31997R0581

Verordening (EG) nr. 581/97 van de Commissie van 1 april 1997 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees in België

Publicatieblad Nr. L 087 van 02/04/1997 blz. 0011 - 0013


VERORDENING (EG) Nr. 581/97 VAN DE COMMISSIE van 1 april 1997 tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector varkensvlees in België

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/94 (2), en met name op artikel 20 en artikel 22, tweede alinea,

Overwegende dat, wegens het uitbreken van klassieke varkenspest in bepaalde productiegebieden in Nederland nabij de Belgische grens, door de Belgische autoriteiten toezichtsgebieden zijn ingesteld op grond van artikel 9 van Richtlijn 80/217/EEG van de Raad van 22 januari 1980 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest (3), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 93/384/EEG (4); dat bijgevolg in deze gebieden het in de handel brengen van levende varkens, vers varkensvlees en producten op basis van vers varkensvlees dat geen warmtebehandeling heeft ondergaan, tijdelijk verboden is;

Overwegende dat de uit de toepassing van de veterinaire maatregelen voortvloeiende beperkingen van het vrije verkeer van goederen de markt voor varkensvlees in België ernstig dreigen te verstoren; dat bijgevolg buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt moeten worden genomen die uitsluitend gelden voor levende varkens uit de direct getroffen gebieden en niet langer dan strikt noodzakelijk is;

Overwegende dat om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen, de varkens uit de betrokken gebieden buiten het normale handelscircuit voor menselijke consumptie bestemde producten dienen te worden gehouden en tot niet voor menselijke consumptie bestemde producten dienen te worden verwerkt overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 90/667/EEG van de Raad (5), gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG (6), waarbij de Belgische autoriteiten de mogelijkheid moet worden gelaten de aankopen te organiseren op grond van de situatie op veterinair en sanitair vlak in de betrokken gebieden;

Overwegende dat een aankooprijs moet worden vastgesteld voor biggen en levende varkens die door het interventiebureau worden aangekocht in het toezichtsgebied; dat bovendien moet worden bepaald waar die dieren mogen worden geslacht;

Overwegende dat het, in verband met de omvang van de epizoötie, de duur ervan en bijgevolg ook de omvang van de maatregelen ter ondersteuning van de markt, passend is dat de kosten door de Gemeenschap en de betrokken lidstaat worden gedeeld;

Overwegende dat moet worden bepaald dat de Belgische autoriteiten de nodige controle- en bewakingsmaatregelen moeten treffen en de Commissie hiervan in kennis moeten stellen;

Overwegende dat, aangezien de beperkingen van het vrije verkeer van levende varkens in de betrokken gebieden reeds verschillende weken van toepassing zijn, het gewicht van de dieren aanzienlijk is toegenomen en als gevolg daarvan een uit een oogpunt van het welzijn van de dieren onduldbare situatie is ontstaan; dat het derhalve verantwoord is deze verordening toe te passen met terugwerkende kracht vanaf 18 maart 1997;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Met ingang van 18 maart 1997 koopt het Belgische interventiebureau, voorzover dit op grond van de situatie op veterinair en sanitair vlak nodig is, biggen van GN-code 0103 91 10 met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van ten minste 8 kg per dier.

2. Met ingang van 18 maart 1997 koopt het Belgische interventiebureau, voorzover dit op grond van de situatie op veterinair en sanitair vlak nodig is, mestvarkens van GN-code 0103 92 19 met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van ten minste 120 kg per dier.

3. Zeventig procent van de uitgaven in verband met deze aankoop is ten laste van de begroting van de Gemeenschap, voor ten hoogste het in bijlage I vastgestelde aantal dieren.

Artikel 2

Er mogen alleen mestvarkens en biggen worden geleverd die zijn gehouden in de toezichtsgebieden binnen de in bijlage II bij deze verordening bedoelde administratieve gebieden, voorzover op de dag van aankoop van de dieren de door de Belgische autoriteiten vastgestelde veterinaire bepalingen in die gebieden van toepassing zijn.

Artikel 3

De dieren worden op de dag van aankoop ofwel op het bedrijf, ofwel in verzamelcentra, ofwel op het destructiebedrijf gewogen en geslacht, waarbij erop moet worden toegezien dat de epizoötie zich niet verder kan verspreiden.

In uitzonderlijke gevallen mogen, als dat in verband met de veterinaire situatie noodzakelijk is, de mestvarkens na voorafgaande kennisgeving aan de Commissie worden geslacht in een abattoir.

Zij worden onverwijld naar een destructiebedrijf vervoerd en tot producten van de GN-codes 1501 00 11, 1506 00 00 en 2301 10 00 verwerkt overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 90/667/EEG.

De werkzaamheden worden uitgevoerd onder permanente controle van de bevoegde Belgische autoriteiten.

Artikel 4

1. Voor mestvarkens met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van ten minste 120 kg per dier is de in artikel 1, lid 1, bedoelde aankoopprijs, af bedrijf, gelijk aan de marktprijs voor geslachte varkens van klasse E, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2759/75, in Verordening (EEG) nr. 3537/89 van de Commissie (7) en in Verordening (EEG) nr. 2123/89 van de Commissie (8), die in België voor de aan de aankoop van de mestvarkens voorafgaande week is vastgesteld, verminderd met 1,3 ecu/100 kg geslacht gewicht voor de vervoerkosten.

2. Voor mestvarkens met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van minder dan 120, maar meer dan 110 kg per dier, wordt de overeenkomstig lid 1 vastgestelde aankoopprijs verminderd met 15 %.

3. De aankoopprijs wordt berekend op basis van het geconstateerde geslacht gewicht. Indien de dieren uitsluitend levend zijn gewogen, wordt op de steun de coëfficiënt 0,81 toegepast.

4. De aankoopprijs, af bedrijf, voor biggen met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van ten minste 25 kg, maar minder dan 26 kg per dier is gelijk aan de gemiddelde prijs voor biggen van de gewichtsklasse "+25 kg" die op de markt van St. Truiden is geconstateerd voor de week die voorafgaat aan de aankoop van de biggen door het interventiebureau.

5. Voor de overige gewichtsklassen van biggen is de aankoopprijs gelijk aan de volgens de bepalingen van lid 4 berekende aankoopprijs,

a) verminderd met 12,5 ecu per dier voor biggen met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van ten minste 8 kg, maar minder dan 23 kg per dier,

b) verminderd met 5 ecu per dier voor biggen met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van ten minste 23 kg, maar minder dan 25 kg per dier,

c) verhoogd met 2,5 ecu per dier voor biggen met, voor de partij, een gemiddeld gewicht van ten minste 26 kg per dier.

Artikel 5

De bevoegde Belgische autoriteiten nemen de nodige maatregelen om de naleving van deze verordening, en met name van artikel 2, te garanderen. Zij stellen de Commissie daarvan zo spoedig mogelijk in kennis.

Artikel 6

De bevoegde Belgische autoriteiten delen de Commissie elk woensdag de onderstaande gegevens mee betreffende de voorbije week:

- aantal en totaal gewicht van de aangekochte varkens,

- aantal en totaal gewicht van de aangekochte biggen,

- aankoopprijs van de in artikel 4, lid 4, bedoelde biggen.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 18 maart 1997.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 april 1997.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 282 van 1. 11. 1975, blz. 1.

(2) PB nr. L 349 van 31. 12. 1994, blz. 105.

(3) PB nr. L 47 van 21. 2. 1980, blz. 11.

(4) PB nr. L 166 van 8. 7. 1993, blz. 34.

(5) PB nr. L 363 van 27. 12. 1990, blz. 51.

(6) PB nr. L 62 van 15. 3. 1993, blz. 49.

(7) PB nr. L 347 van 28. 11. 1989, blz. 20.

(8) PB nr. L 203 van 15. 7. 1989, blz. 23.

BIJLAGE I

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

In de provincie Antwerpen, het toezichtsgebied Hoogstraten, zoals omschreven in artikel 1 van het ministerieel besluit van 17 februari 1997.