Verordening (EG) nr. 1979/97 van de Commissie van 10 oktober 1997 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1996/1997 van de geraamde olijfolieproductie en van het bedrag van de productiesteun per eenheid dat kan worden voorgeschoten
Publicatieblad Nr. L 278 van 11/10/1997 blz. 0012 - 0012
VERORDENING (EG) Nr. 1979/97 VAN DE COMMISSIE van 10 oktober 1997 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1996/1997 van de geraamde olijfolieproductie en van het bedrag van de productiesteun per eenheid dat kan worden voorgeschoten DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1581/96 (2), Gelet op Verordening (EEG) nr. 2261/84 van de Raad van 17 juli 1984 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de productiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 636/95 (4), en met name op artikel 17 bis, lid 2, Overwegende dat in artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG is bepaald dat de productiesteun per eenheid wordt verminderd als de werkelijke productie van een verkoopseizoen de voor dat zelfde verkoopseizoen vastgestelde gegarandeerde maximumhoeveelheid overschrijdt; dat die vermindering evenwel niet wordt toegepast voor producenten van wie de gemiddelde productie geringer is dan 500 kg olijfolie per verkoopseizoen; Overwegende dat in artikel 17 bis van Verordening (EEG) nr. 2261/84 is bepaald dat, met het oog op de vaststelling van het bedrag van de productiesteun per eenheid dat mag worden voorgeschoten, voor het betrokken verkoopseizoen een raming van de olijfolieproductie wordt opgesteld; dat het bedoelde bedrag zodanig moet worden vastgesteld dat elk risico van onverschuldigde betaling aan de olieproducenten wordt vermeden; Overwegende dat de lidstaten, met het oog op de raming van de productie, aan de Commissie voor elk verkoopseizoen de gegevens moeten mededelen met betrekking tot de geraamde olijfolieproductie; dat de Commissie gebruik kan maken van andere informatiebronnen; Overwegende dat bij de vaststelling van het bedrag van het voorschot rekening moet worden gehouden met de bij Verordening (EEG) nr. 2159/92 van de Raad (5) voorgeschreven inhouding voor de instelling van het olijfoliedossier en de bij Verordening (EG) nr. 1583/96 van de Raad (6) voorgeschreven inhouding voor acties ter verbetering van de kwaliteit; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Voor het verkoopseizoen voor olijfolie 1996/1997 wordt de geraamde productie vastgesteld op 1 859 400 ton en het bedrag van de productiesteun per eenheid dat kan worden voorgeschoten 90,32 ecu/100 kg. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 10 oktober 1997. Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie (1) PB 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66. (2) PB L 206 van 16. 8. 1996, blz. 11. (3) PB L 208 van 3. 8. 1984, blz. 3. (4) PB L 67 van 25. 3. 1995, blz. 1. (5) PB L 217 van 31. 7. 1992, blz. 8. (6) PB L 206 van 16. 8. 1996, blz. 14.