31998R1058

Verordening (EG) nr. 1058/98 van de Commissie van 20 mei 1998 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen om rechten tot invoer die zijn ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 546/98 betreffende het tariefcontingent voor bepaalde producten van de sector rundvlees van oorsprong uit de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

Publicatieblad Nr. L 151 van 21/05/1998 blz. 0027 - 0027


VERORDENING (EG) Nr. 1058/98 VAN DE COMMISSIE van 20 mei 1998 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen om rechten tot invoer die zijn ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 546/98 betreffende het tariefcontingent voor bepaalde producten van de sector rundvlees van oorsprong uit de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedoniƫ

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 546/98 van de Commissie van 10 maart 1998 tot vaststelling, voor het jaar 1998, van de uitvoeringsbepalingen van de bij Besluit 97/831/EG van de Raad vastgestelde regeling voor de invoer van bepaalde producten van de sector rundvlees (1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 853/98 (2), en met name op artikel 4,

Overwegende dat in artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 546/98 de hoeveelheid van bepaalde producten van de sector rundvlees van oorsprong uit de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedoniƫ is vastgesteld die op grond van het contingent voor 1998 tegen bijzondere voorwaarden mag worden ingevoerd;

Overwegende dat in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 546/98 is bepaald dat de aangevraagde hoeveelheden kunnen worden verlaagd; dat de ingediende aanvragen betrekking hebben op grotere hoeveelheden dan die welke beschikbaar zijn; dat, gezien die omstandigheden en met het oog op een billijke verdeling van de beschikbare hoeveelheden, de aangevraagde hoeveelheden verhoudingsgewijs moeten worden verlaagd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Iedere aanvraag om rechten tot invoer die is ingediend op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 546/98 wordt gehonoreerd voor 0,4056 % van de aangevraagde hoeveelheid.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 mei 1998.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 mei 1998.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 72 van 11. 3. 1998, blz. 8.

(2) PB L 122 van 24. 4. 1998, blz. 6.