31998R1525

Verordening (EG) nr. 1525/98 van de Commissie van 16 juli 1998 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 194/97 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 201 van 17/07/1998 blz. 0043 - 0046


VERORDENING (EG) Nr. 1525/98 VAN DE COMMISSIE van 16 juli 1998 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 194/97 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name op artikel 2,

Overwegende dat sommige lidstaten maximumgehalten voor aflatoxinen in bepaalde levensmiddelen hebben vastgesteld of overwegen dergelijke maximumgehalten vast te stellen;

Overwegende dat, gezien de verschillen tussen de lidstaten en de concurrentievervalsing die daarvan het gevolg kan zijn, op communautair niveau maatregelen moeten worden genomen om de eenheid van de markt te vrijwaren, met inachtneming echter van het proportionaliteitsbeginsel;

Overwegende dat Verordening (EG) nr. 194/97 van de Commissie van 31 januari 1997 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (2) derhalve moet worden aangevuld;

Overwegende dat aflatoxinen door sommige Aspergillussoorten afgescheiden mycotoxinen zijn die zich ontwikkelen bij hoge temperaturen en een hoge vochtigheid; dat aflatoxinen in talrijke levensmiddelen kunnen voorkomen;

Overwegende dat aflatoxinen, en inzonderheid aflatoxine B1, genotoxische carcinogene stoffen zijn; dat er voor dergelijke stoffen geen enkele drempel is waaronder geen schadelijk effect wordt waargenomen; dat derhalve geen toelaatbare dagelijkse dosis dient te worden vastgesteld; dat het bij de huidige stand van wetenschap en techniek en met de verbeteringen van de productie- en opslagmethoden niet mogelijk is om de ontwikkeling van deze schimmels en, bijgevolg, de aanwezigheid van aflatoxinen in levensmiddelen geheel te voorkomen; dat de maximumgehalten derhalve op het laagst mogelijke niveau moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat regels moeten worden vastgesteld voor de maximumgehalten die aanvaardbaar zijn in landbouwproducten in ongewijzigde staat en in gedroogde en/of verwerkte landbouwproducten en in levensmiddelen, teneinde een adequate bescherming van de volksgezondheid en een goede werking van de interne markt voor deze producten te garanderen;

Overwegende dat inspanningen om de productie-, oogst- en opslagomstandigheden te verbeteren, en zodoende de ontwikkeling van schimmels te beperken, moeten worden gestimuleerd;

Overwegende dat de groep aflatoxinen verschillende verbindingen omvat waarvan de aanwezigheid in levensmiddelen en de toxiciteit variëren; dat aflatoxine B1 veruit het giftigst is; dat het, om veiligheidsredenen, noodzakelijk is zowel het totaalgehalte aan aflatoxinen van levensmiddelen (verbindingen B1, B2, G1 en G2) als het gehalte aan aflatoxine B1 te beperken;

Overwegende dat aflatoxine M1 een metabolisatieproduct van aflatoxine B1 is, dat voorkomt in melk en zuivelproducten van dieren die besmet voeder hebben gegeten; dat, ook al wordt aflatoxine M1 beschouwd als een minder gevaarlijke genotoxische carcinogene stof dan aflatoxine B1, de aanwezigheid ervan in melk en zuivelproducten die worden verbruikt door mensen, en inzonderheid door jonge kinderen, absoluut moet worden voorkomen;

Overwegende dat wordt erkend dat door sortering of andere fysische behandelingen het aflatoxinegehalte van aardnoten, noten en gedroogde vruchten kan worden verminderd; dat daarom, om de gevolgen voor de handel zo veel mogelijk te beperken, hogere aflatoxinegehalten voor de betrokken producten moeten worden toegestaan als deze niet bestemd zijn voor rechtstreekse consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt van levensmiddelen; dat voor deze gevallen aflatoxinegehalten zijn vastgesteld met inachtneming van zowel de thans mogelijke vorenbedoelde behandelingen, respectievelijk voor aardnoten, noten en gedroogde vruchten, als met de noodzaak om na behandeling te voldoen aan de maximumgehalten die voor deze producten zijn vastgesteld wanneer ze bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden verwerkt in levensmiddelen; dat de maximumgehalten voor onbehandelde noten en onbehandelde gedroogde vruchten binnen een bepaalde termijn zullen worden herzien rekening houdende met de vooruitgang op wetenschappelijk en technisch gebied;

Overwegende dat, wat granen betreft, niet kan worden uitgesloten dat het mogelijk is om, met bepaalde methodes van sortering of andere fysische behandelingen, het niveau van verontreiniging met aflatoxinen te verlagen; dat, om de werkelijke doeltreffendheid van deze methodes te kunnen verifiëren en eventueel specifieke maximumgehalten voor ruwe granen te kunnen vaststellen, is bepaald dat voor een beperkte periode de maximumgehalten worden toegepast die in de bijlage zijn vastgesteld voor granen en door verwerking van granen verkregen producten, die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt van levensmiddelen; dat, als de gegevens voor de vaststelling van een specifiek maximumgehalte voor ruwe granen ontbreken, na afloop van een bepaalde termijn het maximumgehalte dat is vastgesteld voor granen en door verwerking van granen verkregen producten die bestemd zijn voor rechtstreeks menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt van levensmiddelen, ook zal gelden voor ruwe granen;

Overwegende dat, om op doeltreffende wijze te kunnen verifiëren of de verschillende maximumgehalten die voor de betrokken producten zijn vastgesteld, in acht worden genomen, de juiste bestemming van de producten moet worden aangegeven door middel van een adequate etikettering;

Overwegende dat producten met hogere aflatoxinegehalten dan de vastgestelde maximumgehalten niet in het verkeer mogen worden gebracht, noch worden vermengd met producten waarvoor het voorgeschreven maximumgehalte wel in acht is genomen, noch als ingrediënt in levensmiddelen mogen worden gebruikt;

Overwegende dat de lidstaten, overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 315/93, de maximumgehalten aan aflatoxinen die zij voor bepaalde levensmiddelen hebben vastgesteld, handhaven voorzover geen communautaire bepalingen terzake zijn vastgesteld;

Overwegende dat vooralsnog voor verwerkte producten en uit verschillende ingrediënten samengestelde levensmiddelen kan worden volstaan met algemene bepalingen; dat voor deze producten bijzondere maximumgehalten aan aflatoxinen zullen kunnen worden vastgesteld wanneer zulks noodzakelijk blijkt;

Overwegende dat het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 315/93 is geraadpleegd over de bepalingen die gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor levensmiddelen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 194/97 wordt als volgt aangevuld:

1. Artikel 2, lid 1, wordt vervangen door:

"1. a) Wanneer de in de bijlage bij deze verordening genoemde producten in het verkeer worden gebracht, mag hun gehalte aan verontreinigingen het in die bijlage vastgestelde gehalte niet overschrijden.

b) De maximumgehalten die zijn vastgesteld voor de in de punten I.2.1.1.1 en I.2.1.2.1 van de bijlage vermelde producten, gelden ook voor de door verwerking van deze producten verkregen producten, voorzover daarvoor geen specifieke maximumgehalten zijn vastgesteld.

c) Voor gedroogde, verwerkte of uit verschillende ingrediënten samengestelde zuivelproducten geldt het maximumgehalte dat in punt I.2.1.3 van de bijlage is vastgesteld voor melk. Er dient evenwel rekening te worden gehouden met een concentratiefactor als gevolg van het drogen of de verwerking van deze zuivelproducten of van de concentratie ervan in uit melk bereide ingrediënten, voorzover geen specifieke maximumgehalten voor gedroogde, verwerkte of samengestelde zuivelproducten zijn vastgesteld.".

2. Aan artikel 2 worden de volgende leden toegevoegd:

"4. Wat de in punt I.2.1 van de bijlage vermelde producten betreft, is het verboden:

- producten die voldoen aan de in de bijlage vastgestelde maximumgehalten te mengen met producten die niet aan deze maximumgehalten voldoen, of producten die zijn gesorteerd of waarop andere fysische behandelingen zijn toegepast, te mengen met producten die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt bij de vervaardiging van levensmiddelen;

- producten die niet aan de in de punten I.2.1.1.1, I.2.1.2.1 en I.2.1.3 vastgestelde maximumgehalten voldoen, te gebruiken als ingrediënt voor de vervaardiging van andere levensmiddelen;

- verontreinigingen uit de producten te verwijderen door middel van chemische behandelingen.

5. Aardnoten, noten en gedroogde vruchten die niet voldoen aan de in punt I.2.1.1.1 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten, en granen die niet voldoen aan de in punt I.2.1.2.1 vastgestelde maximumgehalten, mogen in het verkeer worden gebracht op voorwaarde dat

a) deze producten

- niet bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt bij de vervaardiging van levensmiddelen,

- voldoen aan de in punt I.2.1.1.2 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten voor aardnoten en aan de in punt I.2.1.1.3 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten voor noten en gedroogde vruchten,

- bestemd zijn om achteraf te worden gesorteerd of te worden onderworpen aan andere fysische behandelingen, zodat na deze behandeling de in de punten I.2.1.1.1 en I.2.1.2.1 van de bijlage vastgestelde maximumgehalten niet worden overschreden en de behandeling zelf geen andere schadelijke reststoffen doet ontstaan;

b) de bestemming van deze producten duidelijk wordt aangegeven door middel van een etikettering die de vermelding bevat: "product dat verplicht moet worden gesorteerd of waarop verplicht andere fysische behandelingen moeten worden toegepast om het niveau van verontreiniging met aflatoxinen te verlagen, voordat het wordt bestemd voor menselijke consumptie of voor gebruik als ingrediënt bij de vervaardiging van levensmiddelen.".".

3. In punt I van de bijlage "Landbouwverontreinigingen" wordt het volgende toegevoegd:

"2. Mycotoxinen

2.1. Aflatoxinen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1999.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 juli 1998.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 37 van 13. 2. 1993, blz. 1.

(2) PB L 31 van 1. 2. 1997, blz. 48.