31998D0175

98/175/EG: Besluit van de Commissie van 3 maart 1998 tot beëindiging van de antidumpingprocedure met betrekking tot de invoer van bepaalde magnetische schijven (3,5"- microschijven) van oorsprong uit Canada, Macau en Thailand

Publicatieblad Nr. L 063 van 04/03/1998 blz. 0032 - 0033


BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 3 maart 1998 tot beëindiging van de antidumpingprocedure met betrekking tot de invoer van bepaalde magnetische schijven (3,5″-microschijven) van oorsprong uit Canada, Macau en Thailand (98/175/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2331/96 (2), inzonderheid op de artikelen 9 en 23,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op 6 april 1995 kondigde de Commissie met een bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschap (3) de inleiding aan van een antidumpingprocedure met betrekking tot de invoer in de Gemeenschap van bepaalde magnetische schijven (3,5″-microschijven, hierna "computerdiskettes" genoemd) van oorsprong uit Canada, Macau en Thailand, en startte zij een onderzoek.

Het tijdvak voor het onderzoek naar de dumping (hierna het "onderzoektijdvak" genoemd) liep van 1 maart 1994 tot en met 28 februari 1995.

Ten aanzien van Indonesië zijn de resultaten van dit onderzoek neergelegd in Verordening (EG) nr. 502/98 van de Commissie (4).

1. Canada

(2) Uit het onderzoek bleek dat de invoer uit Canada was toegenomen van 3,8 miljoen eenheden in 1992 tot 22,3 miljoen eenheden gedurende het onderzoektijdvak. In verhouding tot de totale omvang van de invoer van de Gemeenschap van het betrokken product gedurende het onderzoektijdvak, die 834 miljoen eenheden bedroeg, kan de invoer uit Canada geacht worden aan de bedrijfstak van de Gemeenschap geen aanmerkelijke schade te hebben toegebracht in de zin van artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad (hierna de "basisverordening" genoemd) of van artikel 5, lid 8, van de WTO-antidumpingcode.

2. Macau

(3) Een recent onderzoek van de Commissie naar de oorsprong van 200 miljoen 3,5″-computerdiskettes die sinds 1993 uit Macau in de Gemeenschap werden ingevoerd, wees uit dat alle gedurende het onderzoektijdvak uit Macau ingevoerde computerdiskettes in feite van oorsprong waren uit Taiwan of de Volksrepubliek China. Derhalve is er geen sprake van invoer uit Macau van het product waarop deze procedure betrekking heeft, en dient geen onderzoek naar dumping en schade plaats te vinden.

3. Thailand

(4) De Commissie heeft vastgesteld dat 8,9 miljoen computerdiskettes (dat wil zeggen 20 % van de hoeveelheid die door Thailand gedurende het onderzoektijdvak is uitgevoerd) als van oorsprong uit Thailand konden worden aangemerkt. Bovendien bleek uit een ander onderzoek van de Commissie, dat mede betrekking had op het onderzoektijdvak, dat er geen bewijs was voor andere invoer van oorsprong uit Thailand. Gezien het bovenstaande bedraagt de invoer van oorsprong uit Thailand minder dan 1 % van het totale verbruik in de Gemeenschap gedurende het onderzoektijdvak, wat zal zeggen dat deze invoer overeenkomstig artikel 9, lid 3, van de basisverordening als te verwaarlozen moet worden aangemerkt.

4. Conclusies

(5) Uit het bovenstaande vloeit voort dat ten aanzien van 3,5″-computerdiskettes van oorsprong uit Canada, Macau en Thailand geen beschermende maatregelen behoeven te worden genomen. Overeenkomstig artikel 9, lid 2, van de basisverordening dient de procedure ten aanzien van de invoer uit deze drie landen derhalve te worden beëindigd,

BESLUIT:

Enig artikel

De antidumpingprocedure met betrekking tot de invoer van bepaalde magnetische schijven (3,5″-computerdiskettes) van oorsprong uit Canada, Macau en Thailand wordt beëindigd.

Gedaan te Brussel, 3 maart 1998.

Voor de Commissie

Leon BRITTAN

Vice-Voorzitter

(1) PB L 56 van 6. 3. 1996, blz. 1.

(2) PB L 317 van 6. 12. 1996, blz. 1.

(3) PB C 84 van 6. 4. 1995, blz. 4.

(4) Zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad.