31998E0409

98/409/GBVB: Gemeenschappelijk standpunt van 29 juni 1998 door de Raad vastgesteld op grond van artikel J.2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake Sierra Leone

Publicatieblad Nr. L 187 van 01/07/1998 blz. 0001 - 0002


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT van 29 juni 1998 door de Raad vastgesteld op grond van artikel J.2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake Sierra Leone (98/409/GBVB)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op artikel J.2,

Overwegende dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (UNSC) op 5 juni 1998 resolutie 1171 (1998) heeft aangenomen waarin deze zich verheugt over de inspanningen van de regering van Sierra Leone om de vrede en de veiligheid in het land te herstellen, opnieuw voor doelmatig bestuur te zorgen, het democratisch proces weer op gang te brengen en nationale verzoening te bevorderen;

Overwegende dat de UNSC in de genoemde resolutie betreurt dat er nog steeds verzet is tegen het gezag van de wettige regering van Sierra Leone en erop aandringt dat alle rebellen een einde moeten maken aan de wreedheden, hun verzet moeten opgeven en de wapens moeten neerleggen;

Overwegende dat de bij de eerdere UNSC-resolutie 1132 (1997) ingestelde verbodsmaatregelen zijn ingetrokken; dat resolutie 1171 (1998) in de hele Europese Unie moet worden uitgevoerd,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

Overeenkomstig UNSC-resolutie 1171 (1998) (1), behoudens de uitzonderingen van artikel 2 en artikel 3, is de verkoop of levering van wapens en alle soorten aanverwant materiaal, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvan aan Sierra Leone verboden.

Artikel 2

De in artikel 1 vermelde beperkingen zijn niet van toepassing op de regering van Sierra Leone, op voorwaarde dat die leveringen door de Verenigde Naties en haar lidstaten, overeenkomstig de punten 2 en 4 van UNSC-resolutie 1171 (1998), worden geviseerd.

Artikel 3

De in artikel 1 bedoelde beperkingen zijn niet van toepassing op de verkoop of levering van wapens en aanverwant materiaal voor uitsluitend gebruik door de Groep van Militaire Waarnemers van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecomog) of door de Verenigde Naties in Sierra Leone.

Artikel 4

De lidstaten verhinderen, overeenkomstig hun nationale recht, dat vooraanstaande leden van de voormalige militaire junta en van het Revolutionary United Front (RUF) het grondgebied van de lidstaten binnenkomen of via dit grondgebied verder reizen.

Aan de hand van punt 5 van UNSC-resolutie 1171 (1998) wordt bepaald op welke personen deze maatregel betrekking heeft. Uitzonderingen kunnen worden toegestaan op grond van het genoemde punt 5 van deze resolutie (2).

Niets in de eerste alinea verplicht een lidstaat om zijn eigen onderdanen de toegang tot zijn grondgebied te weigeren.

Artikel 5

De gevolgen van Gemeenschappelijk Standpunt 97/826/GBVB (3) worden beëindigd.

Artikel 6

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op 5 juni 1998.

Artikel 7

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad.

Gedaan te Luxemburg, 29 juni 1998.

Voor de Raad

De Voorzitter

R. COOK

(1) Punt 2 van UNSC-resolutie 1171 (1998) bepaalt dat aan de regering van Sierra Leone de onder het embargo vallende zaken mogen worden geleverd via punten van binnenkomst die met name worden genoemd op een door die regering aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties te verstrekken lijst. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties stelt alle lidstaten van de Verenigde Naties onmiddellijk in kennis van die lijst.

Punt 4 van UNSC-resolutie 1171 (1998) bepaalt dat het bij resolutie 1132 (1977) ingestelde Comité van de Veiligheidsraad in kennis moet worden gesteld van alle uitvoer naar Sierra Leone van de onder het embargo vallende zaken, dat de regering van Sierra Leone alle door haar ingevoerde wapens en aanverwant materiaal moet merken, registreren en ter kennis brengen van het genoemde comité, en dat het genoemde comité regelmatig aan de UNSC moet rapporteren over de aldus ontvangen kennisgevingen.

(2) Punt 5 van UNSC-resolutie 1171 (1998) bepaalt dat het bij UNSC-resolutie 1132 (1997) ingestelde Comité van de VN-Veiligheidsraad de personen aanwijst jegens wie in- of doorreisbeperkingen gelden, en kan toestaan dat dergelijke personen via een bepaalde staat binnenkomen of verder reizen.

(3) PB L 344 van 15. 12. 1997, blz. 6.