle en het toezicht op de doeltreffende uitvoering van de door de Gemeenschap gefinancierde activiteiten. Dit vindt plaats op basis van verslagen volgens de procedures die tussen de Commissie en de begunstigde zijn overeengekomen; deze procedures omvatten ook steekproefsgewijze controles ter plaatse.

2. De begunstigden moeten van elke actie binnen drie maanden na voltooiing een verslag bij de Commissie indienen. De Commissie bepaalt de vorm en de inhoud van dit verslag.

3. De begunstigden houden gedurende een periode van vijf jaar na de laatste betaling met betrekking tot een actie, alle bewijsstukken betreffende de uitgaven ter beschikking van de Commissie.

Artikel 11

De Commissie zorgt ervoor dat de door de Gemeenschap gefinancierde acties op gezette tijden worden geëvalueerd. Deze evaluaties kunnen worden verricht door de Commissie en/of door onafhankelijke deskundigen die hiervoor worden ingeschakeld.

Artikel 12

1. De Commissie kan de voor een activiteit toegekende financiële steun beperken, opschorten of terugvorderen indien zij onregelmatigheden constateert of vaststelt dat er zonder haar toestemming wezenlijke wijzigingen in de activiteit zijn aangebracht die onverenigbaar zijn met de doelstellingen van de overeengekomen uitvoeringsregelingen.

2. Indien de termijnen niet in acht zijn genomen of indien de voortgang van een activiteit maar een gedeeltelijk gebruik van de toegewezen kredieten rechtvaardigt, vraagt de Commissie de begunstigde om binnen een bepaalde termijn een verklaring te geven. Indien het antwoord van de begunstigde onbevredigend is, kan de Commissie het restant van de financiële steun annuleren en onmiddellijke terugbetaling van de al betaalde bedragen eisen.

3. Iedere ten onrechte verrichte betaling dient aan de Commissie terugbetaald te worden. Niet tijdig gerestitueerde bedragen kunnen worden verhoogd met moratoire rente. De Commissie beslist hoe deze bepaling moet worden toegepast.

Artikel 13

1. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en aan de Raad over de tenuitvoerlegging van dit algemeen kader.

Dit verslag omvat de resultaten van de evaluatie van de acties, de activiteiten en de projecten die uit hoofde van dit algemeen kader, en in voorkomend geval uit hoofde van andere begrotingskaders, zijn uitgevoerd.

2. Uiterlijk op 30 juni 2002 legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de eerste drie jaren van de tenuitvoerlegging van activiteiten in dit algemeen kader.

Artikel 14

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, 25 januari 1999.

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

J. M. GIL-ROBLES

Voor de Raad

De Voorzitter

J. FISCHER

(1) PB C 108 van 7.4.1998, blz. 43 en PB C 390 van 15.12.1998, blz. 22.

(2) PB C 235 van 27. 7. 1998, blz. 72.

(3) Advies van het Europees Parlement van 8 oktober 1998 (PB C 328 van 26.10.1998, blz. 166), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 20 november 1998 (PB C 404 van 23.12.1998, blz. 8) en besluit van het Europees Parlement van 15 december 1998 (nog niet verschenen in het Publicatieblad). Besluit van de Raad van 21 december 1998.

(4) PB C 102 van 4. 4. 1996, blz. 1.

(5) PB C 102 van 4. 4. 1996, blz. 4.

(6) Dit bedrag omvat niet de kredieten bestemd voor EHLASS, d.w.z. 7,5 miljoen EUR in totaal.

BIJLAGE

LIJST VAN ACTIVITEITEN PER TERREIN

1. Gezondheid en veiligheid van de consumenten

- Acties ten behoeve van de voorbereiding en opstelling van adviezen van de wetenschappelijke comités.

- Deskundigheid en inspecties ten behoeve van controles in de voedingssector, de veterinaire en de fytosanitaire sector.

- Technische deskundigheid voor het uit voorzorg inschatten van risico's van producten, met name van voedingsmiddelen.

- Zo goed mogelijk gebruik maken van wetenschappelijke en technische aspecten in relatie met acties inzake consumentenbescherming, met name door gebruik te maken van de deskundigheid van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

- Activiteiten betreffende consumptiegoederen en diensten die risico's voor de consumenten inhouden.

- Verspreiding van informatie over gevaarlijke en potentieel gevaarlijke producten en diensten.

2. Bescherming van de economische en juridische belangen van de consumenten, met inbegrip van toegang tot geschillenregeling wat producten en diensten betreft, rekening houdend met horizontale aspecten

- Activiteiten ter verbetering van de samenwerking tussen de instanties die bij het markttoezicht betrokken zijn.

- Activiteiten om te verzekeren dat de rechten van de consumenten worden gerespecteerd bij de levering van goederen en diensten, met inbegrip van systemen om consumentengeschillen te beslechten, met name via proefprojecten en het opzetten van gegevensbanken.

- Activiteiten om voor consumenten de eerlijkheid van transacties te garanderen, rekening houdende met de gevolgen van nieuwe technolgieën, de ontwikkeling van de financiële diensten en de gevolgen van de euro voor de consument.

- Activiteiten om beweringen in verband met het milieu op het etiket of de verpakking van producten, en in het algemeen in reclame en bij andere vormen van marketing, te beoordelen.

- Verbetering van de gebruikelijke buitengerechtelijke procedures.

- Ontwikkeling van en steun voor activiteiten om de toegang tot geschillenbeslechting op nationaal niveau en in een grensoverschrijdende context te vergemakkelijken.

- Activiteiten om de specifieke risico's en potentiële voordelen voor de consument in de informatiemaatschappij te beoordelen, met inbegrip van proefprojecten om te komen tot grensoverschrijdende systemen van geschillenbeslechting die van toepassing zijn op de elektronische handel en on-line-contracten.

- Activiteiten om gegevensbescherming en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, met inbegrip van de bescherming van minderjarigen, te bevorderen.

3. Vorming en voorlichting van de consumenten

- Verbetering van de voorlichting van consumenten over hun rechten en de mogelijkheden om die af te dwingen, en verhoging van het inzicht van producenten en consumenten van de veiligheidsaspecten van producten en diensten.

- Verhoging van het inzicht van de consument van de noodzaak van duurzame productie- en consumptiepatronen.

- Verbetering van de consumentenvoorlichting over aspecten van specifieke producten en diensten, met name door middel van vergelijkende tests.

- Ontwikkeling van de vorming en opleiding van de consumenten, met name in het onderwijs.

- Ontwikkeling en ondersteuning van Europese centra voor informatie en advies aan grensoverschrijdende consumenten in de Gemeenschap.

4. Bevordering en vertegenwoordiging van de belangen van de consumenten

- Versterking van de vertegenwoordiging van de belangen van de consumenten op communautair en internationaal niveau.

- Ondersteuning van consumentenorganisaties in de lidstaten, vooral wanneer zij maar over beperkte middelen beschikken.

- Bevordering en coördinatie van de deelname van de consumenten aan het normalisatieproces op Europees niveau.

- Bevordering, door middel van proefprojecten, van duurzame en met name van milieuvriendelijke consumptiepatronen.