31998R0148

Verordening (EG) Nr. 148/98 van de Commissie van 22 januari 1998 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) Nr. 2005/97 van de Raad tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van de speciale regeling voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Algerije

Publicatieblad Nr. L 018 van 23/01/1998 blz. 0003 - 0003


VERORDENING (EG) Nr. 148/98 VAN DE COMMISSIE van 22 januari 1998 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2005/97 van de Raad tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van de speciale regeling voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Algerije

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2005/97 van de Raad van 9 oktober 1997 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van de speciale regeling voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Algerije (1), en met name op artikel 4,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3290/94 van de Raad van 22 december 1994 inzake de aanpassingen en de overgangsmaatregelen in de landbouwsector voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomsten in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1161/97 (3), en met name op artikel 3,

Overwegende dat de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2005/97 bedoelde vermindering van het douanerecht wordt toegepast voor alle olijfolie waarvoor de importeur bij de invoer het bewijs levert dat de bijzondere uitvoerheffing in de invoerprijs is doorberekend; dat voor de toepassing van voornoemde regeling dient te worden bepaald dat de importeur het bewijs moet leveren dat de betrokken heffing aan de exporteur is terugbetaald;

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 2146/95 van de Commissie (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1163/97 (5), betreffende, onder meer, de voorlopige aanpassing van de speciale regeling voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Algerije, de bepalingen zijn vastgesteld die voor deze regeling gelden; dat deze bepalingen, gelet op de hierbij vastgestelde toepassingsbepalingen, moeten worden ingetrokken;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De in artikel 2, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 2005/97 bedoelde regeling wordt toegepast voor alle invoer waarvoor de importeur bij de aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer het bewijs levert dat de bijzondere uitvoerheffing is doorberekend in de invoerprijs en dat hij deze heffing voor ten hoogste het in artikel 2, lid 2, van voornoemde verordening bedoelde, bij invoer in de Gemeenschap aftrekbare bedrag aan de exporteur heeft terugbetaald.

2. De in lid 1 bedoelde bewijzen moeten ten genoegen van de douaneautoriteiten worden geleverd door overlegging van een administratief document of een handels- of bankdocument.

3. In deze verordening wordt onder exporteur verstaan de persoon die is vermeld in het certificaat inzake goederenvervoer EUR.1 van Algerije.

Artikel 2

Verordening (EEG) nr. 2146/95 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 januari 1998.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 284 van 16. 10. 1997, blz. 11.

(2) PB L 349 van 31. 12. 1994, blz. 105.

(3) PB L 169 van 27. 6. 1997, blz. 1.

(4) PB L 215 van 9. 9. 1995, blz. 1.

(5) PB L 169 van 27. 6. 1997, blz. 4.