31997R2571

Verordening (EG) Nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen

Publicatieblad Nr. L 350 van 20/12/1997 blz. 0003 - 0035


VERORDENING (EG) Nr. 2571/97 VAN DE COMMISSIE van 15 december 1997 betreffende de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1587/96 (2), inzonderheid op artikel 6, lid 6, artikel 12, lid 3, en artikel 28,

Overwegende dat de situatie op de botermarkt in de Gemeenschap wordt gekenmerkt door aanzienlijke overschotten; dat bij artikel 6, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 804/68 is voorzien in de afzet van door het interventiebureau aangekochte boter, en bij Verordening (EEG) nr. 1723/81 van de Raad (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 863/84 (4), algemene voorschriften zijn vastgesteld betreffende maatregelen om het gebruik van marktboter door bepaalde groepen consumenten en industrieën op peil te houden;

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 570/88 van de Commissie (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 531/96 (6), voorziet in de verkoop van interventieboter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, marktboter en marktboterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen; dat de ervaring geleerd heeft dat de regeling op een aantal punten moet worden aangepast om de werking ervan te verbeteren en dat het nuttig is de bepalingen ervan te vereenvoudigen;

Overwegende dat, ter wille van de samenhang met de definitie van voor steun in aanmerking komende boter, moet worden bepaald dat room waarvoor steun wordt verleend, dient te beantwoorden aan de in artikel 6, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 804/68 vastgestelde voorwaarde;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 570/88 is bepaald, dat marktboter moet worden verpakt, ook wanneer zij na de vervaardiging in hetzelfde bedrijf wordt bijgemengd in andere producten dan eindproducten; dat deze eis niet noodzakelijk is voor de controle en daarom kan worden geschrapt; dat de eis inzake de verpakking van bepaalde eindproducten in de vorm van ongebakken deeg of preparaten in poedervorm eveneens kan worden geschrapt wanneer de producten rechtstreeks naar de detailhandelaren worden vervoerd voor verdere verwerking;

Overwegende dat het nummer van de inschrijving op de verpakking moet worden vermeld, opdat gemakkelijker kan worden nagegaan of de producten die onder de regeling vallen binnen de voorgeschreven termijn van zes maanden in de eindproducten zijn bijgemengd;

Overwegende dat de ervaring die is opgedaan met room waaraan een verklikstof is toegevoegd en die als product voor steun in aanmerking komt, leert dat room zonder verklikstof eveneens voor steun in aanmerking kan worden genomen wanneer hij uitsluitend en rechtstreeks in eindproducten van formule B wordt bijgemengd; dat de eis inzake het maximale vetgehalte van room kan worden geschrapt; dat, om ervoor te zorgen dat alle marktdeelnemers op gelijke voet worden behandeld, de voorwaarden betreffende de waarneembaarheid van de organoleptische verklikstoffen in room ook voor boter en boterconcentraat moeten gelden en de minimumdosis van de verklikstoffen in de room moet worden bepaald;

Overwegende dat door wijzigingen in de gecombineerde nomenclatuur en in de samenstelling en de aard van sommige eindproducten de omschrijving van deze producten en de desbetreffende voorwaarden moeten worden aangepast;

Overwegende dat de bedrijven waar de verschillende in de regeling bedoelde fasen van vervaardiging, verwerking en bijmenging plaatsvinden, moeten worden erkend; dat een bedrijf alleen kan worden erkend indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan en bepaalde verbintenissen zijn aangegaan; dat de erkenning van een bedrijf dat niet meer aan de voorwaarden voldoet, zou moeten worden ingetrokken; dat wanneer niet aan de aangegane verbintenissen wordt voldaan, de erkenning zou moeten worden ingetrokken voor een periode die verschilt naar gelang van de ernst van de onregelmatigheid;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 570/88 is bepaald, dat de producten van de GN-codes 0401 tot en met 0406, met uitzondering van sommige uitdrukkelijk vermelde producten, niet kunnen worden behandeld als tussenproduct in de zin van de verordening; dat de ervaring heeft geleerd dat deze uitzonderingen alleen voor gerecombineerde boter dienen te worden gehandhaafd; dat in de definitie van gerecombineerde boter rekening moet worden gehouden met het feit dat dit product volgens verschillende procédés kan worden vervaardigd waardoor met name mogelijk wordt gemaakt dat aan het boterconcentraat room wordt toegevoegd;

Overwegende dat de toevoeging van verklikstoffen aan boter of room, of de bijmenging van boter of room in de eindproducten of de tussenproducten kan plaatsvinden in een andere lidstaat dan die waar de vervaardiging heeft plaatsgevonden; dat in die gevallen ervoor moet worden gezorgd, dat de lidstaat van bestemming zich ervan kan vergewissen dat aan de kwaliteitseisen is voldaan;

Overwegende dat het dienstig lijkt te bepalen dat de marktdeelnemers voor producten met verklikstoffen geen verwerkingszekerheid behoeven te stellen wanneer de steun pas na de bijmenging in de eindproducten en na de uitvoering van de controles wordt aangevraagd;

Overwegende dat het in verband met het huidige steunniveau dienstig is, het bedrag van de sanctie bij overschrijding van de termijn voor de bijmenging in de eindproducten te verlagen;

Overwegende dat op grond van Verordening (EEG) nr. 570/88 een minimumbasisprijs voor de verkoop en/of een maximumbasissteun kan worden vastgesteld, maar van deze mogelijkheid nooit gebruik is gemaakt; dat deze mogelijkheid en bijlage VII bij Verordening (EEG) nr. 570/88 kunnen worden geschrapt;

Overwegende dat de mededeling op gezette tijden, van betrouwbare gegevens over het gebruik van boter, room en boterconcentraat in tussen- en eindproducten, en over de gebruikers en het handelsverkeer onontbeerlijk is voor een deugdelijk beheer van de steunregeling; dat de verplichting, op grond van Verordening (EEG) nr. 570/88, om gegevens te verstrekken beperkt is, en derhalve moet worden verruimd;

Overwegende dat, om de nationale autoriteiten in staat te stellen hun verplichtingen inzake de mededeling van gegevens na te komen, als aanvullende voorwaarde voor de erkenning van de bedrijven moet worden gesteld, dat zij de door de bevoegde instantie gevraagde gegevens verstrekken;

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 570/88 herhaaldelijk en ingrijpend is gewijzigd; dat nu deze verordening opnieuw wordt gewijzigd, tot een algehele herziening moet worden overgegaan;

Overwegende dat de ontstaansfeiten voor de toe te passen landbouwomrekeningskoers zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1756/93 van de Commissie (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 569/96 (8);

Overwegende dat het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 1

1. Onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden wordt overgegaan tot:

a) de verkoop van interventieboter die overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 804/68 is aangekocht en vóór een nader te bepalen datum is ingeslagen;

b) de toekenning van steun voor het gebruik van boter, boterconcentraat en room, als bedoeld in lid 2.

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 9, onder a), kan de steun slechts worden verleend voor:

a) boter die rechtstreeks en uitsluitend van gepasteuriseerde room is vervaardigd en die voldoet aan de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde vereisten en aan de eisen voor de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 454/95 van de Commissie (9) genoemde nationale kwaliteitsklasse in de lidstaat van vervaardiging, en waarvan de verpakking dienovereenkomstig is gemerkt. Wanneer de boter is vervaardigd in hetzelfde bedrijf als waar verklikstoffen worden toegevoegd of waar de boter waaraan al dan niet verklikstoffen zijn toegevoegd, in een tussenstadium in andere producten dan eindproducten wordt bijgemengd, behoeft de boter niet te worden verpakt voordat de laatstgenoemde behandelingen worden uitgevoerd;

b) boterconcentraat dat, in een overeenkomstig artikel 10 erkend bedrijf, van boter of room is vervaardigd en aan de specificaties van bijlage I voldoet;

c) room van de GN-codes ex 0401 30 39 en ex 0401 30 99 die aan de eisen van artikel 6, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 804/68 voldoet, met een vetgehalte van ten minste 35 % en die uitsluitend en rechtstreeks in de in artikel 4, lid 1, formule B, bedoelde eindproducten wordt verwerkt.

Artikel 2

De interventieboter wordt verkocht en de steun voor de in artikel 1, lid 2, bedoelde producten wordt toegekend bij een door elk van de interventiebureaus te houden permanente openbare inschrijving.

Artikel 3

Een gegadigde kan slechts aan de inschrijving deelnemen, indien hij zich schriftelijk ertoe verbindt de boter of het boterconcentraat, in voorkomend geval onverminderd verwerking in de in artikel 8 bedoelde tussenproducten, volgens een van de onderstaande methoden uitsluitend in de in artikel 4 bedoelde eindproducten of, voor room, uitsluitend en rechtstreeks in de in artikel 4, lid 1, formule B, bedoelde eindproducten te verwerken of te laten verwerken:

a) hetzij, met toevoeging van verklikstoffen als bedoeld in artikel 6, lid 1,

i) na verwerking van de interventieboter tot boterconcentraat overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, of

ii) in ongewijzigde staat;

b) hetzij, met een schriftelijke verbintenis om in het bedrijf waar de bijmenging in de eindproducten plaatsvindt, ten minste 5 ton boterequivalent per maand of ten minste 45 ton boterequivalent per periode van twaalf maanden, dan wel diezelfde hoeveelheden in tussenproducten, te gebruiken

i) na verwerking van de interventieboter tot boterconcentraat overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, of

ii) in ongewijzigde staat.

HOOFDSTUK II

Voorschriften inzake het gebruik en de bijmenging van de boter, het boterconcentraat en de room

Artikel 4

1. Naar gelang van de gekozen en in de offerte vermelde formule, gelden als eindproduct:

Formule A:

A1 Producten van de GN-codes 1905 20, 1905 30, 1905 90 40, 1905 90 45, 1905 90 55, 1905 90 60 en 1905 90 90.

A2 De volgende producten, gereed voor verkoop in de detailhandel:

a) suikerwerk van de GN-codes 1704 90 51, 1704 90 55, 1704 90 61, 1704 90 65, 1704 90 71, 1704 90 75 en 1704 90 99;

b) suikerwerk van GN-code 1806 90 50;

c) andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten en onder de GN-codes 1806 31 00, 1806 32, 1806 90 60, 1806 90 70 en 1806 90 90 vallen, andere dan chocolade en chocoladewerk.

A3 Vulling in chocoladewerk van de GN-codes 1806 31 00, 1806 90 11, 1806 90 19 en 1806 90 31, gereed voor verkoop in de detailhandel.

De in punt A2 en in dit punt bedoelde producten moeten een melkvetgehalte van ten minste 3 en ten hoogste 50 gewichtspercenten hebben.

A4 Producten van de GN-codes 1901 20 00 en 1901 90 99:

a) in de vorm van ongebakken deeg, met uitzondering van garnituur,

i) dat voor ten minste 40 % van het gewicht van de bestanddelen, berekend over de droge stof, bestaat uit meel en/of zetmeel, waaraan melkvet en andere ingrediënten zoals suiker (sacharose), eieren of eigeel, melkpoeder, zout, enz., zijn toegevoegd en waarvan het melkvetgehalte meer dan 90 gewichtspercenten van de totale hoeveelheid vetstoffen bedraagt, vetstoffen die tot de normale samenstelling van de ingrediënten behoren niet inbegrepen;

ii) waarvan de ingrediënten goed zijn vermengd en de vetstoffen zo zijn geëmulgeerd dat dit melkvet door geen enkele fysische behandeling nog kan worden afgescheiden;

iii) dat gereed is om in de oven te worden gedaan of een andere warmtebehandeling van gelijke werking te ondergaan, zodat rechtstreeks producten van GN-code 1905 als bedoeld in punt A1 worden verkregen;

iv) dat verpakt is overeenkomstig het bepaalde onder c).

Aan het ongebakken deeg mag een garnituur worden toegevoegd, voorzover het aldus verkregen product daardoor niet onder een andere GN-code valt;

b) in de vorm van bereidingen in poedervorm:

i) die voor ten minste 40 % van het gewicht van de bestanddelen, berekend over de droge stof, bestaan uit meel en/of zetmeel, waaraan melkvet en andere ingrediënten zoals suiker (sacharose), eieren of eigeel, melkpoeder, zout, enz., zijn toegevoegd en waarvan het melkvetgehalte meer dan 90 gewichtspercenten van de totale hoeveelheid vetstoffen bedraagt, vetstoffen die tot de normale samenstelling van de ingrediënten behoren niet inbegrepen;

ii) die geschikt zijn om behandelingen zoals kneden, vormen, enkel- of meervoudig rijzen, of snijden, te ondergaan teneinde rechtstreeks deeg te verkrijgen waarmee, nadat het in de oven is gebakken of een andere warmtebehandeling van gelijke werking heeft ondergaan, rechtstreeks producten van GN-code 1905 als bedoeld in punt A1 worden verkregen;

iii) verpakt zijn overeenkomstig het bepaalde onder c);

c) verpakt:

i) voor ongebakken deeg: in eenheden die samen in groepsverpakkingen zijn verpakt;

ii) voor bereidingen in poedervorm: in verpakkingen met een maximuminhoud van 25 kg;

iii) in de in de punten i) en ii) bedoelde gevallen worden op de verpakkingen in duidelijk zichtbare en leesbare letters de volgende vermeldingen aangebracht:

- de datum van vervaardiging, eventueel in code;

- het melkvetgehalte in gewichtspercenten;

- de vermelding "Formule A - artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2571/97";

- in voorkomend geval, het in artikel 10, lid 4, bedoelde volgnummer.

Ingeval de onder a) en b) bedoelde producten in hetzelfde bedrijf tot de onder A1 bedoelde eindproducten worden verwerkt of met instemming van de bevoegde instantie rechtstreeks naar de detailhandelaar worden vervoerd om aldus te worden verwerkt, behoeft evenwel niet aan de in de punten i), ii) en iii) genoemde voorwaarden te worden voldaan.

A5 a) Bereidingen en conserven van vlees, van vis, van schaal- of weekdieren van hoofdstuk 16 van de gecombineerde nomenclatuur en bereidingen voor menselijke consumptie van de GN-codes 1902 20 10 tot en met 1902 30 90, 1902 40 90, 1904 90 10, 1904 90 90 en 2005 80 00.

b) Sausen en preparaten voor sausen van de GN-codes 2103 10 00, 2103 20 00, 2103 90 10 en ex 2103 90 90, alsmede de producten van GN-code 2104 10.

Deze producten dienen een melkvetgehalte van ten minste 5 gewichtspercenten, berekend over de droge stof, te hebben,

Formule B:

B1 Consumptie-ijs van de GN-codes 2105 00 91 en 2105 00 99, en de onder B2 bedoelde bereidingen die geschikt zijn voor consumptie zonder andere bewerkingen dan mechanische behandelingen en bevriezing, met een melkvetgehalte van ten minste 4,5 en ten hoogste 30 gewichtspercenten.

B2 Bereidingen, met uitzondering van yoghurt en yoghurt in poedervorm, voor de vervaardiging van consumptie-ijs van de GN-codes 1806 20 80, 1806 20 95, 1806 90 90, 1901 90 99 en 2106 90 98, met een melkvetgehalte van ten minste 10 en ten hoogste 33 gewichtspercenten, die een of meer smaakstoffen alsmede emulgators of stabilisatoren bevatten en geschikt zijn voor consumptie zonder andere bewerkingen dan eventuele toevoeging van water, eventueel nodige mechanische behandelingen en bevriezing.

2. Verdere verwerking van de eindproducten is slechts toegestaan voorzover de verkregen producten onder een van de in lid 1 genoemde GN-codes vallen en er in een tussenstadium van de betrokken verwerking geen product van een andere GN-code is verkregen.

Artikel 5

Wanneer de interventieboter tot boterconcentraat wordt verwerkt, moet de volledige toegewezen hoeveelheid boter worden verwerkt tot boterconcentraat met een minimumvetgehalte van 99,8 % en moet ten minste 100 kg boterconcentraat worden verkregen per 122,5 kg gebruikte boter.

Artikel 6

1. Bij toepassing van artikel 3, onder a), en wanneer het boterconcentraat betreft tijdens of onmiddellijk na de vervaardiging ervan in hetzelfde bedrijf, worden de voorgeschreven minimumhoeveelheden van de volgende producten toegevoegd, met uitsluiting van ieder ander product en op zodanige wijze dat een homogene verdeling wordt verkregen:

a) de in bijlage II genoemde producten, wanneer de boter of het boterconcentraat bestemd is voor bijmenging in producten van formule A;

b) de in bijlage III genoemde producten, wanneer de boter of het boterconcentraat bestemd is voor bijmenging in producten van formule B;

c) de in bijlage IV genoemde producten, wanneer het room betreft.

2. Wanneer, in het bijzonder wegens een niet-homogene verdeling, de hoeveelheden van elk van de in bijlage II, punten I tot en met V, bijlage III, punten I tot en met III, en bijlage IV, punt 1, bedoelde producten meer dan 5 % maar minder dan 30 % beneden de voorgeschreven minimumhoeveelheden blijken te liggen, wordt de in artikel 18, lid 2, bedoelde verwerkingszekerheid per percentpunt onder de voorgeschreven minimumhoeveelheden met 1,5 % verbeurd of wordt de steun met datzelfde percentage verlaagd.

Het bepaalde in de eerste alinea is niet van toepassing op organoleptische verklikstoffen indien de in bijlage II, onder a), van elk van de punten I tot en met V, bijlage III, onder a), van elk van de punten I tot en met III, en bijlage IV, punt 1, onder a), bedoelde producten worden toegevoegd en zodanige hoeveelheden dat de smaak, de kleur of het aroma ervan kunnen worden waargenomen totdat zij in de in artikel 4 bedoelde eindproducten of, in voorkomend geval, in de in artikel 8 bedoelde tussenproducten worden bijgemengd.

3. De door de betrokken lidstaat aangewezen bevoegde instantie moet zich ervan vergewissen, dat de vereisten inzake de samenstelling en de kenmerken, met name de zuiverheidsgraad, van de in de bijlagen II, III en IV genoemde producten in acht zijn genomen.

Artikel 7

1. Indien de vervaardiging van het boterconcentraat, al dan niet met toevoeging van verklikstoffen, of de toevoeging van verklikstoffen aan de boter of, naar gelang van het geval, de room, niet plaatsvindt waar deze producten in de eindproducten of, in voorkomend geval, in de in artikel 8 bedoelde tussenproducten worden bijgemengd, wordt de boter of het boterconcentraat of de room verpakt in gesloten verpakkingen met voor boter en boterconcentraat een nettogewicht van ten minste 10 kg, eventueel verdeeld over deelverpakkingen, en voor room een nettogewicht van ten minste 25 kg.

Het boterconcentrat en de room mogen ook in tankwagens of containers worden vervoerd. Voordat het boterconcentraat in de eindproducten wordt bijgemengd, mag het in een daartoe overeenkomstig artikel 10 erkend bedrijf opnieuw worden verpakt in gesloten verpakkingen als bedoeld in dit artikel.

2. Op de verpakkingen moeten in duidelijk zichtbare en leesbare letters worden vermeld: de onderhavige verordening, de bestemming (formule A of formule B) en het inschrijvingsnummer, dat eventueel in een code is omgezet en meteen bij het verpakken wordt aangebracht, zodat de bevoegde instantie de inachtneming van de uiterste datum voor bijmenging kan controleren, alsmede:

a) voor boterconcentraat: een of meer van de in bijlage V, punt 1, onder a), opgenomen vermeldingen. Wanneer aan het boterconcentraat verklikstoffen zijn toegevoegd, worden deze vermeldingen aangevuld met de woorden "waaraan verklikstoffen zijn toegevoegd";

b) voor boter waaraan verklikstoffen zijn toegevoegd: een of meer van de in bijlage V, punt 1, onder b), opgenomen vermeldingen;

c) voor room waaraan verklikstoffen zijn toegevoegd: een of meer van de in bijlage V, punt 1, onder c), opgenomen vermeldingen.

Artikel 8

1. Wanneer het boterconcentraat of de boter, met of zonder verklikstoffen, in een tussenstadium in een ander bedrijf dan dat waarin de eindverwerking plaatsvindt in andere producten dan eindproducten wordt bijgemengd, geldt het bepaalde in de leden 2 tot en met 5.

2. Het verwerkingsbedrijf en de tussenproducten worden overeenkomstig artikel 10 al dan niet erkend op grond van een aanvraag waarin met name de samenstelling van de vervaardigde producten en het botervetgehalte ervan worden vermeld, en waarin wordt aangetoond dat de vervaardiging van deze tussenproducten een verantwoorde stap is bij de vervaardiging van de eindproducten.

Samen met de erkenningsaanvraag wordt bij de bevoegde instantie de lijst ingediend van de bedrijven waar de eindverwerking plaatsvindt of, bij gebrek daaraan, die van de eerste doorverkopers in de lidstaat, en, in voorkomend geval, de lijst van de eerste doorverkopers in de andere lidstaten.

Laatstgenoemde lijst wordt door de bevoegde instantie van elke lidstaat aan de andere betrokken lidstaten die de erkenning verlenen, medegedeeld. Deze lijsten worden bijgewerkt overeenkomstig de door de betrokken lidstaat vastgestelde voorschriften.

3. Ingeval de in artikel 10, lid 2, onder c), bedoelde houder een wederverkoper is, verbindt deze zich in het verkoopcontract ertoe:

a) een boekhouding te voeren waarin, voor elke levering, de naam en het adres van het bedrijf of de bedrijven waar de verwerking tot eindproduct plaatsvindt of, bij gebrek daaraan, de eerste doorverkopers in de lidstaat, en, in voorkomend geval, de eerste doorverkopers in de andere lidstaten, alsmede de overeenkomstige verkochte hoeveelheden worden vermeld;

b) de bepalingen van artikel 11 en artikel 23, lid 4, te doen naleven.

4. De bevoegde instantie controleert het in lid 2 bedoelde bedrijf waar de tussenverwerking plaatsvindt overeenkomstig het bepaalde in artikel 23, lid 3.

5. Eventueel verdeeld over deelverpakkingen, wordt het tussenproduct in gesloten verpakkingen met een nettogewicht van ten minste 10 kg verpakt of wordt in tankwagens of in containers vervoerd. Producten met een geringe dichtheid, zoals gesouffleerde producten, mogen evenwel worden verpakt in gesloten verpakkingen met een nettogewicht van ten minste 5 kg.

Op de verpakkingen moeten behalve de bestemming (formule A of formule B) en, in voorkomend geval, de woorden "waaraan verklikstoffen zijn toegevoegd", een of meer van de in bijlage V, punt 2, opgenomen vermeldingen worden aangebracht, alsmede, voor de in artikel 9, onder a), bedoelde producten, een verwijzing naar het inschrijvingsnummer dat eventueel in code is omgezet, zodat de bevoegde instantie kan nagaan of de uiterste datum voor bijmenging in acht is genomen.

Artikel 9

De in artikel 8 bedoelde tussenproducten zijn, onverminderd het bepaalde in artikel 4, andere producten dan die van de GN-codes 0401 tot en met 0406.

Evenwel worden

a) als tussenproduct beschouwd, de producten van GN-code 0405 10 30 met een botervetgehalte van ten minste 82 % die, onverminderd de toevoeging van room, uitsluitend zijn vervaardigd van het in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde boterconcentraat in een overeenkomstig artikel 10 daartoe erkend bedrijf, mits aan dat tussenproduct de in artikel 6, lid 1, bedoelde verklikstoffen zijn toegevoegd. In dit geval komen de betaalde minimumverkoopprijs en het maximumbedrag van de toegekende steun overeen met respectievelijk de minimumverkoopprijs en het maximumbedrag van de steun die overeenkomstig artikel 18 zijn vastgesteld voor boter met een vetgehalte van 82 % waaraan een verklikstof is toegevoegd;

b) de in bijlage VI bedoelde producten niet als tussenproduct beschouwd.

Artikel 10

1. De vervaardiging van het in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde boterconcentraat, de in artikel 5 bedoelde verwerking van boter tot boterconcentraat, de in artikel 6 bedoelde toevoeging van verklikstoffen, de in artikel 7, lid 1, tweede alinea, bedoelde herverpakking van het boterconcentraat, de in artikel 8 bedoelde bijmenging in tussenproducten en, in geval van toepassing van artikel 3, onder b), de bijmenging van de boter, het boterconcentraat, de tussenproducten en de room in de eindproducten vinden plaats in een erkend bedrijf.

2. Een bedrijf wordt slechts erkend indien het:

a) over de nodige technische installaties beschikt en een verwerkings- of bijmengingscapaciteit heeft van ten minste 5 ton boter per maand of het equivalent daarvan in boterconcentraat of room of, in voorkomend geval, tussenproducten;

b) over lokalen beschikt waar eventuele voorraden van niet-melkvetten afzonderlijk kunnen worden opgeslagen en geïdentificeerd;

c) zich ertoe verbindt, permanent registers bij te houden waarin, onder verwijzing naar de leveringsbonnen en de facturen, de verwerkte hoeveelheden vetstoffen, de samenstelling en de oorsprong ervan, alsmede de hoeveelheden, de samenstelling en het melkvetgehalte van de verkregen producten, en, behalve voor de bedrijven die de eindproducten in het detailhandelsstadium verkopen, de datum waarop deze producten het bedrijf hebben verlaten en de naam en het adres van de houders van deze producten worden vermeld;

d) zich ertoe verbindt, zijn productieprogramma voor elke offerte als omschreven in artikel 16 overeenkomstig de door de lidstaat vastgestelde voorschriften aan de in artikel 23 bedoelde controle-instantie mede te delen. Indien de in artikel 23 bedoelde controles ertoe leiden, dat de bevoegde instantie frequent en ten minste eens per maand controles moet uitvoeren, mag de lidstaat evenwel accepteren dat de productieprogramma's geen verwijzing naar de offerte omvatten;

e) zich ertoe verplicht, de bevoegde instantie op de door de lidstaat te bepalen wijze de in de bijlagen IX tot en met XIII bedoelde gegevens betreffende het bedrijf te verstrekken.

3. Ingeval het bedrijf producten verwerkt waarvoor in het kader van verschillende communautaire regelingen steun of verlaagde prijzen gelden, dient het zich bovendien ertoe te verbinden:

a) de in lid 2, onder c), bedoelde registers afzonderlijk bij te houden;

b) de betrokken producten achtereenvolgens te verwerken. Op verzoek van de belanghebbende kunnen de lidstaten evenwel ontheffing van het aangaan van deze verplichting verlenen, indien het bedrijf over lokalen beschikt die de nodige garanties bieden voor afzonderlijke opslag en de identificatie van de eventuele voorraden van de betrokken boter.

4. De respectieve erkenningen worden onder toekenning van een volgnummer verleend door de lidstaat op het grondgebied waarvan:

a) het boterconcentraat wordt vervaardigd,

b) verklikstoffen aan de boter of de room worden toegevoegd,

c) de bijmenging in tussenproducten plaatsvindt,

d) in geval van toepassing van artikel 3, onder b), de bijmenging in de eindproducten plaatsvindt.

5. De erkenning wordt ingetrokken wanneer niet langer wordt voldaan aan de in lid 2, onder a) en b), vastgestelde voorwaarden. Op verzoek van het betrokken bedrijf kan de erkenning zes maanden later na een grondige controle opnieuw worden toegekend.

Ingeval wordt vastgesteld, dat een bedrijf een van de in lid 2, onder c) en d), bedoelde verbintenissen of een andere verbintenis uit hoofde van deze verordening niet is nagekomen, wordt, behoudens overmacht, de erkenning geschorst voor een periode die, naar gelang van de ernst van de onregelmatigheid, één tot twaalf maanden kan bedragen. De lidstaat kan besluiten de schorsing niet op te leggen indien is komen vast te staan, dat geen opzet of ernstige nalatigheid in het spel is en dat de onregelmatigheid van minieme betekenis is.

Artikel 11

De in artikel 1 bedoelde producten worden binnen zes maanden na de maand waarin de in artikel 14, lid 2, vastgestelde termijn voor de indiening van de offertes voor de bijzondere inschrijving verstrijkt, in de Gemeenschap bewerkt en in de eindproducten bijgemengd in de Gemeenschap.

Artikel 12

1. Degene aan wie is toegewezen, moet:

a) de bewerkingen met het oog op de vervaardiging van het boterconcentraat en de toevoeging van de verklikstoffen in eigen naam en voor eigen rekening uitvoeren of laten uitvoeren;

b) een boekhouding voeren waarin voor iedere levering de namen en de adressen van de kopers en de betrokken hoeveelheden alsmede de bestemming ervan (formule A of formule B) en hetzij de in artikel 11 bedoelde termijn voor de bijmenging, hetzij het nummer van de inschrijving, eventueel in code, worden vermeld. Wanneer degene aan wie is toegewezen producten verwerkt waarvoor op grond van verschillende communautaire regelingen steun wordt verleend of een verlaagde prijs geldt, moet voor elke regeling een afzonderlijke boekhouding worden gevoerd;

c) ervoor zorgen dat elk verkoopcontract de verplichting bevat:

i) bij vervaardiging van tussenproducten, de in artikel 8 en artikel 9 vastgestelde voorwaarden na te leven;

ii) in voorkomend geval, de in artikel 3, onder b), bedoelde verbintenis na te komen;

iii) het product binnen de in artikel 11 vastgestelde termijn in de eindproducten bij te mengen en de bestemming ervan (formule A of formule B) aan te geven;

iv) in voorkomend geval, de onder b) bedoelde boekhouding te voeren;

v) de bepalingen van artikel 10 in acht te nemen;

vi) in geval van bijmenging van producten waaraan een verklikstof is toegevoegd, in de eindproducten, dezelfde registers bij te houden als die welke zijn bedoeld in artikel 10, lid 2, onder c);

vii) voor de koper, op de door de lidstaat vast te stellen wijze de hem betreffende gegevens als bedoeld in de bijlagen IX tot en met XIII aan de bevoegde instantie mede te delen;

viii) in voorkomend geval, het productieprogramma mede te delen.

2. Indien degene aan wie is toegewezen, de fabrikant van de eindproducten is, moet hij de in artikel 10, lid 2, onder c), bedoelde registers bijhouden en zijn productieprogramma mededelen overeenkomstig artikel 10, lid 2, onder d).

HOOFDSTUK III

Inschrijvingsprocedures

Artikel 13

1. Ten minste acht dagen vóór het verstrijken van de eerste termijn voor de indiening van de offertes verschijnt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen een bericht van permanente verkoop bij openbare inschrijving.

2. Het interventiebureau stelt een bericht van verkoop bij openbare inschrijving op, waarin met name de termijn voor de indiening van de offertes wordt aangegeven, alsmede de plaats waar deze moeten worden ingediend.

Voor de betrokken hoeveelheden boter die het in zijn bezit heeft, vermeldt het interventiebureau bovendien:

a) de adressen van de koelhuizen waar de voor verkoop bestemde boter is opgeslagen. De lijst van de koelhuizen vermeldt alleen de koelhuizen waar de oudste boter is opgeslagen;

b) de hoeveelheden interventieboter die in elk koelhuis te koop worden aangeboden.

Artikel 14

1. Het interventiebureau houdt, gedurende de geldigheidsperiode van de permanente verkoop bij openbare inschrijving, bijzondere inschrijvingen.

2. De termijn voor het indienen van de offertes voor deze bijzondere inschrijvingen loopt af op de tweede en de vierde dinsdag van de maand om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), met uitzondering van de vierde dinsdag van december. Als de dinsdag een feestdag is, loopt de termijn af de voorafgaande werkdag om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

Artikel 15

1. Het interventiebureau houdt de in artikel 13, lid 2, onder a), bedoelde lijst van koelhuizen, waar de te koop aangeboden boter is opgeslagen, bij en vermeldt ook gegadigden. Bovendien zorgt het interventiebureau ervoor, dat de bijgewerkte lijst regelmatig op een adequate in het in artikel 13, lid 2, bedoelde bericht van verkoop bij openbare inschrijving aan te geven wijze wordt bekendgemaakt. Het interventiebureau deelt bij de toezending van de offertes aan de Commissie mee, hoeveel boter voor verkoop beschikbaar is.

2. Het interventiebureau neemt de nodige maatregelen om de gegadigden in staat te stellen op eigen kosten monsters van de te koop aangeboden boter te onderzoeken voordat zij een offerte indienen.

Artikel 16

1. Gegadigden nemen aan de bijzondere inschrijving deel hetzij bij aangetekende brief of door afgifte van hun schriftelijke offerte bij het interventiebureau tegen ontvangstbewijs, hetzij door middel van schriftelijke telecommunicatie.

Bij verkoop van interventieboter wordt de offerte ingediend bij het interventiebureau dat in het bezit is van de boter.

Voor de toekenning van steun wordt de offerte ingediend bij:

a) bij toepassing van artikel 3, onder a): het interventiebureau van de lidstaat op het grondgebied waarvan de verklikstoffen zullen worden toegevoegd;

b) bij toepassing van artikel 3, onder b): het interventiebureau van de lidstaat op het grondgebied waarvan de eerste van de onderstaande werkzaamheden plaatsvindt:

i) de vervaardiging van het boterconcentraat, of

ii) de bijmenging van de boter in de tussenproducten, of

iii) de bijmenging van de boter of de room in de eindproducten.

2. Voor de verkoop van interventieboter worden in de offerte de volgende gegevens vermeld:

a) de naam en het adres van de inschrijver;

b) de gevraagde hoeveelheid;

c) de bestemming van de boter (formule A of formule B) en de gekozen methode voor de verwerking, onder verwijzing naar de desbetreffende bepalingen van artikel 3 en, in voorkomend geval, de vervaardiging van de in artikel 9, onder a), bedoelde tussenproducten;

d) de geboden prijs per 100 kg boter, exclusief binnenlandse belastingen, af koelhuis, uitgedrukt in ECU;

e) eventueel, de lidstaat op het grondgebied waarvan de boter in de eindproducten zal worden bijgemengd of de boter tot boterconcentraat zal worden verwerkt of verklikstoffen aan de boter zullen worden toegevoegd of de tussenproducten zullen worden vervaardigd;

f) in voorkomend geval, het koelhuis waar de boter zich bevindt en eventueel een vervangend koelhuis.

3. Met het oog op de toekenning van de steun worden in de offerte de volgende gegevens vermeld:

a) de naam en het adres van de inschrijver;

b) de hoeveelheid room, boter of boterconcentraat waarvoor de steun wordt aangevraagd, met, voor boter, vermelding van het vetgehalte;

c) de bestemming (formule A of formule B), de gekozen wijze van verwerking, onder verwijzing naar de betrokken bepalingen van artikel 3, en, in voorkomend geval, de vervaardiging van tussenproducten als bedoeld in artikel 9, onder a);

d) het voorgestelde bedrag van de steun per 100 kg room, boter of boterconcentraat, de eventuele verklikstoffen niet meegerekend, uitgedrukt in ECU.

4. Een offerte is slechts geldig indien:

a) zij betrekking heeft op één en hetzelfde product (interventieboter, room, boter of boterconcentraat), met, voor boter, hetzelfde vetgehalte (hetzij 82 % of meer hetzij minder dan 82 %), met dezelfde bestemming (formule A of formule B) en met dezelfde wijze van verwerking (met of zonder verklikstoffen);

b) zij op ten minste 5 ton boter, 12 ton room of 4 ton boterconcentraat betrekking heeft. Wanneer de in een koelhuis beschikbare hoeveelheid evenwel kleiner is, geldt de beschikbare hoeveelheid als de minimumhoeveelheid waarvoor een offerte kan worden ingediend;

c) zij vergezeld gaat van de verbintenis als bedoeld in het inleidende zinsdeel van artikel 3 en, in voorkomend geval, de verbintenis als bedoeld in artikel 3, onder b);

d) de inschrijver, onverminderd de bepalingen van artikel 18, lid 4, een verklaring bijvoegt waarin hij van elke klacht inzake de kwaliteit en de kenmerken van de eventueel toegewezen interventieboter afziet;

e) het bewijs wordt geleverd, dat de inschrijver vóór het verstrijken van de termijn voor de indiening van de offertes de in artikel 17, lid 1, bedoelde inschrijvingszekerheid voor de betrokken bijzondere inschrijving heeft gesteld.

De onder c) en d) bedoelde documenten die bij een eerste offerte aan het interventiebureau worden overgelegd, blijven door stilzwijgende verlenging ook voor latere offertes gelden, totdat zij door de inschrijver of het interventiebureau uitdrukkelijk worden herroepen, op voorwaarde dat:

a) in de eerste offerte wordt gepreciseerd dat de inschrijver gebruik wenst te maken van het bepaalde in deze alinea;

b) in de latere offertes naar deze alinea en naar de datum van de eerste offerte wordt verwezen.

5. De offerte kan niet meer worden ingetrokken na afloop van de in artikel 14, lid 2, bedoelde termijn voor de indiening van de offertes voor de betrokken bijzondere inschrijving.

Artikel 17

1. Primate eisen, waarvan de nakoming wordt gewaarborgd door het stellen van een inschrijvingszekerheid van 180 ECU per ton, zijn het gestand doen van de offerte na afloop van de indieningstermijn en, naar gelang van het geval,

a) voor interventieboter, het stellen van de in artikel 18, lid 2, bedoelde verwerkingszekerheid en de betaling van de prijs binnen de in artikel 20, lid 2, bedoelde termijn,

b) voor de in artikel 1, lid 2, bedoelde producten en bij toepassing van artikel 3, onder a), het stellen van de in artikel 18, lid 2, bedoelde verwerkingszekerheid, of, bij toepassing van artikel 22, lid 3, tweede alinea, de bijmenging ervan in de eindproducten,

c) voor de in artikel 1, lid 2, bedoelde producten en bij toepassing van artikel 3, onder b), de bijmenging ervan in de eindproducten,

2. De inschrijvingszekerheid wordt gesteld in de lidstaat waar de offerte wordt ingediend.

Indien overeenkomstig artikel 16, lid 2, onder e), in de offerte wordt vermeld dat de bijmenging van de boter in de eindproducten of, in voorkomend geval, de verwerking van de boter in boterconcentraat of de toevoeging van verklikstoffen aan de boter dan wel de vervaardiging van tussenproducten plaatsvindt in een andere lidstaat dan waar de offerte is ingediend, mag de zekerheid worden gesteld bij de bevoegde instantie die door die andere lidstaat is aangewezen en die aan de inschrijver het in artikel 16, lid 4, onder e), bedoelde bewijs afgeeft. In dat geval stelt het betrokken interventiebureau de bevoegde instantie van de andere lidstaat in kennis van de feiten die tot het vrijgeven of het verbeuren van de zekerheid aanleiding geven.

Artikel 18

1. Rekening gehouden met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes wordt volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68 een minimumverkoopprijs voor interventieboter en een maximumbedrag van de steun voor room, boter en boterconcentraat vastgesteld, die kunnen worden gedifferentieerd volgens:

a) de bestemming (formule A of formule B),

b) het vetgehalte van de boter,

c) de overeenkomstig artikel 3 gekozen wijze van verwerking.

Volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68 kan worden besloten geen gevolg te geven aan de inschrijving.

2. Tegelijk met de minimumverkoopprijs of -prijzen en het maximumbedrag of de maximumbedragen van de steun en volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68 wordt of worden, per 100 kg, op basis van hetzij het verschil tussen de interventieprijs voor boter en de vastgestelde minimumprijzen, hetzij de steunbedragen, het bedrag of de bedragen van de verwerkingszekerheden vastgesteld.

De verwerkingszekerheid moet de inachtneming garanderen van de primaire eisen inzake:

a) hetzij, voor boter uit interventievoorraden:

i) de verwerking van de boter tot boterconcentraat overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 en de eventuele toevoeging van verklikstoffen of de toevoeging van verklikstoffen aan de boter, en

ii) de bijmenging van de boter of het boterconcentraat, waaraan al dan niet verklikstoffen zijn toegevoegd, in de eindproducten;

b) hetzij, voor de in artikel 1, lid 2, bedoelde producten en bij toepassing van artikel 3, onder a): de bijmenging in de eindproducten.

3. De bewijzen die voor het vrijgeven van de in lid 2 bedoelde verwerkingszekerheden vereist zijn, worden binnen twaalf maanden na het verstrijken van de in artikel 11 vastgestelde termijn overgelegd aan de bevoegde instantie die is aangewezen door de lidstaat waar de zekerheid wordt gesteld.

Ingeval de in artikel 11 vastgestelde termijn in totaal met minder dan 60 dagen wordt overschreden, wordt van de verwerkingszekerheid 4 ECU per ton en per dag verbeurd. Na afloop van deze periode geldt voor het resterende bedrag het bepaalde in artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie (10).

4. Wanneer niet binnen de in artikel 11 vastgestelde termijn is voldaan aan de in lid 2, onder a), genoemde primaire eisen doordat de boter uit de interventievoorraden ongeschikt voor consumptie blijkt te zijn, worden de verwerkingszekerheden met instemming van de Commissie toch vrijgegeven indien onder controle van de autoriteiten van de betrokken lidstaat de passende maatregelen zijn genomen.

Artikel 19

1. Op de offerte wordt niet ingegaan wanneer de voor de interventieboter voorgestelde prijs beneden de minimumprijs ligt of wanneer het voor de steun voorgestelde bedrag hoger is dan het maximumbedrag van de steun, waarbij rekening wordt gehouden met de bestemming, het vetgehalte van de boter en de wijze van verwerking.

2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 wordt de interventieboter toegewezen aan degene die de hoogste prijs biedt.

Het interventiebureau verkoopt de interventieboter volgens de datum waarop deze is ingeslagen, waarbij het oudste product van de totale beschikbare hoeveelheid of, in voorkomend geval, van de totale beschikbare hoeveelheid in het koelhuis of de koelhuizen dat of die door de marktdeelnemer is of zijn aangewezen, het eerst wordt verkocht.

3. Indien, bij de verkoop van interventieboter, de in het betrokken koelhuis beschikbare hoeveelheid niet is uitgeput, wordt de resterende hoeveelheid naar gelang van de prijzen, te beginnen met de hoogste prijs, aan de andere gegadigden toegewezen. Wanneer de nog resterende hoeveelheid kleiner is dan of gelijk aan 1 ton, wordt deze hoeveelheid aangeboden aan de opdrachtnemers op dezelfde voorwaarden als voor de hun reeds toegewezen hoeveelheden.

Wanneer de aanvaarding van een offerte voor het betrokken koelhuis ertoe zou leiden, dat de nog beschikbare hoeveelheid boter wordt overschreden, wordt aan de betrokken inschrijvers slechts de beschikbare hoeveelheid toegewezen. In afwijking van artikel 16, lid 2, onder f), wijst het interventiebureau dan evenwel andere opslagplaatsen aan om de totale in de offerte vermelde hoeveelheid te kunnen leveren.

Wanneer door aanvaarding van verscheidene offertes voor eenzelfde opslagplaats, met dezelfde prijzen en voor dezelfde bestemming van de boter en dezelfde wijze van verwerking, de nog beschikbare hoeveelheid zou worden overschreden, wordt die hoeveelheid toegewezen naar evenredigheid van de hoeveelheden die in de betrokken offertes zijn vermeld. Zo die verdeling ertoe leidt dat hoeveelheden van minder dan 5 ton kunnen worden toegewezen, wordt toegewezen door loting.

4. De uit de inschrijving voortvloeiende rechten en verplichtingen zijn niet overdraagbaar.

HOOFDSTUK IV

De uitvoering van de inschrijving met betrekking tot de verkoop van interventieboter

Artikel 20

1. Elke inschrijver wordt door het interventiebureau onmiddellijk van het resultaat van zijn deelneming aan de bijzondere inschrijving in kennis gesteld.

2. Degene aan wie is toegewezen betaalt het interventiebureau vóór de overneming van de boter en binnen de in artikel 21, lid 2, vastgestelde termijn, voor elke hoeveelheid die hij voornemens is af te halen, het bedrag dat met zijn offerte overeenstemt, en stelt de verwerkingszekerheid als bedoeld in artikel 18, lid 2.

3. Behoudens overmacht wordt, wanneer degene aan wie is toegewezen het in lid 2 bedoelde bedrag niet binnen de voorgeschreven termijn heeft betaald, de in artikel 17, lid 1, bedoelde inschrijvingszekerheid verbeurd en komt de verkoop voor de resterende hoeveelheden te vervallen.

Artikel 21

1. Wanneer het in artikel 20, lid 2, bedoelde bedrag is betaald en de in artikel 18, lid 2, bedoelde zekerheid is gesteld, geeft het interventiebureau een afhaalbon af, waarin zijn vermeld:

a) de hoeveelheid waarvoor aan de in het inleidende zinsdeel bedoelde voorwaarden is voldaan en het volgnummer van de offerte waarop de hoeveelheid betrekking heeft;

b) het koelhuis waar deze hoeveelheid is opgeslagen;

c) de uiterste datum waarop de boter moet worden afgehaald;

d) de uiterste datum voor de bijmenging in de eindproducten;

e) de gekozen wijze van verwerking, onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 3,

en

de bestemming (formule A of formule B).

2. Degene aan wie is toegewezen, haalt de hem toegewezen boter af binnen 45 dagen na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes. De overneming kan in gedeelten plaatsvinden.

Wanneer degene aan wie is toegewezen, het in artikel 20, lid 2, bedoelde bedrag heeft betaald, maar de boter niet binnen de bovengenoemde termijn heeft afgehaald, komen de kosten voor opslag van de boter en de risico's die aan de opslag zijn verbonden, vanaf de dag na de in lid 1, onder c), bedoelde dag voor zijn rekening.

3. De boter wordt door het interventiebureau afgeleverd in verpakkingen waarop in duidelijk zichtbare en leesbare letters de verordening alsmede de bestemming (formule A of formule B) en de gekozen wijze van verwerking, onder verwijzing naar de desbetreffende bepalingen van artikel 3, zijn vermeld.

De boter blijft in haar oorspronkelijke verpakking totdat zij overeenkomstig artikel 3 wordt verwerkt.

4. Om dwingende en naar behoren gerechtvaardigde redenen van commerciële aard staat het interventiebureau, onder zijn controle en met inachtneming van deze verordening, toe dat de bestemming of de wijze van verwerking van de totale hoeveelheid van de in artikel 16 bedoelde offerte wordt gewijzigd, voordat bij toepassing van artikel 3, onder a), de verklikstoffen worden toegevoegd.

Wanneer evenwel voor formule A en formule B dezelfde minimumverkoopprijs of, in voorkomend geval, hetzelfde maximumsteunbedrag, als bedoeld in artikel 18, lid 1, geldt, kan de bevoegde instantie op verzoek van degene aan wie is toegewezen toestaan, dat onder haar controle en met inachtneming van deze verordening, de bestemming tussen de twee formules wordt gewijzigd.

HOOFDSTUK V

De uitvoering van de inschrijving met betrekking tot de toekenning van de steun

Artikel 22

1. Elke inschrijver wordt door het interventiebureau onmiddellijk van het resultaat van zijn deelneming aan de bijzondere inschrijving in kennis gesteld.

2. In geval van toewijzing aan de inschrijver worden in de bovenbedoelde kennisgeving met name de volgende gegevens vermeld:

a) het bedrag van de toegekende steun voor de betrokken hoeveelheid boter of boterconcentraat of room en het volgnummer van de offerte waarop deze hoeveelheid betrekking heeft;

b) in voorkomend geval, het bedrag van de verwerkingszekerheid;

c) de uiterste datum voor de verwerking in de eindproducten;

d) de gekozen wijze van verwerking, onder verwijzing naar de bepalingen van artikel 3 en de bestemming (formule A of formule B), onverminderd de toepassing van artikel 21, lid 4.

3. De steun wordt slechts uitgekeerd indien binnen een termijn van twaalf maanden na de uiterste datum als bedoeld in artikel 11 het bewijs is geleverd dat:

a) voor boter:

i) de boter voldeed aan de in artikel 1, lid 2, onder a), vastgestelde voorwaarden

en

ii) de boter binnen de in artikel 11 bedoelde termijn in de eindproducten is verwerkt of, bij toepassing van artikel 3, onder a), de in artikel 18, lid 2, bedoelde verwerkingszekerheid is gesteld;

b) voor boterconcentraat:

i) het boterconcentraat binnen de in artikel 11 bedoelde termijn is vervaardigd overeenkomstig de in bijlage I opgenomen specificaties,

en

ii) het boterconcentraat binnen de in artikel 11 bedoelde termijn in de eindproducten is bijgemengd of, bij toepassing van artikel 3, onder a), de in artikel 18, lid 2, bedoelde verwerkingszekerheid is gesteld;

c) voor room:

i) de room voldeed aan de in artikel 1, lid 2, onder c), vastgestelde voorwaarden,

en

ii) de room binnen de in artikel 11 bedoelde termijn in de eindproducten is bijgemengd of, bij toepassing van artikel 3, onder a), de in artikel 18, lid 2, bedoelde verwerkingszekerheid is gesteld.

De in artikel 18, lid 2, bedoelde verwerkingszekerheid behoeft evenwel niet te worden gesteld, indien de steun na de in artikel 23 bedoelde controles wordt aangevraagd en indien het bewijs wordt geleverd dat de producten binnen de in artikel 11 bedoelde termijn in de eindproducten zijn bijgemengd.

4. De steun wordt betaald binnen 60 dagen na de dag waarop de in lid 3 bedoelde bewijzen bij het interventiebureau zijn geleverd en naar evenredigheid van de hoeveelheden waarvoor die bewijzen zijn geleverd.

De lidstaat mag de steunbetaling evenwel beperken tot één aanvraag per maand en per inschrijving.

Ingeval de in artikel 11 bedoelde termijn voor de in artikel 3, onder b), bedoelde producten in totaal met minder dan 60 dagen wordt overschreden, wordt de steun verlaagd met 4 ECU per ton en per dag. Na afloop van deze periode wordt het resterende steunbedrag verlaagd met 15 % en vervolgens met 2 % per extra dag overschrijding van de termijn.

Wanneer een ondergeschikte eis in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 niet wordt nagekomen en in de onderhavige verordening niet in een specifieke sanctie is voorzien, wordt de steun met 15 % verlaagd.

In geval van overmacht of wanneer een administratief onderzoek is geopend naar het recht op steun, geschiedt de betaling eerst nadat het recht op steun is erkend.

HOOFDSTUK IV

Controlemaatregelen

Artikel 23

1. Teneinde ervoor te zorgen dat de bepalingen van deze verordening worden nageleefd, nemen de lidstaten met name de in de leden 2 tot en met 8 genoemde controlemaatregelen, waarvan de kosten voor rekening zijn van de lidstaat.

2. Bij de vervaardiging van het boterconcentraat waaraan al dan niet verklikstoffen worden toegevoegd, bij de toevoeging van verklikstoffen aan de room of de boter, of bij de herverpakking als bedoeld in artikel 7, lid 1, tweede alinea, verricht de bevoegde instantie controles ter plaatse op basis van het in artikel 10, lid 2, onder d), bedoelde productieprogramma van het bedrijf en op zodanige wijze dat voor elke offerte zoals omschreven in artikel 16 ten minste één controle plaatsvindt. Voor de kwaliteitscontrole kunnen de lidstaten evenwel, na instemming van de Commissie, onder hun toezicht voor sommige erkende bedrijven een systeem van eigen controles instellen.

De controles waarbij monsters worden genomen, hebben betrekking op met name de productievoorwaarden, de hoeveelheid en de samenstelling van het product dat met de gebruikte boter of room is verkregen.

Naar gelang van de verwerkte hoeveelheden worden de controles op gezette tijden aangevuld met een grondig onderzoek en steekproefsgewijze controles van de in artikel 10, lid 2, onder c), bedoelde registers en, in voorkomend geval, de in artikel 12, lid 1, onder b), bedoelde boekhouding, en een controle op de naleving van de voorwaarden voor de erkenning van het bedrijf.

3. De controle op de bijmenging van het boterconcentraat of de boter in de tussenproducten moet ten minste het volgende omvatten:

a) de controle op de betrokken bedrijven wordt onverwachts, maar ten minste eenmaal per maand, ter plaatse uitgevoerd, afhankelijk van het in artikel 10, lid 2, onder d), bedoelde productieprogramma en de gebruikte hoeveelheden. De controle heeft betrekking op met name de productievoorwaarden voor de tussenproducten en de inachtneming van het overeenkomstig artikel 8, lid 2, opgegeven botervetgehalte van deze producten en omvat:

i) een controle van de in artikel 10, lid 2, onder c), bedoelde registers teneinde te verifiëren of de medegedeelde samenstelling van de vervaardigde tussenproducten juist is;

ii) het nemen van monsters van de tussenproducten en een onderzoek van het verwerkte botervet teneinde na te gaan of de samenstelling ervan beantwoordt aan de samenstelling die in de bovenbedoelde registers is vermeld;

iii) een controle van de ingeslagen hoeveelheden botervet en de uitgeslagen hoeveelheden tussenproducten;

b) de onder a) bedoelde controle wordt aangevuld met een controle op de naleving van de voorwaarden voor de erkenning van het bedrijf en, in voorkomend geval, van de in artikel 12, lid 1, bedoelde boekhouding, en met een grondige controle van de genoemde registers, die:

i) bij toepassing van artikel 3, onder a), steekproefsgewijze wordt uitgevoerd;

ii) bij toepassing van artikel 3, onder b), voor elke vervaardigde partij tussenproducten wordt uitgevoerd.

4. De controle op de verwerking van de boter, het boterconcentraat, de room of het tussenproduct in de eindproducten moet ten minste omvatten:

a) de controle van de betrokken bedrijven, waarbij wordt nagegaan of de bestemming volgens de in de offerte gekozen formule in acht wordt genomen, wordt aan de hand van de recepturen bij de vervaardiging en aan de hand van ofwel de in artikel 10, lid 2, onder c), bedoelde registers ofwel de in artikel 12, lid 1, onder b), bedoelde boekhouding ter plaatse uitgevoerd en gebeurt:

i) bij toepassing van artikel 3, onder a), steekproefsgewijze, afhankelijk van de gebruikte hoeveelheden, maar ten minste eenmaal per maand ingeval per maand ten minste 5 ton boter of boterequivalent in het bedrijf wordt bijgemengd. Deze bedrijven delen hun productieprogramma mee overeenkomstig het bepaalde in artikel 10, lid 2, onder d);

ii) bij toepassing van artikel 3, onder b), voor elke partij eindproducten;

b) bij toepassing van artikel 3, onder b), wordt de onder a) bedoelde controle ten minste eenmaal per maand uitgevoerd en wordt deze controle op gezette tijden aangevuld met een controle op de naleving van:

i) het bepaalde in artikel 1, lid 2, met, zo daartoe reden is, in voorkomend geval, bemonstering van eindproducten;

ii) de voorwaarden voor de erkenning van het bedrijf;

iii) de op grond van artikel 3, onder b), aangegane verbintenis. De toepassing van de betrokken bepaling kan worden geschorst als blijkt dat het bedrijf zijn verbintenis niet is nagekomen.

5. Bij toepassing van artikel 3, onder b), wordt onder partij verstaan een hoeveelheid uit boter, boterconcentraat of room vervaardigde producten zonder verklikstoffen, die overeenkomt met de gehele in artikel 16 omschreven offerte, of een gedeelte daarvan.

Bij toepassing van artikel 3, onder a), worden bij de in lid 3, onder a), en lid 4, onder a), i), bedoelde controle de gebruikte hoeveelheden gerelateerd aan de in artikel 16 omschreven offertes.

6. Bij toepassing van artikel 3, onder a), wordt de in lid 4 bedoelde controle evenwel geacht te zijn uitgevoerd wanneer degene aan wie is toegewezen of, in voorkomend geval, de verkoper een voor alle verkooptransacties geldende verklaring van de eindgebruiker of, in voorkomend geval, de laatste wederverkoper overlegt, waarin deze:

a) de overeenkomstig artikel 12, lid 1, onder c), iii), in het verkoopcontract opgenomen verbintenis om het product in de eindproducten bij te mengen, bevestigt;

b) erkent te weten welke sancties tegen hem kunnen worden genomen wanneer bij een overheidscontrole zou blijken dat de aangegane verbintenissen niet zijn nagekomen.

Onverminderd de door de betrokken lidstaat vastgestelde of vast te stellen sancties is aan het interventiebureau een bedrag verschuldigd dat gelijk is aan het bedrag van de in artikel 18, lid 2, bedoelde verwerkingszekerheid voor de betrokken hoeveelheden.

De lidstaten delen de Commissie ieder jaar vóór 1 maart mede in welke gevallen het voorgaande jaar het bepaalde in dit punt is toegepast.

De eerste alinea geldt slechts indien de eindgebruiker of, in voorkomend geval, de laatste wederkoper zich schriftelijk ertoe verbindt, per jaar maximaal 9 ton boterequivalent te kopen, waarvan, in voorkomend geval, maximaal 14 ton room of, wat boter en boterconcentraat betreft, dezelfde hoeveelheid in tussenproducten. De eerste alinea geldt niet meer voor de eindgebruiker of, in voorkomend geval, de laatste wederverkoper, die zijn verbintenis niet is nagekomen. De bevoegde instantie kan, als zij dit verantwoord acht, evenwel een nieuwe verbintenis goedkeuren wanneer de eindgebruiker of, in voorkomend geval, de laatste wederverkoper schriftelijk daarom verzoekt en aangeeft waarom hij zijn vorige verbintenis niet is nagekomen. Deze goedkeuring wordt pas twaalf maanden na het verzoek van kracht. Intussen is de in lid 4 bedoelde controle van toepassing.

7. De in de leden 2 tot en met 6 bedoelde controles worden op gezette tijden aangevuld met een verificatie van de gegevens die krachtens artikel 10, lid 2, onder e), en artikel 12, lid 1, onder c), vii, aan de bevoegde instantie zijn toegezonden.

8. Over de krachtens de leden 2 tot en met 6 uitgevoerde controles wordt een verslag opgesteld, waarin de datum van de controle, de duur van de controle en de verrichte controlehandelingen worden vermeld.

Artikel 24

1. Behoudens andersluidende bepaling in deze verordening zijn de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (11) van overeenkomstige toepassing op de in deze verordening bedoelde producten. Voor de in artikel 1, lid 2, bedoelde producten wordt ook de in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 bedoelde controle verricht vanaf het begin van de in artikel 6 bedoelde werkzaamheden of, voor boterconcentraat zonder verklikstof, vanaf de datum van vervaardiging of, voor in tussenproducten bijgemengde boter zonder verklikstof, vanaf de bijmenging, en tot de bijmenging in de eindproducten.

In de vakken 104 en 106 van het controle-exemplaar T5 moeten de in bijlage VII bij deze verordening vastgestelde bijzondere vermeldingen worden aangebracht.

2. In het geval dat de toevoeging van verklikstoffen aan de boter of de room, of de bijmenging van de boter of de room in de eindproducten of, in voorkomend geval, van boter in de tussenproducten plaatsvindt in een andere lidstaat dan die van vervaardiging, gaat de boter of de room vergezeld van een door de bevoegde instantie van de lidstaat afgegeven certificaat waarin wordt verklaart dat is voldaan aan de in artikel 1, lid 2, bedoelde voorwaarden.

HOOFDSTUK VII

Mededelingen

Artikel 25

De lidstaten delen aan de Commissie het volgende mede:

1. iedere maand, voor de voorafgaande maand: de in bijlage VIII bedoelde gegevens;

2. vóór 1 maart, 1 juni, 1 september en 1 december, voor elk voorafgaand kwartaal van het kalenderjaar:

a) de in de bijlagen IX, X, XI en XII bedoelde gegevens;

b) de betaalde prijzen, dat wil zeggen een gewogen gemiddelde van de prijzen met aanduiding van de hoogste en de laagste prijzen, zoals door de eindgebruikers medegedeeld op de door de lidstaat vastgestelde wijze, of zoals steekproefsgewijze door de lidstaat vastgesteld;

c) de gevallen waarin is vastgesteld dat niet is voldaan aan de in artikel 1, lid 2, vastgestelde eisen;

3. vóór 1 maart van elk jaar, voor het voorafgaande jaar:

- de in bijlage XIII bedoelde gegevens;

- het aantal krachtens artikel 21, lid 4, toegestane wijzigingen van bestemming, en de hoeveelheden en de bestemmingen waarop deze betrekking hadden.

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 10, lid 2, onder e), en artikel 12, lid 1, onder c), vii, bedoelde verplichtingen worden nagekomen.

HOOFDSTUK VIII

Slotbepalingen

Artikel 26

Met uitzondering van de artikelen 8, 10 en 23, wordt voor de toepassing van deze verordening de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie als één enkele lidstaat beschouwd.

Artikel 27

Verordening (EEG) nr. 2220/85 is van toepassing behoudens andersluidende uitdrukkelijke bepalingen van deze verordening. De sanctie die in de onderhavige verordening bij niet-naleving van een ondergeschikte eis is voorzien, sluit de sancties van Verordening (EEG) nr. 2220/85 uit.

Artikel 28

Verordening (EEG) nr. 570/88 wordt ingetrokken.

Het volgende is evenwel van toepassing:

a) onverminderd het bepaalde in artikel 29, derde alinea, blijft Verordening (EEG) nr. 570/88 van toepassing op inschrijvingen waarvoor de termijn voor indiening van de offertes vóór 1 januari 1998 is verstreken;

b) voorbedrukte verpakkingen als bedoeld in de artikelen 8 en 9 van Verordening (EEG) nr. 570/88 mogen tot 30 juni 1998 worden gebruikt;

c) overeenkomstig artikel 23, punt 5, van Verordening (EEG) nr. 570/88 aangegane verbintenissen en de erkenning van bedrijven en tussenproducten overeenkomstig artikel 10 van voornoemde verordening blijven in het kader van deze verordening hun geldigheid behouden, behalve wanneer het producten van de GN-codes 0402 21 19 en 0402 21 99 betreft. De bevoegde instantie vergewist zich ervan, dat de in artikel 10 van de onderhavige verordening bedoelde aanvullende verbintenissen uiterlijk op 30 juni 1998 door het betrokken bedrijf worden aangegaan.

Verwijzing naar de ingetrokken verordening worden gelezen als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 29

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1998.

Op verzoek van degene aan wie is toegewezen, dat na de inwerkingtreding van deze verordening en vóór de bijmenging in de eindproducten moet worden gedaan, worden artikel 4, artikel 6, lid 2, en artikel 23, lid 6, toepasselijk op vóór 1 januari 1998 toegewezen hoeveelheden. In dat geval stelt het interventiebureau een aanvullend contract vast waarbij het oorspronkelijke contract wordt gewijzigd en zendt het op verzoek van degene aan wie is toegewezen een afschrift hiervan aan de controleautoriteiten van de andere betrokken lidstaten.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 december 1997.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.

(2) PB L 206 van 16. 8. 1996, blz. 21.

(3) PB L 172 van 30. 6. 1981, blz. 14.

(4) PB L 90 van 1. 4. 1984, blz. 23.

(5) PB L 55 van 1. 3. 1988, blz. 31.

(6) PB L 78 van 28. 3. 1996, blz. 13.

(7) PB L 161 van 2. 7. 1993, blz. 48.

(8) PB L 80 van 30. 3. 1996, blz. 48.

(9) PB L 46 van 1. 3. 1995, blz. 1.

(10) PB L 205 van 3. 8. 1985, blz. 5.

(11) PB L 301 van 17. 10. 1992, blz. 17.

BIJLAGE I

Kwaliteitseisen voor boterconcentraat (1) (zonder verklikstoffen) (2)

- Melkvet: ten minste 99,8 %.

- Vocht en vetvrije melkbestanddelen: ten hoogste 0,2 %.

- Vrije vetzuren: ten hoogste 0,35 % (uitgedrukt in oliezuur).

- Peroxidegetal: ten hoogste 0,5 % (in milli-equivalent actieve zuurstof per kg).

- Smaak: zuiver.

- Geur: vrij van vreemde geuren.

- Neutraliserende stoffen, antioxidantia en conserveermiddelen: geen.

- Niet-melkvetten: geen (3).

(1) De analysen met betrekking tot de vermelde voorwaarden worden verricht voordat de in de bijlagen II en III bedoelde producten aan het boterconcentraat worden toegevoegd.

(2) Onderzoek naar gelang van de geproduceerde hoeveelheden, maar minstens voor 1 000 ton en/of eenmaal per maand en onaangekondigd, volgens de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 454/95 aangegeven methoden.

BIJLAGE II

Bij te mengen producten per ton boterconcentraat of boter, formule A (artikel 6, lid 1, onder a))

De in artikel 6, lid 1, onder a), eerste streepje, bedoelde producten zijn:

hetzij I:

a) - 250 g 4-hydroxy-3-methoxybenzaldehyde voorkomende in vanille of synthetische vanille

ofwel

- 100 g 4-hydroxy-3-methoxybenzaldehyde uitsluitend bijgebracht door vanillestokjes of door volledige extracten daarvan

en

b) - 11 kg triglyceriden van n-heptaanzuur met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend in triglyceriden over het voor bijmenging gerede product met een maximumzuurgraad van 0,3 en een verzepingsgetal tussen 385 en 395, waarbij het gedeelte veresterd zuur wordt gevormd door ten minste 95 % n-heptaanzuur

ofwel

- 150 g stigmasterol (C29H48O=Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend over het voor bijmenging gerede product

ofwel

- 170 g stigmasterol (C29H48O=Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 85 %, berekend over het voor bijmenging gerede product, bevattende ten hoogste 7,5 % brassicasterol (C28H46O=Ä 5,22-ergostadieen-3-beta-ol) en ten hoogste 6 % sitosterol (C29H50O=Ä 5,22-stigmasteen-3-beta-ol);

hetzij II:

a) 20 g ethylester van bèta-apo-8-caroteenzuur, in de vorm van een preparaat dat oplosbaar is in het melkvet

en

b) - 11 kg triglyceriden van n-heptaanzuur met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend in triglyceriden over het voor bijmenging gerede product met een maximumzuurgraad van 0,3 en een verzepingsgetal tussen 385 en 395, waarbij het gedeelte veresterd zuur wordt gevormd door ten minste 95 % n-heptaanzuur

ofwel

- 150 g stigmasterol (C29H48O=Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend over het voor bijmenging gerede product

ofwel

- 170 g stigmasterol (C29H48O=Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 85 %, berekend over het voor bijmenging gerede product, bevattende ten hoogste 7,5 % brassicasterol (C28H46O=Ä 5,22-ergostadieen-3-beta-ol) en ten hoogste 6 % sitosterol (C29H50O=Ä 5,22-stigmasteen-3-beta-ol);

hetzij III:

a) 250 kg geraffineerde suiker, fijnkorrelig of in poedervorm

en

b) - 11 kg triglyceriden van n-heptaanzuur met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend in triglyceriden over het voor bijmenging gerede product met een maximumzuurgraad van 0,3 en een verzepingsgetal tussen 385 en 395, waarbij het gedeelte veresterd zuur wordt gevormd door ten minste 95 % n-heptaanzuur

ofwel

- 150 g stigmasterol (C29H48O=Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend over het voor bijmenging gerede product

ofwel

- 170 g stigmasterol (C29H48O=Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 85 %, berekend over het voor bijmenging gerede product, bevattende ten hoogste 7,5 % brassicasterol (C28H46O=Ä 5,22-ergostadieen-3-beta-ol) en ten hoogste 6 % sitosterol (C29H50O=Ä 5-stigmasteen-3-beta-ol);

hetzij IV:

a) de bestanddelen die het aroma van een of meer kruiderijen geven, in de vorm van olie of oliehars, zoals met name uienolie, knoflookolie, dragonolie enz., in een hoeveelheid die waarneming van de geur ervan mogelijk maakt, na het aanlengen van het boterconcentraat, dat gemerkt is met een neutrale olie in de verhouding 1:20

en

b) - 11 kg triglyceriden van n-heptaanzuur met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend in triglyceriden over het voor bijmenging gerede product, met een maximumzuurgraad van 0,3 en een verzepingsgetal tussen 385 en 395, waarbij het gedeelte veresterd zuur wordt gevormd door ten minste 95 % n-heptaanzuur

ofwel

- 150 g stigmasterol (C29H48O=Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend over het voor bijmenging gerede product

ofwel

- 170 g stigmasterol (C29H48O=Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 85 %, berekend over het voor bijmenging gerede product, bevattende ten hoogste 7,5 % brassicasterol (C28H46O=Ä 5,22-ergostadieen-3-beta-ol) en ten hoogste 6 % sitosterol (C29H50O=Ä 5-stigmasteen-3-beta-ol);

hetzij V:

a) - 500 g thymol (5-methyl-2-isopropyl-fenol; C10H14O) met een zuiverheidsgraad van ten minste 99 %

ofwel

- 500 g eugenol (4-allyl-2-metoxyfenol; C10H12O2) met een zuiverheidsgraad van ten minste 99 %

ofwel

- 10 g capsaïcine (trans-8-methyl-N-vanillyl-6-nonenamide; C18H27NO3) uit oliehars van capsicum

en

b) - 11 kg triglyceriden van n-heptaanzuur met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend in triglyceriden over het voor bijmenging gerede product met een maximumzuurgraad van 0,3 en een verzepingsgetal tussen 385 en 395, waarbij het gedeelte veresterd zuur wordt gevormd door ten minste 95 % n-heptaanzuur

ofwel

- 150 g stigmasterol (C29H48O=Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 % berekend over het voor bijmenging gerede product

ofwel

- 170 g stigmasterol (C29H48O=Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol) met een zuiverheidsgraad van ten minste 85 %, berekend over het voor bijmenging gerede product, bevattende ten hoogste 7,5 % brassicasterol (C28H46O=Ä 5,22-ergostadieen-3-beta-ol) en ten hoogste 6 % sitosterol (C29H50O=Ä 5-stigmasteen-3-beta-ol).

BIJLAGE III

Bij te mengen producten per ton boterconcentraat of boter, formule B (artikel 6, lid 1, onder b))

De in artikel 6, lid 1, onder b), tweede streepje, bedoelde producten zijn:

hetzij I:

a) - 250 g 4-hydroxy-3-methoxybenzaldehyde voorkomende in vanille of synthetische vanille

ofwel

- 100 g 4-hydroxy-3-methoxybenzaldehyde uitsluitend bijgebracht door vanillestokjes of door volledige extracten daarvan

en

b) 600 g van een preparaat dat ten minste 90 % sitosterol en met name 80 % bèta-sitosterol (C29H50O = Ä 5-stigmasteen-3-beta-ol) bevat alsmede maximaal 9 % campesterol (C28H48O = Ä 5-ergosteen-3-beta-ol) en 1 % sporen van andere sterolen, waaronder stigmasterol (C29H48O = Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol);

hetzij II:

a) 20 g ethylester van bèta-apo-8'-caroteenzuur, in de vorm van een preparaat dat oplosbaar is in het melkvet

en

b) 600 g van een preparaat dat ten minste 90 % sitosterol en met name 80 % bèta-sitosterol (C29H50O = Ä 5-stigmasteen-3-beta-ol) bevat alsmede maximaal 9 % campesterol (C28H48O = Ä 5-ergosteen-3-beta-ol) en 1 % sporen van andere sterolen, waaronder stigmasterol (C29H48O = Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol);

hetzij III:

a) 250 kg geraffineerde suiker, fijnkorrelig of in poedervorm

en

b) 600 g van een preparaat dat ten minste 90 % sitosterol en met name 80 % de bèta-sitosterol (C29H50O = Ä 5-stigmasteen-3-beta-ol) bevat, alsmede maximaal 9 % campesterol (C28H48O = Ä 5-ergosteen-3-beta-ol) en 1 % sporen van andere sterolen, waaronder stigmasterol (C29H48O = Ä 5,22-stigmastadieen-3-beta-ol).

BIJLAGE IV

IN ROOM BIJ TE MENGEN PRODUCTEN (artikel 6, lid 1, onder c))

1. In de in de artikelen 1 en volgende bedoelde room worden, met uitzondering van elk ander product, niet-melkvetten daaronder begrepen, bijgemengd:

a) - hetzij preparaten die het aroma geven, namelijk 4-hydroxy-3-methoxybenzaldehyde voorkomend in vanille of in synthetische vanille, in een concentratie van ten minste 250 ppm;

- hetzij preparaten die de kleur geven, namelijk ethylester van bèta-apo-8'-caroteenzuur, in de vorm van een in het melkvet oplosbaar preparaat, in een concentratie van ten minste 20 ppm;

en

b) - hetzij, in een concentratie van ten minste 1 %, de triglyceriden van n-heptaanzuur (C7) met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend in triglyceriden over het voor bijmenging gerede product, met een maximumzuurgraad van 0,3 en een verzepingsgetal tussen 385 en 395, waarbij het gedeelte veresterd zuur door ten minste 95 % n-heptaanzuur wordt gevormd;

- hetzij, in een concentratie van ten minste 1 %, de triglyceriden van n-undecaanzuur (C11) met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 %, berekend in triglyceriden over het voor bijmenging gerede product met een maximumzuurgraad van 0,3 en een verzepingsgetal tussen 275 en 285, waarbij het gedeelte veresterd zuur door ten minste 95 % n-undecaanzuur wordt gevormd;

- hetzij, in een concentratie van ten minste 600 ppm, een preparaat dat ten minste 90 % sitosterol en met name 80 % bèta-sitosterol bevat, alsmede maximaal 9 % campesterol en 1 % sporen van andere sterolen, waaronder stigmasterol;

- hetzij, rechtstreeks en in een concentratie van 2 %, een mengsel dat één deel vrij n-tridecaanzuur (C13), twee delen melkvet, 2,5 delen natirumcaseïnaat en 94,5 delen van melk afkomstige minerale zouten bevat.

2. Een homogene en stabiele verspreiding in de room van de in punt 1, onder b), genoemde producten die vooraf onderling zijn vermengd, wordt verkregen door bereiding van een voormengsel en toepassing van mechanische en thermische behandelingen, afkoeling, of andere toegestane behandelingen.

3. De in punt 1 in percenten of in ppm aangegeven concentraties worden berekend ten opzichte van het gedeelte van de room dat uitsluitend uit vetten bestaat.

BIJLAGE V

Op de in de artikelen 7 en 8 bedoelde verpakkingen aan te brengen vermeldingen

1. a) Boterconcentraat:

- Mantequilla concentrada destinada exclusivamente a su incorporación a uno de los productos contemplados en el artículo 4 del Reglamento (CE) nr. 2571/97

- Koncentreret smør udelukkende til iblanding i en af de færdigvarer, som er omhandlet i artikel 4 i forordning (EØF) nr. 2571/97

- Butterfett ausschließlich zur Verarbeitung zu einem der in Artikel 4 der Verordnung (EG) Nr. 2571/97 genannten Enderzeugnisse bestimmt

- ÓõìðõêíùìÝíï âïýôõñï ðïõ ðñïïñßæåôáé áðïêëåéóôéêÜ ãéá ôçí åíóùìÜôùóç óå Ýíá áðü ôá ðñïúüíôá ðïõ áíáöÝñïíôáé óôï Üñèñï 4 ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97 7

- Concentrated butter for incorporation exclusively into one of the final products referred to in Article 4 of Regulation (EC) No 2571/97

- Beurre concentré destiné exclusivement à l'incorporation dans l'un des produits finaux visés à l'article 4 du règlement (CE) n° 2571/97

- Burro concentrato destinato esclusivamente all'incorporazione in uno dei prodotti di cui all'articolo 4 del regolamento (CE) n. 2571/97

- Boterconcentraat uitsluitend bestemd voor verwerking tot een van de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde producten

- Manteiga concentrada destinada exclusivamente à incorporação num dos produtos finais referidos no artigo 4º do Regulamento (CE) nº 2571/97

- Voiöljy, joka on tarkoitettu yksinomaan sekoitettavaksi johonkin asetuksen (EY) N:o 2571/97 4 artiklassa tarkoitetuista lopputuotteista

- Koncentrerat smör uteslutande avsett för iblandning i en av de slutprodukter som avses i artikel 4 i förordning (EEG) nr 2571/97.

b) Boter met verklikstof:

- Mantequilla destinada exclusivamente a su incorporación en uno de los productos finales contemplados en el artículo 4 del Reglamento (CE) nr. 2571/97

- Smør udelukkende til iblanding i færdigvarer som omhandlet i artikel 4 i forordning (EØF) nr. 2571/97

- Butter, ausschließlich zur Verarbeitung zu einem der in Artikel 4 der Verordnung (EWG) Nr. 2571/97 genannten Enderzeugnisse bestimmt

- Âïýôõñï ðïõ ðñïïñßæåôáé áðïêëåéóôéêÜ ãéá ôçí åíóùìÜôùóç óå Ýíá áðü ôá ðñïúüíôá ðïõ áíáöÝñïíôáé óôï Üñèñï 4 ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97

- Butter for incorporation exclusively into one of the final products referred to in Article 4 of Regulation (EC) No 2571/97

- Beurre destiné exclusivement à l'incorporation dans les produits finaux visés à l'article 4 du règlement (CE) n° 2571/97

- Burro destinato esclusivamente all'incorporazione in uno dei prodotti di cui all'articolo 4 del regolamento (CE) n. 2571/97

- Boter uitsluitend bestemd voor verwerking tot een van de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde producten

- Manteiga destinada exclusivamente à incorporação num dos produtos finais referidos no artigo 4º do Regulamento (CE) nº 2571/97

- Voi, joka on tarkoitettu yksinomaan sekoitettavaksi asetuksen (EY) N:o 2571/97 4 artiklassa tarkoitettuihin lopputuotteisiin

- Smör uteslutande avsett för iblandning i de slutprodukter som avses i artikel 4 förordning (EEG) nr 2571/97.

c) Room met verklikstof:

- Nata con adición de marcadores marcada destinada exclusivamente a su incorporación a uno de los productos finales contemplados en el artículo 4 fórmula B del Reglamento (CE) nr. 2571/97

- Fløde tilsat røbestoffer, udelukkende til iblanding i færdigvarer som omhandet i artikel 4, formel B, i forordning (EØF) nr. 2571/97

- Gekennzeichneter Rahm, ausschließlich zur Verarbeitung zu einem der in Artikel 4 Formel B der Verordnung (EG) Nr. 2571/97 genannten Enderzeugnisse bestimmt

- ÊñÝìá ãÜëáêôïò ìå é÷íïèÝôåò ðïõ ðñïïñßæåôáé áðïêëåéóôéêÜ ãéá ôçí åíóùìÜôùóç óå Ýíá áðü ôá ðñïúüíôá ðïõ áíáöÝñïíôáé óôï Üñèñï 4, ôýðïò Â, ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97

- Cream to which tracers have been added for incorporation exclusively into one of the final products referred to in Article 4 formula B of Regulation (EC) No 2571/97

- Crème tracée destinée exclusivement à l'incorporation dans les produits finaux visés à l'article 4 formule B du règlement (CE) n° 2571/97

- Crema contenente rivelatori destinata esclusivamente all'incorporazione in uno dei prodotti di cui all'articolo 4 formula B del regolamento (CE) n. 2571/97

- Room waarin verklikstoffen zijn bijgemengd, uitsluitend bestemd voor verwerking in de in artikel 4, formule B, van Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde producten

- Nata marcada destinada exclusivamente à incorporação num dos produtos finais referidos no artigo 4º, fórmula B, do Regulamento (CE) nº 2571/97

- Merkitty kerma, joka on tarkoitettu yksinomaan sekoitettavaksi asetuksen N:o 2571/97 4 artiklan B menettelyssä tarkoitettuihin lopputuotteisiin

- Grädde med tillsats av spårämnen uteslutande avsedd iblandning i de slutprodukter som avses i artikel 4 metod B i förordning (EG) nr 2571/97.

2. Tussenproducten

- Producto intermedio contemplado en el artículo 8 del Reglamento (CE) nr. 2571/97 y destinado exclusivamente a su incorporación a uno de los productos finales contemplados en el artículo 4 de dicho Reglamento

- Mellemprodukt som omhandlet i artikel 8 i forordning (EØF) nr. 2571/97 udelukkende til iblanding i en af de i artikel 4 i samme forordning omhandlede færdigvarer

- Zwischenerzeugnisse gemäß Artikel 8 der Verordnung (EWG) Nr. 2571/97, ausschließlich zur Verarbeitung zu einem der in Artikel 4 derselben Verordnung genannten Enderzeugnisse bestimmt

- ÅíäéÜìåóï ðñïúüí ðïõ áíáöÝñåôáé óôï Üñèñï 8 ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97 êáé ðñïïñßæåôáé áðïêëåéóôéêÜ ãéá åíóùìÜôùóç óå Ýíá áðü ôá ôåëéêÜ ðñïúüíôá ðïõ áíáöÝñïíôáé óôï Üñèñï 4 ôïõ éäßïõ êáíïíéóìïý

- Intermediate product as referred to in Article 8 of Regulation (EC) No 2571/97 solely for incorporation into one of the final products referred to in Article 4 of that Regulation

- Produit intermédiaire visé à l'article 8 du règlement (CE) n° 2571/97 et destiné exclusivement à l'incorporation dans l'un des produits finaux visés à l'article 4 du même règlement

- Prodotto intermedio di cui all'articolo 8 del regolamento (CE) n. 2571/97 destinato esclusivamente all'incorporazione in uno dei prodotti finali di cui all'articolo 4 dello stesso regolamento

- Tussenproduct als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2571/97 en uitsluitend bestemd om in een van de in artikel 4 van die verordening bedoelde eindproducten te worden verwerkt

- Produto intermédio referido no artigo 8º do Regulamento (CE) nº 2571/97 e exclusivamente destinado à incorporação num dos produtos finais referidos no artigo 4º do mesmo regulamento

- Asetuksen (EY) N:o 2571/97 8 artiklassa tarkoitettu välituote, joka on tarkoitettu yksinomaan sekoitettavaksi johonkin mainitun asetuksen 4 artiklassa tarkoitetuista lopputuotteista

- Mellanprodukt enligt artikel 8 i förordning (EEG) nr 2571/97, uteslutande avsedd för iblandning i en av de slutprodukter som avses i artikel 4 i samma förordning.

Voor de in artikel 9, onder a), bedoelde tussenproducten wordt "artikel 8" vervangen door "artikel 9".

BIJLAGE VI

In artikel 9, onder b), bedoelde producten

1. Bereidingen verkregen door menging van melkvet met oliën en vetten die onder hoofdstuk 15 van de gecombineerde nomenclatuur vallen, met uitzondering van producten van de GN-codes 1704 90 30 en 1806.

2. Bereidingen verkregen door menging van melkvet met producten die onder hoofdstuk 21 vallen en die zijn verkregen van producten die onder hoofdstuk 15 vallen.

BIJLAGE VII

In de vakken 104 en 106 van het controle-exemplaar T5 aan te brengen bijzondere vermeldingen

A. Boter, boterconcentraat, room of tussenproducten voor bijmenging in eindproducten na toevoeging van verklikstof:

a) bij verzending van interventieboter met het oog op toevoeging van verklikstof:

- vak 104 van het controle-exemplaar T5:

- Mantequilla para la adición de marcadores y la utilización conforme a la letra a) del artículo 3) del Reglamento (CE) nr. 2571/97

- Smør, der skal tilsættes røbestoffer og anvendes i overensstemmelse med artikel 3, litra a), i forordning (EF) nr. 2571/97

- Butter, zur Kennzeichnung und zur Verwendung nach Artikel 3 Buchstabe a) der Verordnung (EG) Nr. 2571/97 bestimmt

- Âïýôõñï ðïõ ðñïïñßæåôáé íá é÷íïèåôçèåß êáé íá ÷ñçóéìïðïéçèåß óýìöùíá ìå ôï Üñèñï 3 óôïé÷åßï á) ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97

- Butter for the addition of tracers for use in accordance with Article 3 (a) of Regulation (EC) No 2571/97

- Beurre destiné à être tracé et mis en oeuvre conformément à l'article 3 point a) du règlement (CE) n° 2571/97

- Burro destinato all'aggiunta di rivelatori e alla lavorazione conformemente all'articolo 3, lettera a) del regolamento (CE) n. 2571/97

- Boter bestemd voor verwerking overeenkomstig artikel 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 2571/97, na bijmenging van verklikstoffen

- Manteiga destinada a ser marcada e transformada em conformidade com a alínea a) do artigo 3º do Regulamento (CE) nº 2571/97

- Voi, joka on tarkoitettu merkittäväksi ja jonka käyttötapa on asetuksen (EY) N:o 2571/97 3 artiklan a alakohdan mukainen

- Smör avsett för tillsättning av spårämnen och för iblandning i enlighet med artikel 3 a i förordning (EG) nr 2571/97;

- vak 106 van het controle-exemplaar T5:

1. uiterste datum voor bijmenging in eindproducten;

2. vermelding van de bestemming (formule A of formule B);

b) bij verzending van interventieboter voor verwerking tot boterconcentraat met toevoeging van verklikstof:

- vak 104 van het controle-exemplaar T5:

- Mantequilla destinada a su concentración, a su utilización y a la adición de marcadores, conforme a la letra a) del artículo 3) del Reglamento (CE) nr. 2571/97

- Smør, der skal koncentreres, tilsættes røbestoffer og anvendes i overensstemmelse med artikel 3, litra a), i forordning (EF) nr. 2571/97

- Butter, zur Verarbeitung zu Butterfett, zur Kennzeichnung und zur Verwendung nach Artikel 3 Buchstabe a) der Verordnung (EG) Nr. 2571/97 bestimmt

- Âïýôõñï ðïõ ðñïïñßæåôáé íá óõìðõêíùèåß, íá é÷íïèåôçèåß êáé íá ÷ñçóéìïðïéçèåß óýìöùíá ìå ôï Üñèñï 3 óôïé÷åßï á) ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97

- Butter for the concentration and the addition of tracers for use in accordance with Article 3 (a) of Regulation (EC) No 2571/97

- Beurre destiné à être concentré et tracé et mis en oeuvre conformément à l'article 3 point a) du règlement (CE) n° 2571/97

- Burro destinato alla concentrazione, all'aggiunta di rivelatori e alla lavorazione conformemente all'articolo 3, lettera a) del regolamento (CE) n. 2571/97

- Boter bestemd voor verwerking tot boterconcentraat, bijmenging van verklikstoffen en verdere verwerking overeenkomstig artikel 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 2571/97

- Manteiga destinada a ser concentrada e marcada e transformada em conformidade com a alínea a) do artigo 3º do Regulamento (CE) nº 2571/97

- Voi, joka on tarkoitettu voiöljyn valmistusta ja merkitsemistä varten ja jonka käyttötarkoitus on asetuksen (EY) N:o 2571/97 3 artiklan a alakohdan mukainen

- Smör avsett för förädling till koncentrerat smör, för tillsättning av spårämnen och för iblandning i enlighet med artikel 3 a i förordning (EG) nr 2571/97.

- vak 106 van het controle-exemplaar T5:

1. uiterste datum voor bijmenging in eindproducten;

2. vermelding van de bestemming (formule A of formule B);

c) bij verzending van een in eindproducten bij te mengen tussenproduct met verklikstof, of van eventueel via een tussenproduct in eindproducten bij te mengen boter met verklikstof of boterconcentraat met verklikstof:

- vak 104 van het controle-exemplaar T5:

- Mantequilla con adición de marcadores destinada a ser incorporada a los productos finales previstos en el artículo 4 del Reglamento (CE) nr. 2571/97, en su caso, a través de un producto intermedio contemplado en el artículo 8

o

Mantequilla concentrada con adición de marcadores destinada a ser incorporada a los productos finales previstos en el artículo 4 del Reglamento (CE) nr. 2571/97, en su caso, a través de un producto intermedio contemplado en el artículo 8 (1a)

o

Producto intermedio con adición de marcadores contemplado en el artículo 8 (2b) destinado a ser incorporado a los productos finales previstos en el artículo 4 del Reglamento (CE) nr. 2571/97

- Smør tilsat røbestoffer, bestemt til iblanding i færdigvarer som omhandlet i artikel 4 i forordning (EF) nr. 2571/97, i givet fald via et mellemprodukt som omhandlet i artikel 8

eller

Koncentreret smør tilsat røbestoffer, bestemt til iblanding i færdigvarer som omhandlet i artikel 4 i forordning (EF) nr. 2571/97, i givet fald via et mellemprodukt som omhandlet i artikel 8 (3a)eller

Mellemprodukt tilsat røbestoffer, som omhandlet i artikel 8 (4b), bestemt til iblanding i færdigvarer som omhandlet i artikel 4 i forordning (EF) nr. 2571/97

- Gekennzeichnete Butter, zur Beimischung zu den in Artikel 4 der Verordnung (EG) Nr. 2571/97 bezeichneten Enderzeugnissen bestimmt, gegebenenfalls über ein Zwischenerzeugnis gemäß Artikel 8

oder

Gekennzeichnetes Butterfett, zur Beimischung zu den in Artikel 4 der Verordnung (EWG) Nr. 2571/97 bezeichneten Enderzeugnissen bestimmt, gegebenenfalls über ein Zwischenerzeugnis gemäß Artikel 8 (5a)oder

Gekennzeichnetes Zwischenerzeugnis gemäß Artikel 8 (6b), zur Beimischung zu den in Artikel 4 der Verordnung (EWG) Nr. 2571/97 bezeichneten Enderzeugnissen bestimmt

- Âïýôõñï é÷íïèåôçìÝíï, ðïõ ðñïïñßæåôáé íá åíóùìáôùèåß óôá ôåëéêÜ ðñïúüíôá ðïõ áíáöÝñïíôáé óôï Üñèñï 4 ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97 êáôÜ ðåñßðôùóç ìÝóù åíüò åíäéÜìåóïõ ðñïúüíôïò ðïõ áíáöÝñåôáé óôï Üñèñï 8

Þ

ÓõìðõêíùìÝíï âïýôõñï é÷íïèåôçìÝíï, ðïõ ðñïïñßæåôáé íá åíóùìáôùèåß óôá ôåëéêÜ ðñïúüíôá ðïõ áíáöÝñïíôáé óôï Üñèñï 4 ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97 êáôÜ ðåñßðôùóç ìÝóù åíüò åíäéÜìåóïõ ðñïúüíôïò ðïõ áíáöÝñåôáé óôï Üñèñï 8 (7a)Þ

ÅíäéÜìåóï ðñïúüí é÷íïèåôçìÝíï, ðïõ áíáöÝñåôáé óôï Üñèñï 8 (8b), ðïõ ðñïïñßæåôáé íá åíóùìáôùèåß óôá ôåëéêÜ ðñïúüíôá ðïõ áíáöÝñïíôáé óôï Üñèñï 4 ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97

- Butter to which tracers have been added for incorporation in the final products referred to in Article 4 of Regulation (EC) No 2571/97 or into an intermediate product as referred to in Article 8

or

Concentrated butter to which tracers have been added for incorporation directly into a final product as referred to in Article 4 of Regulation (EC) No 2571/97 or into an intermediate product as referred to in Article 8 (9a)or

Intermediate product as referred to in Article 8 (10b) to which tracers have been added for incorporation into the final products referred to in Article 4 of Regulation (EC) No 2571/97

- Beurre tracé destiné à être incorporé dans les produits finaux visés à l'article 4 du règlement (CE) n° 2571/97 le cas échéant, via un produit intermédiaire visé à l'article 8

ou

Beurre concentré tracé destiné à être incorporé dans les produits finaux visés à l'article 4 du règlement (CE) n° 2571/97 le cas échéant, via un produit intermédiaire visé à l'article 8 (11a)ou

Produit intermédiaire tracé visé à l'article 8 (12b) destiné à être incorporé dans les produits finaux visés à l'article 4 du règlement (CE) n° 2571/97

- Burro contenente rivelatori, destinato all'incorporazione nei prodotti finali di cui all'articolo 4 del regolamento (CE) n. 2571/97, eventualmente tramite un prodotto intermedio di cui all'articolo 8

o

Burro concentrato contenente rivelatori, destinato all'incorporazione nei prodotti finali di cui all'articolo 4 del regolamento (CE) n. 2571/97, eventualmente tramite un prodotto intermedio di cui all'articolo 8 (13a)o

Prodotto intermedio contenente rivelatori di cui all'articolo 8 (14b) destinato all'incorporazione nei prodotti finali di cui all'articolo 4 del regolamento (CEE) n. 2571/97

- Boter met verklikstof, voor bijmenging, in voorkomend geval via een in artikel 8 bedoeld tussenproduct, in eindproducten als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2571/97

of

Boterconcentraat met verklikstof, voor bijmenging, in voorkomend geval via een in artikel 8 (15a) bedoeld tussenproduct, in eindproducten als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2571/97

of

In artikel 8 (16b) bedoeld tussenproduct met verklikstof, voor verwerking in eindproducten als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2571/97

- Manteiga marcada destinada a ser incorporada nos produtos finais referidos nos artigo 4º do Regulamento (CE) nº 2571/97, eventualmente por via de um produto intermédio referido no artigo 8º

ou

Manteiga concentrada marcada destinada a ser incorporada nos produtos finais referidos no artigo 4º do Regulamento (CE) nº 2571/97, eventualmente por via de um produto intermédio referido no artigo 8

ou

Produto intermédio marcado referido no artigo 8º destinado a ser incorporado nos produtos finais referidos no artigo 4º do Regulamento (CE) nº 2571/97

- Merkitty voi, joka on tarkoitettu sekoitettavaksi asetuksen (EY) N:o 2571/97 4 artiklassa tarkoitettuihin lopputuotteisiin, tarvittaessa 8 artiklassa tarkoitetun välituotteen kautta

tai

Merkitty voiöljy, joka on tarkoitettu sekoitettavaksi asetuksen (EY) N:o 2571/97 4 artiklassa tarkoitettuihin lopputuotteisiin, tarvittaessa 8 artiklan a alakohdassa tarkoitetun välituotteen kautta

tai

- Edellä 8 artiklan b alakohdassa tarkoitettu merkitty välituote, joka on tarkoitettu sekoitetettavaksi asetuksen (ETY) n:o 2571/97 4 artiklassa tarkoitettuihin lopputuotteisiin.

- Smör med tillsats av spårämnen avsett för iblandning i de slutprodukter som avses i artikel 4 i förordning (EG) nr 2571/97, i förekommande fall via den mellanprodukt som avses i artikel 8.

eller

Koncentrerat smör med tillsats av spårämnen avsett för iblandning i de slutprodukter som avses i artikel 4 i förordning (EEG) nr 2571/97, i förekommande fall via den mellanprodukt som avses i artikel 8 (17a).

eller

Mellanprodukt med tillsats av spårämnen i enlighet med artikel 8 (18b), avsedd att blandas i de slutprodukter som avses i artikel 4 i förordning (EG) nr 2571/97

- vak 106 van het controle-exemplaar T5:

1. uiterste datum voor toevoeging in de eindproducten;

2. vermelding van de bestemming (formule A of formule B);

3. in voorkomend geval, de voor de vervaardiging van het tussenproduct gebruikte hoeveelheid boter of boterconcentraat, in gewicht.

d) bij verzending van voor bijmenging in eindproducten bestemde room met verklikstof:

- vak 104 van het controle-exemplaar T5:

Nata con adición de marcadores destinada a su incorporación a los productos previstos en el artículo 4 del Reglamento (CE) nr. 2571/97

Fløde tilsat røbestoffer, bestemt til iblanding i produkter som omhandlet i artikel 4 i forordning (EØF) nr. 2571/97

Gekennzeichneter Rahm zur Beimischung zu Erzeugnissen gemäß Artikel 4 der Verordnung (EG) Nr. 2571/97

ÊñÝìá ãÜëáêôïò é÷íïèåôçìÝíç, ðïõ ðñïïñßæåôáé íá åíóùìáôùèåß óôá ðñïúüíôá ðïõ áíáöÝñïíôáé óôï Üñèñï 4 ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97

Cream to which tracers have been added for incorporation into the products referred to in Article 4 of Regulation (EEC) No 2571/97

Crème tracée destinée à être incorporée dans les produits visés à l'article 4 du règlement (CE) n° 2571/97

Crema contenente rivelatori destinata ad essere incorporata nei prodotti di cui all'articolo 4 del regolamento (CEE) n. 2571/97

Room waarin verklikstoffen zijn bijgemengd, bestemd voor verwerking in de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde producten

Nata marcada destinada a ser incorporada nos produtos referidos no artigo 4º do Regulamento (CE) nº 2571/97

Merkitty kerma, joka on tarkoitettu sekoitettavaksi asetuksen (EY) N:o 2571/97 4 artiklassa tarkoitettuihin tuotteisiin

Grädde med tillsats av spårämnen avsedd att blandas i de produkter som avses i artikel 4 i förordning (EG) nr 2571/97;

- vak 106 van het controle-exemplaar T5:

1. uiterste datum voor bijmenging in de eindproducten;

2. vermelding van de bestemming (formule B).

B. Voor bijmenging in eindproducten bestemde boter, boterconcentraat of tussenproducten:

a) bij verzending van interventieboter voor verwerking tot boterconcentraat:

- vak 104 van het controle-exemplaar T5:

- Mantequilla para ser concentrada y utilizada conforme a la letra b) del artículo 3 del Reglamento (CE) nr. 2571/97

- Smør, der skal koncentreres og anvendes i overensstemmelse med artikel 3, litra b), i forordning (EF) nr. 2571/97

- Butter, zur Verarbeitung zu Butterfett und zur Verwendung gemäß Artikel 3 Buchstabe b) der Verordnung (EG) Nr. 2571/97 bestimmt

- Âïýôõñï ðïõ ðñïïñßæåôáé íá óõìðõêíùèåß êáé íá ÷ñçóéìïðïéçèåß óýìöùíá ìå ôï Üñèñï 3 óôïé÷åßï â) ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97

- Butter for concentration and use in accordance with Article 3 (b) of Regulation (EEC) No 2571/97

- Beurre destiné à être concentré et mis en oeuvre conformément à l'article 3 point b) du règlement (CE) n° 2571/97

- Burro destinato alla concentrazione e alla lavorazione conformemente all'articolo 3, lettera b) del regolamento (CEE) n. 2571/97

- Boter bestemd voor verwerking tot boterconcentraat en verdere verwerking overeenkomstig artikel 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 2571/97

- Manteiga destinada a ser marcada e transformada em conformidade com a alínea b) do artigo 3º do Regulamento (CE) nº 2571/97

- Voi, joka on tarkoitettu voiöljyn valmistukseen tai merkitsemiseen tai jonka käyttötarkoitus on asetuksen (EY) N:o 2571/97 3 artiklan b alakohdan mukainen

- Smör avsett för förädling till koncentrerat smör och för iblandning i enlighet med artikel 3 b i förordning (EG) nr 2571/97;

- vak 106 van het controle-exemplaar T5:

1. uiterste datum voor bijmening in eindproducten;

2. vermelding van de bestemming (formule A of formule B);

b) bij verzending van een voor bijmenging in eindproducten bestemd tussenproduct dat is vervaardigd van boter of boterconcentraat, of van eventueel via een tussenproduct in eindproducten bij te mengen interventieboter of boterconcentraat:

- vak 104 van het controle-exemplaar T5:

- Mantequilla destinada a ser incorporada a los productos finales previstos en el artículo 4 del Reglamento (CE) nr. 2571/97, en su caso, a través de un producto intermedio contemplado en el artículo 8

o

Mantequilla concentrada para ser incorporada a los productos finales previstos en el artículo 4 del Reglamento (CE) nr. 2571/97, en su caso, a través de un producto intermedio contemplado en el artículo 8 (19a)

o

Producto intermedio contemplado en el artículo 8 destinado a ser incorporado a los productos finales previstos en el artículo 4 del Reglamento (CE) nr. 2571/97

- Smør til iblanding i færdigvarer som omhandlet i artikel 4 i forordning (EF) nr. 2571/97, i givet fald via et mellemprodukt som omhandlet i artikel 8

eller

Koncentreret smør til iblanding i færdigvarer som omhandlet i artikel 4 i forordning (EF) nr. 2571/97, i givet fald via et mellemprodukt som omhandlet i artikel 8 (20a)

eller

Mellemprodukt som omhandlet i artikel 8 til iblanding i færdigvarer som omhandlet i artikel 4 i forordning (EF) 2571/97

- Butter, zur Verwendung zu den in Artikel 4 der Verordnung (EG) Nr. 2571/97 bezeichneten Enderzeugnissen bestimmt, gegebenenfalls über ein Zwischenerzeugnis gemäß Artikel 8

oder

Butter, zur Verwendung zu den in Artikel 4 der Verordnung (EG) Nr. 2571/97 bezeichneten Enderzeugnissen bestimmt, gegebenenfalls über ein Zwischenerzeugnis gemäß Artikel 8 (21a)

oder

Zwischenerzeugnis gemäß Artikel 8, zur Verarbeitung zu den in Artikel 4 der Verordnung (EG) Nr. 2571/97 bezeichneten Enderzeugnissen bestimmt

- Âïýôõñï ðïõ ðñïïñßæåôáé íá åíóùìáôùèåß óôá ôåëéêÜ ðñïúüíôá ðïõ áíáöÝñïíôáé óôï Üñèñï 4 ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97, êáôÜ ðåñßðôùóç ìÝóù åíüò åíäéÜìåóïõ ðñïúüíôïò ðïõ áíáöÝñåôáé óôï Üñèñï 8

Þ

ÓõìðõêíùìÝíï âïýôõñï ðïõ ðñïïñßæåôáé íá åíóùìáôùèåß óôá ôåëéêÜ ðñïúüíôá ðïõ áíáöÝñïíôáé óôï Üñèñï 4 ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97 êáôÜ ðåñßðôùóç ìÝóù åíüò åíäéÜìåóïõ ðñïúüíôïò ðïõ áíáöÝñåôáé óôï Üñèñï 8 (22a)

Þ

ÅíäéÜìåóï ðñïúüí ðïõ áíáöÝñåôáé óôï Üñèñï 8, ðïõ ðñïïñßæåôáé íá åíóùìáôùèåß óôá ôåëéêÜ ðñïúüíôá ðïõ áíáöÝñïíôáé óôï Üñèñï 4 ôïõ êáíïíéóìïý (ÅÊ) áñéè. 2571/97

- Butter for incorporation directly into a final product as referred to in Article 4 of Regulation (EC) No 2571/97 or into an intermediate product as referred to in Article 8

or

Concentrated butter for incorporation directly into a final product as referred to in Article 4 of Regulation (EC) No 2571/97 or into an intermediate product as referred to in Article 8 (23a)

or

Intermediate product as referred to in Article 8 for incorporation into a final product as referred to in Article 4 of Regulation (EEC) No 2571/97

- Beurre destiné à être incorporé dans les produits finaux visés à l'article 4 du règlement (CE) n° 2571/97 le cas échéant, via un produit intermédiaire visé à l'article 8

ou

Beurre concentré destiné à être incorporé dans les produits finaux visés à l'article 4 du règlement (CE) n° 2571/97 le cas échéant, via un produit intermédiaire visé à l'article 8 (24a)

ou

Produit intermédiaire visé à l'article 8 destiné à être incorporé dans les produits finaux visés à l'article 4 du règlement (CE) n° 2571/97

- Burro destinato all'incorporazione nei prodotti finali di cui all'articolo 4 del regolamento (CE) n. 2571/97, eventualmente tramite un prodotto intermedio di cui all'articolo 8

o

Burro concentrato destinato all'incorporazione nei prodotti finali di cui all'articolo 4 del regolamento (CE) n. 2571/97, eventualmente tramite un prodotto intermedio di cui all'articolo 8 (25a)

o

Prodotto intermedio di cui all'articolo 8 destinato all'incorporazione nei prodotti finali di cui all'articolo 4 del regolamento (CE) n. 2571/97

- Boter voor bijmenging, in voorkomend geval via een in artikel 8 bedoeld tussenproduct, in eindproducten als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2571/97

of

Boterconcentraat voor bijmenging, in voorkomend geval via een in artikel 8 (26a) bedoeld tussenproduct, in eindproducten als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2571/97

of

In artikel 8 bedoeld tussenproduct voor bijmenging in eindproducten als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2571/97

- Manteiga destinada a ser incorporada nos produtos finais referidos no artigo 4º do Regulamento (CE) nº 2571/97, eventualmente por via de um produto intermédio referido no artigo 8º

ou

Manteiga concentrada destinada a ser incorporada nos produtos finais referidos no artigo 4º do Regulamento (CE) nº 2571/97, eventualmente por via de um produto intermédio referido no artigo 8º

ou

Produto intermédio referido no artigo 8º destinado a ser incorporado nos produtos finais referidos no artigo 4º do Regulamento (CE) nº 2571/97

- Voi, joka on tarkoitettu sekoitettavaksi asetuksen (EY) N:o 2571/97 4 artiklassa tarkoitettuihin lopputuotteisiin tarvittaessa 8 artiklassa tarkoitetun välituotteen kautta

tai

Voiöljy, joka on tarkoittu sekoitettavaksi asetuksen (EY) N:o 2571/97 4 artiklassa tarkoittuihin lopputuotteisiin tarvittaessa 8 artiklan a alakohdassa tarkoitetun välituotteen kautta

tai

Edellä 8 artiklassa tarkoitettu välituote, joka on tarkoitettu sekoitettavaksi asetuksen (EY) N:o 2571/97 4 tarkoitettuihin lopputuotteisiin.

- Smör avsett för iblandning i de slutprodukter som avses i artikel 4 i förordning (EG) nr 2571/97, i förekommande fall via den mellanprodukt som avses i artikel 8.

eller

Koncentrerat smör avsett för iblandning i de slutprodukter som avses i artikel 4 i förordning (EG) nr 2571/97, i förekommande fall via den mellanprodukt som avses i artikel 8 (27a).

eller

Mellanprodukt i enlighet med artikel 8 avsedd för iblandning i de slutprodukter som avses i artikel 4 i förordning (EG) nr 2571/97;

- van 106 van het controle-exemplaar T5:

1. uiterste datum voor bijmenging in eindproducten;

2. vermelding van de bestemming (formule A of formule B);

3. in voorkomend geval, de voor de vervaardiging van het tussenproduct gebruikte hoeveelheid boter of boterconcentraat, in gewicht.

(1b) Voor de in artikel 9, onder a), bedoelde tussenproducten wordt "in artikel 8" vervangen door "in artikel 9".

(2a) Voor de in artikel 9, onder a), bedoelde tussenproducten wordt "in voorkomend geval via een in artikel 8 bedoeld tussenproduct" vervangen door "via een in artikel 9 bedoeld tussenproduct".

(3b) Voor de in artikel 9, onder a), bedoelde tussenproducten wordt "in artikel 8" vervangen door "in artikel 9".

(4a) Voor de tussenproducten bedoeld in artikel 9, onder a), worden de termen "in voorkomend geval via een in artikel 8 bedoeld tussenproduct" vervangen door "via een in artikel 9 bedoeld tussenproduct".

BIJLAGE VIII

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE IX

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE X

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE XI

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE XII

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE XIII

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>