31997R2053

Verordening (EG) nr. 2053/97 van de Commissie van 20 oktober 1997 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3220/90 tot vaststelling van de voorwaarden voor bepaalde oenologische procédés en behandelingen op grond van Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad

Publicatieblad Nr. L 287 van 21/10/1997 blz. 0015 - 0017


VERORDENING (EG) Nr. 2053/97 VAN DE COMMISSIE van 20 oktober 1997 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3220/90 tot vaststelling van de voorwaarden voor bepaalde oenologische procédés en behandelingen op grond van Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1417/97 (2), en met name op artikel 15, lid 6,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3220/90 van de Commissie (3), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2624/95 (4), de voorwaarden zijn vastgesteld voor het gebruik van bepaalde oenologische procédés die zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 822/87; dat deze verordening moet worden aangevuld met de voorwaarden voor het gebruik van de behandeling door middel van elektrodialyse om de wijnsteen in wijn te stabiliseren, zoals bepaald bij Verordening (EEG) nr. 822/87;

Overwegende dat op grond van de tot nu toe beschikbare gegevens niet definitief kan worden uitgemaakt welke gevolgen deze nieuwe behandeling zal hebben voor de bijzondere kwaliteitskenmerken van de v.q.p.r.d., en met name voor de typische eigenschappen van die wijn; dat deze behandeling bij de bereiding van v.q.p.r.d. voorlopig niet mag worden toegestaan omdat een bepaald kwaliteitsniveau gehandhaafd moet worden en om te voorkomen dat de concurrentie tussen de verschillende "bepaalde gebieden" scheefgetrokken wordt;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 3220/90 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 1 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

"4. De behandeling door elektrodialyse waarvan het gebruik om de wijnsteen in wijn te stabiliseren is toegestaan bij bijlage VI, punt 4, onder b), van Verordening (EEG) nr. 822/87, mag slechts worden toegepast voor tafelwijn en indien zij voldoet aan de voorschriften die zijn bepaald in bijlage IV bij deze verordening.".

2. De bijlage bij deze verordening wordt toegevoegd na bijlage III.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 oktober 1997.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 84 van 27. 3. 1987, blz. 1.

(2) PB L 196 van 24. 7. 1997, blz. 10.

(3) PB L 308 van 8. 11. 1990, blz. 22.

(4) PB L 269 van 11. 11. 1995, blz. 1.

BIJLAGE

"BIJLAGE IV

VOORSCHRIFTEN VOOR DE BEHANDELING DOOR ELEKTRODIALYSE

Deze behandeling is bedoeld om de wijnsteen in wijn te stabiliseren ten opzichte van kaliumhydrogeentartraat en calciumtartraat (en andere calciumzouten) door extractie van ionen die in oververzadiging aanwezig zijn in de wijn, onder invloed van een elektrisch veld met behulp van membranen die alleen anionen doorlaten, enerzijds, en membranen die alleen kationen doorlaten, anderzijds.

1. VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE MEMBRANEN

1.1. De membranen worden afwisselend aangebracht in een systeem van het "filterpers"-type of in ieder ander geeïgend systeem, met een afdeling voor de behandeling (wijn) en een afdeling voor de concentratie (afvoerwater).

1.2. De voor kationen permeabele membranen moeten geschikt zijn voor de extractie van alleen kationen en inzonderheid van de kationen K+, Ca++.

1.3. De voor anionen permeabele membranen moeten geschikt zijn voor de extractie van alleen anionen en inzonderheid van tartraatanionen.

1.4. De membranen mogen geen buitensporige wijzigingen in de fysische en chemische samenstelling en in de sensorische kenmerken van de wijn veroorzaken. Zij moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:

- Zij moeten volgens goede fabricageprocédés zijn vervaardigd van stoffen die mogen worden gebruikt voor de vervaardiging van materialen in kunststof die bestemd zijn om met levensmiddelen in aanraking te komen en die zijn vermeld in bijlage II bij Richtlijn 90/128/EEG van de Commissie (1).

- De gebruiker van de elektrodialyse-inrichting moet kunnen bewijzen dat de gebruikte membranen aan de bovengenoemde voorschriften voldoen en dat eventuele vervangingen door gespecialiseerd personeel zijn uitgevoerd.

- Zij mogen geen schadelijke stoffen afgeven in hoeveelheden die gevaar opleveren voor de menselijke gezondheid of die de smaak of de geur van levensmiddelen aantasten en zij moeten aan de voorschriften van Richtlijn 90/128/EEG voldoen.

- Bij het gebruik mag er tussen de bestanddelen van het membraan en die van de wijn geen wisselwerking zijn die ertoe kan leiden dat in het behandelde product nieuwe samenstellingen worden gevormd die toxicologische gevolgen kunnen hebben.

De stabiliteit van de nieuwe elektrodialysemembranen moet worden bepaald aan de hand van een simulatievloeistof die de fysische en chemische samenstelling van de wijn heeft, met het oog op de eventuele bepaling van de migratie van bepaalde stoffen die afkomstig zijn van elektrodialysemembranen.

De aanbevolen beproevingsmethode is als volgt.

De simulatievloeistof is een mengsel van alcohol en water die is gebufferd voor de pH en de conductiviteit van de wijn. Zij is samengesteld uit:

- zuivere ethanol: 11 l,

- kaliumhydrogeentartraat: 380 g,

- kaliumchloride: 60 g,

- geconcentreerd zwavelzuur: 5 ml,

- gedistilleerd water qsp voor 100 l.

Deze oplossing wordt gebruikt voor de migratieproeven in gesloten kringloop in een elektrodialyse-installatie onder stroom (1 volt/cel) tegen 50 l/m² anionen en kationen doorlatende membranen, totdat de oplossing voor 50 % is gedemineraliseerd. De afvoerwaterkringloop wordt op gang gebracht door een oplossing van kaliumchloride à 5 g/l. De migrerende stoffen worden bepaald in de simulatievloeistof en in het afvoerwater van de elektrodialyse.

Het gehalte van de organische moleculen die deel uitmaken van de samenstelling van het membraan en die naar de behandelde oplossing zouden kunnen overgaan, zal worden bepaald. Dit gehalte zal voor elk van deze bestanddelen afzonderlijk worden bepaald door een erkend laboratorium. Het gehalte in de simulatievloeistof moet in totaal, voor alle bestanddelen samen, lager zijn dan 50 ìg/l.

Voorts zijn de algemene voorschriften voor de controle op materialen die bestemd zijn om met levensmiddelen in aanmerking te komen, ook van toepassing op deze membranen.

2. VOORSCHRIFTEN INZAKE HET GEBRUIK VAN MEMBRANEN

Het voor een behandeling voor het stabiliseren van wijnsteen in wijn door middel van elektrodialyse gebruikte stel membranen moet zodanig zijn dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

- de pH van de wijn mag niet dalen met meer dan 0,3 pH-eenheden;

- de verlaging van het gehalte aan vluchtige zuren moet minder dan 0,12 g/l bedragen (2 meq. uitgedrukt in azijnzuur);

- de behandeling door elektrodialyse mag geen invloed hebben op de andere bestanddelen van de wijn dan ionen, en inzonderheid op de polyfenolen en de polysacchariden;

- de diffusie van kleine moleculen zoals ethanol moet beperkt zijn en mag niet leiden tot een verlaging van het alcoholgehalte van de wijn met meer dan 0,1 % vol;

- het onderhoud en de reiniging van deze membranen moet gebeuren volgens toegestane technieken, met stoffen die mogen worden gebruikt voor de bereiding van levensmiddelen;

- de membranen moeten worden gemerkt om de volgorde ervan in de opstelling te kunnen controleren;

- het gebruikte materieel moet worden bestuurd door een controle- en stuursysteem dat rekening houdt met de specifieke instabiliteit van elke wijn, opdat alleen de oververzadiging aan kaliumhydrogeentartraat en calciumzouten wordt verwijderd;

- de behandeling moet worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een oenoloog of een bevoegde technicus.

Deze behandeling moet worden vermeld in het in artikel 71, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 822/87 bedoelde register.

(1) PB L 75 van 21. 3. 1990, blz. 19.

"