31998R0358

Verordening (EG) Nr. 358/98 van de Commissie van 13 februari 1998 tot vaststelling van de definitieve referentiebedragen voor producenten van sojabonen, kool- en raapzaad en zonnebloemzaad voor het verkoopseizoen 1997/1998

Publicatieblad Nr. L 042 van 14/02/1998 blz. 0018 - 0027


VERORDENING (EG) Nr. 358/98 VAN DE COMMISSIE van 13 februari 1998 tot vaststelling van de definitieve referentiebedragen voor producenten van sojabonen, kool- en raapzaad en zonnebloemzaad voor het verkoopseizoen 1997/1998

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2309/97 (2), inzonderheid op artikel 12,

Overwegende dat in artikel 5, lid 1, onder d), van Verordening (EEG) nr. 1765/92 is bepaald dat de Commissie op basis van de geconstateerde referentieprijs voor oliehoudende zaden een definitief regionaal referentiebedrag vaststelt door de verwachte referentieprijs te vervangen door de geconstateerde referentieprijs; dat de Commissie de geconstateerde referentieprijs heeft berekend op basis van de op grond van Verordening (EG) nr. 3405/93 van de Commissie (3) verstrekte gegevens;

Overwegende dat in artikel 5, lid 1, onder e), van Verordening (EEG) nr. 1765/92 is bepaald dat, indien het areaal waarvoor de specifieke compensatiebedragen voor oliehoudende zaden gelden, na toepassing van artikel 2, lid 6, het gegarandeerde maximumareaal overschrijdt, de definitieve regionale referentiebedragen moeten worden verlaagd; dat in artikel 5, lid 1, onder f), van Verordening (EEG) nr. 1765/92 is bepaald dat de definitieve regionale referentiebedragen worden verlaagd met 1 % per procentpunt waarmee het gegarandeerde maximumareaal is overschreden; dat de verlaging van de definitieve regionale referentiebedragen alleen wordt toegepast in de lidstaten die hun nationaal referentieareaal, verminderd met 10 %, hebben overschreden; dat het gewogen gemiddelde van de in deze lidstaten toegepaste verlaging gelijk moet zijn aan de vereiste vermindering van het gegarandeerde maximumareaal; dat de in de lidstaten toegepaste verlagingen evenredig moeten zijn met hun aandeel in de totale overschrijding van het gegarandeerde maximumareaal;

Overwegende dat het in Frankrijk voor geïrrigeerde soja geldende maximum dat is vastgesteld bij artikel 7 van Verordening (EG) nr. 658/96 van de Commissie (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1779/97 (5), niet is overschreden; dat, op grond van artikel 3, lid 1, zesde alinea, eerste zin, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 de definitieve regionale referentiebedragen niet hoeven te worden herzien;

Overwegende dat, ter uitvoering van artikel 3, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1765/92, de compensatiebedragen voor het verkoopseizoen 1997/1998 voor Frankrijk worden vermenigvuldigd met de coëfficiënt 0,994, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1719/97 van de Commissie (6);

Overwegende dat de producenten het voorschot, waarvan het bedrag is vastgesteld bij artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1394/97 van de Commissie (7), hebben ontvangen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Gezamenlijk Comité voor granen, oliën en vetten, en gedroogde voedergewassen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 is in bijlage I een korte toelichting bij de berekening van de definitieve regionale referentiebedragen opgenomen.

2. De definitieve regionale referentiebedragen voor het verkoopseizoen 1997/1998 zijn vermeld in bijlage II.

3. Bij de berekening van het in artikel 11, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 bedoelde compensatiebedrag voor producenten van oliehoudende zaden, moet de bevoegde instantie rekening houden met:

- elke vermindering van het in aanmerking komende areaal van de producent;

- alle overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1394/97 betaalde voorschotten.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 februari 1998.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 181 van 1. 7. 1992, blz. 12.

(2) PB L 321 van 22. 11. 1997, blz. 3.

(3) PB L 310 van 14. 12. 1993, blz. 10.

(4) PB L 91 van 12. 4. 1996, blz. 46.

(5) PB L 252 van 16. 9. 1997, blz. 18.

(6) PB L 242 van 4. 9. 1997, blz. 32.

(7) PB L 190 van 19. 7. 1997, blz. 31.

BIJLAGE I

Korte toelichting bij de berekening van het gecorrigeerde definitieve regionale referentiebedrag voor producenten van oliehoudende zaden voor het verkoopseizoen 1997/1998

I. Aanpassing van de steunbedragen overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder d), van Verordening (EEG) nr. 1765/92. Definitieve regionale referentiebedragen

1. De geconstateerde referentieprijs voor oliehoudende zaden, gelijk aan het gemiddelde van de in het verkoopseizoen 1997/1998 op de markt genoteerde prijzen, is bepaald op 235,636 ECU per ton. Deze geconstateerde referentieprijs is berekend op basis van de door de lidstaten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3405/93 meegedeelde gegevens over effectieve en geboden prijzen.

2. De geconstateerde referentieprijs ligt op een zodanig niveau dat de voorlopige compensatiebedragen overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1765/92 met 11 % moeten worden verlaagd. De definitieve regionale referentieprijzen worden vastgesteld op een peil dat wordt verkregen door de bij Verordening (EG) nr. 1394/97 vastgestelde voorlopige regionale referentiebedragen met 11 % te verlagen.

II. Aanpassing van de steunbedragen overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder e), van Verordening (EEG) nr. 1765/92. Correctie van de definitieve regionale referentiebedragen

1. Na toepassing van artikel 2, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 blijken de oppervlakten akkerland waarvoor specifieke compensatiebetalingen voor oliehoudende zaden zijn betaald het gegarandeerde maximumareaal met 3 % te overschrijden.

2. De verlagingen die in verband met de overschrijding van het nationale referentieareaal verminderd met 10 %, op de definitieve regionale referentiebedragen worden toegepast zijn als volgt:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. De gewogen gemiddelde verlaging van de steun met betrekking tot het gegarandeerde maximumareaal voor de productie van de Gemeenschap is als volgt:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. Het totale bedrag waarmee de steun overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder f), moet worden verlaagd voor het gegarandeerde maximumareaal voor de productie van de Gemeenschap, uitgedrukt in ha-equivalenten steun, bedraagt:

Percentage van de overschrijding van het gegarandeerde maximumareaal: 3 %.

Areaal waarvoor gewasspecifieke compensatiebedragen worden betaald tot maximaal de gegarandeerde maximumarealen: 5 089 569 ha.

Totale verlaging van de steun die nodig is, uitgedrukt in ha-equivalenten steun:

3 % van 5 089 569 ha = 152 687

5. De totale verlaging van de steun vermeld in deel II, punt 4, is gelijk aan de totale verlaging van de steun die nodig is om aan de voorwaarden van artikel 5, lid 1, onder f), van Verordening (EEG) nr. 1765/92 te voldoen.

BIJLAGE II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>