31998R1706

Verordening (EG) nr. 1706/98 van de Raad van 20 juli 1998 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 715/90

Publicatieblad Nr. L 215 van 01/08/1998 blz. 0012 - 0030


VERORDENING (EG) Nr. 1706/98 VAN DE RAAD van 20 juli 1998 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 715/90

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 43 en 113,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

(1) Overwegende dat de Vierde ACS-EEG-Overeenkomst, die op 15 december 1989 in Lomé is ondertekend en hieronder "de Overeenkomst" wordt genoemd, is gesloten voor een periode van tien jaar die ingaat op 1 maart 1990; dat evenwel is voorzien in de mogelijkheid bepalingen te wijzigen in het kader van een herziening halverwege de looptijd;

(2) Overwegende dat, op grond van die mogelijkheid, op 4 november 1995 in Mauritius een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst is ondertekend;

(3) Overwegende dat voor de periode tot de inwerkingtreding van die wijzigingsovereenkomst, overgangsmaatregelen moeten worden vastgesteld waardoor een aantal van die wijzigingen in de Overeenkomst vervroegd kunnen worden toegepast;

(4) Overwegende dat in artikel 168, lid 2, onder a), van de Overeenkomst is bepaald dat producten van oorsprong uit de ACS-staten

- die zijn genoemd in de lijst van bijlage II van het EG-Verdrag, voor zover zij onder een gemeenschappelijke marktordening in de zin van artikel 40 van het EG-Verdrag vallen,

of

- die bij invoer in de Gemeenschap zijn onderworpen aan een bijzondere regeling, ingesteld in verband met de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid,

in afwijking van de algemene regeling die ten aanzien van derde landen geldt, overeenkomstig de volgende bepalingen in de Gemeenschap worden ingevoerd:

i) producten waarvoor de op het moment van invoer van kracht zijnde gemeenschapsbepalingen behoudens douanerechten geen andere maatregel inzake de invoer behelzen, mogen vrij van douanerechten worden ingevoerd;

ii) voor andere dan de onder punt i) bedoelde producten neemt de Gemeenschap de nodige maatregelen om een regeling te waarborgen die gunstiger is dan die welke krachtens de clausule van de meestbegunstigde natie voor dezelfde producten voor derde landen geldt;

(5) Overwegende dat in artikel 168, lid 2, onder d), van de Overeenkomst is bepaald dat de onder a) van dat lid bedoelde regeling tegelijk met de Overeenkomst in werking treedt en voor de hele duur daarvan van toepassing blijft;

(6) Overwegende dat, als gevolg van Besluit 97/683/EG van de Raad van 22 april 1997 tot goedkeuring van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en de ACS-landen betreffende bijlage XL bij de Vierde ACS-EG-Overeenkomst "gemeenschappelijke verklaring betreffende de in artikel 168, lid 2, onder a), ii), bedoelde landbouwproducten" (3) en van artikel 1, onder j), van Besluit nr. 6/95 van het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs van 20 december 1995 betreffende de met ingang van 1 januari 1996 geldende overgangsmaatregelen, is overeengekomen om voor de ACS-staten die de overeenkomst tot wijziging, halfweg de looptijd, van de Overeenkomst hebben ondertekend, al vanaf 1 januari 1996, dus vóór de datum van inwerkingtreding van de wijzigingsovereenkomst, de regeling toe te passen als bedoeld in artikel 168, lid 2, onder a), betreffende de handel in landbouwproducten en voedingsmiddelen;

(7) Overwegende dat bij de verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de betrokken sectoren, regelingen voor het handelsverkeer met derde landen zijn ingesteld;

(8) Overwegende dat enerzijds deze regelingen voor het handelsverkeer bij de invoer van een aantal producten slechts in de toepassing van douanerechten voorzien; dat anderzijds deze regelingen voorzien in de toepassing van douanerechten die voor bepaalde vleessoorten en verwerkte producten op basis van groenten en fruit uit een ad-valoremrecht en een specifiek recht bestaan, en in de toepassing van andere maatregelen bij invoer van visserijproducten, bepaalde soorten groenten en fruit alsmede oliën en vetten; dat de verplichtingen van de Gemeenschap ten opzichte van de ACS-staten die voortvloeien uit artikel 168, lid 2, onder a), van de Overeenkomst, kunnen worden nagekomen door de betrokken producten van oorsprong uit de ACS-staten volledig of gedeeltelijk van douanerechten vrij te stellen;

(9) Overwegende dat voor de toepassing van deze verordening onder het begrip "rechten bij invoer" wordt verstaan het begrip als omschreven in artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (4);

(10) Overwegende dat moet worden gepreciseerd dat de voordelen die voortvloeien uit artikel 168, lid 2, onder a), van de Overeenkomst slechts worden toegekend voor producten van oorsprong in de zin van Protocol nr. 1 betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking, gehecht aan de Overeenkomst, tot de vervroegde toepassing waarvan is besloten bij Verordening (EEG) nr. 714/90 (5);

(11) Overwegende dat aan deze voordelen bovendien, naar gelang van het geval, bepaalde voorwaarden dienen te worden verbonden en dat jaarlijkse en meerjarige kwantitatieve beperkingen dienen te worden ingesteld;

(12) Overwegende dat de tariefvoordelen die voortvloeien uit artikel 168, lid 2, onder a), van de overeenkomst worden berekend aan de hand van het gemeenschappelijk douanetarief en overeenkomstig de voor dat tarief geldende bepalingen; dat zij evenwel zouden moeten worden berekend op basis van het autonome recht als voor de betrokken producten geen conventioneel recht is vastgesteld of als het autonome recht lager is dan het conventionele;

(13) Overwegende dat er van oudsher handelsstromen hebben bestaan van de ACS-staten naar de Franse overzeese departementen en dat bijgevolg maatregelen moeten worden vastgesteld om de invoer van bepaalde producten van oorsprong uit de ACS-staten in de Franse overzeese departementen te bevorderen om te voorzien in de behoeften van de plaatselijke consumptie van deze producten, ook na verwerking; dat moet worden voorzien in de mogelijkheid de regeling voor de toegang tot de markten van de in artikel 168, lid 2, van de Overeenkomst bedoelde producten van oorsprong uit de ACS-staten te wijzigen, met name naar gelang van de vereisten van de economische ontwikkeling van deze departementen;

(14) Overwegende dat moet worden gepreciseerd dat de vrijwaringsclausules, vervat in de verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten en in de bijzondere regelingen die zijn ingesteld in verband met de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, van toepassing zijn;

(15) Overwegende dat tijdens de onderhandelingen in het kader van de herziening halfweg van de Overeenkomst is overeengekomen dat de wijzigingen in de regeling van toepassing moeten worden vanaf 1 januari 1996; dat bijgevolg moet worden bepaald dat deze verordening op diezelfde datum van toepassing wordt en dat Verordening (EEG) nr. 715/90 van de Raad van 5 maart 1990 inzake de regeling voor landbouwproducten en bepaalde door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen, van oorsprong uit de ACS-staten of uit de landen en gebieden overzee (LGO) (6) op die datum wordt ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Deze verordening is van toepassing op de producten van oorsprong uit de in de bijlage genoemde ACS-staten.

2. Voor deze uit de in lid 1 bedoelde ACS-staten ingevoerde producten gelden de oorsprongsregels die zijn vastgesteld in Protocol nr. 1, gehecht aan de vierde ACS-EG-Overeenkomst.

TITEL I

Rundvlees

Artikel 2

De producten als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (7) mogen vrij van ad-valoremdouanerechten worden ingevoerd.

Als de invoer in de Gemeenschap van de producten van de GN-codes 0201, 0202, 0206 10 95, 0206 29 91, 1602 50 10 en 1602 90 61, van oorsprong uit een ACS-staat, in een bepaald jaar een hoeveelheid overschrijdt die overeenkomt met de omvang van de invoer in de Gemeenschap tijdens het jaar waarin vanaf 1969 tot en met 1974 de omvangrijkste communautaire invoer van de betrokken oorsprong heeft plaatsgevonden, verhoogd met een jaarlijks groeipercentage van 7, wordt de vrijstelling van douanerechten voor de betrokken producten van oorsprong volledig of gedeeltelijk geschorst.

In dat geval brengt de Commissie verslag uit bij de Raad, die op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de regeling voor de betreffende invoer vaststelt. De douanerechten bij invoer van gehomogeniseerde bereidingen van rundvlees, van levers van runderen en van bloed van runderen van de GN-codes ex 1602 10 00, ex 1602 20 90 en ex 1602 90 10 worden verminderd met 16 %.

Artikel 3

Voor ten hoogste de hoeveelheid per land en de totale hoeveelheid als aangegeven in artikel 4 worden de specifieke rechten bij invoer (andere rechten bij invoer dan douanerechten) die gelden voor de in artikel 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 805/68 genoemde producten van oorsprong uit de ACS-staten, verminderd met 92 % van de op de dag van invoer geldende specifieke rechten bij invoer.

Artikel 4

1. De in artikel 3 bedoelde verlaging van de specifieke rechten bij invoer geldt voor de volgende, in vlees zonder been uitgedrukte hoeveelheden per kalenderjaar en per land:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze verlaging geldt voor een totale hoeveelheid van 52 100 ton, waarop de door de betrokken landen uitgevoerde hoeveelheden in mindering worden gebracht, binnen de grenzen van de hierboven vermelde jaarlijkse quota.

Als de leveringen deze hoeveelheid niet overschrijden, is de procedure van lid 2 van toepassing.

2. Als een ACS-staat zijn in lid 1 vermelde jaarlijkse quotum niet kan leveren, dan wel in het lopende of het volgende jaar geen gebruik van de leveringsmogelijkheid wenst te maken omdat een teruggang in de uitvoer wordt verwacht of is geconstateerd als gevolg van rampen zoals droogte, wervelstormen of veeziekten, kan, als die staat daarom uiterlijk op 1 september van elk jaar verzoekt, volgens de procedure van artikel 30, binnen de maximumhoeveelheid van 52 100 ton worden besloten de in lid 1 vastgestelde hoeveelheden anders over de overige betrokken staten te verdelen.

TITEL II

Schapen en geiten en schapen- en geitenvlees

Artikel 5

1. De producten als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3013/89 van de Raad van 25 september 1989 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees (8), mogen vrij van ad-valoremdouanerechten worden ingevoerd.

2. In afwijking van lid 1,

a) worden de in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde specifieke rechten bij invoer van levende schapen en geiten, andere dan raszuivere fokdieren, van de GN-codes 0104 10 30, 0104 10 80 en 0104 20 90 en van vlees van schapen en van geiten, van de GN-codes 0204, 0210 90 11 en 0210 90 19, met uitzondering van vlees van schapen (huisdieren), niet toegepast voor een jaarlijks contingent van 100 ton;

b) worden de in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde specifieke rechten bij invoer van vlees van schapen (huisdieren) van de GN-codes 0204, 0210 90 11 en 0210 90 19 verminderd met 65 % voor een contingent van 500 ton per kalenderjaar, dat afgeboekt wordt van de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3013/89 vastgestelde hoeveelheden.

3. De douanerechten bij invoer van gehomogeniseerde bereidingen van schapen- en geitenvlees, van schapen- en geitenlevers en van schapen- en geitenbloed van de GN-codes ex 1602 10 00, ex 1602 20 90 en ex 1602 90 10 worden verminderd met 16 %.

TITEL III

Pluimvee en vlees van pluimvee

Artikel 6

1. De specifieke rechten bij invoer van levend pluimvee, vet van gevogelte en slachtafvallen van pluimvee van de GN-codes 0105, 0209 00 90, 0210 90 71, 0210 90 79 en 1501 00 90 worden verminderd met 16 %.

2. De douanerechten die gelden bij invoer van vlees van pluimvee van GN-code 0207, worden voor een contingent van 400 ton per kalenderjaar verminderd met 65 %.

3. De douanerechten die gelden bij invoer van bereidingen of conserven van vlees of slachtafvallen van de GN-codes 1602 31, 1602 32 11, 1602 32 19, 1602 32 30, 1602 32 90 en 1602 39, worden voor een contingent van 500 ton per kalenderjaar verminderd met 65 %.

TITEL IV

Zuivelproducten

Artikel 7

1. De douanerechten die gelden bij invoer van melk en room, ingedikt of met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, van GN-code 0402, en van kaas en wrongel van GN-code 0406, worden verminderd met 65 % voor een contingent van 1 000 ton per kalenderjaar voor elke productcode.

2. De douanerechten die gelden bij invoer van melk en zuivelproducten van de GN-codes 0401, 0403 10 11 tot en met 0403 10 39, 0403 90 11 tot en met 0403 90 69, 0404 10, 0404 90, 0405, 1702 11 00, 1702 19 00, 2106 90 51, 2309 10 15, 2309 10 19, 2309 10 39, 2309 10 59, 2309 10 70, 2309 90 35, 2309 90 39, 2309 90 49, 2309 90 59 en 2309 90 70, worden verminderd met 16 %.

TITEL V

Eieren

Artikel 8

De douanerechten die gelden bij invoer van eieren van pluimvee van de GN-codes 0407 00 11, 0407 00 19, 0407 00 30 en van vogeleieren en eigeel van de GN-codes 0408 11 80, 0408 19 81, 0408 19 89, 0408 91 80 en 0408 99 80, worden verminderd met 16 %.

TITEL VI

Levende varkens en varkensvlees

Artikel 9

1. De douanerechten die gelden bij invoer van levende varkens (huisdieren), andere dan raszuivere fokdieren, van de GN-codes 0103 91 10, 0103 92 11 en 0103 92 19, van reuzel en ander varkensvet van de GN-codes 1501 00 11 en 1501 00 19, van bereidingen en conserven van slachtafvallen of bloed van varkens van de GN-codes 1602 10 00, 1602 20 90, 1602 41 10, 1602 42 10, 1602 49, ex 1602 90 10 en 1602 90 51, en van gevulde deegwaren van GN-code 1902 20 30, worden verminderd met 16 %.

2. De douanerechten die gelden bij invoer van vers of gekoeld varkensvlees van de GN-codes 0203 11 10, 0203 12 11, 0203 12 19, 0203 19 11, 0203 19 13, 0203 19 15, ex 0203 19 55, met uitzondering van afzonderlijk aangeboden varkenshaasjes, en 0203 19 59, van bevroren vlees van de GN-codes 0203 21 10, 0203 22 11, 0203 22 19, 0203 29 11, 0203 29 13, 0203 29 15, ex 0203 29 55, met uitzondering van afzonderlijk aangeboden varkenshaasjes, en 0203 29 59, van eetbare slachtafvallen van varkens (huisdieren) van de GN-codes 0206 30 21, 0206 30 31, 0206 41 91 en 0206 49 91, van spek en varkensvet van de GN-codes 0209 00 11, 0209 00 19 en 0209 00 30, en van vlees en eetbare slachtafvallen, met inbegrip van eetbaar meel en poeder van vlees of slachtafvallen van varkens (huisdieren) van de GN-codes 0210 11 11 tot en met 0210 11 39, 0210 12 11, 0210 12 19, 0210 19 10 tot en met 0210 19 89 en 0210 90 39, worden voor een contingent van 500 ton per kalenderjaar verminderd met 50 %.

3. De douanerechten die gelden bij invoer van worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed van varkens, van GN-code 1601 00, worden voor een contingent van 500 ton per kalenderjaar verminderd met 65 %.

TITEL VII

Visserij

Artikel 10

De producten als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3759/92 van de Raad van 17 december 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (9), mogen vrij van douanerechten worden ingevoerd.

TITEL VIII

Oliën en vetten

Artikel 11

De producten als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder a) en b), van Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (10), mogen vrij van douanerechten worden ingevoerd.

TITEL IX

Granen

Artikel 12

1. De douanerechten die gelden bij invoer van maïs van de GN-codes 0709 90 60, 0712 90 19, 1005 10 90 en 1005 90 00, worden verminderd met 1,81 ECU per ton.

2. De douanerechten die gelden bij invoer van sorgho van GN-code 1007 00, worden voor een maximumhoeveelheid van 100 000 ton per kalenderjaar verminderd met 60 %.

3. Bij invoer van gierst van GN-code 1008 20 00 geldt vrijstelling van douanerechten voor een maximumhoeveelheid van 60 000 ton per kalenderjaar.

4. Als in een bepaald jaar de in de leden 2 en 3 vastgestelde maximumhoeveelheden zijn bereikt, kan de Commissie bij verordening bepalen dat tot het einde van de geldigheidsduur opnieuw de normale douanerechten worden toegepast, verlaagd met 50 %.

5. De douanerechten die gelden bij invoer van meel van tarwe en rogge van de GN-codes 1101 00 en 1102 10 00, van gries en griesmeel van tarwe van GN-code 1103 11, en van pellets van tarwe van GN-code 1103 21 00, worden verminderd met 16 %.

6. De douanerechten die gelden bij invoer van tarwe, rogge, gerst en haver van de GN-codes 1001 10 00, 1001 90 91, 1001 90 99, 1002 00 00, 1003 00 en 1004 00 00, en van boekweit, kanariezaad, triticale en andere granen van GN-code 1008, worden voor een contingent van 15 000 ton per kalenderjaar verminderd met 50 %.

TITEL X

Rijst

Artikel 13

1. Voor ten hoogste de in artikel 14 vastgestelde hoeveelheden zijn de douanerechten bij invoer van rijst van GN-code 1006, per ton product, gelijk aan:

a) voor padie niet bestemd voor zaaidoeleinden van de GN-codes 1006 10 21 tot en met 1006 10 98, de in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde douanerechten, verminderd met 65 % en met een bedrag van 4,34 ECU;

b) voor gedopte rijst van GN-code 1006 20, het recht dat overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (11) en Verordening (EG) nr. 1503/96 van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen van voornoemde verordening (12) is vastgesteld, verminderd met 65 % en met een bedrag van 4,34 ECU;

c) voor halfwitte en volwitte rijst van GN-code 1006 30, het recht dat overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 3072/95 en Verordening (EG) nr. 1503/96 is vastgesteld, verminderd met een bedrag van 16,78 ECU, en vervolgens verminderd met 65 % en met een bedrag van 6,52 ECU;

d) voor breukrijst van GN-code 1006 40 00, het in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde recht, verminderd met 65 % en met een bedrag van 3,62 ECU.

2. Lid 1 is uitsluitend van toepassing op invoertransacties waarvoor de importeur het bewijs levert dat het land van uitvoer een belasting bij uitvoer heeft geïnd waarvan het bedrag overeenkomt met de in lid 1 bedoelde verlaging.

Artikel 14

1. De in artikel 13 bedoelde verlaging van de douanerechten is per kalenderjaar beperkt tot een hoeveelheid van, omgerekend in gedopte rijst, 125 000 ton rijst van de GN-codes 1006 10 21 tot en met 1006 10 98, 1006 20 en 1006 30 en tot een hoeveelheid van 20 000 ton breukrijst van GN-code 1006 40 00.

Voor de omrekening van de hoeveelheden rijst in andere bewerkingsstadia dan het stadium van gedopte rijst worden de omrekeningscoëfficiënten toegepast die zijn vastgesteld in artikel 1 van Verordening nr. 467/67/EEG van de Commissie (13).

2. Afhankelijk van het tijdstip waarop deze verordening in werking treedt en verstrijkt, worden de hoeveelheden die in lid 1 per kalenderjaar zijn vastgesteld, pro rata temporis berekend.

TITEL XI

Graansubstituten en verwerkte producten op basis van granen en rijst

Artikel 15

1. De volgende producten mogen vrij van douanerechten worden ingevoerd:

- de producten van GN-code 0714 10 91,

- bataten (zoete aardappelen) van GN-code 0714 20 10,

- de producten van GN-code 0714 90 11 en arrowroot van GN-code ex 0714 90 19,

- meel en gries van arrowroot van GN-code ex 1106 20,

- zetmeel van arrowroot van GN-code ex 1108 19 90,

- honden- en kattenvoer van de GN-codes 2309 10 11 en 2309 10 31.

2. De douanerechten die gelden bij invoer van de volgende producten, worden als volgt verminderd:

- met 6,19 ECU per ton voor de producten van de GN-codes 0714 10 99 en 0714 90 19, met uitzondering van arrowroot,

- met 8,38 ECU per ton voor de producten van GN-code 0714 10 10,

- met 7,98 ECU per ton voor de producten van GN-code ex 1106 20 10, met uitzondering van meel en gries van arrowroot,

- met 50 % voor de producten van de GN-codes 1108 14 00 en 1108 19 90, met uitzondering van zetmeel van arrowroot,

- met 29,18 ECU per ton voor de producten van GN-code ex 1106 20 90, meel en gries van sago en van wortels of knollen van GN-code 0714, andere dan gedenatureerde, met uitzondering van meel en gries van arrowroot.

3. Voor de overige producten als bedoeld in bijlage A bij Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (14) van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen en in artikel 1, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 3072/95 worden de in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde douanerechten als volgt verlaagd:

- met 7,3 ECU per ton voor de producten van de GN-codes 1102 20 10, 1102 90 10, 1102 90 30, 1103 12 00, 1103 13 10, 1103 19 10, 1103 19 30, 1103 21 00, 1103 29 10, 1103 29 20, 1103 29 30, 1103 29 40, 1104 11 90, 1104 12 90, 1104 19 10, 1104 19 30, 1104 19 50, 1104 19 91, 1104 19 99, 1104 21 50 en 1104 30,

- met 3,6 ECU per ton voor de producten van de GN-codes 1102 20 90, 1102 30 00, 1102 90 90, 1103 13 90, 1103 14 00, 1103 19 90, 1103 29 50, 1103 29 90, 1104 11 10, 1104 12 10, 1104 21 10, 1104 21 30, 1104 21 90, 1104 21 99, 1104 22, 1104 23 en 1104 29,

- met 24,8 ECU per ton voor de producten van de GN-codes 1108 11 00, 1108 12 00, 1108 13 00, 1108 14 00 en 1108 19 90,

- met 37,2 ECU per ton voor rijstzetmeel van GN-code 1108 19 10,

- met 219 ECU per ton voor tarwegluten van GN-code 1109 00 00 en afvallen van maïszetmeelfabrieken van GN-code 2303 10 11,

- met 117 ECU per ton voor de producten van de GN-codes 1702 30 51, 1702 30 91 en 1702 90 75,

- met 81 ECU per ton voor de producten van de GN-codes 1702 30 59, 1702 30 99, 1702 40 90, 1702 90 50, 1702 90 79 en 2106 90 55,

- met 7,2 ECU per ton voor de producten van de GN-codes 2302 10, 2302 20, 2302 30 en 2302 40,

- met 10,90 ECU per ton voor de producten van de GN-codes 2309 10 13, 2309 10 33, 2309 10 51, 2309 10 53, 2309 90 31, 2309 90 33, 2309 90 41, 2309 90 43, 2309 90 51 en 2309 90 53.

TITEL XII

Groenten en fruit

Artikel 16

1. De volgende producten mogen vrij van douanerechten worden ingevoerd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. Voor de volgende producten gelden bij invoer in de Gemeenschap de aangegeven douanerechten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 17

1. Voor de volgende producten worden de douanerechten bij invoer in de Gemeenschap verlaagd voor de aangegeven hoeveelheden:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. Als de invoer van een van de in lid 1 bedoelde producten de referentiehoeveelheid overschrijdt, kan volgens de procedure van artikel 30 en in het licht van een jaarlijkse balans van het handelsverkeer voor het betrokken product, worden besloten voor dat product een maximumhoeveelheid vast te stellen die gelijk is aan de referentiehoeveelheid.

Als in een bepaald jaar de overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde maximumhoeveelheid is bereikt, kan de Commissie bij verordening bepalen dat tot het einde van de geldigheidsduur opnieuw de voor derde landen geldende douanerechten worden geïnd.

Artikel 18

Voor de volgende producten worden de douanerechten bij invoer verminderd met 16 %:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL XIII

Suiker

Artikel 19

1. De douanerechten die gelden bij invoer van melasse van GN-code 1703, worden voor een contingent van 600 000 ton per verkoopseizoen tot nul verlaagd.

2. De douanerechten die gelden bij invoer van producten van de GN-codes 1212 91 20, 1212 91 80, 1212 92 00, 1702 20 10, 1702 20 90, 1702 30 10, 1702 40 10, 1702 60 10, 1702 60 90, 1702 90 30, 1702 90 60, 1702 90 71, 1702 90 80, 1702 90 99, 2106 90 30 en 2106 90 59, worden verminderd met 16 %.

Deze verlaging geldt evenwel niet als de Gemeenschap, overeenkomstig haar verbintenissen in het kader van de Uruguay-Round, aanvullende rechten toepast.

TITEL XIV

Verwerkte producten op basis van groenten en fruit

Artikel 20

1. De producten als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (15) mogen vrij van douanerechten worden ingevoerd.

2. Bovendien gelden voor de producten van de volgende GN-codes geen specifieke rechten bij invoer:

2007 10 10, 2007 99 20, 2007 99 31, 2007 99 33, 2007 99 35, 2007 99 39, 2007 99 51, 2007 99 55, 2007 99 58, ex 2008 20, ex 2008 30, ex 2008 40, ex 2008 80, ex 2008 92, ex 2008 99, 2009 20 11, 2009 20 91, ex 2009 40, ex 2009 80 en ex 2009 90.

TITEL XV

Wijn

Artikel 21

De volgende producten mogen vrij van douanerechten worden ingevoerd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL XVI

Ruwe tabak

Artikel 22

De producten als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (16) mogen vrij van douanerechten worden ingevoerd.

Artikel 23

Als zich als gevolg van een belangrijke toename van de van douanerechten vrijgestelde invoer van producten van GN-code 2401 van oorsprong uit de ACS-staten ernstige verstoringen voordoen of als deze invoer moeilijkheden veroorzaakt waardoor de economische situatie in een bepaald gebied van de Gemeenschap wordt verstoord, kan de Raad, onverminderd artikel 32, op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen maatregelen nemen om het hoofd te bieden aan een verlegging van het handelsverkeer.

TITEL XVII

Bereide of verduurzaamde aardappelen

Artikel 24

De douanerechten die gelden bij invoer van bereide of verduurzaamde aardappelen, niet bevroren, andere dan in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken, van de GN-codes 2005 20 20 en 2005 20 80, worden verminderd met 16 %.

TITEL XVIII

Bepaalde door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen

Artikel 25

1. De goederen als bedoeld in bijlage B, tabel 1, bij Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (17) mogen vrij van ad-valoremdouanerechten worden ingevoerd.

2. Voorts wordt voor de volgende producten de inning van het agrarisch element of het specifieke recht bij invoer geschorst:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL XIX

Andere gemeenschappelijke marktordeningen

Artikel 26

De in de volgende verordeningen bedoelde producten mogen vrij van douanerechten worden ingevoerd:

- Verordening (EEG) nr. 234/68 van de Raad van 27 februari 1968 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector levende planten en producten van de bloementeelt (18),

- Verordening (EEG) nr. 827/68 van de Raad van 28 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor bepaalde in bijlage II van het Verdrag vermelde producten (19),

- Verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad van 29 juni 1970 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vlas en hennep (20),

- Verordening (EEG) nr. 1696/71 van de Raad van 26 juli 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector hop (21),

- Verordening (EEG) nr. 2358/71 van de Raad van 26 oktober 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaad (22),

- Verordening (EG) nr. 603/95 van de Raad van 21 februari 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (23).

TITEL XX

Bepalingen betreffende de Franse overzeese departementen

Artikel 27

1. Behoudens het bepaalde in de leden 3, 4 en 5 worden bij invoer in de Franse overzeese departementen geen douanerechten toegepast voor de onderstaande producten van oorsprong uit de ACS-staten of uit de landen en gebieden overzee:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. Behoudens het bepaalde in lid 4 wordt het douanerecht niet toegepast bij rechtstreekse invoer in het Franse overzeese departement Réunion, van rijst van GN-code 1006, met uitzondering van voor zaaidoeleinden bestemde rijst van GN-code 1006 10 10.

3. Als de invoer in de Franse overzeese departementen van maïs van oorsprong uit de ACS-staten of uit de landen en gebieden overzee in een bepaald jaar meer dan 25 000 ton bedraagt en als die invoer ernstige verstoringen op deze markten veroorzaakt of dreigt te veroorzaken, neemt de Commissie op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief de nodige maatregelen.

Elke lidstaat kan de door de Commissie genomen maatregelen binnen drie werkdagen na de dag van kennisgeving hiervan bij de Raad aanhangig maken. De Raad kan binnen een termijn van één maand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een ander besluit nemen.

4. Dit artikel is van toepassing op producten die bestemd zijn voor verbruik in de overzeese departementen en er tot verbruik worden aangegeven. Zo nodig kunnen volgens de procedure van artikel 30 maatregelen worden genomen om deze doelstelling te bereiken.

5. Voor een jaarlijks contingent van 2000 ton wordt voor de producten van de GN-codes 0714 10 91 en 0714 90 11 geen douanerecht toegepast.

6. Voor een maximumhoeveelheid van 8 000 ton per jaar wordt het overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 vastgestelde douanerecht niet toegepast bij invoer in het overzeese gebiedsdeel Réunion van tarwezemelen van GN-code 2302 30, van oorsprong uit de ACS-staten.

TITEL XXI

Algemene en slotbepalingen

Artikel 28

De in deze verordening vastgestelde verlagingen worden berekend op basis van de in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde douanerechten.

Artikel 29

Voorzover de in deze verordening vastgestelde invoerregeling kwantitatieve beperkingen omvat, wordt de invoer van de betrokken producten van oorsprong uit de landen en gebieden overzee afgeboekt van de vastgestelde hoeveelheden. De volledige benutting van deze hoeveelheden mag echter niet verhinderen dat de betrokken producten van oorsprong uit de ACS-staten binnen de grenzen van de in deze verordening vastgestelde totale hoeveelheden in het vrije verkeer worden gebracht.

Artikel 30

1. Zo nodig worden bepalingen voor de uitvoering van deze verordening vastgesteld volgens de procedure van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 of, naar gelang van het geval, van de overeenkomstige artikelen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten.

2. Voor vlees en rijst betreffen deze uitvoeringsbepalingen met name:

a) de berekeningsgrondslag en de referentieperiode waarvan moet worden uitgegaan voor de vaststelling van het bedrag waarmee de invoerrechten worden verminderd;

b) de voorschriften voor de vaststelling van het overeenkomstige door het land van uitvoer te heffen bedrag;

c) de afgifte van invoercertificaten en/of de instelling van een invoercertificaatregeling;

d) de toegelaten bewijzen en de controlemaatregelen.

3. Onverminderd de leden 1 en 2 stelt de Commissie, bijgestaan door het Comité Douanewetboek, volgens de in lid 4 van dit artikel beschreven procedure de bepalingen voor de toepassing van de in artikel 17 bedoelde tariefcontingenten, maximumhoeveelheden en referentiehoeveelheden vast, alsmede de wijzigingen en technische aanpassingen die noodzakelijk zijn als gevolg van de wijzigingen in de gecombineerde nomenclatuur en in de Taric-codes of voortvloeien uit de sluiting van overeenkomsten, protocollen of briefwisselingen tussen de Gemeenschap en de ACS-staten.

4. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het Comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij de stemming in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Als deze maatregelen evenwel, niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité, worden ze onverwijld door de Commissie aan de Raad voorgelegd. In dat geval:

- kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe ze heeft besloten, voor ten hoogste één maand uitstellen, te rekenen vanaf de datum van kennisgeving aan de Raad;

- kan de Raad binnen de in het voorgaande streepje genoemde termijn met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

5. Het Comité kan ieder vraagstuk betreffende de toepassing van de tariefcontingenten, de maximumhoeveelheden en de referentiehoeveelheden onderzoeken dat door de voorzitter, hetzij uit eigen beweging, hetzij op verzoek van een lidstaat, aan de orde is gesteld.

6. Zodra een maximumhoeveelheid is bereikt, kan de Commissie een verordening vaststellen waarbij voor de invoer van de betrokken producten tot het einde van het betrokken kalenderjaar opnieuw de voor derde landen geldende douanerechten worden ingesteld.

Artikel 31

Naar gelang van de behoeften voor de economische ontwikkeling van de Franse overzeese departementen kan de Raad volgens de procedures van artikel 43 van het Verdrag de regeling voor de toegang tot de markten van deze departementen voor de onder deze verordening vallende producten wijzigen.

Artikel 32

1. De vrijwaringsclausules in de verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en in de bijzondere regelingen die zijn ingesteld ingevolge de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, zijn van toepassing op de in deze verordening bedoelde producten.

2. Ten aanzien van de betrekkingen met de ACS-staten is Verordening (EEG) nr. 3705/90 van de Raad van 18 december 1990 betreffende de in de vierde ACS-EEG-Overeenkomst bedoelde vrijwaringsmaatregelen (24) tot en met 29 februari 2000 van aanvullende toepassing op de tenuitvoerlegging van de in hoofdstuk 1 van het derde deel van de Overeenkomst bedoelde vrijwaringsclausules.

Artikel 33

Verordening (EEG) nr. 715/90 wordt ingetrokken.

Artikel 34

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1996.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 1998.

Voor de Raad

De Voorzitter

W. MOLTERER

(1) PB C 108 van 7. 4. 1998, blz. 17.

(2) Advies uitgebracht op 13 juli 1998 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(3) PB L 287 van 21. 10. 1997, blz. 30.

(4) PB L 302 van 19. 10. 1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 82/97 (PB L 17 van 21. 1. 1997, blz. 1).

(5) PB L 84 van 30. 3. 1990, blz. 1.

(6) PB L 84 van 30. 3. 1990, blz. 85.

(7) PB L 148 van 28. 6. 1968, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2634/97 (PB L 356 van 31. 12. 1997, blz. 13).

(8) PB L 289 van 7. 10. 1989, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1589/96 (PB L 206 van 16. 8. 1996, blz. 25).

(9) PB L 329 van 31. 12. 1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3318/94 (PB L 350 van 31. 12. 1994, blz. 15).

(10) PB 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1581/96 (PB L 206 van 16. 8. 1996, blz. 11).

(11) PB L 329 van 30. 12. 1995, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 192/98 (PB L 20 van 27. 1. 1998, blz. 16).

(12) PB L 189 van 30. 7. 1996, blz. 71.

(13) PB 204 van 24. 8. 1967, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2325/88 (PB L 202 van 27. 7. 1988, blz. 41).

(14) PB L 181 van 1. 7. 1992, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1249/96 (PB L 161 van 29. 6. 1996, blz. 125).

(15) PB L 297 van 21. 11. 1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2199/97 (PB L 303 van 6. 11. 1997, blz. 11).

(16) PB L 215 van 30. 7. 1992, blz. 70. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2595/97 (PB L 351 van 23. 12. 1997, blz. 11).

(17) PB L 318 van 20. 12. 1993, blz. 18.

(18) PB L 55 van 2. 3. 1968, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/94 (PB L 349 van 31. 12. 1994, blz. 105).

(19) PB L 151 van 30. 6. 1968, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 195/96 (PB L 26 van 2. 2. 1996, blz. 13).

(20) PB L 146 van 4. 7. 1970, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/94 (PB L 349 van 31. 12. 1994, blz. 105).

(21) PB L 175 van 4. 8. 1971, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1554/97 (PB L 208 van 2. 8. 1997, blz. 1).

(22) PB L 246 van 5. 11. 1971, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 192/98 (PB L 20 van 27. 1. 1998, blz. 16).

(23) PB L 63 van 21. 3. 1995, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1347/95 (PB L 131 van 15. 6. 1995, blz. 1).

(24) PB L 358 van 21. 12. 1990, blz. 4.

BIJLAGE

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 1 BEDOELDE ACS-STATEN

Angola

Antigua en Barbuda

Bahama's

Barbados

Belize

Benin

Botswana

Burkina Faso

Burundi

Centraal-Afrikaanse Republiek

Comoren

Democratische Republiek Kongo

Djibouti

Dominica

Dominicaanse Republiek

Equatoriaal-Guinea

Eritrea

Ethiopië

Fiji

Gabon

Gambia

Ghana

Grenada

Guinee

Guinee-Bissau

Guyana

Haïti

Ivoorkust

Jamaica

Kaapverdië

Kameroen

Kenia

Kiribati

Kongo

Lesotho

Liberia

Madagaskar

Malawi

Mali

Mauritanië

Mauritius

Mozambique

Namibië

Niger

Nigeria

Papoea-Nieuw-Guinea

Rwanda

Saint Kitts en Nevis

Saint Lucia

Saint Vincent en de Grenadines

Salomonseilanden

Sao Tomé en Principe

Senegal

Seychellen

Sierra Leone

Somalië

Sudan

Suriname

Swaziland

Tanzania

Togo

Tonga

Trinidad en Tobago

Tsjaad

Tuvalu

Uganda

Vanuatu

West-Samoa

Zambia

Zimbabwe