VERORDENING (EG) Nr. 573/97 VAN DE COMMISSIE van 26 maart 1997 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1382/96 houdende opening van een tariefcontingent voor de invoer van bevroren rundvlees, bestemd voor verwerking

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 juni 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT (1), en met name op artikel 1, lid 1,

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 1382/96 van de Commissie (2) en tariefcontingent van 50 700 ton bevroren rundvlees, bestemd voor verwerking, geopend is voor de periode van 1 juli 1996 tot 30 juni 1997; dat dit contingent na afronding van de in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT gevoerde onderhandelingen, waarvan de verbintenissen op 1 januari 1996 zijn ingegaan, met een tot nu toe niet in aanmerking genomen hoeveelheid van 350 ton verhoogd moet worden;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1382/96 wordt het onderstaande lid 2 bis ingevoegd:

"2 bis. Een extra hoeveelheid van 350 ton bevroren rundvlees, uitgedrukt in equivalent vlees met been, wordt toegevoegd aan de in lid 1 vermelde hoeveelheid. Deze hoeveelheid wordt gesplitst overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 maart 1997.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 146 van 20. 6. 1996, blz. 1.

(2) PB nr. L 179 van 18. 7. 1996, blz. 12.