31998R1595

Verordening (EG) nr. 1595/98 van de Commissie van 23 juli 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2603/97 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer van rijst van oorsprong uit de ACS-staten en uit de landen en gebieden overzee (LGO) en tot vaststelling van bepaalde specifieke bepalingen voor de gedeeltelijke terugbetaling van de voor rijst van oorsprong uit de ACS-staten geïnde invoerrechten

Publicatieblad Nr. L 208 van 24/07/1998 blz. 0021 - 0024


VERORDENING (EG) Nr. 1595/98 VAN DE COMMISSIE van 23 juli 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2603/97 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer van rijst van oorsprong uit de ACS-staten en uit de landen en gebieden overzee (LGO) en tot vaststelling van bepaalde specifieke bepalingen voor de gedeeltelijke terugbetaling van de voor rijst van oorsprong uit de ACS-staten geïnde invoerrechten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de verordening van de Raad van 20 juli 1998 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) (1), en met name op artikel 30, lid 1,

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 2603/97 van de Commissie (2) de uitvoeringsbepalingen van de invoerregelingen voor rijst van oorsprong uit de ACS-staten en uit de landen en gebieden overzee (LGO) zijn vastgesteld; dat, gezien de goedkeuring door de Raad van de verordening, waarbij de wijzigingen die naar aanleiding van de herziening halverwege de looptijd van de Vierde Overeenkomst van Lomé in de invoerregelingen voor de ACS-staten zijn aangebracht, ook in deze verordening de nodige wijzigingen moeten worden aangebracht;

Overwegende dat bij artikel 13 van de verordening van de Raad van 20 juli 1998 een nieuwe verlaging van de douanerechten voor rijst van oorsprong uit de ACS-landen is vastgesteld; dat deze verlaging afhankelijk is gesteld van de inning door het exporterend ACS-land van een uitvoerheffing waarvan het bedrag overeenkomt met het bedrag waarmee het douanerecht is verlaagd; dat de verlaging, krachtens artikel 34 van voornoemde verordening, van toepassing is vanaf 1 januari 1996;

Overwegende dat er dient op te worden gewezen dat de gedeeltelijke terugbetaling van de invoerrechten die voortvloeit uit de verlaging van de douanerechten vanaf 1 januari 1996 plaatsvindt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 82/97 (4), en de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 75/98 (6);

Overwegende dat het, om meer duidelijkheid te scheppen en het administratief beheer van de maatregel te vergemakkelijken, gerechtvaardigd lijkt te vermelden op welke wijze het terug te betalen bedrag moet worden berekend; dat bovendien de verklaring die voor de toepassing van artikel 880 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 moet worden overgelegd om het bewijs te leveren dat de heffing bij uitvoer uit het land van oorsprong is geïnd, nader dient te worden toegelicht;

Overwegende dat de ervaring heeft geleerd dat de frequentie van de mededelingen van de lidstaten betreffende de in het kader van deze invoerregelingen in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheden moet worden aangepast;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2603/97 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 2, lid 1, wordt vervangen door:

"1. De afgifte van de certificaten voor de invoer met verlaagd douanerecht van de bij artikel 14, lid 1, van de verordening van de Raad van 20 juli 1998 vastgestelde hoeveelheid van 125 000 ton rijst, omgerekend in gedopte rijst, van de GN-codes 1006 10 21 tot en met 1006 10 98, 1006 20 en 1006 30, wordt jaarlijks als volgt in tranches verdeeld:

- januari: 41 668 ton,

- mei: 41 666 ton,

- september: 41 666 ton.".

2. Artikel 3, lid 1, wordt vervangen door:

"1. De afgifte van certificaten voor de invoer met verlaagd douanerecht van de hoeveelheid van 20 000 ton breukrijst van GN-code 1006 40 00, die is vastgesteld bij artikel 14, lid 1, van de verordening van de Raad van 20 juli 1998, wordt jaarlijks als volgt in tranches verdeeld:

- januari: 10 000 ton,

- mei: 10 000 ton,

- september: -.".

3. Artikel 4 wordt vervangen door:

"Artikel 4

Voor de toepassing van artikel 13, lid 1, van de verordening van de Raad van 20 juli 1998 worden de bedragen van de douanerechten wekelijks berekend, maar slechts om de twee weken door de Commissie vastgesteld.".

4. Artikel 5, lid 5, wordt vervangen door:

"5. Het invoerrecht is het recht dat van toepassing is op de dag waarop de certificaataanvraag is ingediend.".

5. Artikel 7 wordt vervangen door:

"Artikel 7

1. Voor de in artikel 2, lid 2, bedoelde hoeveelheden kunnen invoercertificaten worden aangevraagd voor rijst van oorsprong uit ACS-staten van de GN-codes 1006 20 21 tot en met 1006 10 98, 1006 20 en 1006 30 en voor rijst van oorsprong uit de LGO van GN-code 1006.

2. De in lid 1 bedoelde hoeveelheden waarvoor voor een bepaalde tranche geen certificaten worden aangevraagd, worden overgedragen naar de volgende tranche.".

6. Artikel 12 wordt vervangen door:

"Artikel 12

De lidstaten delen de Commissie per telex of fax overeenkomstig bijlage I de volgende gegevens mede:

- uiterlijk binnen de twee werkdagen na de afgifte van de certificaten, de hoeveelheden, uitgesplitst naar GN-code in acht cijfers en naar land van oorsprong, waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven, de datum van afgifte, het nummer van het afgegeven certificaat en de naam en het adres van de houder;

- uiterlijk twee maanden na het verstrijken van de geldigheidsduur van elk certificaat: de hoeveelheden, uitgesplitst naar GN-code in acht cijfers en naar land van oorsprong, die daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht, de datum waarop zij in het vrije verkeer zijn gebracht, het nummer van het gebruikte certificaat en de naam en het adres van de houder.

Deze mededelingen moeten ook worden verstrekt als geen enkel certificaat is afgegeven of geen invoer heeft plaatsgevonden.".

Artikel 2

1. Voor de hoeveelheden rijst van oorsprong uit de ACS-landen die in het vrije verkeer worden gebracht op grond van tussen 1 januari 1996 en de inwerkingtreding van deze verordening aangevraagde en afgegeven certificaten wordt ter uitvoering van artikel 236 van Verordening (EG) nr. 2913/92 een bedrag per ton terugbetaald dat gelijk is aan:

- voor rijst en breukrijst van GN-code 1006 40 00, voor padie van de GN-codes 1006 10 21 tot en met 1006 10 98 en voor gedopte rijst van GN-code 1006 20: 15 % van het volle douanerecht voor derde landen dat van toepassing is op de dag waarop de aanvraag voor het invoercertificaat is ingediend;

- voor volwitte rijst en halfwitte rijst van GN-code 1006 30: 15 % van het verschil tussen het volle douanerecht voor derde landen dat geldt op de dag van de indiening van de aanvraag voor het invoercertificaat en het bedrag van 16,78 ECU.

2. De aanvraag om terugbetaling wordt ingediend overeenkomstig het bepaalde in artikel 236, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 en de artikelen 878, 879 en volgende van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

3. De aanvraag om terugbetaling gaat vergezeld van:

a) het invoercertificaat of een voor eensluidend gewaarmerkte kopie ervan;

b) de aangifte voor het vrije verkeer (of een voor eensluidend gewaarmerkte kopie ervan) voor de betrokken invoer

en

c) de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat die het invoercertificaat heeft afgegeven opgestelde verklaring, als bedoeld in artikel 880 van Verordening (EG) nr. 2454/93, opgesteld volgens het model in de bijlage.

Deze verklaring wordt slechts afgegeven na overlegging van het bewijs dat de douaneautoriteiten van de ACS-staat van uitvoer voor de daadwerkelijk in de Gemeenschap in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheden een aanvullende uitvoerheffing hebben ontvangen gelijk aan het overeenkomstig het bepaalde in lid 1 berekende bedrag.

Dit bewijs wordt geleverd door overlegging van het origineel van een certificaat inzake goederenverkeer EUR 1, in vak 7 waarvan een van de volgende vermeldingen is aangebracht:

Bedrag in nationale valuta:

- Tasa complementaria percibida a la exportación del arroz;

Certificado utilizado para la importación: EUR 1 n°

- Særafgift, der opkræves ved eksport af ris;

Certificat, der anvendes ved import: EUR.1 nr.

- Bei der Ausfuhr von Reis erhobene ergänzende Abgabe;

Für die Einfuhr verwendete Bescheinigung: EUR 1

- Óõìðëçñùìáôéêüò öüñïò ðïõ åéóðñÜôôåôáé êáôÜ ôçí åîáãùãÞ ôïõ ñõæéïý 7

Ðéóôïðïéçôéêü ðïõ ÷ñçóéìïðïéåßôáé ãéá ôçí åéóáãùãÞ: EUR 1 áñéè.

- Complementary charge collected on export of rice;

Certificate used for the import: EUR 1 No

- Taxe complémentaire perçue à l'exportation du riz;

Certificat utilisé pour l'importation: EUR 1 n°

- Tassa complementare riscossa all'esportazione del riso;

Certificato usato per l'importazione: EUR 1 n.

- Bij uitvoer van de rijst opgelegde bijzondere heffing;

Voor de invoer gebruikt certificaat: EUR 1 nr.

- Imposição complementar cobrada na exportação do arroz;

Certificado utilizado para a importação: EUR 1 nº

- Riisin viennin yhteydessä perittävä täydentävä maksu.

Tuonnissa käytettävä todistus: EUR-1 N:o

- Särskild avgift för risexport;

Certifikat som använts för importen: EUR 1 nr

(Handtekening en stempel van het kantoor)

4. Indien de door het land van uitvoer geïnde aanvullende heffing lager is dan het in het lid 1 bedoelde bedrag, is de terugbetaling ten hoogste gelijk aan het werkelijk geïnde bedrag.

5. Indien het bedrag van de geïnde uitvoerheffing is uitgedrukt in een andere valuta dan die van de lidstaat van invoer, moet voor het berekenen van de werkelijk geïnde heffing de koers worden toegepast die op de dag van de voorfixatie van het douanerecht op de meest representatieve markt of markten van deze lidstaat is geconstateerd.

Artikel 3

Voor de hoeveelheden waarvoor een invoercertificaat is aangevraagd vóór de inwerkingtreding van deze verordening en die na deze datum in het vrije verkeer worden gebracht, worden douanerechten toegepast die worden berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2603/97, op voorwaarde dat de importeur aan de douaneautoriteiten van de lidstaat waar de goederen in het vrije verkeer worden gebracht het bewijs levert dat de in artikel 2, lid 3, onder c), van deze verordening bedoelde aanvullende uitvoerheffing is geïnd.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 juli 1998.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) Nog niet verschenen in het Publicatieblad.

(2) PB L 351 van 23. 12. 1997, blz. 22.

(3) PB L 302 van 19. 10. 1992, blz. 1.

(4) PB L 17 van 21. 1. 1997, blz. 1.

(5) PB L 253 van 11. 10. 1993, blz. 1.

(6) PB L 7 van 13. 1. 1998, blz. 3.

BIJLAGE

Aanvraag om een verklaring en verklaring betreffende de gedeeltelijke terugbetaling van de voor rijst van oorsprong uit de ACS-staten geïnde invoerrechten - Verordening van de Raad van 20 juli 1998

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>