31998D0142

98/142/EG: Besluit van de Raad van 26 januari 1998 betreffende de sluiting van een internationale overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, Canada en de Russische Federatie betreffende internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen, en een proces- verbaal van overeenkomst tussen Canada en de Europese Gemeenschap betreffende de ondertekening van deze overeenkomst

Publicatieblad Nr. L 042 van 14/02/1998 blz. 0040 - 0041


BESLUIT VAN DE RAAD van 26 januari 1998 betreffende de sluiting van een internationale overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, Canada en de Russische Federatie betreffende internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen, en een proces-verbaal van overeenkomst tussen Canada en de Europese Gemeenschap betreffende de ondertekening van deze overeenkomst (98/142/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 113 en 100 A juncto artikel 228, lid 2, eerste zin, en artikel 228, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gelet op het besluit van de Raad van juni 1996 waarin onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen en waarbij de Commissie werd gemachtigd met Canada, de Verenigde Staten van Amerika, de Russische Federatie en elk ander geïnteresseerd land te onderhandelen over een kaderovereenkomst betreffende normen voor humane vangst,

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 3254/91 van de Raad van 4 november 1991 houdende een verbod op het gebruik van de wildklem in de Gemeenschap en op het binnenbrengen in de Gemeenschap van pelzen en producten die vervaardigd zijn van bepaalde in het wild levende diersoorten uit landen waar gebruik wordt gemaakt van de wildklem of andere vangmethoden die niet stroken met de internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen (3), en met name in artikel 3, lid 1, tweede streepje, van die verordening, verwezen wordt naar internationaal overeengekomen normen voor humane vangmethoden met behulp van vallen, waaraan derde landen die de wildklem niet hebben verboden moeten voldoen om pelzen en uit bepaalde diersoorten vervaardigde producten naar de Gemeenschap te kunnen uitvoeren;

Overwegende dat op 1 januari 1996 geen internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen waren vastgesteld; dat derde landen derhalve niet konden garanderen dat de op hun grondgebied gebruikte methoden om de in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 3254/91 genoemde diersoorten te vangen conform waren aan de op internationaal gebied overeengekomen normen voor humane vangmethoden met behulp van vallen;

Overwegende dat op 12 januari 1996 bij de Raad een voorstel is ingediend tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3254/91;

Overwegende dat de overeenkomst die bij dit voorstel is gevoegd in overeenstemming is met de hierboven genoemde onderhandelingsrichtsnoeren; dat deze overeenkomst derhalve beantwoordt aan het begrip van internationaal overeengekomen normen op het gebied van de humane vangst met behulp van vallen waarvan sprake is in artikel 3, lid 1, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 3254/91;

Overwegende dat de overeenkomst voornamelijk ten doel heeft geharmoniseerde technische voorschriften voor de productie en het gebruik van vallen vast te stellen, aan de hand waarvan het mogelijk is het welzijn van de gevangen dieren voldoende te beschermen, alsmede de handel tussen partijen in vallen, pelzen en producten vervaardigd van onder de overeenkomst vallende diersoorten te vergemakkelijken;

Overwegende dat het voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst noodzakelijk is een tijdschema vast te stellen zodat, met het oog op de certificatie, kan worden getoetst of vallen aan de normen van de overeenkomst voldoen en niet-gecertificeerde vallen kunnen worden vervangen;

Overwegende dat de overeenkomst, in afwachting van de inwerkingtreding ervan tussen de drie partijen, zo snel mogelijk moet worden toegepast tussen Canada en de Europese Gemeenschap;

Overwegende dat de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, Canada en de Russische Federatie over internationale normen inzake humane vangst met behulp van vallen en het proces-verbaal van overeenkomst tussen Canada en de Europese Gemeenschap betreffende de ondertekening van deze overeenkomst dienen te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, Canada en de Russische Federatie betreffende internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen en het proces-verbaal van overeenkomst tussen Canada en de Europese Gemeenschap betreffende de ondertekening van deze overeenkomst worden hierbij goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst en van het proces-verbaal van overeenkomst zijn bij dit besluit gevoegd, alsmede de verklaringen die bij ondertekening van de overeenkomst gedeponeerd dienen te worden.

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad legt de akte van sluiting als bedoeld in artikel 17, lid 2, neder.

Gedaan te Brussel, 26 januari 1998.

Voor de Raad

De Voorzitter

R. COOK

(1) PB C 207 van 8. 7. 1997, blz. 14.

(2) PB C 14 van 19. 1. 1998.

(3) PB L 308 van 9. 11. 1991, blz. 1.