31999D0207

1999/207/EG: Besluit van de Raad van 9 maart 1999 ter hervorming van het Permanent Comité voor Arbeidsmarktvraagstukken en tot intrekking van Besluit 70/532/EEG

Publicatieblad Nr. L 072 van 18/03/1999 blz. 0033 - 0035


BESLUIT VAN DE RAAD van 9 maart 1999 ter hervorming van het Permanent Comité voor arbeidsmarktvraagstukken en tot intrekking van Besluit 70/532/EEG (1999/207/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 145,

(1) Overwegende dat de Raad in zijn resoluties van 15 december 1997 inzake de werkgelegenheidsrichtsnoeren voor 1998 (1) en van 22 februari 1999 inzake de werkgelegenheidsrichtsnoeren voor 1999 (2) bevestigt dat de sociale partners van alle niveaus in elke fase van de gecoördineerde werkgelegenheidsstrategie zullen worden betrokken en aldus een belangrijke bijdrage zullen leveren tot de uitvoering van de richtsnoeren en dat deze bijdrage regelmatig beoordeeld zal worden;

(2) Overwegende dat zowel op het niveau van de werkgelegenheidsrichtsnoeren zelf als bij het analyseren van de vraag of ze stroken met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid, rekening moet worden gehouden met de bijdrage van de sociale partners aan de gecoördineerde werkgelegenheidsstrategie, met het oog op een grotere synergie en om een hoog niveau van werkgelegenheid te integreren in de opstelling en de uitvoering van het communautaire beleid;

(3) Overwegende dat het Europees Parlement in zijn resolutie van 18 juli 1997 over de mededeling van de Commissie betreffende de ontwikkeling van de sociale dialoog op communautair niveau (3) nadrukkelijk vraagt om de hervorming van het Permanent Comité voor arbeidsmarktvraagstukken, alsook om de invoering van systemen voor de coördinatie tussen dit comité en het Comité voor de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt; dat het Europees Parlement in zijn resolutie van 18 november 1998 de maatregelen voor de hervorming van het Permanent Comité voor arbeidsmarktvraagstukken toejuicht;

(4) Overwegende dat het Economisch en Sociaal Comité in zijn advies van 29 januari 1997 (4) betreffende deze zelfde mededeling van de Commissie verklaart dat er meer belang moet worden toegekend aan het Permanent Comité voor arbeidsmarktvraagstukken;

(5) Overwegende dat de Commissie in haar mededeling van 20 mei 1998 betreffende de aanpassing en de bevordering van de sociale dialoog op communautair niveau vindt dat de nieuwe context van de communautaire sociale dialoog en de invoering van een nieuwe titel met betrekking tot de werkgelegenheid in het Verdrag van Amsterdam een hervorming van het Permanent Comité voor arbeidsmarktvraagstukken rechtvaardigen;

(6) Overwegende dat de structuur van het Permanent Comité voor arbeidsmarktvraagstukken bewaard moet worden, maar dat aanpassingen nodig zijn om de werking ervan te verbeteren; dat het wenselijk is deze hervorming op te nemen in een nieuw besluit dat in de plaats komt van Besluit 70/532/EEG van de Raad van 14 december 1970 houdende instelling van het Permanent Comité voor arbeidsmarktvraagstukken (5);

(7) Overwegende dat het wenselijk is dat de delegaties van de sociale partners uit alle sectoren van de economie komen, maar dat het met het oog op een efficiënt en ordelijk verloop van de werkzaamheden van het comité ook wenselijk is het aantal van hun vertegenwoordigers te verminderen; dat de vertegenwoordiging van de respectieve sociale partners doeltreffend gecoördineerd moet worden;

(8) Overwegende dat de sociale partners op nationaal niveau ook een belangrijke rol spelen bij de uitvoering, in de lidstaten, van de gecoördineerde werkgelegenheidsstrategie; dat ze op passende wijze bij de taken van het comité betrokken kunnen worden;

(9) Overwegende dat het comité het passend kan achten om in beperkte samenstelling te vergaderen, overeenkomstig dit besluit en in zijn reglement van orde vastgelegde regels;

(10) Overwegende dat artikel 1, lid 3, van Besluit 97/16/EG van de Raad van 20 december 1996 tot instelling van een Comité voor de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (6) bepaalt dat dit comité contact onderhoudt met het Permanent Comité voor arbeidsmarktvraagstukken,

BESLUIT:

Artikel 1

Het Permanent Comité voor arbeidsmarktvraagstukken, hierna genoemd "het comité", wordt hervormd overeenkomstig de volgende bepalingen.

Artikel 2

1. Het comité heeft tot taak, met eerbiediging van het Verdrag en de bevoegdheden van de communautaire instellingen en organen, te zorgen voor permanente dialoog, overleg en raadpleging tussen de Raad, de Commissie en de sociale partners, teneinde de sociale partners in staat te stellen bij te dragen tot de gecoördineerde werkgelegenheidsstrategie en de coördinatie door de lidstaten van hun beleid op dit gebied te vergemakkelijken, rekening houdend met de economische en sociale doelstellingen van de Gemeenschap zoals die zijn neergelegd in de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de globale richtsnoeren voor het economisch beleid.

2. Aan de werkzaamheden van het comité wordt deelgenomen door de leden van de Raad of hun vertegenwoordigers, de Commissie en vertegenwoordigers van de sociale partners op Europees niveau.

3. De sociale partners hebben ten hoogste 20 vertegenwoordigers, die in twee gelijke delegaties zijn verdeeld: tien voor de werknemers en tien voor de werkgevers.

De delegaties van de sociale partners bestrijken de gehele economie en bestaan uit Europese organisaties die hetzij algemene belangen, hetzij meer specifieke belangen van het hoger personeel en van kleine en middelgrote ondernemingen behartigen.

Daartoe bestaat elke delegatie uit vertegenwoordigers van de organisaties van sociale partners die op grond van de Verdragsbepalingen over het sociaal beleid door de Commissie worden geraadpleegd, en die tot de volgende categorieën behoren:

- algemene interprofessionele organisaties;

- interprofessionele organisaties die bepaalde categorieën werknemers of ondernemingen vertegenwoordigen, en

- sectoriële organisaties die de landbouw en de handel vertegenwoordigen.

De praktische coördinatie van de delegatie van de werknemers wordt verzorgd door het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV) en die van de delegatie van de werkgevers door de Unie van Industrie- en Werkgeversfederaties in Europa (Unice).

4. De Commissie deelt de voorzitter van het comité regelmatig de lijst van de in lid 3 bedoelde organisaties mee. De Commissie houdt rekening met eventuele wijzigingen van de manier waarop de twee partijen uit het bedrijfsleven op Europees niveau worden vertegenwoordigd.

5. Indien passend kan het comité vergaderen in beperkte samenstelling overeenkomstig het in artikel 6 bedoelde reglement van orde. In dat geval wordt de Raad vertegenwoordigd door het voorzitterschap.

Artikel 3

1. Het comité vergadert ten minste tweemaal per jaar.

2. Het comité wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad bekleedt.

3. Om ervoor te zorgen dat het comité zijn in artikel 2, lid 1, bedoelde taken zo goed mogelijk vervult, ziet het voorzitterschap van de Raad erop toe dat de dialoog, het overleg en de raadpleging binnen het comité tijdig plaatsvinden.

4. Elk van de twee delegaties van de sociale partners deelt de voorzitter vooraf de naam mee van de woordvoerder die het standpunt van de delegatie zal toelichten.

5. Afhankelijk van de onderwerpen op de agenda kan de voorzitter, in overleg met de Commissie en de sociale partners, vertegenwoordigers van andere dan de in artikel 2, lid 3, bedoelde sectoriële organisaties uitnodigen om hun standpunt bekend te maken.

Artikel 4

1. De onderwerpen voor de besprekingen van het comité worden op verzoek van een van de in artikel 2, lid 2, bedoelde partijen op de agenda geplaatst.

De ter bespreking in te dienen documenten of voorstellen worden toegezonden aan de voorzitter, die de partijen daarvan in kennis stelt; de partijen kunnen schriftelijke opmerkingen indienen.

2. De voorzitter bereidt de vergaderingen voor in nauw contact met de Commissie en de organisaties van de werknemers en werkgevers die aan de werkzaamheden van het comité deelnemen. Hij roept de voorbereidende en plenaire vergaderingen bijeen en stelt de voorlopige agenda op, met inachtneming van de mededelingen die krachtens lid 1 zijn voorgelegd.

Artikel 5

1. De voorzitter trekt de conclusies uit de besprekingen van het comité en stelt daarvan een verslag op.

2. De Commissie bewerkt en verzamelt het materiaal dat het comité nodig heeft voor de vervulling van zijn taak.

3. De reiskosten van de leden van het comité die de in artikel 2, lid 3, bedoelde organisaties van de sociale partners vertegenwoordigen, worden vergoed overeenkomstig de bepalingen die de Raad daartoe heeft vastgesteld.

Artikel 6

Het comité stelt in onderlinge overeenstemming zijn reglement van orde vast. Het bevat met name voorschriften in verband met de werkwijze van het comité, de voorbereiding van de vergaderingen en de contacten met andere relevante instanties, in het bijzonder het Comité voor de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt.

Artikel 7

Dit besluit zal uiterlijk op 9 maart 2002 opnieuw worden bezien en, indien passend, in het licht van de ervaring worden gewijzigd.

Artikel 8

Besluit 70/532/EEG van de Raad wordt ingetrokken.

Gedaan te Brussel, 9 maart 1999.

Voor de Raad

De Voorzitter

W. RIESTER

(1) PB C 30 van 28. 1. 1998, blz. 1.

(2) PB C 69 van 12. 3. 1999, blz. 2.

(3) PB C 286 van 22. 9. 1997, blz. 338.

(4) PB C 89 van 19. 3. 1997, blz. 27.

(5) PB L 273 van 17. 12. 1970, blz. 25. Besluit gewijzigd bij Besluit 75/62/EEG (PB L 21 van 28. 1. 1975, blz. 17).

(6) PB L 6 van 10. 1. 1997, blz. 32.