31997R1221

Verordening (EG) nr. 1221/97 van de Raad van 25 juni 1997 houdende algemene regels voor de uitvoering van de maatregelen tot verbetering van de productie en de afzet van honing

Publicatieblad Nr. L 173 van 01/07/1997 blz. 0001 - 0002


VERORDENING (EG) Nr. 1221/97 VAN DE RAAD van 25 juni 1997 houdende algemene regels voor de uitvoering van de maatregelen tot verbetering van de productie en de afzet van honing

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 42 en 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad het discussiedocument over de situatie in de Europese bijenteelt heeft meegedeeld, waarin de situatie en de moeilijkheden in de betrokken sector worden toegelicht;

Overwegende dat de bijenteelt een tak van de landbouw is die voornamelijk gericht is op de instandhouding en ontwikkeling van de economische activiteit op het platteland en de productie van honing en andere producten van de bijenteelt en op het ecologisch evenwicht;

Overwegende dat de bijenteelt wordt gekenmerkt door grote verschillen in productieomstandigheden en opbrengsten en door de versnippering en de heterogeniteit van zowel de productie als de afzet; dat er momenteel op de honingmarkt van de Gemeenschap een gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod is;

Overwegende dat, gezien de uitbreiding van de varroamijtziekte in verscheidene lidstaten in de afgelopen jaren en de moeilijkheden die deze ziekte met zich brengt voor de honingproductie, een actie op communautair niveau noodzakelijk blijkt;

Overwegende dat derhalve om de productie en de afzet van honing in de Gemeenschap te verbeteren onverwijld elk jaar nationale programma's moeten worden opgesteld die maatregelen omvatten voor de bestrijding van de varroamijtziekte en aanverwante ziekten, de rationalisatie van de transhumance, het beheer van regionale bijenteeltcentra en de samenwerking in het kader van onderzoeksprogramma's inzake verbetering van de honingkwaliteit;

Overwegende dat het, om de statistische gegevens betreffende de sector te vervolledigen, dienstig is de lidstaten een studie over de structuur van de sector te laten uitvoeren, waarin de productie, de afzet en de prijsvorming worden onderzocht;

Overwegende dat de uitgaven die door de lidstaten worden gedaan om te voldoen aan de verplichtingen die uit deze verordening voortvloeien, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (4) voor rekening van de Gemeenschap komen;

Overwegende dat een referentiebedrag als bedoeld in punt 2 van de verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 6 maart 1995 in deze verordening wordt opgenomen, zonder dat dit invloed heeft op de bij het Verdrag vastgestelde bevoegdheden van de begrotingsautoriteit (5),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Bij deze verordening worden maatregelen vastgesteld tot verbetering van de productie en de afzet van honing zoals bedoeld in Richtlijn 74/409/EEG van de Raad van 22 juli 1974 betreffende de harmonisatie van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake honing (6). De lidstaten kunnen te dien einde voor elk jaar nationale programma's opstellen.

2. Deze maatregelen die in die programma's kunnen worden opgenomen, hebben betrekking op:

a) technische bijstand aan bijenhouders en aan de honingwinnings- en opslaginstallaties van de bijenhoudersgroeperingen, om de kwaliteit van de productie en de extractie van honing te verbeteren;

b) bestrijding van de varroamijtziekte en aanverwante ziekten, alsmede verbetering van de behandeling van bijenkasten, de oogst, de opslag en de verpakking van honing;

c) rationalisatie van de transhumance;

d) steun voor de laboratoria voor analyse van de fysische en chemische kenmerken van de honing;

e) samenwerking met instanties die gespecialiseerd zijn in de uitvoering van programma's inzake onderzoek voor de verbetering van de honingkwaliteit.

3. De bepalingen van artikel 4 van Verordening nr. 26 inzake de toepassing van bepaalde regels betreffende de mededinging op de voortbrenging van en de handel in landbouwproducten (7) blijven van toepassing op de andere vormen van staatssteun dan die welke zijn opgenomen in de krachtens artikel 4 van deze verordening goedgekeurde programma's.

Artikel 2

Om voor de in artikel 3 vastgestelde medefinanciering in aanmerking te komen, moeten de lidstaten vóór 15 december 1997 een studie uitvoeren van de bijenteelt op hun grondgebied waarin de productie en de afzet worden onderzocht.

Artikel 3

De op grond van deze verordening gedane uitgaven worden beschouwd als uitgaven in de zin van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad.

De Gemeenschap financiert de nationale programma's voor 50 % van de uitgaven van de lidstaat voor de in artikel 1, lid 2, bedoelde maatregelen die in nationale programma's zijn opgenomen.

Om in aanmerking te komen voor de Gemeenschapsfinanciering, moeten de uitgaven voor de in het kader van de in artikel 1 bedoelde nationale programma's uitgevoerde maatregelen, door de lidstaten uiterlijk op 15 oktober van elk jaar zijn gedaan.

Artikel 4

De in artikel 1, lid 1, bedoelde programma's worden in nauwe samenwerking met de representatieve beroepsorganisaties en de coöperaties van de bijenhouderijsector vastgesteld. Zij worden medegedeeld aan de Commissie, die over hun goedkeuring beslist overeenkomstig de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (8).

Acties in het kader van operationele programma's voor regio's van doelstelling 1, 5 b) en 6 zijn van deze programma's uitgesloten.

Artikel 5

De bepalingen ter uitvoering van deze verordening, en met name die inzake de controlemaatregelen, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2771/75.

Artikel 6

De Commissie dient om de drie jaar, en voor het eerst uiterlijk op 31 december 2000, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de tenuitvoerlegging van deze verordening.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 25 juni 1997.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. VAN AARTSEN

(1) PB nr. C 378 van 13. 12. 1996, blz. 20.

(2) PB nr. C 200 van 30. 6. 1997.

(3) PB nr. C 133 van 28. 4. 1997.

(4) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1287/95 (PB nr. L 125 van 8. 6. 1995, blz. 1).

(5) PB nr. C 102 van 4. 4. 1996, blz. 4.

(6) PB nr. L 221 van 12. 8. 1974, blz. 10. Richtlijn gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1985.

(7) PB nr. 30 van 20. 4. 1962, blz. 993/62. Verordening gewijzigd bij Verordening nr. 49 (PB nr. 53 van 1. 7. 1962, blz. 1571/62).

(8) PB nr. L 282 van 1. 11. 1975, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1516/96 (PB nr. L 189 van 30. 7. 1996, blz. 99).