31998R2649

Verordening (EG) nr. 2649/98 van de Commissie van 9 december 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2107/98 houdende instelling van voorlopige antidumpingrechten op de invoer van bindtouw van polypropyleen van oorsprong uit Polen, de Tsjechische Republiek, Hongarije en Saoedi-Arabië en tot aanvaarding van verbintenissen die door bepaalde exporteurs in verband met deze invoer werden geboden

Publicatieblad Nr. L 335 van 10/12/1998 blz. 0041 - 0042


VERORDENING (EG) Nr. 2649/98 VAN DE COMMISSIE van 9 december 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2107/98 houdende instelling van voorlopige antidumpingrechten op de invoer van bindtouw van polypropyleen van oorsprong uit Polen, de Tsjechische Republiek, Hongarije en Saoedi-Arabië en tot aanvaarding van verbintenissen die door bepaalde exporteurs in verband met deze invoer werden geboden

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 905/98 (2), inzonderheid op artikel 8, lid 1,

Na overleg in het kader van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. VOORAFGAANDE PROCEDURE

(1) Bij Verordening (EG) nr. 2107/98 (3) stelde de Commissie voorlopige antidumpingrechten in op de invoer in de Gemeenschap van bindtouw van polypropyleen uit Polen, de Tsjechische Republiek, Hongarije en Saoedi-Arabië en aanvaardde zij verbintenissen die door bepaalde importeurs in verband met deze invoer waren aangeboden.

B. WIJZIGING

(2) Na de instelling van de voorlopige antidumpingrechten bood de Tsjechische producent Juta a.s. Dvur Kralove nad Labem een verbintenis aan ingevolge artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 384/96 en wenste op dezelfde wijze behandeld te worden als de Hongaarse producenten waarvan de verbintenissen waren aanvaard bij Verordening (EG) nr. 2107/98. De Commissie was van oordeel dat de verbintenis van de Tsjechische producent aanvaardbaar was,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De verbintenis die werd aangeboden door Juta a.s., Dvur Kralove nad Labem, Tsjechische Republiek, in verband met de antidumpingprocedure die betrekking heeft op de invoer van bindtouw van polypropyleen uit o.a. de Tsjechische Republiek dat is ingedeeld onder GN-code ex 5607 41 00 (Taric-code 5607 41 00*10) wordt hierbij aanvaard.

Artikel 2

Artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2107/78 wordt vervangen door de volgende tekst:

"3. De invoer die plaatsvindt in het kader van de aangeboden en aanvaarde verbintenissen dient te worden aangegeven onder de volgende aanvullende Taric-codes:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 december 1998.

Voor de Commissie

Leon BRITTAN

Vice-Voorzitter

(1) PB L 56 van 6. 3. 1996, blz. 1.

(2) PB L 128 van 30. 4. 1998, blz. 18.

(3) PB L 267 van 2. 10. 1998, blz. 7.