31997R2289

Verordening (EG) nr. 2289/97 van de Commissie van 18 november 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1164/89 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor vezelvlas en hennep

Publicatieblad Nr. L 315 van 19/11/1997 blz. 0007 - 0008


VERORDENING (EG) Nr. 2289/97 VAN DE COMMISSIE van 18 november 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1164/89 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor vezelvlas en hennep

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad van 29 juni 1970 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vlas en hennep (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/94 (2), en met name op artikel 4, lid 5,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 619/71 van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 154/97 (4), en met name op de artikelen 3 en 6 bis,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1164/89 van de Commissie (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 624/97 (6), enkele uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor vezelvlas en hennep zijn vastgesteld;

Overwegende dat de handelspraktijk in de sector met zich kan brengen dat de in artikel 3, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 619/71 bedoelde contracten worden gesloten na de uiterste datum voor het indienen van de steunaanvragen voor vlas, dat wil zeggen na 30 november; dat derhalve dient te worden bepaald dat een afschrift van het contract en van de verwerkingsverbintenis mag worden ingediend op een later tijdstip dan de aanvraag, doch uiterlijk op de dag op het einde van het verkoopseizoen;

Overwegende dat sommige ondernemingen gewoonlijk strovlas kopen om het voor eigen rekening door een eerste verwerker te laten verwerken; dat deze ondernemingen in bepaalde gevallen moeilijkheden hebben ondervonden om zich aan te passen aan de nieuwe bepalingen die bij Verordening (EG) nr. 154/97 in Verordening (EEG) nr. 619/71 zijn ingevoerd; dat de betrokken ondernemingen bij wijze van overgangsmaatregel als eerste verwerkers dienen te worden behandeld in het kader van de steunregeling voor het seizoen 1997/1998;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor vlas en hennep,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 1164/89 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 8, lid 3, wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Wanneer het in de eerste alinea bedoelde contract wordt gesloten na de in lid 1 genoemde datum van 30 november, dient een afschrift van het contract en van de verwerkingsverbintenis uiterlijk op de dag op het einde van het verkoopseizoen, en in elk geval voordat de steun wordt uitbetaald, aan het betaalorgaan te worden toegezonden.".

2. Aan artikel 17 bis wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

"4. Wanneer een onderneming die geen eerste verwerker is met de producent een contract heeft gesloten waarbij zij de eigendom over strovlas krijgt, wordt zij als eerste verwerker beschouwd indien zij zich ertoe verbindt het strovlas voor eigen rekening te laten verwerken.

Het bepaalde in artikel 5 bis, lid 4, is van toepassing op de in de voorgaande alinea bedoelde ondernemingen.

Het bepaalde in artikel 5 ter, eerste alinea, is van toepassing op de verwerkingsverbintenis.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van het seizoen 1997/1998.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 november 1997.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 146 van 4. 7. 1970, blz. 1.

(2) PB L 349 van 31. 12. 1994, blz. 105.

(3) PB L 72 van 26. 3. 1971, blz. 2.

(4) PB L 27 van 30. 1. 1997, blz. 1.

(5) PB L 121 van 29. 4. 1989, blz. 4.

(6) PB L 95 van 10. 4. 1997, blz. 8.