Verordening (EG) nr. 1435/98 van de Raad van 29 juni 1998 houdende een verbod op de invoer van gewone tonijn of blauwvintonijn (thunnus thynnus) van oorsprong uit Belize, Honduras en Panama
Publicatieblad Nr. L 191 van 07/07/1998 blz. 0013 - 0014
VERORDENING (EG) Nr. 1435/98 VAN DE RAAD van 29 juni 1998 houdende een verbod op de invoer van gewone tonijn of blauwvintonijn (thunnus thynnus) van oorsprong uit Belize, Honduras en Panama DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende dat de visbestanden, als niet-duurzame natuurlijke hulpbron, dringend moeten worden beschermd, zowel in het belang van het biologisch evenwicht als in dat van de globale voedselzekerheid; Overwegende dat de Europese Gemeenschap met betrekking tot de visbestanden in internationale wateren het gezag en de verantwoordelijkheid erkent van de bevoegde internationale organisaties, waarvan zij de activiteiten actief steunt; dat de Europese Gemeenschap instemt met de doelstellingen die zijn vastgesteld door de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijn (ICCAT) en, met name, met de maatregelen die in de aanbevelingen van de ICCAT van 1994 en 1996 worden voorgesteld ter verbetering van het effect van het programma voor de instandhouding van gewone tonijn of blauwvintonijn; Overwegende dat de Europese Gemeenschap op 14 november 1997 overeenkomstsluitende partij van de ICCAT is geworden, en verplicht is de betrokken maatregelen ten uitvoer te leggen; dat de Europese Gemeenschap voor de tenuitvoerlegging moet zorgen, omdat zij op dit gebied exclusief bevoegd is; dat de ICCAT, met name vanwege de overbevissing van gewone tonijn of blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, in 1994 een actieprogramma heeft goedgekeurd dat het effect van de maatregelen voor de instandhouding van deze vissoort moet garanderen; dat de visbestanden in kwestie door de leden van de ICCAT, waarvan de vissers verplicht zijn de vangst van gewone tonijn of blauwvintonijn te verminderen, slechts efficiƫnt kunnen worden beheerd wanneer alle niet-leden met de ICCAT samenwerken inzake maatregelen voor instandhouding en beheer; Overwegende dat de ICCAT in 1995 heeft verklaard dat de vissersvaartuigen van Belize, Honduras en Panama in die mate op gewone tonijn of blauwvintonijn vissen dat het effect van de maatregelen van deze organisatie voor de instandhouding van genoemde vissoort daardoor sterk onder druk komt te staan; dat de ICCAT deze constatering baseert op gegevens over vangst en handel, alsmede op waarnemingen van vaartuigen; Overwegende dat pogingen van de ICCAT om de drie genoemde landen aan te sporen mee te werken aan de maatregelen voor de instandhouding en het beheer van gewone tonijn of blauwvintonijn geen resultaat hebben opgeleverd; Overwegende dat de ICCAT haar leden met name verplicht passende maatregelen te nemen om de invoer te verbieden van producten van gewone tonijn of blauwvintonijn, in welke vorm dan ook, van oorsprong uit Belize, Honduras en Panama; dat dit verbod wordt opgeheven, zodra is vastgesteld dat de visserijactiviteiten van deze landen in overeenstemming zijn gebracht met de maatregelen van de ICCAT; dat deze maatregel derhalve door de Europese Gemeenschap dient te worden toegepast; Overwegende dat deze maatregel geen afbreuk doet aan de verbintenissen van de Europese Gemeenschap uit hoofde van andere internationale overeenkomsten, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. Het in het vrije verkeer brengen in de Gemeenschap van gewone tonijn of blauwvintonijn (thunnus thynnus), van oorsprong uit Belize, Honduras en Panama, vallend onder de GN-codes 0302 39 11, 0302 39 91, 0303 49 21, 0303 49 23, 0303 49 29, ex 0303 49 90, ex 0304 10 98, ex 0304 20 45, ex 0305 20 00, ex 0305 30 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 90, ex 0305 69 90, ex 1604 14 11, ex 1604 14 16, ex 1604 14 18 en ex 1604 20 70, is verboden. 2. Het lossen van de in lid 1 genoemde producten, teneinde deze onder de regeling communautair douanevervoer te plaatsen, is verboden. Artikel 2 De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op de hoeveelheden van de in artikel 1, lid 1, bedoelde producten waarvan ten genoegen van de bevoegde nationale autoriteiten kan worden aangetoond dat deze op de datum van inwerkingtreding van deze verordening naar het grondgebied van de Gemeenschap werden vervoerd, voorzover het in het vrije verkeer brengen uiterlijk 14 dagen na die datum plaatsvindt. Artikel 3 Deze verordening treedt in werking zeven dagen na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Luxemburg, 29 juni 1998. Voor de Raad De Voorzitter R. COOK